Rudolf van den Berg over Een echte Vermeer

Rudolf van den Berg, regisseur van Een echte Vermeer:

“Kunstenaars zijn mensen die
hun kwellingen exploiteren”

door Alfred Bos

Rudolf van den Berg is de man die romans van Gerard Reve (De Avonden), Leon de Winter (Zoeken naar Eileen) en Arnon Grunberg (Tirza) verfilmde. Zijn meest recente film is gedraaid naar een scenario van Jan Eilander en de regisseur zelf, en heeft Han van Meegeren tot onderwerp. In Een echte Vermeer toont hij een geromantiseerd portret van de meestervervalser die ‘een echte Vermeer’ aan nazi-kopstuk Hermann Göring wist te slijten.

Een echte Vermeer is geen biopic, maar verdicht voorvallen uit het leven van Han van Meegeren (Deventer 1889 – Amsterdam 1947) tot een drama over een in technisch opzicht getalenteerd schilder die door zijn omgeving en zijn tijd niet op waarde werd geschat. Zijn schilderijen in de stijl van de zeventiende-eeuwse meester Johannes Vermeer bedotten de kenners en maakten Van Meegeren, in de film vertolkt door Jeroen Spitzenberger, tot miljonair.

Rudolf van den Berg

Stel dat Van Meegeren vijftig jaar later was geboren met het zelfde talent en dezelfde achtergrond, zou hij dan een gelukkiger mens zijn geweest?

Rudolf van den Berg: “Dat is een vraag waar ik nog niet over heb nagedacht. Van Meegeren is van eind negentiende eeuw, dus dan zou hij in de jaren dertig zijn geboren en tot wasdom zijn gekomen in de tijd van Karel Appel en de Cobra-beweging. Dan had helemaal niemand naar zijn werk gekeken. Ik denk dat hij pas weer zo’n tien jaar geleden een kans had gekregen, toen de postmoderne kunst begon. Waar jij op hint – mag ik jij zeggen? – is dat hij in de jaren vijftig tot wasdom was gekomen en dan had Van Meegeren met zijn stijl volgens mij geen poot gehad om op te staan.”

Ik stel de vraag omdat er in de film op wordt gehint dat Van Meegeren in feite een postmodernist avant la lettre was.

“In de afsluitende tekst, ja.Vanuit de postmoderne visie kun je zijn werk weer als kunst opvatten. Op die manier hangt hij nu als een bijzondere attractie in het museum. Maar je moet niet vergeten dat zijn vervalsingen eind jaren dertig op dezelfde manier werden gewaardeerd, omdat het de geest des tijds ademde.”

De Emmausgangers

De Emmausgangers

“De rare stijl van zijn schilderij De Emmausgangers [’s werelds beroemdste vervalsing, in 1938 door Museum Boymans van Beuningen aangekocht voor 540.000 vooroorlogse guldens] was geënt op die donker getinte schilderijen die in de jaren dertig en in de nazitijd zo populair waren. Dat voelde hij haarscherp aan. De abstracte kunst was in die periode wel toonaangevend, maar zeker niet exclusief. Er waren genoeg uitzonderingen, denk aan Edward Hopper. Die kant had Van Meegeren ook kunnen uitgaan. Hij was een heel getalenteerde ambachtsman, hij kon gewoon heel goed schilderen.”

“Ik denk niet dat Van Meegeren het talent
had om een gelukkig mens te worden”

Van Meegeren speelde een spel met de kunstwereld. Dat is heel erg van nu: Banksky, Hirst, Koons. Daar had hij goed tussen gepast en zou dan wellicht beter begrepen zijn geworden.

“Ik denk niet dat Van Meegeren het talent had om een gelukkig mens te worden. Hij had een vreselijke vader, die hem vernederde. Hij had wel het talent om heel rijk te worden. Wat in de film nauwelijks wordt aangeroerd is dat hij het eigenlijk voor het geld deed. Hij had zo’n vijftig miljoen aan onroerend goed en dat in het geld van de jaren veertig.”

Dus Van Meegeren was ook een oplichter?

“Hij was een oplichter, ja. Ik vel daar geen oordeel over. Ik hoef de vraag niet te beantwoorden of hij een groot kunstenaar was, ja of nee. Dat is niet mijn expertise. Daarom ga ik vrij sterk bij de werkelijkheid vandaan, want als je bij de werkelijkheid blijft krijg je geen drama. Dan ga je feiten opsommen en dat is geen film. Dat is een documentaire. Dat is ook buitengewoon interessant, maar niet waarom mensen naar de bioscoop gaan.”

Han van Meegeren

Han van Meegeren

Wat boeide je in het onderwerp, hoe ben je op het idee gekomen om een film te maken over Han van Meegeren?

“Ik kreeg van de producenten het verzoek of ik het onderwerp wilde onderzoeken en het scenario schrijven. Al werkende begon ik te zien wat me boeide, dat was de prijs van het kunstenaarschap, Dat wist ik overigens pas laat in het proces zo te benoemen. De pijn en de vreugdes en de eenzaamheid van het kunstenaarschap. Want of hij een oplichter was, of een ambachtsman, of iemand die wel of niet met de nazi’s heulde—dat is wat mij betreft allemaal bijzaak.”

“Het gaat mij erom dat ik laat zien en voelbaar maak wat voor een gevecht het is als je er als jonge kerel voor kiest om voor de kunst te gaan. Je hebt maar één leven en dat besteedt hij aan de kunst. Dat is het gevecht: het ene moment denkt hij: ik ben net zo goed als Vermeer, en het andere moment denk hij: ik weet niks, ik kan niks, ik ben niks. Dat is wat ik er hartverwarmend aan vind en de reden waarom je het personage uiteindelijk in je hart sluit. Terwijl hij zich bij vlagen uitermate onaangenaam gedraagt. Je voelt aan alles dat hij een gekweld personage is, zonder dat je het allemaal uitlegt.”

“Later kwam ik er achter dat dat levensverhaal
voor een deel gelogen was”

“In de documentatie vind je dat zijn vader heel erg naar en streng was, en zijn moeder wel lief. Als je dat gaat gebruiken, ga je alles verklaren vanuit die frustratie, dat trauma. Dat wilde ik niet. Ik heb er voor gekozen om het even aan te roeren op een moment dat hij in een crisis zit, zonder het uit te leggen. Op het laatste moment heb ik er ook een scène uitgehaald waarin hij tegen een psychiater over zijn vader en zijn moeder zit te praten. Dat heeft de film niet nodig. Je voelt dat die man gekweld wordt en dat hij altijd het gevoel heeft gehad dat hij het niet goed doet.”

“Tijdens mijn research heb ik een boek gelezen waarin Van Meegeren zijn leven beschrijft. Dat heeft hij verteld tegen een schrijfster die hij in 1946 bij zich heeft ontboden. Later kwam ik er achter dat dat levensverhaal voor een deel gelogen was. Dat had hij allemaal weer verzonnen. Dus je vraagt je af: wat is er eigenlijk waar? En hoe belangrijk is dat voor de film? Ik gebruik de werkelijkheid wel, maar niet om het ware verhaal te reconstrueren, want dat lukt niet en het is saai.”

“Kunstenaars zijn geen speciaal gekwelde mensen.
Kunstenaars zijn mensen die met die kwellingen iets doen”

Van Meegeren had dubbel pech: hij werd eerst door zijn vader klein gehouden en vervolgens door de kunstwereld. De film bevestigt in die zin het romantische clichébeeld van de kunstenaar als gekweld wezen.

“Ik ben geen psycholoog, ik ben geen kunsthistoricus. Ik denk dat kunstenaars mensen zijn die met hun kwellingen iets proberen te doen. Ik denk dat de meeste mensen wel met kwellingen en twijfels en angsten rondlopen, en daar mee leven of er geen aandacht aan schenken of op een andere manier bedwingen, maar kunstenaars zijn mensen die hun kwellingen exploiteren. Die er een onderzoek naar doen. Die er uitdrukking aan kunnen geven. Kunstenaars zijn geen speciaal gekwelde mensen. Kunstenaars zijn mensen die met die kwellingen iets doen. Het is de eerste keer dat ik het zo formuleer, dat komt door die vraag van jou.”

Een echte Vermeer (2016)

Een echte Vermeer (2016)

Een echte Vermeer is ook een film over identiteit. Van Meegeren kan eigenlijk niet zijn wie hij wil zijn, want zijn omgeving legt hem allerlei beperkingen op. Dat is een universeel thema.

“De echte Van Meegeren was vanuit zijn achtergrond heel erg georiënteerd op de zeventiende eeuw. Dat was in zijn ogen de kunst die we verder zouden moeten ontwikkelen. Picasso en de rest vond hij maar niks en daar werd hij ontzettend op afgerekend. Hij ging tegen de mode in. Dat had hij ook kunnen doen op de manier van Hopper of Dali. Er zijn zat figuratieve kunstenaars die het wel voor elkaar hebben gekregen om tegen die dominante stroming van de abstractie in te gaan. Zelf doe ik geen uitspraken over de vraag of Van Meegeren wel of geen kunstenaar was. Wel laat ik in de oorlogsequentie zijn vrouw twijfelen aan zijn kunstenaarschap. Zij stelt de vragen die wij allemaal stellen: wat maakt kunst tot kunst?”

Die vraag is in het postmodernisme zelf het onderwerp van kunst geworden.

“Ik vond niet dat ik daar omheen kon, al staat het niet centraal in de film.”

Bij mij riep de film de gedachte op dat Van Meegeren in feite een postmodernist is. Het enige waarin hij daar van afweek is dat hij er niet zijn eigen naam onder zette. Daar heb je de kwestie van de identiteit.

“Ik geef een letterlijk citaat van Van Meegeren: ‘Het enige wat ik heb vervalst is de handtekening’. Op een opmerking van de rechter dat hij die schilderijen voor veel geld heeft verkocht, reageert hij: ‘Als ik ze voor weinig geld had verkocht, had niemand geloofd dat ze echt waren’.”

“Ik wil een film maken waar je over kunt praten als
je na afloop met iemand nog een borrel gaat drinken”

Dat is de kunsthandel. Ik wil maar zeggen, de film roept allerlei boeiende vragen op.

“Het is mooi dat de film op die manier prikkelt, maar ik ga er niet vanuit dat iedereen er zo op reageert. Ik hoop dat hij ook boeit bij het publiek dat er naar kijkt als romantische vertelling. Ik wil een film maken waar je over kunt praten als je na afloop met iemand nog een borrel gaat drinken.”

Je hebt meerdere boeken verfilmd. Wat is het belangrijkste verschil tussen een boekverfilming en een film op basis van een eigen scenario?

“Heel globaal kun je zeggen dat het schrijven van een scenario op basis van een boek sneller gaat en minder ingewikkeld is dan een oorspronkelijk scenario, want er is al veel voorwerk gedaan. Je leest het boek een paar keer en dan leg je het weg en gaat zitten schrijven alsof je een oorspronkelijk scenario schrijft. Natuurlijk blader je door het boek en je pakt er dingen uit. Maar je gaat niet de roman pagina voor pagina omzetten naar script.”

De avonden (1989)

De avonden (1989)

“Ik had twee boekverfilmingen gedaan toen ik De Avonden ging doen. Dat is natuurlijk roekeloosheid van de bovenste plank, dat zou ik nu waarschijnlijk niet meer durven. Die film was ook flink over de top, maar Reve was er blij mee. We zaten na de première bibberend te wachten op de grote schrijver. Hij kwam met tranen in zijn ogen naar me toe, omhelsde me en zei: ‘Je zal toch maar zo’n jongen in huis hebben’. Hij zei vervolgens dat de film in geen enkel opzicht was zoals het in werkelijkheid was, maar het klopte precies.”

‘Mijn Hollandse assistent’
Van den Berg is een bewonderaar van de Italiaanse cinema. Zijn leermeester is Marco Ferreri, de regisseur van La Grande Bouffe en La Dernière Femme, bij wie hij begin jaren tachtig zijn eerste set-ervaring opdeed.

“Ik had een aantal jaren documentaires gemaakt, maar wilde heel graag speelfilms doen. Ik liep tegen de dertig en had geen fiducie om naar een filmschool te gaan. Ik had heel veel speelfilms gezien en ik wist ook waarom ik het leuk vond, maar hoe pak je dat aan? Geen idee.”

“Met een paar telefoonnummers op zak die ik van Huub Bals had gekregen, ben ik op de bonnefooi naar Rome gegaan en heb Marco Ferreri gebeld. Ik wilde graag een keer met hem praten. De volgende dag zat ik op de koffie bij hem thuis. En ik mocht meelopen op de set van zijn nieuwe film. Op de eerste draaidag stond ik in Cinecitta bibberend te wachten. De grote meester kwam binnen en zag me staan. Vervolgens ging hij me aan iedereen persoonlijk voorstellen als ‘mijn Hollandse assistent’. Dat is klasse.”

“Cinema moet dingen zichtbaar maken die niet
zichtbaar zijn in de gewone werkelijkheid”

“Van Ferreri heb ik veel geleerd. Het zit in mijn systeem om de letterlijkheid te willen vermijden. Dat heb ik bij hem gezien. Voor de letterlijkheid hoef je niet naar de bioscoop. Cinema moet dingen zichtbaar maken die niet zichtbaar zijn in de gewone werkelijkheid. Dat is mijn opvatting.”

Ik citeer Godard vrij: cinema is de grootste illusie die er bestaat.

“Ik zoek een intensivering van de werkelijkheid. Als Van Meegeren in de film in zijn huisje in Zuid-Frankrijk aan het experimenteren is hoe hij craquelure kan namaken, heeft dat niets met de echte Van Meegeren te maken.”

Maar het visualiseert wel mooi de koorts waarin je dat soort onderzoekingen doet.

“Koorts is een goed woord. Ik ben blij dat je dat zo hebt gezien. Ik heb wel wat gefronste wenkbrauwen om me heen gezien toen ik dat aan het ensceneren was. Het vraagt enige lef, want je kunt faliekant op je bek gaan.”

Dat kan de boekhouder ook.

“Daarom is dit werk ook zo leuk. Je kunt alles wel braaf volgens de boekjes en de regels doen, maar dan wordt het nooit je eigen film. En dat is wat je zoekt: hoe maak ik er mijn film van?”

 

3 november 2016

 

Lees hier onze recensie van Een echte Vermeer

 

Alle interviews

Een echte Vermeer

Een echte Vermeer

Een echte VermeerRegie: Rudolf van den Berg

Cast: Jeroen Spitzenberger, Lize Feryn, Porgy Franssen e.a.

Nederland, 2016 (115 minuten)

Drama / Historie – 12 jaar

In de jaren twintig van de vorige eeuw wordt Han van Meegeren gezien als een groot schildertalent, dat zich laat beïnvloeden door de Oude Meesters. Han ontmoet de actrice Jólanka Lakatos en is meteen in de ban van deze prachtige verschijning. Ze blijkt echter de vrouw te zijn van Abraham Bredius, de belangrijkste kunstcriticus van zijn tijd. De jaloerse Bredius neemt nietsontziend wraak op Han door zijn werk publiekelijk tot op de grond toe af te branden. Als daarnaast zijn vrouw en zoon hem verlaten, is Van Meegeren ten einde raad. Han van Meegeren verhuist naar Frankrijk en wil maar één ding: zich wreken op Bredius.

 

Kijk hier waar deze film draait.

 

RECENSIE

 

Echte Vermeer, Een

****

recensie Een echte Vermeer

Onderbreking van de kunst 

door Ralph Evers

Een echte Vermeer is geïnspireerd op het leven van meestervervalser Han van Meegeren. Vrijwel alles wat hij deed was doordrenkt van list en bedrog, behalve zijn liefde voor de vrouw van kunstkenner en nemesis Bredius.

De geschiedenis van het schildertalent Han van Meegeren spreekt tot de verbeelding. Een temperamentvol en chaotisch man, die moeite had de alcohol te laten staan. Een schilder die geïnspireerd door de oude meesters, experimenteerde om de craquelure (hetgeen je op oude schilderijen ziet doordat de tijd op de olieverf ingewerkt heeft) na te bootsen. Een talentvolle schilder, die snakte naar erkenning. Nergens haalde hij de door hem gewenste perfectie.

Een echte Vermeer

Muze
Ondertussen wordt Picasso wel op waarde geschat. Een gruwel! Totdat Han van Meegeren (Jeroen Spitzenberger) de beeldschone Jólanka (Lize Feryn) leert kennen. Zij moet zijn muze worden. Zijn relatie loopt erdoor op de klippen, wanneer hij betoverd in het theater zijn muze aanschouwt. De chemie tussen de geliefden vindt haar hoogtepunt in het portret dat Van Meegeren van haar maakt. Helaas blijkt Jólanka getrouwd met de bekende kunstcriticus (en nemesis van Van Meegeren) Abraham Bredius (Porgy Franssen). Die ziet de romantische avances van Van Meegeren niet zo zitten en vernedert hem publiekelijk. De gekrenkte Van Meegeren heeft iets nodig om zich te herpakken. Wanneer het hem lukt de craquelure na te maken heeft hij een kans om de critici, die hem vernederd hebben, op geraffineerde manier voor schut te zetten.

De film is echter meer dan alleen een wraakverhaal. Er is bewust voor fictie en niet voor een biopic gekozen. Dat blijkt al uit de flashbacks en -forwards. Er zitten wel waargebeurde elementen in, zoals het oplichten van de nazitop, door te doen alsof die echte Van Meegeren een echte Vermeer is – hetgeen hem overigens flink in de nesten werkt, vanwege een vermeend landverraad. Toch focust de film naast de fictie vooral op het getroebleerde personage Van Meegeren. Een fraai shot daarin is, wanneer we van Meegeren in Italië aantreffen en het kader scheef gehouden wordt, terwijl het langzaam inzoomt op het gezicht. De rechtlijnigheid, de rationaliteit is ten onder gegaan in de smart, de hartstocht en de alcohol.

De prijs van schoonheid
Een echte Vermeer gaat over de prijs van schoonheid en het verlangen naar eeuwigheid. Juist schoonheid is zo gevoelig voor de tand des tijds. Waarin wordt de meester zichtbaar? De oude meesters die wij nu kunnen aanschouwen in musea zijn allen ‘bekrast’ door de nagels van Kronos, hetgeen we als mooie, extra dimensie zijn gaan waarderen. Juist doordat het oude schilderijen zijn waarderen we het wellicht meer.

Een echte Vermeer

Een film over een kunstenaar ontkomt niet aan het denken over kunst. Niet alleen in de film, maar ook er buiten, hetgeen blijkt uit de goed verzorgde productie waarbij de liefde voor het project er afdruipt. De knappe cinematografie heeft veel oog voor detail en weet met de juiste filters de bij de scène passende sfeer te tekenen. De filmmuziek van componist André Dziezuk is een fijne vermenging tussen stemmige muziek met strijkinstrumenten en met een zwoele saxofoon gedomineerde jazzklanken. Het spel tussen de karakters kent een goede chemie; schelmenromantiek, met verve gespeeld door de cast. De kritiek op de film is dat hij net iets te braaf blijft gegeven de omstandigheden. Iets rauwer had de juiste toon binnen het verhaal gezet.

En hoe zit dat eigenlijk met het oplichten van de nazi’s? De parallel die te trekken is met de nazi’s en Van Meegeren is hun beider afkeer van moderne kunst, zie de beschimping van Picasso. De echte Van Meegeren zou zelfs nog een persoonlijke brief aan Hitler hebben gestuurd, vanwege hun overeenkomstige visie op kunst. Toch kiest in het proces Van Meegeren liever de straf van een zwendelaar dan de dood als landverrader. Zo leren we naast de romancier ook de laffe enkeling kennen, die na al zijn bravoure opnieuw tot eenzaamheid veroordeeld wordt. Een tragisch lot in een mooie lijst.
 

29 oktober 2016

 

Interview met regisseur Rudolf van den Berg.

 

 
MEER RECENSIES

Top 5 2016

Top 5 films + Miskleun van 2016

The Red Turtle

Acht recensenten van Indebioscoop bespreken hun vijf favoriete films die dit jaar in Nederland in première gingen. Traditioneel kiest iedereen ook de Miskleun van het Jaar én een film die zij jammerlijk misten in de bioscoop. Tot en met Oudejaarsdag lees je hier elke dag een persoonlijke terugblik op het filmjaar 2016.

Alfred DEEL 6: Alfred Bos

Het was een opmerkelijk goed jaar voor de Nederlandse film en dat zie je met twee (uit vijf) vermeldingen terug in mijn lijstje. En dan hebben we Beyond Sleep, Een echte Vermeer en Tonio nog niet genoemd. Elle doet inmiddels niet meer mee voor de Oscars, The Red Turtle wel. Beide films zijn buitenlandse producties van een Nederlandse regisseur, Beyond Sleep een coproductie over de grens. Wat dat zegt: zonder spruitjesgeur kan de Nederlandse film internationaal op hoog niveau mee. De European Film Awards zijn aan Elle voorbij gegaan, net als aan I, Daniel Blake (nog niet gezien), ten faveure van Toni Erdmann (bewust overgeslagen). Uit wat ik wel zag zijn dit mijn favorieten van 2016, in volgorde van verschijningsdatum.

 

– HEART OF A DOG

Een droom van een film en dat bijna letterlijk. Multimedia-artiest Laurie Anderson monteert uiteenlopende filmmedia (animatie, super 8, digitaal) en diverse vertellijnen (haar overleden terriër Lolabelle, haar overleden echtgenoot Lou Reed en haar overleden moeder) tot een niet te classificeren filosofisch-poëtische bespiegeling over liefde en dood. Is dit een documentaire, een ego-document, een filmessay? Wat maakt het uit, het resultaat is betoverend. Niks zwaar op de hand, maar monter en wijs.

 

– LOVE & FRIENDSHIP

Kostelijke comedy of manners van de Amerikaanse regisseur Whit Stillman die in dat genre is gespecialiseerd. Aan deze verfilming van een vroege brievenroman van Jane Austen – een Europese coproductie met Nederlandse inbreng, de computer graphics – zit geen grammetje vet. Elke dialoog, elke scène, zelfs iedere oogopslag is raak. Bij kostuumdrama’s (de film speelt in 1791) worden de personages nog wel eens platgedrukt door de oogverblindende aankleding. Hier triomferen de acteurs in een vilein spel rond status, geld en huwbare vrijgezellen. Een superieure soap waarin uiteindelijk iedereen, zelfs de prooi, aan zijn gerief komt.

 

– ELLE

Waarom hebben we tien jaar op een nieuwe film van Paul Verhoeven moeten wachten, verzucht je na het zien van zijn meesterlijke Elle. Dat ligt aan de financiers, ongetwijfeld. Dat probleem is, via Frankrijk, opgelost en de Europese cinema heeft zijn eminence grise terug. Elle is op en top Verhoeven: niet politiek correct, donkere kijk op menselijke natuur en zo vakkundig in elkaar gezet dat je bijna ontgaat hoe knap de regisseur een kluwen van verhaallijnen in volmaakte balans houdt. Ondertussen zit je met klamme oksels twee uur aan de bioscoopstoel genageld. Die staande ovatie van tien minuten na de première in Cannes is volkomen verdiend.

 

– THE RED TURTLE

Dat je als niet-Japanse animator door de befaamde Studio Ghibli uit Tokio wordt gevraagd om voor hen een film te maken is op zich al spectaculair. Dat je vervolgens alle hoge verwachtingen inlost en komt met een tekenfilm die zich kan meten met het beste van hoogvliegers als Isao Takahata en Hayao Miyazaki is een artistieke triomf. Dit verhaal zonder dialoog over een schipbreukeling op een eenzaam eiland gaat – net als Andersons documentaire – over leven en dood, is magisch-realistisch van toon en universeel qua thema. Wie hier niet door wordt geraakt heeft teveel superheldenfilms gezien.

 

– HELL OR HIGH WATER

Vorig jaar was La Isla Minima de perfecte genrefilm, dit jaar is dat de film over twee broers uit West-Texas die een reeks filialen beroven van de bank die het op hun familieboerderij heeft voorzien, of eigenlijk, de olie in de grond. Hell or High Water is een eigentijdse western die dankzij uitgekookt scenario, fraaie cinematografie, maatschappijkritische ondertoon, gedoseerde humor, sterke psychologie maar bovenal superieur acteerwerk – Jeff Bridges als Texas Ranger is Oscar-waardig, pretty boy Chris Pine kan echt acteren – de genreclichés ver achter zich laat. Een jaren zeventig-film met de toon en het tempo van nu.

 

Lo and Behold

Miskleun van 2016:

LO AND BEHOLD

Ook grote regisseurs kunnen de plank wel eens met een armlengte missen en dat overkomt Werner Herzog met zijn (door een ICT-bedrijf gefinancierde) documentaire over het internet. Die is warrig en volstrekt kritiekloos, gaat zo goed als (of helemaal) voorbij aan donkere kanten als veiligheid en privacy, dwaalt ver van zijn onderwerp af, weet thema’s niet te verbinden, is slecht geïnformeerd en mist focus. Doez zee internet dream of itself? Kom Werner, word wakker.

 

Gemist in de bios in 2016:

AVRIL ET LE MONDE TRUQUÉ

Deze Franse tekenfilm ging eind 2015 in Frankrijk en België in première en was dit jaar als April and the Extraordinary World in de rest van de wereld te zien. Maar niet in Nederland (hij is slechts vertoond tijdens een gespecialiseerd filmfestival). Het is de eerste stripverfilming van striptekenaar Jacques Tardi (in 2010 verfilmde Luc Besson zijn Adèle Blanc-Sec als live action) en zijn karakteristieke stijl is gehandhaafd voor dit ouderwets leuke avontuur in een alternatieve wereld die is blijven steken in het stoomtijdperk. Een pratende kat, actie, intrige, spanning, humor, romantiek. En intelligente hagedissen. Geweldig dus.

 

29 december 2016
Alle terugblikken op 2016:
Wim Meijer
Bob van der Sterre
George Vermij
Ralph Evers
Nanda Aris
Alfred Bos
Suzan Groothuis
Cor Oliemeulen

NFF 2016

Nederlands Film Festival 2016

door Ralph Evers

Een eerste indruk van het NFF 2016 is dat de oorlog ruim aan bod komt. Dit keer ook de donkere kanten, zoals in Riphagen waar de psychopaat Andries Riphagen en diens kunst hoe anderen te bespelen centraal staat. Een echte Vermeer hoe de meestervervalser Han van Meegeren de nazi’s voor miljoenen tilde en zich ook vertilde. De One Night Stands die aanvankelijk probeerden wat luchtiger te zijn dan vorig jaar. Een slechte keus, zoals zal blijken. Gelukkig herpakt men zich snel.

Riphagen

Met Riphagen gaat er een serieuze Nederlandse productie in première op het NFF 2016. Interessant dat er een oorlogsfilm is gemaakt waarin niet een held, maar juist een foute Nederlander centraal staat. En die wordt met verve en overtuiging neergezet door Jeroen van Koningsbrugge. Zoals Van Koningsbrugge eerder in Schone handen liet zien, liggen psychopaten hem wel. Zeker wanneer hij in zijn moerstaal, Amsterdams, los mag gaan. Daarmee contrasteert hij enorm met de hinderlijk Algemeen Beschaafd Nederlands sprekende tegenspelers. Zo komt Riphagen wel heel erg in de picture te staan. Evenals die paar andere Amsterdams sprekende rollen.

Los van het formulewerk waar de film schatplichtig aan is, maakt dat onnatuurlijke taalgebruik meer kapot dan je lief is. Daar gaat de muziek uit die tijd, wat op zich een leuk detail is, je als kijker niet verder in helpen. De karakterontwikkeling blijft bij die andere spelers achter, mede door dat onechte Nederlands. Enfin, de film kabbelt ruim twee uur door en doet vermoeden dat de makers zich ingelezen hebben in de geschiedenis van Andries Riphagen (wat een toepasselijke bad-ass achternaam overigens). Ten slotte bevat de film een ongemakkelijke slotakkoord.

Een echte Vermeer

Met Een echte Vermeer heeft Rudolf van den Berg een zeer goed verzorgde film gemaakt naar het verhaal van de meestervervalser Han van Meegeren. Een film over een kunstenaar dient natuurlijk vooral het oog te strelen en daarin is Van den Berg erg goed geslaagd. Het is fijn na een dag vol films die zich in Amsterdam afspelen, om eventjes naar misschien wel de mooiste stad van Nederland af te reizen, Delft. Een echte Vermeer is sfeervol en met passie gemaakt, gesproken in goed Nederlands en ondersteund door prachtige muziek, met heerlijke jazztonen. Een oogstrelende femme fatale maakt met de goede chemie tussen haar en Jeroen Spitzenbergen de film af. (Een lange recensie en een interview met de regisseur volgen.)

One night stands: tegenvallend
De eerste twee One Night Stands (van producent Viking Films) op zondag vielen vooral op doordat ze ronduit tegenvielen. Planet Beauty kent een pijnlijk slecht script en een spanningsboog die uitblinkt in afwezigheid. Sigrid ten Napel, die de film mag dragen, heeft iets zeurderigs over haar karakter. Ze doet net teveel haar best zich in haar rol in te leven, waardoor ze flink op je zenuwen gaat werken. Daarnaast weet Planet Beauty evenals Riphagen uit te blinken in houterige, onnatuurlijke dialogen in dat perfecte Nederlands, dat je nooit waar ook in het land hoort. Inhoudelijk nauwelijks bijzonder valt de film nog wel op qua kleurgebruik, waarbij een associatie naar Pepperminta van Pipilotti Rist opkwam. Pepperminta werkt juist vanwege het consequent doorgevoerde volstrekt absurde script, terwijl Planet Beauty toch ergens een komedie probeert te zijn.

Messias

Ook Messias, van Rob Lücker, viel op door een kinderachtig script. De katholieke kerk moest maar weer eens op de hak genomen worden. De terugkeer van de vermeende Messias helpt een in verval geraakt bisdom om opnieuw in aanzien te komen bij het Vaticaan. Ondertussen is een islamitische koperpoetser, in dienst van het bisdom, plots de belangrijkste man, als vertaler. Geheel in de Hollandse geest valt uit zo’n meevaller voordeel te halen. Toch niet altijd met het vooraf gewenste resultaat. Ondanks de best aardige cast en qua art direction goed verzorgde film, helpt het kinderachtige script elke kans op een positieve waardering om zeep. Het schokkende aan Messias is niet zozeer het op de hak nemen van de katholieke kerk, maar meer het gebrek aan inspiratie om tot een goede komedie te komen.

One night stands: meevallend
Het tweede blok One Night Stands (van producent PRPL) is van een heel andere snit. Cas blinkt uit in de kracht van de lichaamstaal. Het niet gezegde vertelt in deze film een eigen verhaal naast wat er wel gezegd wordt. Een homostel, Sjors en Pepijn, krijgt er een tijdelijke gast bij: Cas. Sjors ontmoette hem via grindr (u weet wellicht wel, die homo-ontmoetingsapp waar tinder van afgeleid is). Hoewel aanvankelijk alles koek en ei lijkt, komen er gaandeweg scheurtjes in de relatie tussen Sjors, Pepijn en Cas. Subtiel overgebracht, waarbij de lezer van lichaamstaal alvast een voorsprong kan nemen op wat er staat te gebeuren. Waar de films in het eerste blok hun best deden om luchtig en vooral grappig te zijn, is Cas ondanks haar keuze voor klein drama, juist daardoor ook grappig. Niet in de laatste plaats doordat de situaties zo herkenbaar zijn en, goddank, het taalgebruik natuurlijk aanvoelt. Er wordt zelfs een beetje gespeeld met dat houterige film-Nederlands, door Pepijn op een gegeven moment te laten zeggen dat Sjors een ‘kutlul’ is. Aangenaam aan Cas is dat de bekende stereotypen van het heterostelletje vervangen worden door een homostel. Inclusief seksscènes, zonder dat het om de seks draait. Zonder dat die seks wat ongemakkelijk is, zoals zo vaak, of net te kuis. In de beperking schuilt de meester, zei Schopenhauer eens en Cas weet juist zo te overtuigen in haar kleine verhaal met een uitstekend oog voor detail.

Hoe Het Zo Kwam Dat de Ramenlapper Hoogtevrees Kreeg

Ook de tweede film van het tweede blok, Hoe Het Zo Kwam Dat de Ramenlapper Hoogtevrees Kreeg, is een fijne film. Een romantische komedie zich afspelend in de marathonbuurt in Amsterdam Zuid, waar we ramenlapper Alfred leren kennen, die zonder dat hij het weet Cupido’s gaven heeft. Na 44 jaar trouwe dienst als ramenlapper en koppelaar wordt het tijd zijn pijlen eens op zichzelf te richten. De film doet door het gebruik van filters, muziek en voice-over in de verte denken aan de liefelijke films van Jean-Pierre Jeunet. Ramenlapper werkt vooral omdat de verhaallijn goed uitgewerkt is. Een romantisch sprookje volgens het boekje. Eigenlijk weinig origineel, maar regisseur Eva Zanen koos met haar ramenlapper dan ook niet voor de originaliteit, wel voor een hartverwarmend, goed verteld verhaal. Daarin is ze dan ook uitstekend geslaagd.
 

26 september 2016

 
MEER FILMFESTIVALS

Verslag Kaboom Animation Festival 2024

Kaboom Animation Festival 2024:
Rijk en divers

door Ralph Evers

De vijfde editie van het Kaboom Animatie Festival (voorheen bekend als het Holland Animation Film Festival, HAFF) is afgelopen vrijdag van start gegaan in Utrecht. En hoe! Met direct een rijk en divers programma, dat de Nederlandse première van The Peasants (Chłopi) had als afsluiter van de eerste dag.

Het thema van deze editie is ‘Welcome Home’, en omdat de artistiek leider van Kaboom haar wortels in Polen heeft, zijn er enkele shorts-programma’s gewijd aan Polen. Naast haar thuisland is er speciale aandacht voor Iran, een LGBTQI+-programma en de feature film Sultana’s Dream, geïnspireerd op de Bengaalse schrijfster Rokeya Hossain, die in 1905 een verhaal schreef waarin vrouwen aan de macht zijn en niet de mannen.

Kortom, waar animatie in staat is grenzen te overschrijden, onmogelijkheden te beslechten en de verbeelding rechtstreeks en op originele wijze kan aanspreken, doet ze dat deze editie dan ook met verve op zowel aantrekkelijke als uitdagende of veeleisende wijze.

Banquet

Banquet

Polen, Polen
Waar het land cultureel homogeen is, is haar animatie verrassend pluriform. Loodzwaar, diepzinnig, poëtisch, vrolijk, grappig, lichtvoetig, ondeugend, eigenwijs, formeel zijn zo een aantal tekortschietende woorden om de diversiteit van de Poolse animatieshorts in taal proberen te vangen. Er lijkt een nadruk op zintuiglijkheid te liggen. De mens, Pool, in diens al dan niet bedreigende omgeving. De vele close-ups van neuzen, ogen, monden, oren, karakters die zich in vervreemdende omgevingen bevinden, bespied worden, op zoek zijn naar elkaar of als volstrekte vreemden in een eindeloze loop langs elkaar heen leven (Tango, 1980).

Daarnaast de vele transformaties: soms in simpele lijnen die vlakken of rondjes worden en verrassend duidelijk weten weer te geven wat er bedoeld wordt, mede dankzij een effectieve geluidsband. Soms in een strakke lijn de vele gelijkenissen tussen onze – in dit geval – vernietigingsdrang en de geordende chaos van moeder natuur in het uiterst fraai en intelligent weergegeven Airborne van Andrzej Jobczyk.

Ook het experimentele karakter van de Poolse cinema blijft niet onderbelicht. Een iconisch voorbeeld hiervan is A hard-core engaged film van Julian Antonisz, die rechtstreeks op filmtape kliederde met verf. Het resultaat is een chaotische, verfrissende, kinderlijke punk-creatie en natuurlijk een middelvinger naar het beklemmende Sovjetregime met al z’n neurotische verboden. Het even zo subtiel rebelse Banquet (Bankiet) is de moeite waard omdat de rollen tussen het diner en de elitegasten op een verrassende, Svankmajeriaanse wijze worden omgedraaid, met fatale gevolgen! Ichthys van Marek Skrobecki valt op door z’n naargeestige sfeer, prachtige soundtrack en tragische afloop.

Chłopi
Eind 19e eeuw schreef de Poolse Nobelprijswinnaar van de literatuur Władysław Reymont het boerenepos Chłopi (de boeren), waarin hij naast het hoofdverhaal veel aandacht besteedde aan de met de seizoenen samenhangende rituelen van het boerenleven. Reymont verwachtte dat de moderne tijd de rituelen en gebruiken van vroeger zou doen vergeten en dus besloot hij dit vast te leggen in dit boek. Deze gebruiken en rituelen vormen ook het kader van de gelijknamige film.

The Peasants

The Peasants

Van het duo Welchman en Welchman, dat eerder naam maakte met Loving Vincent, komt nu, wederom geheel in olieverf geschilderd, de verfilming van dit verplichte leesvoer in het Poolse onderwijs. Een film over Polen vanuit Polen boordevol prachtige details en knipogen naar de Poolse realisten van die tijd, zoals Józef Chełmoński, Leon Wyczółkowski, Stanisław Masłowski, Władysław Ślewiński, maar ook internationaal bekende schilders als Jean-François Millet, Pieter Breughel de Oudere, Edvard Munch en Johannes Vermeer, zijn een ware lust voor het oog.

Het verhaal van Reymont heeft een paar updates gekregen, waarin meer nadruk komt te liggen op het geweld vanuit het patriarchaat, de vernietigende werking van roddel en achterklap en de hang van de goegemeente, zeker wanneer die in onzekerheid verkeert, naar een vijand. Geen spiegel is meer nodig, want al het kwaad past de vijand zo goed.

In Chłopi valt deze rampspoed de knappe, maar naïeve Jagna ten deel. De mens is niet groots, kent een wankel geciviliseerd evenwicht en weet doorgaans haar kwaad middels allerlei drogredenen, valse voorstellingen van de realiteit en projecties goed te praten. Alle basale menselijke emoties, zoals afgunst, verlangen, hebzucht, haat en angst zijn rauw, onopgesmukt en invoelbaar in beeld gebracht, werkelijk verbluffend en met die heldere kleuren glanst ‘s menschens toorn des te schrijnender. Tel hierbij de traditionele Poolse folkmuziek, die met verve gespeeld wordt, en je stelt jezelf zo voor in dat landschap, met helaas, die mensen. 

Poetry in Motion
Het experimentele blok korte animatiefilms. Verwacht geen gemakkelijke kost, maar laat je geest verruimen met de mogelijkheden en de hedendaagse creaties binnen animatie. Elf films passeerden de revue, variërend van ‘daar wil ik meer van zien’, tot ‘zzz… huh, nog steeds bezig’. Hoewel er werk tussen zat dat qua lengte af voelde, bleef het idee dat we naar ‘proeven van’ kijken. Een proeve van hybride mensen in The Poshuman Hospital, onheilspellend, en smakend naar meer. Een proeve van een ironisch spel met taal, woorden en animatie in Miserable Miracle. Of een uitdaging van wat dit nu weer probeert uit te beelden: The Hour Coat? Waar een leek een oefening in herhaling ziet, zonder dat er ontwikkeling ontvouwt. Waar de ene na de andere interpretatie hout snijdt en op stukloopt. Als animatiesommelier zou ik zeggen dat dit blok goed gedecanteerd moet worden en dat ze vooralsnog te vroeg gedronken is.

Here, Queer and totally Sincere
Een blok kortfilms met een duidelijke boodschap, waarbij de hoop is dat zich ook veel cis gender hetero’s zich melden, want een aantal films heeft een educatieve rol. Voor iemand die zich herkent in de LHBTQI+-beweging is het je anders voelen, zo leren we, een belangrijk deel van je dagelijkse ervaring. Dat perspectief als uitgangspunt van de beleving van een film nemen is dan vooral educatief voor diegenen die de meerderheid en de norm uitmaken. Voor de LHBTQI+’er is dit vooral een bevestiging. De films kenmerken zich door een meer serieuze en heroïsche toon, waar veel ruimte is voor kwetsbaarheid. Gelukkig is er ook voldoende ruimte voor humor, zoals een aloud sprookje waar de prins, geheel in tegenspraak met de verhalenverteller, van de herenliefde is, och arme prinses toch!

Sultana’s Dream

Sultana’s Dream

Sultana’s Dream
De tendens die her en der dit programma al zichtbaar werd, het doorbreken van het patriarchaat, viering van seksuele diversiteit en de keur aan experimentele kortfilms, kent in Utrecht op zondag haar apotheose in de origineel getekende biopic van de Bengaalse feministische schrijfster Rokeya Hossain (1880-1932). In 1905 schrijft ze een utopische roman, Ladyland, waarin vrouwen aan de macht zijn en mannen de huishoudelijke taken op zich nemen. De wereld zou een safe space voor vrouwen zijn.

De Spaanse onderzoekster en kunstenares Inés treft dit boek per toeval en, gefascineerd door de schrijfster en het verhaal, gaat zij op onderzoek naar de oorsprong en nalatenschap van Rokeya Hossain. De kijker wordt hierbij getrakteerd op een animatiestijl die doet denken aan Lotte Reinigers Die Abenteuer des Prinzen Achmed uit 1926. Het verhaal ontvouwt zich gedeeltelijk aan de chronologie van Hossain, waar tal van thema’s aan gehangen worden. Thema’s als de rol van vrouwen in de wereld, vrijheid, machtsstructuren, persoonlijke reflecties, de rol van religie. Hierin valt op het hoge intellectuele niveau van de dialogen die Inés met verschillende vertegenwoordigers rondom deze thema’s spreekt. De manier waarop deze dialogen gevoerd worden, lijken de kijker indirect uit te nodigen mee te praten, of in ieder geval je aan het denken te zetten.

Hoewel een aangename kennismaking met een schrijfster die nauwelijks bekend is, had de film meer mogen dromen om de wereld die Hossain voor ogen had, nader uit te werken. Belangrijk is dat we blijven dromen en scheppen.

Het Kaboom Animation Festival 2024 is nog tot en met 14 april te zien in Utrecht, Amsterdam en online. Lees hier het programma.

 

9 april 2024

 


MEER FILMFESTIVAL

Imagine 2022 – Deel 6: Mysterieuze films

Imagine 2022 – Deel 6: Mysterieuze films
Roze nijlpaardslakken & Lynch’ oersoep

door Bob van der Sterre

De mysterieuze film is en blijft een taai genre. Imagine had dit jaar wat minder goede mysterie oproepende films dan vorig jaar maar de hoop zal altijd blijven. Want geen genre zo mooi als dat van de mysterieuze film.

Vorig jaar schreven we al over hoe lastig het wel is om een mysterieuze film te maken. Het blijft een van de meest moeilijkste filmvormen. Intuïtie, het bovennatuurlijke en symboliek zijn belangrijker dan een coherent verhaal.

Maar zonder verhaal kun je geen film maken. Sommige regisseurs, zoals David Lynch, weten het toch voor elkaar te krijgen, zoals in het meesterwerk Mulholland Drive. Ook Flux Gourmet heeft dit jaar wel dat gevoel van mysterie, maar die hebben we gisteren al bij de luchtige films besproken.

 

Tundra

Tundra – Roze nijlpaardslakken in je badkamer
Een man heeft werk dat hij boetes moet innen. Hij bezoekt een man die niet betaald heeft en diens dochter laat hem vanaf dat moment niet los. Ze eist van hem dat de boete niet wordt geïnd. En wijst naar teksten op de spiegel van een bar.

De man heeft ondertussen ontmoetingen met een dansende vrouw in een rode jurk. Daarnaast duiken enorme nijlpaardachtige slakken overal op. Ze scheiden een oranje goedje af. Een collega steekt een sigaar op en vertelt een tragische anekdote over de slak.

Je kunt Tundra twee of drie keer zien en nog steeds is het een raadsel wat je eigenlijk ziet. De film (geregisseerd door José Luis Aparicio Ferrera, geproduceerd in Cuba) prikkelt op de juiste manier – het is aanstekelijk absurd – maar waar je uiteindelijk toch niet meer mee kunt. De slak is ongetwijfeld symbolisch bedoeld, misschien staat het wel voor bureaucratie, misschien iets anders.

Een korte film die je moeizaam bekijkt maar dat is soms ook een goed teken: niet alles hoeft er als koek in te gaan.

Lees hier waar en wanneer deze film draait.

 

Lynch/Oz

Lynch/Oz – Context bij een obsessie
Zes verschillende essayisten bespreken de invloed van The Wizard of Oz op het werk van David Lynch  en andere films. Deze video-essays komen van regisseurs en critici, waaronder Karyn Kusama, John Waters, Aaron Moorhead en David Lowery.

The Wizard of Oz is een oerverhaal dat bewust en onbewust veel films heeft beïnvloed. Er is al veel over die invloed geschreven. Zelfs door Indebioscoop.com. Back to the Future bijvoorbeeld komt een paar keer langs. Maar ook The Big Lebowski, Suspiria, Pan’s Labyrinth, After Hours en Alice doesn’t live here anymore. En natuurlijk hun eigen films. Er is daarbij veel suggestie: zet twee gelijke beelden naast elkaar en het lijkt ook meteen op directe inspiratie. 

Een dankbaar thema dus. De invloed van The Wizard of Oz op het werk van Lynch is alom bekend. Droomwerelden en werkelijke werelden; goede en slechte karakters; drang naar avontuur; make-up; kleuren; gordijnen; tot en met rode schoentjes aan toe. ‘Er is geen dag dat ik niet aan The Wizard of Oz denk’, schijnt Lynch te hebben gezegd. En je hoort hem in de film zeggen: ‘Er zit iets universeels in en het appelleert aan mensen op een diepe manier.’

Lynch is een veelgebruiker van referenties uit The Wizard of Oz. Bijvoorbeeld de namen Judy en Garland. Het drie keer klikken met de schoentjes in Wild at Heart. De gouden bal in Twin Peaks: The Return zit vrijwel letterlijk in The Wizard of Oz. Een van de beste opmerkingen in de docu is dat Lynch natuurlijk veel inspiratie uit het onbewuste haalt – waar veel beelden van deze film kennelijk ingebrand zijn.

Een van de sterkste punten vond ik zelf dat David Lynch net als The Wizard of Oz humor, drama, horror, musical en sciencefiction combineert. ‘Oz hielp Lynch om zo groot te denken’, zegt iemand. Een ander heeft het over een hoe Lynch The Wizard of Oz remixt. Zelfs een prehistorisch visueel effect als een gezicht over een beeld heen editen (Twin Peaks: The Return) komt voor in The Wizard of Oz.

Ook de schaduwkant van de beroemde kinderfilm komt langs. Zoals het tragische leven van hoofdrolspeelster Judy Garland. Of de verhalen over de acteurs die zich verveelden tijdens de opnamen. De schaduwkant van de fraaie Technicolor-wereld, die voor Lynch de schaduwkant van de jaren vijftig symboliseert (Oz is natuurlijk iets ouder: 1931).

Al met al is het boeiend materiaal maar als analyse is het allemaal wel heel los en anekdotisch. Dat is logisch met zes verschillende essayisten. Neem John Waters, die leuk kan vertellen, maar liever ingaat op de verwantschap tussen Lynch’s thema’s en zijn eigen films. Of de anekdote van een verteller die na het zien van aflevering 8 Twin Peaks: The Return een kat had die binnenshuis een vogel verschalkte, waarna de hele woonkamer onder het bloed zat. Creepy maar niet echt relevant.

Zou je dat ook willen: een hardcore analyse over dit onderwerp, waarbij alles haarfijn wordt uitgelegd, elk techniekje, elk symbooltje? De lol is er dan denk ik al snel af. Bij Lynch blijft dat sowieso altijd lastig zoals ik zelf ook al heb ervaren

Regisseur Alexandre Philippe maakte diverse andere docu’s over populaire cinema: The People vs. George Lucas; 78/52 Hitchcock Shower Scene; Memory – The Origins of Alien; en…

Lees hier waar en wanneer deze film draait.

 

Leap of Faith

Leap of Faith – Mysteries van een beroemde horrorfilm
William Friedkin filmde in 1973 The Exorcist. The Exorcist is een van de meest beroemde horrorfilms die je je maar kunt voorstellen. Hoe kwam die film zo uniek? Welke keuzes maakten het wat het werd? De sleutel is de regisseur: Friedkin vertelt in deze documentaire al zijn geheimen aan Alexandre Philippe.

The Exorcist zomaar een horrorfilm? Na deze film denk je er toch anders over. Caravaggio, Vermeer, Rembrandt, Margritte: allemaal inspiratiebronnen van Friedkin. Friedkin hield van klassieke, theaterachtige horrorfilms. Hij hield zelf het aantal close-ups in The Exorcist ook tot een minimum. Hij hield ook van complexe actiescènes – vandaar dat de val in de steeg er ook zo impressionistisch uitziet.

Soms schoot hij een geweer af om een angstige reactie van een acteur te krijgen (een truc die John Ford al toepaste). De cinematograaf deed documentaire-ervaring op bij de strijd van Fidel Castro in Cuba. Die documentaire-feel zie je ook terug in Friedkins even beroemde The French Connection.

Friedkin kan goed praten, doet dat vrijwel zonder aarzeling, en het is een plezier daarnaar te luisteren. Zo vertelt hij hoe hij fan was van audio uit de tijd van de radio. Daarom klinkt de film soms hoorspelachtig, met geluiden van varkens, gerochel. Niet onbelangrijk was de stem van de duivel van het meisje. Die kwam na goed zoeken van een actrice die al van nature een wat mannelijke stem had. Ze was gestopt met drinken maar begon weer te drinken om de juiste stem te krijgen.

De rol van dominee Karras ging op het laatst naar de totaal onbekende acteur Jason Millar. Die had tegen Friedkin gezegd: ‘Karras, dat ben ik.’ Om dat te doen moesten ze ook het salaris betalen van een andere acteur (die al was aangenomen). Zijn proefopname met Ellen Burnstyn was simpelweg té overtuigend.

Friedkin noemt al deze vondsten ‘invallen van God’. Dat is ironisch bij een film waarbij hij creatief was in het portretteren van de duivel in een twaalfjarig meisje. Toch kun je niet ontkennen dat hij vermoedelijk de juiste man voor de juiste film was. Mike McNichols en Steven Spielberg waren ook gevraagd. Hun stijlen pasten er toch niet goed bij. Voor Friedkin viel alle interesses juist op zijn plaats. Hij was al fan van het boek van William Blatty en raakte ook bevriend met hem.

Wat je ook wel weer realiseert door deze film, is dat het echte filmambacht aan het verdwijnen is. Het verfijnde, liefdevolle en eigenzinnige oog voor details verdwijnt. We ruilen het in voor films en series waarvan de maker er eigenlijk niet meer toedoet. En dat is een gemis voor de liefhebber.

Lees hier waar en wanneer deze film draait.

 

28 oktober 2022

 

Imagine 2022 – Deel 1: Suspense
Imagine 2022 – Deel 2: Sciencefiction
Imagine 2022 – Deel 3: Familie
Imagine 2022 – Deel 4: Horror
Imagine 2022 – Deel 5: Luchtig

 


MEER FILMFESTIVAL

Dentellière, La

****
recensie La Dentellière

Stille anonimiteit

door Suzan Groothuis

Het is de zomer van Isabelle Huppert. Filminstituut Eye in Amsterdam zet de Franse actrice in de spotlights middels een retrospectief, waaronder landelijke vertoningen van ​Les Valseuses, La Cérémonie, La Pianiste en ​La Dentellière​ van de Zwitserse regisseur Claude Goretta, met een nog jonge Huppert, onbevangen en kwetsbaar. De titel verwijst naar het schilderij De Kantwerkster van Vermeer.  

Huppert is gewend om niet de gemakkelijkste rollen op zich te nemen. Ze speelt vaak dualistische personages. Afstandelijk, kil en hard tegenover emotioneel en kwetsbaar. In Goretta’s ​La Dentellière, naar de bewerking van de gelijknamige roman van ​Pascal Lainé​, is zij de jonge en zwijgzame Beatrice. ​Het was Hupperts eerste hoofdrol en betekende haar doorbraak op het grote doek. Voor haar subtiele vertolking ontving ze de BAFTA Award voor beste nieuwkomer. Anno nu maakt de film nog steeds indruk door Hupperts naturelle spel, waarbij ze Beatrices kwetsbaarheid pijnlijk invoelbaar maakt.

La Dentellière

Teruggetrokken bestaan
La Dentellière speelt in Parijs, waar Beatrice bij haar moeder woont en we van haar vader weten dat hij al vroeg uit haar leven is verdwenen. Haar enige vriendin is de oudere en levenslustige Marylène, met wie ze samen in een kapsalon werkt. Het wereldje van Beatrice, door Marylène liefkozend Pomme genoemd, is klein: haar dagen bestaan uit naar werk gaan en naar huis gaan. Wanneer Marylène’s relatie strandt, besluit ze samen met Beatrice voor een paar dagen naar de badplaats Cabourg in Normandië te gaan.

Terwijl de extraverte Marylène zich stort op het uitgaansleven, zet Beatrice haar teruggetrokken bestaan voort. Stilletjes op een verlaten terras een ijsje eten. Of als een muurbloempje in de discotheek toekijken hoe haar vriendin losgaat op de dansvloer. Wanneer een jonge man haar benadert om te dansen, wijst ze hem beleefd af. Echt interesse in mannen lijkt ze niet te hebben. Dat verandert echter wanneer Beatrice de eveneens verlegen Letteren-student François (Yves Beneyton) ontmoet. Hij is onder de indruk van haar teruggetrokken karakter en zij van zijn kennis. Ze worden verliefd en François confronteert Beatrice met nieuwe uitdagingen.

Pijnlijke verwijdering
Zo leidt hij haar, haar ogen gesloten, naar de rand van een klif. Wanneer Beatrice haar ogen opent, schrikt ze van de diepte. François stelt haar gerust: hij zou haar nooit laten vallen. De scène heeft iets romantisch, maar toont ook hoe gemakkelijk Beatrice zich laat dirigeren. Weer terug in Parijs trekt zij bij François in en vermengen hun levens zich met elkaar. Maar hoe meer ze samenzijn, des te meer de verschillen opvallen: hij intellectueel en diepzinnig, zij eenvoudig en onwetend. Tot die onvermijdelijke breuk, pijnlijk vastgelegd tijdens een bezoek aan zijn ouders: een scène die laat zien dat hun liefde niet tegen de sociale kloof is opgewassen.

Goretta brengt de groeiende verwijdering bijzonder subtiel en natuurlijk in beeld, waarbij de camera veel aandacht voor lichaamstaal heeft. Er is een samenzijn met vrienden van François, met Beatrice als zwijgzame toeschouwer. Terwijl er diepgaand gesproken wordt, neemt ze geen deel aan het gesprek – ze weet gewoonweg niet waarover het gaat. We zien hoe ze er is, en niet is, als zijnde een stille anonimiteit. Of een scène waarbij François uit het raam staart en Beatrice naakt naast hem komt te staan. Ze vraagt niets, maar lijkt te verlangen naar intimiteit, naar liefde. Hij negeert haar, en hoewel Beatrice onwetend is in het leven, moet ze het voelen: ze is niet meer gewild.

La Dentellière

La Dentellière doet qua thematiek wat denken aan ​Pygmalion​ van George Bernard Shaw: meisje van eenvoudig komaf ontwikkelt zich. Althans, dat is wat François van haar vraagt. Maar Beatrice is tevreden met het rustige leven dat ze leidt en heeft geen ambities. En dat is misschien wel het grootste pijnpunt van de film: Beatrice, puur en gevoelig, is zichzelf, maar niet goed genoeg in de ogen van haar partner. Met zijn afwijzing valt ze terug op al wat ze in zich heeft: haar ​geïsoleerde​ zwijgzaamheid. Met een laatste indringend shot zien we Beatrice lang de camera inkijken – niet meer van en niet meer in de wereld, maar teruggetrokken in haar eigen verstilde universum.

 

Kijk hier het landelijke draaischema van La Dentellière.

 

9 juli 2019
 

MEER ISABELLE HUPPERT

 

ALLE RECENSIES

Kleur in film

Ondertussen, op de redactie:

Kleur in film

COR:

Ik ben bezig met de voorbereiding van mijn verdiepingscursus aan de Volksuniversiteit en behandel hierin o.a. het thema ‘kleur in film’.

Een greep uit de mogelijkheden: Getinte stomme films (kleurenbadje), Blue Velvet (kleur in de titel, mooi te interpreteren in het verhaal), Let’s Talk About Kevin (symboliek), Enter the Void en Suspiria (hallucinerende personages), Black Narcissus (Technicolor, kleur misschien wel belangrijker dan plot), Psycho en Jezebel (zwart-wit films waarin kleur wordt gesuggereerd), Schindler’s List (incidenteel symbolisch kleur), Moonrise Kingdom (digital color grading) en Heimat (afwisselen van zwart-wit en kleur).

Je voelt ‘m al: Ik ben benieuwd naar jullie suggesties.

Alvast bedankt voor het meedenken!

Black Narcissus

 

ALFRED:

Kurosawa, High and Low, 1963:
Film in zwart-wit, uit schoorsteen komt rode rook = kidnapper die tas ontvoerde jongen verbrandt, wat leidt tot de ontknoping.

 

COR:

Die kan ik dan plakken achter Ran waarin iedere zoon van de heerser een ander kleur gewaad draagt (overeenkomend met het karakter).

Ik zit ook te denken aan de kleurige vuilnisbelt in Kurosawa’s Dodeskaden.

 

RALPH:

Eyes Wide Shut, waarin elk shot gecontrasteerde kleurpaletten heeft.

Ik meende Häxan (1922) waarin de binnen en buitenscènes sterk aangezet worden met een okergele kleur (binnen) en paarsblauwe kleur (buiten nacht) of turkoois groene kleur (buiten dag). Er zijn meer van dit soort voorbeelden te vinden in de stomme film.

Enne… The colour of money ;) :p

 

COR:

Eyes Wide Shut? Ik heb er destijds kennelijk niet goed op gelet (was mogelijk afgeleid door de dames). Ik ga hem er binnenkort bij pakken!

Nog meer suggesties?

Eyes Wide Shut

 

BOB:

Wat zijn we zuinig met hyperlinkjes! Wat spreekt beter dan de beelden zelf?

Niemand nog het kleurenfestijn uit 2001 a Space Odyssey genoemd? Of een wat meer obscure noot: La Lune dans le Carniveau van Jean-Jeacques Beineix. Niet de film die je hoopt dat het zal zijn maar kleurenexperimenten alom. Plus deze scène

Suspiria is echt een goed voorbeeld voor ingenieus kleurgebruik. Let op de kleuren in deze openingsscène. (Deze scène komt niet veel later… niet voor de faint of heart.) Of hoe rood in Twin Peaks een rechtstreekse connectie met nachtmerries creëert.

Maar moeten we niet nog wat zeggen over kleuren in films? Er valt juist veel over te zeggen.

Iets wat mij opvalt bij fotografie is dat het uitgesprokener maken van kleuren (in photoshoptermen de saturation omhoog gooien) een plaag is geworden. Ik irriteer me er mateloos aan. Zie een site als 500px, de ene foto blinkt nog mooier dan de andere dankzij die vervelende saturation. Een nutteloos en somberstemmend streven naar ‘overperfectie’.

In cinema heb je ook zoiets: het gemakzuchtig digitaal ‘bijsferen’ van films. De scène kan niet groezelig van zichzelf zijn, dat wordt het pas nadat het in een bad met groene pixels is gestopt. Een scène in een ghetto? Donkergrijs en donkerblauw. Driedubbel sfeer. Ondertussen zijn veel films zo donker dat je amper meer ziet wat er op beeld gebeurt.

Wat je kwijtraakt is een speels ambacht van oplossingen verzinnen die eigenlijk niet verzonnen kunnen worden. Neem nou het al door Cor genoemde Black Narcissus. In een Londense studio geschoten, met op glas geschilderde bergen, zodat Powell en Pressburger meer controle over de kleuren konden houden. Om nog even wat te leren op de late avond: ik trakteer jullie op een documentaire over hoe die kleuren zijn gemaakt. ‘We hadden een studiofilm die beter was dan als we het echt in de Himalaya hadden gemaakt.’

 

COR:

Ik lees onder die documentaire over Black Narcissus dat de Engelse cinematograaf Jack Cardiff de ‘pope of Technicolor’ wordt genoemd. Ik denk nog even na over een titel voor jou als het gaat om het altijd weer verhelderend opsommen van hyperlinks ;-)

Leuk hoe de vergelijking met het lichtgebruik van Hollandse meesters als Vermeer wordt gemaakt en hoe Martin Scorsese (wie anders?) nog even fijntjes aanstipt dat het gebruik van Technicolor in Engeland verschilde van Amerika.

Ja, om die space trip in 2001 kunnen we niet omheen. Dat worden (voorlopig) dus mogelijk blokjes giallo, Kurosawa, Wes Anderson en Kubrick voor de les.

Trouwens, de docu Side by Side verschaft ook inzichten en laat zien dat de cinema (uitzonderingen daargelaten) lijkt ‘veroordeeld’ tot digitalisering. Zelfs de gebroeders Coen zijn gezwicht voor kleurenmanipulatie, te beginnen met het vernuftige experiment O Brother, Where Art Thou? En ik meen me te herinneren dat hun collega-broers Dardenne inmiddels ook met de digitale koorts zijn behept.

Met digitalisering in combinatie met camera’s met duizelingwekkend hoge resoluties kan men tegenwoordig toveren. Hoe fantastisch soms dan ook, zulke ontwikkelingen ontdoen het traditionele film maken van alle romantiek en maken filmmakers natuurlijk ook enigszins lui, want je kunt simpelweg alles over doen. Hoewel. Het is maar goed dat je de kunst van het acteren niet met de computer kunt creëren.

Suspiria

 

ALFRED:

Deze schiet me nog te binnen: Steven Soderbergh, Traffic, 2000.

De film vertelt drie parallelle verhalen: in Amerika ziet een rechter, aangesteld als drugsbestrijder, zijn dochter verslaafd raken aan crack; in Mexico onderscheppen twee agenten een drugstransport, waarop ze door een chef worden teruggefloten; en in Californië proberen twee federaal agenten een distributeur in de kraag te vatten.

Traffic is een masterclass in kleurgebruik. Het verhaal van de film is complex – de drie vertellingen hebben elk hun eigen logica – maar de plot blijft glashelder. Soderbergh gebruikt voor elke verhaallijn een ander kleurenfilter, waardoor elke ‘wereld’ letterlijk zijn eigen kleur heeft, respectievelijk blauwig, gelig en naturel.

Dat effect, het markeren van aktes of ‘werelden’, kun je ook bewerkstelligen met het beeldmedium (soort celluloid, dan wel digitaal), lenzen of met het aspect ratio van het beeldscherm, maar deze Ondertussen – en jouw cursus – gaat over kleur.

Over digitalisering ging een van mijn eerste Signaal & Ruis-stukjes op The Velvet Vox, De Wet van Lynch. Daarin wordt verwezen naar Side by Side, die daar ook is te zien.

 

SUZAN:

Don’t Look Now (de kleur rood komt herhaaldelijk terug en er wordt gebruik gemaakt van overvloeiers)

The Cook, The Thief, His Wife and Her Lover. Een van de mooiste films waarin herhaaldelijk wordt gespeeld met kleur: het decor verandert continu van kleur. Zo zijn de kleuren rood, groen en wit prominent aanwezig. Bijv. de eetzaal is rood (kostuums ook rood) en als Helen Mirren dan het toilet instapt is alles wit. Prachtig gedaan!

Rumble Fish: zwart-wit gefilmd, alleen de vissen zijn in kleur :-)

 

COR:

Wow, zo is er met ontspannende inspanning een mooi overzicht ontstaan! En fijn, Nanda, dat je nog wat teksten uit Film Art van Bordwell & Thompson stuurde.

Het zal een genot zijn om al deze prachtige fragmenten te mogen verzamelen.

Iedereen bedankt!

 

17 juni 2016

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’

E

Eagle Huntress, The
Early Man (NL)
Early Man (OV)
Early Summer (Bakushû) 
Earth: Een Onvergetelijke Dag
Eastern Boys
Eat Sleep Die
Echte Vermeer, Een
Économie du couple, L
Écume des jours, L’
eCupid
Edge of Seventeen, The
Edge of Tomorrow
Eddie the Eagle
Eisenstein in Guanajuato
Elefante Blanco
Elephant Song
Elias: Alle Ankers Vooruit!
Elle
Elle s’en va
Elliot Loves
Elser
Elvis & Nixon
Elvy’s Wereld: So Ibiza!
Elysium
Emil & Ida van de Hazelhoeve (Emil & Ida i Lönneberga)
Emoji Film, De
Emoji Movie, The
Empire State
En amont du fleuve
Encierro: Bull running in Pamplona
End of Fear, The
End of the Tour, The
End of Watch
Ender’s Game
Endless Love
Enemy
Enfance, Une
Enfants du paradis, Les
Enough Said 
Entourage
Epic (OV)
Episode in the Life of an Iron Picker, An
Equalizer, The
Equalizer 2, The
Equals
Er ist wieder da
Eraserhead
Erbarme Dich
Erfenis, De
Ernest & Célestine
Escape Plan
Escape Room
Escobar
Essential Killing
Event, The
Everest
Everything, Everything
Every Day
Every Thing Will Be Fine
Evil Dead
Ex Machina
Exodus: Gods and Kings
Expendables 2, The
Expendables 3, The
Experimenter
Eye in the Sky
Eyes of My Mother, The