Analoog telefoonterreur

Analoog telefoonterreur

door Bob van der Sterre

Bells ♦ La Cabina ♦ Black Christmas

 

De mobiel en de smartphone domineren veel films. Films als The Departed spelen leuk met de mobiel maar de teloorgang van de echte, oude telefoonlijn is wel een gemis voor film. Drie producties met enge telefoontjes.

Bells (de andere titels zijn Murder by Phone en The Calling) uit 1982 laat er geen gras over groeien. Een vrouw pakt een telefoon op bij metrohalte ‘Museum’ en begint te trillen. Stoom komt uit haar hoofd, bloed uit haar ogen. Ze vliegt door de lucht en belandt op de roltrap.

Bellen tijdens de afwas
Nat Bridger (Richard Chamberlain) is een techniekleraar die toevallig in Toronto op bezoek is. Hij vindt het verhaal, dat hij terloops verneemt, meteen verdacht. Omdat hij een nobel mens is, gaat hij op onderzoek uit. Ondertussen vliegt iemand uit het raam na een telefoonexplosie. Vervolgens sterft iemand die tijdens het afwassen aan het bellen was.

De lijntjes lopen naar een machtige telefoonmaatschappij. Daar gaat hij poolshoogte nemen want de politie laat dat zelf na. Nat ziet vier uitgebrande telefoonhoorns hangen. Hier ergens moet de verklaring te vinden zijn, beseft hij.

Als een film telefoonterreur uitstraalt, dan is het deze wel, met de tagline: Your phone can pierce your brain, explode your heart, and jolt you ten feet in the air! Tweeëntwintig keer gaat er een telefoon af – die heerlijke oude standaardtringel. Heel wat van die keren wordt iemand gefrituurd.

Hilarisch slecht kun je de film niet noemen. Daarvoor is de analoge telefoonwereld veel te interessant. Met name de rondleiding door het ‘moderne’ telecombedrijf is een ‘blast from the past’. Je krijgt ook nog een dwarsdoorsnede van de telefoonmode in 1982 met een paar rare modellen die nu ook al lang weer vergeten zijn.

Kijk wel naar de juiste versie want er zijn er twee. De versie gekortwiekt door Roger Corman en de oorspronkelijke Canadese versie die nog een kwartier langer duurt. De purist gaat uiteraard voor de tweede.

Opgesloten in een telefooncel
Andere angsten komen aan bod in La Cabina (1972). Wie heeft niet ooit de menselijke angst gehad van opgesloten zitten in een telefooncel? In deze film zit een man van middelbare leeftijd niet alleen opgesloten maar hij trekt ook nog eens veel bekijks, als een soort dier in een dierentuin.

In plaats van het tonen van medelijden zijn de mensen er als de kippen bij om hem uit te lachen. Politie komt langs, brandweer. Hij staat zo voor paal in de dichte cel. Wat een nachtmerrie!

Mensen proberen de cel te rammen, het raam in te slaan, de schroeven los te maken, maar alles mislukt. Uiteindelijk besluit de telefoonmaatschappij om hem inclusief cel te verwijderen. Het fascinerende plot verklap ik hier niet.

Sommige mensen durven niet in een lift te staan of de deur van een wc af te sluiten. Die mensen moeten vooral niet naar deze film kijken. Zelfs iemand die geen last heeft van claustrofobie zal niet koud blijven van deze film.

Heel veel gaat goed in deze film van de verder onbekende Antonio Mercero – die tot tien jaar geleden nog films maakte. De observerende stijl. Subtiele shots als dat hij in de spiegel kijkt naar zichzelf, gevangen in een telefooncel. Het commentaar op akelig menselijk gedrag. De interessante muzikale begeleiding. Bijna geen dialogen: de beelden spreken voor zich.

En dan kunnen er best schimpscheuten in zitten richting het Franco-regime, waarin mensen zich ook opgesloten konden voelen. Ja, een half uur kan best genoeg zijn voor een meesterwerkje.

Een bijzondere hijger
Een van de allerergste vormen van analoog telefoonterreur zien we In Black Christmas (1974). We belanden tussen de sorority girls in het studentenhuis Pi Kappa Psi. Tijdens een feestje worden de studentes opgebeld. Een hijger. Niet zomaar een hijger – het lijkt wel een geest, een paar geesten zelfs, die praat over de geslachtsdelen van de meisjes en laat weten dat ie wel even zal langskomen.

Het eerste meisje wordt al binnen tien minuten te grazen genomen. Ze schommelt in een schommelstoel met een plastic zak over haar hoofd.

Dan worden ze een voor een lastiggevallen door de beller, die met verschillende stemmen tegelijk praat. Soms bizar geratel, soms ineens concreet: ‘Waar heb je Agnes gelaten, Billy?’

Wie zit hierachter? Is het Peter, de teleurgestelde vriend van Jess, die net vernomen heeft dat ze hun kind niet wil houden en de relatie beëindigt? Zijn er andere kandidaten?

Ik kan niet anders zeggen dan dat deze telefoongesprekken écht griezelig zijn. Geen wonder dat Black Christmas een klassieke horrorfilm is geworden, die toen niet aansloeg, maar intussen zo zijn schare fans heeft opgebouwd. Bovendien is het de eerste echte feestdag horrorfilm – later tot in den treure gekopieerd.

Mooi ook om te zien, net als in Bells trouwens, hoe het werkt als ze de beller proberen te achterhalen, te ‘tracen’. In plaats van het moderne digitale gedoe loopt hier iemand rond in een soort fabriek met talloze draden.

Veel is te danken aan het gevoelvolle regiewerk van Bob Clark – dat goed past in de traditie van Hitchcock. Bovendien ook passend acteerwerk van de net iets minder bekende filmsterren. Keir Dullea (eerder al fenomenaal in Bunny Lake is Missing én de Dave tegen wie de computer in 2001 A Space Odyssey spreekt). Olivia Hussey, zie deze Camera Obscura. En John Saxon, die zichzelf in de jaren zeventig regelmatig uitleende voor Italiaanse pulp (Italia a mano armata bijvoorbeeld). Rechtschapen of gangster, hij deed dat allemaal even makkelijk.

Een moderne variant van analoge telefoonterreur met mobieltjes en exploderende hoofden ligt voor de hand. Nog veel griezeliger belwerk kun je vandaag de dag ook gewoon op de weg zien: al die lui die fietsen en tegelijk staren naar hun mobiel. Alsjeblieft: stop daarmee!!

 

7 januari 2018

 

Black Christmas

 

Alle Camera Obscura