De witte waan

De witte waan

door Bob van der Sterre

De witte waan ♦ More ♦ Girl Gang

 

Drugsgebruik vind je terug in goede én slechte films. Met name heroïne is altijd populair geweest in film. The Panic in Needle Park, Al Pacino, 1971, wat heb je nog meer nodig voor mooie cinema? Christiane F., 1981, legendarisch portret. Trainspotting – natuurlijk. Hoe zit dat met de obscure films?

In De Witte Waan (1983) haalt Lazlo, kunstenaar, zijn heroïne op een schip bij een kerel genaamd Fuji. Lazlo zegt niet veel. Hij mediteert wel. Bovenop spoorbruggen.

Tegelijkertijd is er een oudere vrouw bij een villa die doet alsof ze praat met iemand: zijn moeder. Daar heeft hij niet veel mee. ‘Mijn moeder is een dode tuin.’

Na een ongeluk komen ze toch nader tot elkaar. De vader blijkt de sleutel te zijn geweest tot hun onverwerkte ellende.

De eigenzinnige Adriaan Ditvoorst
De film bewijst dat je als filmmaker niet al te bang hoeft te zijn voor wat eigenzinnigheid. Die komt van de hand van regisseur Adriaan Ditvoorst. Zijn laatste film alvorens hij een einde aan zijn leven maakte. Zeehondjes die worden doodgeknuppeld, een tevoorschijn komende jogger, shots van leguanen, een bizarre geluidsmachine; alles heeft een betekenis.

Doet soms denken aan Bertrand Blier – maar toch net niet. De film is losjes gebaseerd op De Moeder van David S. van Yvonne Keuls en dat is toch wat anders dan Bliers geestige en filosofische scripts. Lazlo blijft ook nauwelijks meer dan een karikatuur. Dan is de film ook nog redelijk traag. En uiteraard het irritante ‘theatertoontje’. Zelfs de koele Lazlo klinkt als iemand van de theateracademie. Dieptepunt: cameo van ‘zwaar verslaafde’ Theo van Gogh: ‘Ik moet scoohoooreeuuh!’ 

Toch: een bijzondere film van eigen bodem zie je ook niet elke dag. De beelden van pre-hip-Amsterdam zijn mooi. De Veemkade nog in havensfeer. Een oude fabriek waar Lazlo werkt als schilder (Amsterdam had ze vroeger ook). Het AMC, de Bijlmer Bajes en de metro komen langs. En de muzikale ondersteuning van Clous van Mechelen past ook goed bij de film.
 
Barbet Schroeders portret van junkies
In More (1969) lijkt het aanvankelijk nog niet op een heroïnedrama. Stefan gaat naar Parijs om misschien naar Fes te gaan, want ‘daar zijn mathematische professoren’. Een ontmoeting in een bar met een crimineel verandert dat plan. Via een feestje dat hij met die kerel bezoekt ontmoet hij Estelle. Een onstuimige relatie volgt.

Een dag gaat Estelle naar Ibiza en Stefan volgt. Of hij meegaat, lijkt haar aanvankelijk niet te interesseren. Ze doet sowieso afstandelijk. Later blijkt dat ze heroïne gebruikt. ‘Wil je ook niet een keer proberen?’

Ze raken verslaafd maar kicken ook af. Dan raken ze wéér verslaafd. Ondertussen bouwen ze een schuld op bij Wolf, een ex-nazi die daar de boel runt. Stefan stopt echt met gebruiken en gaat in een bar werken. Estelle krijgt het niet voor elkaar.

Het is wel een raar verhaal, deze film van Barbet Schroeder (bekend documentairemaker en maker van Barfly en Single White Female). Het script laat losse eindjes achter zich aan slingeren als een bol wol dat van een berg afrolt. Die klus in Parijs of het verleden van Wolf doen er niet toe.

Als portret van junkies heeft de film een reputatie opgebouwd. En aan de muziek van Pink Floyd, die wat minder aanwezig is dan je zou hopen. Ze waren toen nog niet de bekende band die ze laten zouden worden en waren tevreden met 600 dollar voor deze klus. Dan is er nog het vele functionele dan wel functieloze naakt. Vooral Mimsy Farmer, niet de beste actrice trouwens, trekt geregeld haar kleren uit.

Wat de film tekent is de relatie van de twee – een die je niet vaak ziet in films. Ze zeggen wel van elkaar te houden maar op nummer één staan toch de drugs. Sadisme speelt een rol. More mist ook wel wat kansen. Zo legt de film uit dat je flink ziek wordt van harddrugs maar dat is visueel amper uitgewerkt, anders dan bijvoorbeeld de legendarische afkickscène à la Trainspotting. Dit lijkt wel een pittig griepje.

Morele aftakeling
In Girl Gang (1954) is de locatie minder interessant: een of andere shack in een niet nader genoemde Amerikaanse stad. Daar woont een louche kerel genaamd Joe. Hij leert jonge mensen heroïne gebruiken en joints roken.

Joe tegen een meisje: ‘Heroïne komt in capsules. Als je het nodig hebt, moet je naar mij toe.’ ‘Ik heb het door, Joe. Je bent een toffe vent.’ ‘Voor een meisje is het het beste om in de benen te spuiten. De naaldsporen worden dan door minder personen gezien.’ ‘Is dit echt goed?’ ‘Er is niets vergelijkbaars. Voor je het weet, wil je niets anders.’

Girl Gang is in veel opzichten een ridicule film. Zoals het acteerwerk, dat echt beneden alle peil is. Het verhaal: pover als wat. Er is geen plot. De titel slaat nergens op want het gaat niet over een meisjesbende. Voorbeeld van fout gebruik van slang. ‘Ik heb nog een paar Mary-Janes nodig’, zegt een karakter overdreven.

Een paar dingen zijn wel heel opmerkelijk voor een film van 1954. Heel het proces van de lepel, het verhitten, de spuit zetten; dat krijg je allemaal te zien. En de club waar meisjes, als ze erbij willen horen, met vijf jongens moeten slapen. ‘Oh, dat is makkelijk genoeg.’ ’Ik geloof niet dat je het goed begrijpt. Je moet met vijf jongens apart zijn, intiem.’

Een grote rol voor Timothy Farrell, die ook de verteller was in Glen or Glenda. En daar is de eerste link met Ed Wood, die bekend staat als slechtste regisseur aller tijden. De andere link is cinematograaf William C. Thompson. Die deed ook de cinematografie voor Glen or Glenda en Plan 9 Outer Space. Geen echte aanprijzing. De derde link is George Weiss. Producer van Glen or Glenda. Geen link heeft actrice Joanne Arnold die hier June speelt – maar het Playboy-model had er met haar matige spel zo ingepast. Dat is misschien de verklaring dat de ‘morele aftakeling’, als kinderen in een huis gaan dansen, roken en kussen met om het even welke gast, er helemaal niet zo vervelend uitziet. Dat zal eerder de tegengestelde reactie zal hebben opgeroepen bij jongeren in die tijd: waar is die tent?!

 

10 december 2017

 

More

 

Alle Camera Obscura