Florence Foster Jenkins

***

recensie Florence Foster Jenkins

Zo vals zingen is ook een kunst

door Cor Oliemeulen

“Ze mogen zeggen dat ik niet kon zingen, maar niemand kan zeggen dat ik níet zong.“ Florence Foster Jenkins, een rijke societydame in het New York van de jaren 40, leefde voor de operamuziek en groeide uit tot een fenomeen.

Zij werd zowaar een cultfiguur (Foster Jenkins’ opname ‘The Glory of the Human Voice’ was een van de 25 favoriete vinylplaten van David Bowie) en het komische biografische drama van Stephen Frears zal vast leiden tot een run op YouTube-filmpjes van deze ‘slechtste operazangeres aller tijden’.

Florence Foster Jenkins

Engel
Florence Foster Jenkins werd in 1868 geboren in een stadje in Pennsylvania. Haar schatrijke vader stond niet toe dat zij in het buitenland muziek ging studeren, en als reactie hierop trouwde ze op haar zeventiende met een arts in Philadelphia. Ze ging werken als lerares en pianiste. Aan het huwelijk kwam prompt een eind nadat de arts haar had besmet met syfilis. In 1900 vertrok ze naar New York, alwaar ze zich vol overgave in de muziekwereld stortte. Met de erfenis van haar vader richtte ze de Verdi Club op als eerbetoon aan de Grand Opera en begon ze met het financieel ondersteunen van tal van culturele activiteiten. De film begint als Florence (wie anders dan Meryl Streep) er na 25 jaar voor het laatst optreedt als Angel of Inspiration. Ze zingt en figureert in eigenzinnige tableaux vivants, vaak in buitenissige, zelfontworpen jurken.

Haar dubieuze muzikale talent is dan allang in kleine kring bekend, daarbuiten heeft haar naam bijna mythische proporties aangenomen. Dat is vooral te danken aan haar huidige partner, de mislukte Shakespeareaanse acteur met aristocratische roots, St. Clair Fayfield (Hugh Grant), die er persoonlijk op toe ziet dat alleen maar vrienden en andere welwillende, door Florence gesponsorde, gasten de besloten recitals bezoeken. Hoezeer ze ook dagelijks luistert en oefent, ook op haar zestigste heeft Florence nog de grootste moeite met ritme, toonhoogte en zuiverheid. In haar eigen hoofd klinkt haar gezang prachtig, maar ze heeft niet in de gaten dat velen haar achter haar rug dubbel liggen van het lachen. Eén van de meest kostelijke scènes in de film is het moment dat pianist Cosme McMoon (Simon Helberg), die geen idee heeft van Florence’s (gebrek aan) kwaliteiten, voor het eerst met haar gaat oefenen.

Florence Foster Jenkins

Ambitie
Net als de pianist, krijgen muziekrecensenten door St. Clair geld toegestopt, anderen schrijven zo dubbelzinnig over Florence’s zangkwaliteiten dat de verwachtingen voor haar eerste openbare optreden, nota bene in Canergie Hall (voor de film nagebouwd in het bijna even beroemde London’s Hammersmith Apollo!), zo hoog gespannen zijn dat het concert binnen twee uur is uitverkocht. Hoewel de zeer toegewijde St. Clair (omdat Florence een besmettelijke ziekte heeft wipt hij wel buiten de deur) het debacle wil voorkomen, stemt hij toch in en is wat geruster als de duizend, veelal beschonken, oorlogsveteranen getuige zijn van de ambities van wannabe-operazangeres, die de lat hoog legt met haar geliefde aria’s van Mozart, Verdi en Strauss.

Florence Foster Jenkins is een tot de verbeelding sprekend verhaal over een legendarische valse sopraan dat al een paar keer op de planken is gebracht en vorig jaar in de bioscoop verscheen onder de titel Marguerite, dat zich afspeelt in het Parijs van de jaren 20, maar veel losser op het leven van Foster Jenkins is gebaseerd. Hoe realistisch en overtuigend Meryl Streep ook acteert én zingt, de film van Stephen Frears is zeker het bekijken waard, maar kan niet tippen aan de tragikomedie van Xavier Giannoli met een subliem acterende Catherine Frot in de titelrol. Florence Foster Jenkins heeft weliswaar een even mooie aankleding als Marguerite, maar beduidend minder diepgang en chemie tussen de vertolkers. Daarentegen vormen Streeps live geregistreerde opnames een dik pluspunt.
 

17 september 2016

 
MEER RECENSIES