Jayne Mansfield’s Car

***

recensie  Jayne Mansfield’s Car

Dierentuin van menselijk tekort

door Alfred Bos

On-Amerikaanse relatiefilm over een getroebleerde familie in het Amerikaanse Zuiden die Britse bloedverwanten op visite krijgt. Met veel misverstanden, de nodige humor en de onvermijdelijke seks.

In zijn eerste regieklus sinds ruim tien jaar staat Billy Bob Thornton niet alleen achter, maar ook voor de camera. Bovendien schreef hij mee aan het scenario van Jayne Mansfield’s Car, een a-typische film over twee typische families – vertolkt door een keur aan gevierde acteurs plus een paar sterren – zoals die in Amerika eigenlijk nooit gemaakt wordt. Maar Thornton is dan ook een buitenbeentje; niet alleen op het filmdoek, doch eveneens in het echte leven: een neuroticus die acteert, regisseert, schrijft en musiceert. Te kleurrijk voor de formules van Hollywood.

In deze film vertolkt hij Skip Caldwell, zoon van een bejaarde pater familias (Robert Duvall). De chaos in de familie blijkt uit de tegenstelling tussen Skips beide broers, de aartsconservatieve Jimbo (Robert Patrick) en de nietsnuttende hippie Carroll (Kevin Bacon). De eerste is keurig getrouwd, de tweede hokt met vriendinnen. Het is augustus 1969 (het weekend van Woodstock trouwens) en het decor een provinciestadje in de zuidelijke staat Alabama. Er woedt in de States een culturele oorlog (jeugd versus gevestigde orde) en die gaat aan de Caldwells niet ongemerkt voorbij.

recensie Jayne Mansfield's Car

Flegma botst op wantrouwen
Daarnaast is er een tweede tegenstelling. De moeder van de broers heeft vader Caldwell lang geleden verlaten en is in Engeland hertrouwd met de zeer Britse gentleman Kingsley Bedford (John Hurt). Na haar overlijden wil ze in haar geboortegrond worden begraven en de Engelse tak van de familie reist naar de Caldwells in Alabama om de begrafenis bij te wonen. Brits flegma botst op Zuidelijk wantrouwen en de culturele clichés stapelen zich op, zij het in afwijkende – en vaak komische – varianten.

Tussen al dat ongemakkelijk om elkaar heen draaien vliegen er ook erotische vonken, met de Britse tak als lijdend voorwerp. Zoonlief Philip Bedford (Ray Stevenson) valt in de smaak bij de vrouw van Jimbo, terwijl dochter Camilla (Frances O’Connor) de fantasie prikkelt van de excentrieke Skip. Het begint met het naakt reciteren van Shakespeare ten behoeve van auto-erotisch gerief en eindigt al fresco in het woud. Half-zus en half-broer, het lijkt wel Tennessee Williams.

Incest geen issue
Jayne Manfield’s Car wordt geafficheerd als drama, maar dat komt omdat er geen flitsende actiescènes zijn en er veel wordt gepraat. Echt dramatisch wordt het evenwel nergens – incest is geen issue hier – en toch blijf je twee uur geamuseerd naar deze dierentuin van menselijk tekort kijken. Dat is niet zozeer een verdienste van het script als wel van de acteurs. Duvall is als bejaarde brompot volstrekt naturel, Thornton zelf weet wel raad met buitenbeentjes en de verrukkelijke O’Connor dreigt de film te stelen, maar is na het al fresco avontuur opeens nergens meer te bekennen. Aan het slot zien we haar nog even terug.

Met zijn intermenselijk geharrewar en nadruk op dialoog doet Jayne Mansfield’s Car denken aan een Franse (Eric Rohmer) of Italiaanse (Ettore Scola) relatiefilm uit de jaren ’70. Die hoogten haalt deze ensemblefilm nergens, maar als feelgood antidotum tegen computer-geanimeerde blockbusters waarin niets minder dan het voortbestaan van de mensheid op het spel staat verdient hij zijn plek op de bioscoopladder. En voor liefhebbers van jaren ’60 psychedelica biedt de soundtrack een paar verrassingen.

 

20 juli 2013

 

MEER RECENSIES