Jour de fête

****

recensie  Jour de fête

The Postman Always Rings

door Cor Oliemeulen

Melancholische schets van het rustige leven in een pittoresk Frans dorp waar een innemende postbode elke omstandigheid aangrijpt om de efficiency van de Amerikaanse posterijen te evenaren. 

Het vroegere werk van Jacques Tati slaat een brug tussen stomme en gesproken films. Zijn regiedebuut Jour de fête (1949)  vormt de opmaat voor zijn latere alter ego Monsieur Hulot. Als filmmaker en komiek wenste Tati volledige artistieke controle: hij regisseerde, produceerde, schreef en speelde de hoofdrol. Jour de fête is een subtiele satire op de vooruitgang die Tati tot in het extreme doortrekt in Playtime (1967)  waarin hij meesterlijk de draak steekt met moderne architectuur en gadgets.

Tijd staat stil
In Jour de fête lijkt de tijd stil te staan. De kinderen in Sainte-Sévère-sur-Indre huppelen en dragen hoedjes, oude vrouwtjes met geiten lopen er nog écht krom, mannen laten zich scheren bij de barbier, vrouwen gebruiken kruiwagens om spullen te vervoeren en de jeugd loopt enthousiast achter de fanfare aan. De postbode François symboliseert de rustige manier van leven en werken in de naoorlogse tijd die langzaam moderniseert. Dat begint op het moment dat een kermis het dorp bezoekt en de plaatselijke middenstand zich voorbereidt op de grote feestdag. François is natuurlijk niet te beroerd om tijdens het bezorgen van de post iedereen, op zijn typische wijze, een handje te helpen.

Recensie Jour de fête

In zijn gebaren en manier van handelen doet de protagonist soms denken aan de slapstick van Charlie Chaplin, terwijl de korte, creatieve stunts lijken geïnspireerd op Buster Keaton. Zijn fijngevoelige gestuntel en kleine ongelukjes charmeren, François’ naïviteit ontroert. De lange, houterige postbode is zo goed van vertrouwen dat sommigen er behagen in scheppen practical jokes met hem uit te halen of zelfs dronken te voeren. Tati houdt de kijker voortdurend op afstand, de kijker observeert de gebeurtenissen. Geen enkele close-up, ook niet van de Hitler-snor die destijds nog in de mode was.

Kleine, rake absurditeiten
De humor van Tati is er geen van schaterlachen. Het zijn vooral de kleine, rake absurditeiten van het dagelijkse leven die zijn scherpe oog voor detail karakteriseren. De zoemende mug die steeds terugkomt om mensen lastig te vallen, het gehannes met het plaatsen van een grote vlaggenmast of bezoekers van het café die steeds tot groeiend ongenoegen van de eigenaar gaan zitten op pas geschilderde stoelen. De dialogen lijken van ondergeschikt belang: teksten zijn bewust onverstaanbaar gemaakt door achtergrondgeluiden, maar de belangrijkste woorden hoor je. Samen met de vrolijke deuntjes ondersteunt de zangerigheid van het dialectische gemurmel heel functioneel de visuele klasse van Jour de fête.

 

27 juli 2013

 

MEER RECENSIES