Loving Vincent

****

recensie Loving Vincent

Brits moordmysterie in een Van Goghiaans landschap

door Bob van der Sterre

Maar liefst 65.000 olieverfschilderijen vormen een oogstrelende film over kunstschilder Vincent van Gogh. Maar was dat moordmysterie nu wel nodig?

Het is 1891. De kunstenaar is een jaar dood. Armand Roulin krijgt in Arles van zijn vader, de postbode Joseph Roulin, een brief in handen. Het is een brief van de kunstenaar Vincent van Gogh. ‘Ga die maar afgeven aan de nabestaanden.’

Dat is niet zo makkelijk als het lijkt. In Parijs leert hij dat broer Theo van Gogh ook al is overleden. Roulin gaat naar Auvers-sur-Oise want daar woont Gachet, arts en vriend van Vincent. Die is niet aanwezig. Roulin besluit om te wachten op zijn terugkeer.

In de tussentijd spreekt hij met allerlei mensen die Van Gogh hebben gekend. Tegenstrijdige berichten bereiken hem. Als een soort pseudodetective spreekt hij met ooggetuigen en probeert hij te achterhalen hoe Vincent nou aan zijn einde is gekomen.

Reizen via Van Gogh-schilderijen
Het aardigste van Loving Vincent is dat we via zijn doeken rechtstreeks reizen naar de tijd dat ze zijn gemaakt. Inclusief niet kloppende perspectieven, rare wolkenpartijen en bomen en planten in verkeerde kleuren. Dat is een bijzondere ervaring voor een kunstliefhebber. Je kijkt bijna een film in een kunstwerk.

Veel karakters met wie Roulin spreekt kennen we al van Van Gogh-schilderijen. In deze film komen ze tot leven. De streepjesbaard begint te bewegen, de ogen knipperen, het jasje deint in de wind.

Met het levend worden, veranderen de geschilderde personen ook in echte mensen met hun hebbelijkheden en onhebbelijkheden. De karakters reageren allemaal anders op de kunstenaar. De een vond hem een griezel (‘Ik wist meteen dat er problemen op stapel stonden’), de ander vond hem een sympathieke kerel, met af en toe slechts wat merkwaardige trekjes. Met name dokter Gachet blijkt een aparte rol te hebben gespeeld in dit verhaal.

65.000 olieverfschilderijen
Loving Vincent: de hype is de film voor geweest. De Pools-Britse productie, onder leiding van Dorota Kobiela en Hugh Welchman, was een megaproject. We zien niet minder dan 65.000 olieverfschilderijen langskomen, in de stijl van hem zelf, gemaakt door 125 schilders (dus meer dan 500 schilderijen per persoon). De film noemt zichzelf de eerste olieverfschilderijenfilm van de geschiedenis.

De cijfers zijn al duizelingwekkend, laat staan de beelden zelf. De trippy doeken van Van Gogh vertalen zich prima naar bewegende beelden. Dat is al vaker gedaan, met name de Starry Night is het slachtoffer, maar nog nooit zo ambitieus als hier.

Loving Vincent

Soms pakt het erg fraai uit. Een kat in Van Gogh-stroken komt miauwend in beeld. De bomen in Van Goghs landschappen hebben ineens ruisende bladeren. Het licht in de cafés dat nu echt beweegt. En natuurlijk alle bekende werken (meer dan honderd) die hier als het ware artistieke cameo’s maken.

Een Brits moordmysterie
Alleen… er zit een moordmysterie aan vast. De film baseert dit verhaal op een vrij recente theorie van Amerikaanse wetenschappers. Die denken dat student René Secretan, een lokale pestkop, de moord op zijn geweten zou hebben. Theorieën over zijn dood zijn niet nieuw. Al decennia denken mensen na over wat hem tot zijn daad dreef (bipolair karakter, depressies, epilepsie, ondervoeding). En al decennia lopen ze vast op gebrek aan bewijs.

Dit verhaal is niet goed voor de film. Dialogen en scènes passen meer bij vlot scenariowerk voor een Netflix-serie dan bij een film die zich in 1891 in Frankrijk zou moeten afspelen. Wat niet helpt, is dat de voertaal Engels is. En met een taal die niet klopt, komen acteurs die meer Brits zijn dan Frans. De film speelt zich af in Auvers-sur-Oise, maar het had net zo goed in Southend-on-Sea kunnen zijn.

Leuk dat de ogen en stem van Chris O’Dowd (IT-Crowd) zijn geleend voor postbode Joseph Roulin, en die van Jerome Flynn (Ripper Street) voor dokter Gachet. Toch zijn redelijk beroemde acteurs in een gelikte filmproductie moeilijk te rijmen met Van Goghs eigen artistieke principes. Denk bijvoorbeeld eerder aan een film als Koyaanisqatsi, ook een beeldenstroom, maar zonder echt verhaal.

Loving Vincent

Commerciële keuzes
Het is de ironie ten top dat de schilder, die niets had met commercieel denken, na zijn dood zo geplaagd is door andermans commerciële keuzes. Niets ontsnapt meer aan die wervelwind van commercie, als het om Van Gogh gaat. Loving Vincent ontsnapt er ook niet aan. De film doet wel een gooi naar het complexe karakter van de kunstenaar, dat is wel lovenswaardig, maar het is een veel te kleine worp. Het script grijpt naast de authenticiteit, de spiritualiteit en het gevoel voor avontuur die wél bij Van Gogh hadden gepast.

Als je zijn brieven leest, en die zijn echt lezenswaardig, dan zie je een heel palet aan menselijke eigenschappen, een beetje vergelijkbaar met de intensiteit van zijn doeken. Soms een enorme zeurpiet (altijd klagen over gebrek aan geld), soms iemand die een hekel had aan mensen en hun menselijke conventies, soms een zeer intens spiritueel persoon, en soms ook een nuchter denker.

Maar ook iemand die boven alles zijn eigen weg wilde volgen, die in een stroom van passie zijn beste prestaties leverde en die in die roes moest dealen met het feit dat er te weinig geld was voor aardse dingen, zoals verf, doeken, materialen, eten, kleding. En die zich dan ook soms schuldig voelde over het lot van zijn broer – die tegen alle logica in alsmaar in Vincents kunstenaarschap bleef geloven. In feite gingen ze hier tezamen aan onderdoor en ze stierven ook bijna tegelijkertijd.

Ze hadden eens moeten weten dat ooit 65.000 doeken in zijn stijl zouden worden gemaakt in een productie die vijf miljoen dollar zou kosten. Of hij er minder krankzinnig van zou zijn geworden, daaraan mag je twijfelen.
 

22 oktober 2017

 
MEER RECENSIES