Rams

***

recensie  Rams

Haat slaat om in affectie

door Damian Uphoff

Een film met een lach en een traan over twee broers in een afgelegen dorpje in IJsland. De gemiddelde dag bestaat voor deze knarren uit het achter overgieten van bier en, bovenal, het verzorgen van hun competitierammen. Op papier klinkt het weinig sensationeel, en dat is het ook niet. Toch heeft Rams voldoende kwaliteit om te boeien. 

Grímur Hákonarson: een regisseur die waarschijnlijk niet veel belletjes doet rinkelen. Zijn komische debuutfilm Summerland  genoot zo weinig faam dat hij zichzelf met Rams pas écht op de kaart zet. Des te meer omdat hij er de Un Certain Regard-prijs (prijs voor nieuwe, potentievolle talenten) tijdens het filmfestival in Cannes mee in de wacht sleepte. Een prijs waarvoor weleens avontuurlijkere winnaars zijn gekozen: Dogtooth, White God, Después de Lucía waren stuk voor stuk gewaagder.

Rams

De pleuris breekt uit
Ogenschijnlijk is de lucht boven de afgelegen vallei in IJsland zwanger van gezapigheid. De rammencompetitie is in volle gang, en dat gaat met veel luidruchtige gezelligheid gepaard. Ruw manvolk met ferme baard viert uitbundig feest. Kiddi, de oudere broer van Gummi, komt als winnaar uit de bus, wat tot jaloezie leidt bij zijn op de tweede plaats geëindigde broer. De broers hebben al veertig jaar geen contact meer, totdat Gummi zijn broer bij de autoriteiten aangeeft vanwege symptomen van scrapie (schapenziekte) bij diens prijswinnende rammen.

Vanzelfsprekend is Kiddi razend op de klikspaan, en ook het dorpje is volledig in rep en roer. Scrapie is immers een besmettelijke ziekte. Autoriteiten besluiten dat alle rammen in het dorpje en masse een kopje kleiner gemaakt dienen te worden. Door een samenloop van omstandigheden bundelen de broers noodgedwongen hun krachten om een groepje overgebleven rammen voor hun ondergang te behoeden.

Diepgewortelde haat
Gummi en Kiddi zijn twee broers die een passionele haat tegen elkaar koesteren. De twee vertikken het om contact te leggen, ondanks dat ze nota bene naast elkaar wonen. Waarom ze zó de pest aan elkaar hebben wordt nooit duidelijk, maar gezien de lange afwezigheid van contact zal het geen klein akkefietje geweest zijn.

Recensie Rams

Júlíusson en Sigurjónsson – wie kent ze niet – zetten de rollen van de twee broers met overtuigingskracht neer. Verwacht echter geen minutieuze karakteruitdiepingen, want erg veel achtergrondinformatie krijg je niet als kijker. Het is veeleer hun relatie onderling, en de later schuivende verhoudingen daartussen, waar de regisseur zijn pijlen op richt. De bijrollen zijn helaas niet even sterk; naast het hoofdduo zijn de schapen zowaar de beste acteurs.

Desolaatheid
Besneeuwde, mistige contreien, lange uitgestrekte vlaktes en mottig weer: eigenlijk precies conform de verwachtingen als je aan IJsland denkt. Cinematograaf Sturla Brandth Grøvlen weet de desolaatheid van deze setting vaak op feilloze wijze te accentueren, met lange wijde shots en statisch camerawerk. De muziek is weinig gevarieerd, maar sluit wel naadloos aan bij het gezette sfeertje. Tijdens het slotakkoord wordt de cinematografische kalmte doorbroken zodra er een stevige sneeuwstorm de kop opsteekt, zo’n beetje het filmisch hoogtepunt van de film.

De simplistische aard van Rams – zowel op cinematografisch als op narratief vlak – veroorzaakt verder geen echte uitschieters. Het is een mooie, integere vertelling over de hereniging van twee broers, maar al bij al geen film om extatisch van te worden.

 

6 december 2015

 

MEER RECENSIES