Spy

****

recensie  Spy

XXL Karateheldin

door Alfred Bos

Van Sofia, via Parijs en Rome, naar Budapest en het Ballatonmeer, Spy is de ideale familiefilm: een parodie op James Bond, met net genoeg spanning om voor thriller door te kunnen gaan. En Jason Statham blijkt een komisch talent, vooral in vermomming.

Genrefilms zijn een dankbaar doel om te parodiëren en weinig genres geschikter voor kolderieke quatsch en snaakse slapstick dan de spionagethriller. Spy houdt, heel slim, het midden tussen kolder en actie, en moduleert voortdurend tussen adrenaline-stimulerende sensatie en de bevrijdende lach. Als kers op de taart is er de ontdekking van Jason Statham als komediant.

Recensie Spy

In Spy werken regisseur Paul Feig (bekend van tv-series met een satirische inslag als Nurse Jackie en The Office; hij heeft een remake van Ghostbusters in voorbereiding) en de van origine stand-up comédienne Melissa McCarthy opnieuw samen. Twee jaar geleden maakten ze The Heat, waarin McCarthy als FBI-agente met veel absurdistische omhaal een drugsbaron uitschakelt. Ditmaal is de tonronde actrice een CIA-agent die haar bureaubaan verruilt voor de rol van infiltrant in een internationaal crimineel netwerk dat een atoomwapen wil verhandelen.

Verrassende aangever
Deze keer tekende regisseur Feig ook voor het draaiboek en Spy balanceert vakkundig op het koord dat parodie en ‘the real thing’ van elkaar scheidt. Met de tegenwoordig voor het James Bond-genre verplichte hoppen tussen fotogenieke locaties, doorgaans Europese hoofdsteden met historische allure en kosmopolitische flair, volgt de film de blauwdruk van de actiethriller. Doch die hebben doorgaans geen obese vrouw als vuilbekkende en taekwondoënde protagonist.

Dat is normaliter de rol van Jason Statham, maar die speelt hier een persiflage  – lees, een intensivering – van zijn standaardpersonage: een over de top strak staande vechtjas die, al dan niet in hilarische vermomming, McCarthy uit benarde situaties redt. Statham blijkt de ideale aangever en het verrassende contrapunt bij McCarthy’s tikje ordinaire humor, die alleen overkomt omdat die uit de mond van een vrouw rolt. Hij heeft ook de laatste grap van de film. En let op de aftiteling voor meer grollen.

Recensie Spy

Franchise in wording
Spy werkt omdat we zijn model, de actiethriller à la Bond, Bourne en Bryan Mills (Taken), zo goed kennen. We zijn vertrouwd met de paranoïde plot waarin het verraad driedubbelgelaagd is, de verwikkelingen als Twitter-berichten over elkaar heen tuimelen en de handeling die over de wereldkaart verspringt als was het popcorn op de bakplaat. Plak er een aantal sterren in – Jude Law als de gesoigneerde spion, Bobby Cannavale als de decadente schurk, 50 Cents als zichzelf – en voeg enkele stereotype bijrollen toe (de Italiaanse vrouwengek: Peter Serafinowicz; de Britse muurbloem: Miranda Hart) voor het effect. Vervolgens niet te hard schudden, want het schuimt al uit zichzelf.

De film houdt knap het midden tussen The Naked Gun-trilogie en de reeks Mission Impossible-films, en doet in zijn kluchtige uitvergroting van genreclichés denken aan het verfilmde stripboek Red. Hé, allemaal franchises, of minstens succesfilms met een vervolg. In Amerika is Spy al met veel jubel ontvangen, dus let op: dit wordt een franchise voor dikke dames plus actiehelden op leeftijd. Expendables meets Charlie’s Angels, maar dan XXL.

 

2 juni 2015

 

MEER RECENSIES