Trance

*****

recensie  Trance

Schaamhaar als plotelement

door Alfred Bos

Wat krijg je wanneer je Eternal Sunshine of the Spotless Mind kruist met Inception? Dan krijg je Trance, het huzarenstukje van Danny Boyle dat de kijker voortdurend op het verkeerde been zet en naar adem laat happen. Niet met megalomane computertrucages, maar met een intelligent script, dynamische montage en een spetterende cameravoering.

Je moet er maar opkomen: een verhaal over liegen en bedriegen waarin onderbewustzijn en geschoren schaamstreken een sleutelrol spelen. Trance is een visueel imponerende actiethriller waarin het verhaal lijkt op een ui die je laag na laag afpelt om telkens te ontdekken dat niets is wat het lijkt – en zelfs dat is het niet. Het is ook een surrealistisch psychodrama over identiteit en manipulatie. Trance snijdt filosofische vragen aan als: Wat is een mens anders dan zijn geheugen? Zijn mijn herinneringen authentiek? Kan ik mezelf vertrouwen?

Trance begint als een heist movie. Veilingmeester Simon (James McAvoy) is de inside man van een bende die ‘het eerste moderne schilderij’ wil stelen. Dat schilderij is Francisco Goya’s Heksen In De Lucht (1798) dat het vrouwenlichaam niet idealiseert, maar afbeeldt zoals het is, inclusief harige schaamstreek. Zonder iets te verklappen, dat schaamhaar is een plotelement.

Trance

Spiegelpaleis
Trance heet Trance omdat hele stukken van de film zich afspelen in het gehypnotiseerde brein van de vergeetachtige veilingmeester. Er is tijdens de overval iets fout gegaan en om een cruciaal detail boven water te krijgen stuurt bendeleider Franck (de Franse steracteur Vincent Cassel) Simon naar een hypnotiseur, de donkere schoonheid Elizabeth (Rosario Dawson inmiddels Boyle’s ex). Werkelijkheid en waan beginnen door elkaar te lopen en de kijker raakt net zo in de war als het filmpersonage.

Het script, bewerkt door John Hodge, die ook meeschreef aan Boyle’s filmdebuut Shallow Grave (1995) en diens doorbraak Trainspotting (1996), heeft jarenlang op de plank gelegen en stamt nog van vóór The Usual Suspects (1995), de film die het genre van de puzzelthriller introduceerde. Als spiegelpaleis van intrige en tegen-intrige slaat Trance alles wat er tot op heden in de bioscoop is verschenen.

Broeierige paranoia
Trance is film noir op zijn 21ste-eeuws, visueel net zo imponerend als Boyle’s voorlaatste krachttoer, 127 Hours, of zijn zwaar onderschatte sciencefiction meesterwerk Sunshine. De film speelt zich af op voor Boyle vertrouwd terrein: de broeierige paranoia van Shallow Grave en de waanwereld van Trainspotting. Je moet als regisseur goed in je vel zitten en een volmaakt vertrouwen in je vakmanschap hebben om zo’n gewaagd kunststukje als Trance  af te leveren.

De eerste reacties op deze film zijn gemengd. Sommigen kunnen geen touw aan het verhaal vastknopen. Wie alleen iets kan waarderen als hij alles snapt, krijgt met Trance een pak slaag. Maar laat je je als kijker meeslepen – en overdonderen – door deze gekmakend goede film, dan komt het allemaal in orde, want aan het slot blijken alle eindjes keurig verknoopt en is er voor iedere verrassing een verklaring, Maar niet zoals je denkt.

 

6 juni 2013

 

MEER RECENSIES