IFFR 2018 – Deel 1

IFFR 2018 Deel 1:
Lichtvoetige films

door Bob van der Sterre

IFFR 2018 in Rotterdam is een halve week onderweg. Van de meest bizarre experimenten tot soms redelijk gewone genrefilms. Van films uit Zimbabwe tot films uit Chili. We beginnen met de wat meer lichtvoetige films. Later volgen de meer experimentele films.

 

All You Can Eat Buddah

All You Can Eat Buddah
Mike is een zwaarlijvige toerist. Vandaar zijn bezoek aan een ‘all you can eat’-toeristenoord op Cuba. Daar zitten verder alleen maar Franstalige Canadezen. Op een dag redt hij een octopus uit een net. Vanaf dat moment is niets meer hetzelfde. Hij laat een kind met eetproblemen weer normaal eten en brengt iemand die gevallen is met een helende hand terug in het leven.

Het resort krijgt te maken met stormen. Alles raakt in verval. Ook Mike zijn been (hij gebruikt geen insulinespuitjes meer) gaat langzaam kapot.

Intrigerende film. Goed script, goed geacteerd en met gevoel voor stijl. Vooral dat laatste is aardig. Dat zie je bijvoorbeeld terug aan de manier hoe scènes vloeiend in elkaar overlopen, hoe er gespeeld wordt met mysterieuze beelden en hoe acteurs functioneel zijn voor de stijl in plaats van andersom. Een van de sterkste punten van deze film is de aandacht voor geluid. Liefhebbers daarvan komen zelden aan hun trekken in cinema. Hier dus wel.

 

Insect

Insect
Een amateurtoneelgezelschap repeteert het stuk ‘Insect’. Dat is een al bijna honderd jaar oud satirisch toneelstuk van de gebroeders Capek uit 1922. Het geeft kritiek op de politieke situatie van de jaren twintig aan de hand van het gedrag van insecten.

Tijdens het stuk maken de acteurs wonderlijke dingen mee. Dat niet alleen, we zien ook hoe de regisseur (Jan Svankmajer) de acteurs en crew begeleidt bij het maken van deze film. Svankmajer mag al de tachtig zijn gepasseerd (zijn eerste film is van 1964) maar aan scherpte is hij niets verloren. Veel regisseurs verliezen magie op leeftijd – Svankmajer heeft daar geen last van. Want er is nog steeds dat tempo, dat oog voor komisch detail en de vermakelijke karakteriseringen. De geestige gewelddadige relatie tussen de hoofdrolspelers. En dat, zoals Svankmajer zelf zegt, met ‘een film zonder psychologie.’

En wie zegt dat komedies geen diepgang hebben? Insect heeft maar liefst vijf lagen. De eerste laag is Svankmajer die we regieaanwijzingen zien geven. De tweede is de repetitie van het toneelstuk. De derde laag is de betekenis van het originele stuk. De vierde zijn de acteurs die als mens vertellen over hun nachtmerries. De vijfde, zou je kunnen zeggen, is deze film zelf, een optelsom van al die dingen.

Het kijkje in de keuken van een van de meest creatieve en eigenzinnige regisseurs heeft iets wonderlijks. Alsof hij graag zijn talent en inzichten wil doorgeven aan de volgende generatie. Hoe krijg je een raam vol insecten? Hoe film je een bal mest die alsmaar groter wordt. Hoe maak je kots (‘Als ze maar niet gaat overgeven van het overgeven’, grinnikt Svankmajer). Let maar eens op de geluiden, die bij Svankmajer bijna allemaal bijdragen aan het komische effect. Het lijkt alsof Svankmajer de extra’s van een dvd in de film zelf heeft gemonteerd. Veel genietbare scènes. Enige minpunt dat ik kan bedenken is dat het einde wat te gehaast overkomt.

 

Insect

Gutland
Luxemburg. Een dorp. Een Duitser. Of hij daar vakantie-arbeid kan doen. Een vrouw die met hem naar bed gaat. Hij wordt opgenomen in de gemeenschap. En speelt trompet in het lokale orkestje. Jens is (uiteraard) niet zo onschuldig als hij lijkt. Hij heeft te maken met iets wat vlak over de grens is gebeurd en is bang om ontdekt te worden.

Gutland is goed opgebouwd. In het begin zoek je naar houvast: gaat dit een drama worden, een thriller, misschien wel een tragikomedie, want het Luxemburgse platteland is soms best koddig. Er komen dan steeds meer mysterieuze zaken bovendrijven, zoals naaktfoto’s, een verdwenen kerel en een raar huis. Je wordt als kijker op een prettige manier in verwarring gebracht.

Het goede is het portret van het Luxemburgse landschap. Dat is fraai mysterieus in beeld gebracht – met achtervolging in een maïsveld als hoogtepunt. De hoofdrollen zijn ook van niveau. Wat er is misgaat, is het einde. Onafgemaakte verhaallijntjes zoals je zelden zag. Zeker drie dingen blijven onverklaard. Dat is jammer.

 

Top Knot Detective

Top Knot Detective
Sutaffu was ooit een bedrijf à la Sony. Producent in 1991 van de show ‘Ronin Suiri Tentai’ met Takashi Takamoto. Superslecht en low-budget. Nu een cultreputatie. Takamoto was een talentloos acteur met een abonnement op schandalen. Waar hij ging, waren er problemen. Vooral met zijn tegenspeler, de zoon van de baas van Sutaffu. Ze vervangen zelfs zijn serie door de SF-serie Timestrycker.

Klinkt realistisch? Dat is de grap van een mockumentary. Top Knot Detective is best aardig gelukt als mockumentary, hoewel het lang niet het niveau haalt van bijvoorbeeld Garth Marengi en Kung Fury. Die namen de foute 80’s, early 90’s al eerder op de satirische korrel. Of nog veel verder terug: Fear of a Black Hat en Spinal Tap. Dat is het probleem van bijna alles: er is al zoveel gemaakt.

Het verhaal van Dominic Pearce en Aaron McCann is daarvoor ook wat te voorspelbaar (bad boy acteur waar iedereen wel een anekdote over heeft). Aan de andere kant zijn er ook wel wat grappige passages, zoals de parodie op een raar Japans tv-programma (Nika Tako) en de dertien-in-dozijn SF-serie Timestrycker. Resultaat dus gemiddeld vermakelijk.

 

Madame Hyde

Madame Hyde
Mevrouw Géquil is lerares natuurkunde in Lyon. Ze is waardeloos in haar vak. Geen overwicht, leerlingen lachen haar uit. Een blikseminslag. Vanaf dat moment verandert er iets. Op een nacht verandert ze in ‘energie’. En op school heeft ze succes als juf. Maar ieder succes heeft een prijs.

Op momenten geestig. Huisman José Garcia, een softie die aan minimalistisch pianospelen doet: ‘Je bent de vrouw van mijn leven, van mijn dromen, van mijn nachtmerries.’ Romain Duris als fluisterende directeur in kleurrijke pakken en een onwillige haarlok.

Een sympathieke productie – maar echt goed is het niet. Het begin is dan nog wel aardig maar halverwege wordt het steeds minder om tegen het nergens op slaande einde compleet stil te staan. Zo hoog als het voltage was voor juf Géquil, zo laag is tegen het einde de energie van de film.

Het grote probleem van Madame Hyde is dat de film van acteur/regisseur Serge Bozon (Tip Top, La France) niet stijlvast is. Het gegeven past bij een komedie. Het karakter van Romain Duris is ook wel geestig. Ook José Garcia is best aardig als gevoelige huisman. Maar de leerlingen zelf hebben uiteraard die skills nog niet als acteur. En ook Isabelle Huppert zelf lijkt zich niet op haar gemak te voelen met de vereiste comedy.

Dat ligt ook aan het verhaal. Dat is warrig en wil nadrukkelijk géén komedie zijn maar iets sociaals en bovennatuurlijks. Gebeurtenissen ‘s avonds in een gettoparkje, en een fysiek gehandicapte jongen genaamd Malik, zijn de sleutel. Maar nergens wordt duidelijk welke interessante deuren dat dan moet openen. De komische – als dat al het doel was – blijven in elk geval op slot.

Dit is dan ook een minder werk in het oeuvre van Huppert. Ze is intussen vijf films verder dus zal het mislukte tussendoortje allang weer vergeten zijn.

 

29 januari 2018

 
IFFR 2018 Deel 2
IFFR 2018 Deel 3
IFFR 2018 Deel 4
IFFR 2018 Deel 5
IFFR 2018 Deel 6
 
 
MEER FILMFESTIVALS