Peter Strickland kookt met geluid

De regisseur van The Duke of Burgundy en Berberian Sound Studio over B-films en soundtracks

Peter Strickland kookt met geluid (en beeld)

door Alfred Bos

Peter Strickland staat keurig te wachten op een straathoek in de Jordaan en ziet me aan komen fietsen. “In Nederland of Denemarken denkt men niet meteen dat je een loser bent als je fietst”, merkt hij op. “In Hongarije, waar ik woon, is dat anders. Daar pakken ze zelfs voor een stukje van vijftig meter nog de auto. Status, hè. Die mentaliteit is een overblijfsel van het communisme.”

De Engelse filmregisseur, van bouwjaar 1973, weet alles van gebrek aan status. Na een veelbelovende start met kortfilms op filmfestivals in Berlijn en Edinburgh stokte zijn loopbaan. Geen enkele geldschieter was in hem of zijn filmscripts geïnteresseerd; hij zweerde cinema zelfs enkele jaren af. Na het succes van Berberian Sound Studio – twee jaar terug een aangename verrassing – behoort hij tot het Engelse filmestablishment. Het dagblad The Guardian gaf de film vijf sterren en noemde hem ‘a key British film-maker of his generation’.

Buitenbeentje
Strickland geeft dus niets om status. Hij wil mooie films zien. En maken. En dat gaat na alle lof voor zijn ‘debuut’ – waarover zo direct meer – een stuk eenvoudiger. Ook zijn nieuwe film, The Duke of Burgundy, is een buitenbeentje: de visueel fraaie verbeelding van een lesbische sm-relatie, waarin echter geen seconde seks te zien is. The Duke is het complete tegendeel van Lars von Triers met veel bombarie gebrachte ‘arthouse-porno’, Nymph()maniac.

Strickland: “Op de middelbare school regisseerde ik experimenteel amateurtoneel. Rond die tijd, begin jaren negentig, maakte ik mijn eerste super 8-film. Midden jaren negentig had ik een kortfilm, Bubblegum, op verschillende filmfestivals. Het was toen nog vrij makkelijk om op festivals vertoond te worden, want weinig mensen maakten toen kortfilms – anders dan nu.”

“De enige manier om een film te maken
was om alles zelf te doen”

De overstap naar featurefilms bleek lastig. “Je kon als het ware overnieuw beginnen”, zegt Strickland. “Tussen 2002 en 2006 heb ik niets met film gedaan, ik was bezig met muziek. De enige manier om een film te maken was om alles zelf te doen. Met een erfenis van 30.000 euro heb ik mijn eerste lange film, Katalin Varga, gemaakt.”

Dat speelfilmdebuut, in zeventien dagen gedraaid in de Karpatische bergen in Hongarije, verwierf via mondreclame langzaam een cultstatus onder liefhebbers van arthousefilm. Katalin Varga is een eigenzinnige film met een oorspronkelijke stijl, in een intrigerende mengvorm van wraakfilm, roadmovie en psychologische horror, die bovendien is voorzien van een raak gekozen, atmosferische soundtrack (van Stephen Stapleton, voorman van de Engelse industriële rockband Nurse With Wounds). “Het deed me denken aan de muziek die Popol Vuh had gemaakt voor Werner Herzogs Nosferatu”, aldus de regisseur.

Katalin Varga

Katalin Varga

Signatuur
Met Berberian Sound Studio zette Strickland zijn signatuur. De film verhaalt over een Britse technicus die in een Italiaanse studio werkt aan de geluidsband voor een horrorfilm. De horror zien we niet, die horen we alleen. Het is Stricklands ode aan het giallo-genre, Italiaanse B-films met horror en erotiek. Het is ook een meesterstukje van vertellen via geluid. De suggestie zegeviert.

“Ik hou niet van soundtracks die de kijker
vertellen hoe hij moet reageren”

Strickland: “Ik hou van soundtracks die een contrapunt bieden bij de beelden. Mijn favoriete voorbeeld is Cannibal Holocaust, waar je hele romantische muziek hoort bij wrede beelden. Dat maakt de barbaarsheid nog barbaarser. Van de meeste soundtracks die ik ken, heb ik de films nooit gezien. Ik heb jarenlang Italiaanse soundtracks verzameld, voornamelijk uit de jaren zestig en zeventig, de gouden periode. Ze gebruiken technieken uit de avant-garde (atonale, dissonante muziek) en weten daar passages met veel melodie doorheen te weven. Waar ik minder van geporteerd ben zijn soundtracks die de kijker vertellen hoe hij moet reageren.”

Na een horrorfilm zonder horror maakte Strickland met The Duke of Burgundy een film zonder ‘duke’ (hertog); er komen alleen maar vrouwen in voor. Hij is geïnspireerd op het werk van de Spaanse regisseur Jesus Franco, die vanaf de jaren zestig een reeks horror- en eroticafilms maakte.

Sleazy  films
Strickland: “Er is een genre van sleazy films dat niet in ere is hersteld zoals dat met andere B-filmgenres is gebeurd. Giallo, grindhouse, zelfs kannibalenfilms zijn allemaal herwaardeerd. Maar Euro-softporno zit nog steeds in een donker hoekje. En dat is toch een beetje jammer, want er zijn veel slechte films in dat genre, maar ook een aantal interessante ideeën. Het is dus een goed raamwerk, al is The Duke of Burgundy heel anders dan de films van Franco. We hebben zijn films gebruikt als uitgangspunt om iets anders te doen, iets wat je bijna nooit ziet.”

De film toont een lesbische sm-relatie. Zou hij ook kunnen werken met twee mannen als hoofdpersoon?

“The Duke of Burgundy is
een mannelijk perspectief”

Strickland: “Met twee mannen zou de film ook hebben gewerkt, maar dat had ik al gedaan in Berberian Sound Studio  en ik wil mezelf niet herhalen. Met een man en een vrouw in de hoofdrollen had deze film niet gewerkt. Dan waren er gender politics ingeslopen. Ik heb gekozen voor twee vrouwen, ook omdat het genre dat dicteert. Het heeft iets hypocriets: het zijn films gemaakt door heteroseksuele mannen voor een publiek van heteroseksuele mannen. Het heeft niets te maken met lesbische erotiek. Het is geheel een mannelijke fantasie. Daarom had ik The Duke in de filmtitel: het is een mannelijk perspectief.”

The Duke of Burgundy

The Duke of Burgundy

Blijkens zijn korte, maar opvallende filmografie is Peter Strickland geïnteresseerd in genrefilms die de donkere kanten van de menselijke natuur belichten. Wat trekt hem aan in genrefilms?

Genrefilms
Strickland: “Ze hebben een poëtisch element, iets wat je niet kunt zeggen van een Britse gangsterfilm. Seks en geweld zijn één ding, maar wat de Italianen met geweld deden was: ze maakten het poëtisch, als een opera, louterend. Met een Britse gangsterfilm krijg je alleen geweld, dat is niet genoeg. Neem het geweld in een film van Jodorowsky, dat is volkomen surreëel. Dat surreële element zit ook in de Euro-seksfilms, en in de giallo-films. In de films van Franco zitten momenten die even poëtisch zijn als de films van noem maar een beroemde naam.”

“Producers waren enkel
geïnteresseerd in seks”

“Je komt er in seksfilms beter mee weg, want de producers waren enkel geïnteresseerd in de seks. Die hadden geen belangstelling voor het verhaal. In horror willen de producenten nog steeds een intrige en personages. Dus tussen de seksscènes heeft de regisseur complete vrijheid en daar zie je soms prachtige dingen. Is dat met opzet? Of toeval? Is het klungeligheid? Er zijn saaie momenten, maar ook bijzondere momenten. Ze hebben karakter en daar ben ik naar op zoek in films, karakter. Films worden niet gemaakt door comités. In exploitatiefilms kom je soms regisseurs tegen die iets magnetisch hebben.’

Voelt Strickland affiniteit met vakgenoten van zijn generatie? Hmm, daar moet hij even over nadenken.

“Niet echt. Ik respecteer wat anderen doen, vaak kan ik hun films erg waarderen. Maar ik voel geen esthetische verwantschap of sociale connectie. Ik woon in Hongarije, dus ik zie niemand uit dat wereldje. Het is een goede tijd om Engelse films te maken. Maar op hetzelfde moment komen er goede films uit Hongarije. En uit Spanje. Ik heb nooit last gehad van chauvinistische gevoelens. Het maakt me niet uit waar een film vandaan komt, zolang het maar een goeie film is. Als Steve McQueen een Griek was, zou ik nog steeds naar zijn films kijken.”

Londen is een stad voor rijke mensen
Het kan voordelig zijn om niet tot een kliek of bij een scene te behoren, het behoedt de creatieveling voor onbewuste beïnvloeding of de subtiele druk van het groepsdenken.

Berberian Sound Studio

Berberian Sound Studio

“Ik ben beïnvloed door oudere films, niet door tijdgenoten”, zegt Strickland. “Ik probeer mezelf vrij te maken van die invloeden uit het verleden, om iets nieuws en eigens te maken. Om genres niet als uitgangspunt te gebruiken en in het donkere gat te stappen. Het moet geen routine worden. Ik zie het punt over isolement, maar dat was niet de reden om naar Hongarije te verhuizen. De reden was domweg: geld. Het is onmogelijk geworden om in Londen te wonen. De enige manier om te overleven, zowel financieel als artistiek, was om als de drommel uit Londen te vertrekken. Deze films had ik niet kunnen maken als ik in Londen was gebleven. Het is een stad voor rijke mensen geworden. Mij maakt het niet uit dat mensen me als een loser zien, daar ben ik niet mee bezig.”

“Ik probeer me vrij te maken van
invloeden uit het verleden”

Strickland regisseerde de concertfilm Biophilia, waarin de IJslandse zangeres Björk het gelijknamige album uitvoert voor publiek. Hoe is dat gebeurd?

Strickland: “Dat was een blind date, eigenlijk. De filmproducente meende dat het een goed idee was dat Björk en ik elkaar zouden ontmoeten. We hebben eerst veel gesproken voor we besloten samen te werken. Björk kan iedereen krijgen, ze wil weten of het gevoelsmatig goed zit, dus hebben we eerst veel gepraat, over muziek en avant-garde kunst. Ik vond het prettig om in een dienende rol te werken. Als concertregisseur beeld je haar visie uit, niet jouw visie. Daar gaf ze me overigens alle vrijheid in.”

Biophilia

Biophilia

Hobby
Het zal niet verbazen dat de filmregisseur die zoveel oor heeft voor geluid in zijn vrije tijd hobbiet in een elektronisch kwartet, The Sonic Catering Band. “We maken collages van geluiden die worden geproduceerd bij het koken, een soort musique concrète van hak- en snijgeluiden. Aanvankelijk trokken we de samples door alle beschikbare effectapparatuur, maar ik heb van avant-garde muziek geleerd dat je dat beter niet kunt doen. Effecten verouderen snel en je kunt je achter effecten te makkelijk verschuilen. We treden af en toe op.”

Na een film te hebben geregisseerd over een geluidstechnicus maakt Strickland nu hoorspelen, een bijna uitgestorven kunstvorm. “Dat heb ik altijd al willen doen”, vertelt hij enthousiast. “Het gaat snel, het kost geen geld, er komt geen politiek bij kijken, het is uit op de radio, klaar.” Hij werkt deze zomer met Berberian Sound Studio-acteur Toby Jones aan een hoorspel voor BBC Radio 4 dat met Halloween wordt uitgezonden. Iets met horror dus. En geluidsmanipulatie. “Je kunt met acteurs werken. En je kunt dingen uitproberen die je later voor een film kunt gebruiken. Plus veel vrijheid.”

 

17 juli 2015

 

Lees ook de RECENSIE van The Duke of Burgundy.

 

Alle interviews