LIFF 2016 – Deel 4

Deel 4 : Liever studie dan oorlog, Britse roadmovie en Mel Gibson

door Wim Meijer

In het laatste deel van het LIFF 2016 aandacht voor een mooi debuut waarin een overtuigd atheïst liever studeert dan dat hij vecht in de oorlog, een Britse roadmovie van hoog niveau én de nieuwste film van Mel Gibson waarin de gelovige Desmond Doss juist wél wil deelnemen aan de strijd, maar weigert wapens te gebruiken.

 

Indignation

Indignation
Indignation is een film met joodse humor die de gebroeders Coen zou bekoren. Het is echter niet het illustere duo, maar scenarist James Schamus (Crouching Tiger, Hidden Dragon) die de lachers op de hand heeft in deze retro tragikomedie.

Het is 1951 als Marcus (Logan Lerman) de dienstplicht weet te ontlopen omdat hij een beurs heeft. Hij mag gaan studeren in Ohio, waar hij de degens kruist met de decaan, Olivia ‘the blowjob queen of 51’ Hutton en niet in de laatste plaats met zichzelf. Marcus is overtuigd atheïst, heeft een joodse achtergrond, een paar bemoeizuchtige ouders en weigert zich te schikken naar de moraal van de decaan. Het levert tot twee maal toe fenomenale scènes op in het kantoor van decaan Caudwell, uitstekend gespeeld door Tracy Letts. Het verhaal van de rabbi uit A Serious Man is er niks bij.

Indignation blinkt uit in z’n scherpzinnige humor, achteloos acteerwerk van Lerman en Letts en intelligente discussies waarbij theorieën van Sigmund Freud en citaten uit het werk van Bertrand Russell niet worden geschuwd. De eerste langspeler van James Schamus doet verlangen naar meer.

 

Burn Burn Burn

Burn Burn Burn
De premisse van deze Britse komedie is even geniaal als luguber: een terminale vriend verzwijgt zijn ziekte tot het allerlaatste moment en stuurt na zijn dood zijn twee beste vrienden op een roadtrip om zijn as op vier verschillende plekken in het Verenigd Koninkrijk uit te strooien.

Na afloop van de film was er een Q&A met de regisseuse en scenariste, twee Britten in hart in nieren. De humor van de dames – aanstekelijk en gortdroog – kenmerkt ook de film. Niets zo lekker als Britse bijdehandjes die in volzinnen fulmineren over de zinloosheid van het bestaan. Een mooi uitgewerkte vriendschap tussen de hoofdrolspeelsters – de een wars van een schuldgevoel, de ander een flierefluiter met relatieproblemen – vormt de basis van Burn Burn Burn en zoals het een goede roadmovie betaamt passeren ook genoeg andere vreemde en hartverwarmende personen de revue.

In Burn Burn Burn waan je je in het ongerepte Schotland, wil je toeren met je vrienden – liefst met een andere reden – en vier je het vrije leven. Ondanks de thematiek valt er veel te lachen met humor die doet denken aan The Trip en Sightseers. En er is nog meer goed nieuws, want Netflix heeft deze film gekocht. Die kan je dus meteen vanavond kijken. Daar ga je geen spijt van krijgen.

 

Hacksaw Ridge

Hacksaw Ridge
Mel Gibsons carrière zag er tien jaar geleden (na wat antisemitische uitspraken en een constante staat van dronkenschap) net zo rooskleurig uit als het decor van Hacksaw Ridge, een slagveld op Okinawa waar de gedemoniseerde regisseur/acteur zijn laatste film situeert. Maar Mel Gibson zou Mel Gibson niet zijn als hij niet elke keer opkrabbelt, zoals zijn iconische karakter uit Lethal Weapon. Sinds 2010 is hij met een comeback bezig en na een lekkere rol in Blood Father eerder dit jaar, levert hij nu zijn vijfde film af als regisseur.

Hacksaw Ridge is een romantische oorlogsfilm. Denk aan Brothers. Nu is er in bijna elke oorlogsfilm wel ergens een liefje te bespeuren op het moment dat mannelijke hoofdrolspelers zich klaarstomen voor de strijd. Op zich ook hulde voor Gibson, die de vrouw in kwestie (de adorabele Teresa Palmer) wat schermtijd gunt. Maar dat je de eerste drie kwartier naar een romance zit te kijken die pijn doet aan de tanden, kan niet de bedoeling zijn. Het eerste deel, waarin Gibson de personages introduceert en ze ontwikkelt, is een mierzoet romantisch clichématig drama waarbij alle subtiliteit mist. Dit suikerspinnetje brandt regelrecht door de glazuurlaag tot het moment dat Desmond Doss (Andrew Garfield, bijdehand als altijd) zich aanmeldt bij het leger. Hij is overtuigd christen, weigert wapens aan te raken, wil wel zijn land dienen en zal uiteindelijk uitgroeien tot een held.

Tijdens de scènes in het leger toont de regisseur zich van zijn beste kant, met een goed oog voor actie, gruwelijke beelden, een hoge mate van realisme en heroïek zonder te vervallen in Amerikaanse superioriteitsgevoelens. De ontknoping en karakterontwikkeling maken veel goed ten aanzien van het eerste stuk van de film. Met name de aftiteling, met de overlevenden van de invasie op Okinawa, maakt indruk. Het is in feite een kopie van The Pacific, waarbij Mel Gibson wat meer tijd aan de strategie rondom de veldslagen had mogen besteden, en minder aan romantiek. Desondanks een indrukwekkende film.

 

9 november 2016

 

DEEL 1

DEEL 2

DEEL 3

 

MEER FILMFESTIVALS