LIFF 2015 – Deel 1

Deel 1: Modetrends in de misdaadfilm 

door Bob van der Sterre

In Leiden kwamen nieuwe modes in misdaadfilms langs. Het is interessant om de varianten bij elkaar te zien.

Er zijn twee voorbeelden van de eerste mode: de Martin Scorsese-achtige epische speelfilm. Zich afspelend in de jaren zeventig, met lang uitgesponnen dramatische scènes, afgewisseld met snelle montage met muziek. Een en al aandacht voor art direction.

La French

La French – Gangsters in Marseille
In La French vindt onderzoeksrechter Pierre Michel dat het eens uit moet zijn met de macht van gangsters in Marseille, in het bijzonder de Napolitaan Gaëtan Zampa, de baas van de lokale bende. Die verdiende in de jaren zeventig veel geld met drugshandel naar de VS. De rechter en de gangster doen niet veel voor elkaar onder in hun onconventionele aanpak.

La French is een film waar ik hoge verwachtingen van had. Frans, Jean Dujardin, jaren zeventig, Marseille? Dat kan niet tegenvallen. Maar dat doet het dus wel.

Het probleem is dat de film oogt als een film van Martin Scorsese, maar decennia te laat. Je ziet de invloed van films als Goodfellas en Casino erdoorheen, zo helder, alsof de film van glas is en niet van celluloid. Bovendien zijn de clichés niet te tellen. ‘Onverwachte’ liquidaties; intense babbeltjes tussen magistraten op de wc; met de hoorn tegen de telefooncel slaan en dan inzakken en huilen; half afwezig zijn bij een feestje met vrienden (slow motion lachen op achtergrond). Ja, zelfs de close-up van de naald in de arm (met funkmuziek) ontbreekt niet. En als je dan denkt dat je álles hebt gehad, had je nog altijd de gangster die slecht nieuws hoort als hij net uit zijn zwembad stapt (moeilijk gezicht, grijpt zwijgend handdoek).

Black Mass

Black Mass – Epische misdaadromantiek
In Black Mass nog meer epische misdaadromantiek uit de jaren zeventig. Hoe een gangster, broer van een politicus, als zogenaamd informant jarenlang de FBI min of meer aan een lijntje houdt. Met veel drama tot gevolg.

Depps interpretatie van crimineel Jimmy Bulger is een nieuw hoogtepunt in psychopaten in film. Knap staaltje gedaanteverandering. Zowel letterlijk als figuurlijk.

De jaren zeventig zijn weergaloos mooi neergezet en het absurde misdaadverhaal gaat er makkelijk in, maar ook hier hangt de schaduw van Martin Scorsese boven. Bij hem is die epische stijl altijd iets natuurlijks. Hier voelt het gelikt en gemaakt, alsof het een modieus iets is, en moet je het bovendien doen met een misselijkmakende, vervelende hoofdpersoon, waarvan je je afvraagt of dat verstandig is voor een film. Black Mass ziet er mooi uit maar is volgens mij inhoudelijk ook niet veel meer dan bikkelharde misdaad.

Cop Car

Cop Car – Lichtvoetige indiefilm
Een ander soort modetrend in het misdaadgenre is de lichtvoetige indiefilm. Cop Car is er zo een. Het gaat nergens over maar het is wel vermakelijk.

In Cop Car is voor de verandering iedereen een schurk. De eerste ‘schurken’ zijn twee tieners die gaan joyriden met een auto. Niet zomaar een auto, maar een auto van een sheriff en niet zomaar een sheriff, maar een corrupte sheriff. Er zit alleen nog iemand in de achterbak, een gewone schurk, die de sheriff graag terug wil.

Hier niets episch te zien. Wel twee jongens die in de logica van hun jongenswereldje leven. In dat wereldje is een CPR-machine leuk speeltuig. ‘Mik je wel op het kogelvrije vest?’, zegt het jongetje dat dient als doel voor de ander. Met ‘do not cross’ tape kun je leuk de ander inwikkelen.

Het verhaal is voor niemand echt aardig. Kevin Bacon als corrupte sheriff komt ook in problemen, zo ook de gekidnapte boef. Dat is opvallend. Bovendien gepassioneerd acteerwerk. Maar het wordt toch flink grimmig op het einde. Daar kun je met Amerikaanse films bijna de klok op gelijk zetten: er moest nog even gechoqueerd worden.

600 Milas

600 Milas – Typisch ogende karakters
En de modetrend die we nog misten, is de hyperrealistische misdaadfilm. 600 Milas is een voorbeeld. Dus typisch ogende karakters waarvan het lijkt alsof ze daar echt rondlopen; onlogische verwikkelingen; documentaire-achtige beelden van lelijke straten; een onverzinbaar verhaal; rommelige actiescènes.

Het is onduidelijk wat je als kijker met het verhaal moet doen. We zien Tim Roth als Amerikaans agent de wapenhandel tussen de VS en Mexico controleren. Na een incidentje wordt hij in een auto gekidnapt door een beginnende wapendealer, een jongen die veel te gevoelig is voor de echte misdaad, en meegenomen naar Mexico.

Uiteindelijk gaat het verhaal nergens heen. Het is een manier van filmen die volgens mij vooral de regisseur plezier geeft, want hij kan de werkelijkheid herscheppen. De film lijkt een einde zelfs overbodig te vinden. In de zaal klonk dan ook: ‘hè?’

Het zet aan het denken dat het juist de misdaadfilms zijn over de jaren zeventig, een tijdperk waarin diverse misdaadklassiekers werden gemaakt, die amper iets origineels bieden. Denk ook aan films als Mesrine met Vincent Cassel of American Gangster met Denzel Washington. Ze willen te mooi en te belangrijk zijn, zonder dat ze dat zijn, dat is het enige wat ik ervan kan maken.

 

3 november 2015

 

VERSLAG LIFF 2015 DEEL 2
VERSLAG LIFF 2015 DEEL 3
VERSLAG LIFF 2015 DEEL 4