Waar is het onvervalste plezier van de vroegere westerns gebleven?

Ondertussen, op de redactie:

Waar is het onvervalste plezier van de vroegere westerns gebleven?

BOB:

Een tijdje geleden mailde ik met Alfred over westerns, naar aanleiding van mijn stukje over oostelijke westerns. Ik vroeg me toen af: waar is het onvervalste plezier van de vroegere westerns gebleven? Waarom mag je als kijker niet meer genieten van een bargevecht, een schietpartij of een overdreven handgemeen? Artistieke pulp als Faccia a Faccia of They call him Trinity (of een vrolijke western als Cat Ballou!) is toch heel wat anders dan de ernst van deze film of deze film, die ogen als realistisch psychologisch drama.

Is dit broodnodige vernieuwing van een genre of is dit vernieuwing met een gebroken kompas? Of zijn er meerdere kompassen in omloop, zoals de moderne bewerking van The Magnificent Seven laat zien? ‘Is de western terug van nooit helemaal weggeweest?’, vraagt Alfred zich af in zijn recensie. Je kunt misschien ook denken aan de serie Deadwood (tien jaar oud) en True Grit van de gebroeders Coen (zes jaar oud).

Als het gaat om vermaak versus ‘de werkelijkheid schetsen’ citeer ik graag Karel van het Reve: ‘Overigens is escape, de vlucht uit de werkelijkheid, juist een morele rechtvaardiging van de kunst. Gaf zij de werkelijkheid weer, dan was zij overbodig. Werkelijkheid is immers in onbeperkte hoeveelheid voor een ieder altijd en overal te krijgen. Waartoe al die moeite om iets te maken dat er al is?’

Wie kan er meer over vertellen?

 

The Magnificent Seven (2016)

 

GEORGE:

Check dit: http://www.imdb.com/title/tt1895315/
Van onze Eigen Martin Koolhoven.

Maar Bob, hoe zit het dan met Wild Wild West? ;-)
https://www.youtube.com/watch?v=_zXKtfKnfT8

Volgens mij kan je westerns ook onderverdelen in andere genres:
-Horror: http://www.imdb.com/title/tt2494362/
-Sci-fi: http://www.imdb.com/title/tt0409847/?ref_=nv_sr_1
-Animatie: http://www.imdb.com/title/tt1192628/?ref_=nv_sr_1
-Komedie: http://www.imdb.com/title/tt2479478/?ref_=nv_sr_1

Probleem is misschien dat veel Western-tropes zijn verworden tot clichés (standoff, bargevecht, kaartspelletjes) die tot in den treure zijn uitgemolken en hun kracht hebben verloren.

 

ALFRED:

Over de western zijn boeken volgeschreven, academische studies zelfs. Er zijn sinds D.W.Griffiths The Birth of a Nation (1915) zo’n achtduizend westerns gemaakt, van Amerika tot Rusland en Zuid-Korea aan toe; dit najaar verwelkomen we de eerste ‘kaaswestern’, Martin Koolhovens Brimstone. Alleen de misdaadfilm komt in de buurt van die cijfers.

Brimstone

Wat is een western? Is The Birth of a Nation (1915) een western? Griffiths film speelt in het Zuiden van Amerika, op het platteland; in de jaren na de Burgeroorlog en handelt over wetteloosheid; er zijn geen indianen te bekennen. Ik zou zeggen: western. Op zijn minst: de kraamkamer van de western. Wie het daar niet mee eens is, heeft aan Hell’s Hinges (Charles Swickard, 1916) de eerste film die onmiskenbaar ‘western’ is.

Is The Revenant, van eerder dit jaar, een western? Alejandro Iñárritu’s film speelt in de Amerikaanse wildernis, waar geen gezag of justitie is te bekennen; telt bloeddorstige indianen en blanke bandieten; en speelt in de jaren twintig van de negentiende eeuw. Ik zou zeggen: geen western. Zo gezien vallen Michael Manns The Last of the Mohicans (1992) en Terrence Malicks The New World (2005) ook buiten het genre.

Het verschil: de periode. De western is gesitueerd in de jaren tussen het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog en het notoire bloedbad van Wounded Knee dat de definitieve onderwerping van de indianen markeert, ruwweg van 1865 tot 1890; doorgaans – maar niet exclusief – in de prairies van het Mid-Westen of de woestijn van het Zuid-Westen, in een omgeving waar orde en gezag zich nog niet hebben gevestigd. De strijd tegen de natuur, ook de menselijke natuur, staat centraal.

Die achtduizend westerns sinds The Birth of a Nation zijn op te splitsen in een groot aantal subgenres. Ik noem de bekendste: de wraakwestern, de cavalerie western, de cattle drive western, de mountain man western, de gold rush western, de rodeo western, de Freudiaans getinte family western, de eigentijdse western, de revisionistische western, de spaghettiwestern, de acid western en de komische western. De mythe rond Wyatt Earp en de historische shoot-out in de OK Corral is bijna een subgenre op zich geworden. Dito de verhalen rond Billy The Kid en Jesse James.

Begin jaren vijftig was in Amerika de musical-western – of is het de western-musical? – populair: Oklahoma!, Annie Get Your Gun, Calamity Jane (met Doris Day) en Seven Brides for Seven Brothers. Na Paint Your Wagon (1969) is er van het subgenre niets meer vernomen. Ik treur niet.

Anders dan film noir is de western geen stijl, maar een genre. Een genre dat zo archetypisch is dat het niet vastzit aan de begrenzingen van tijd (1865-1890) en ruimte (het Amerikaanse Westen). Ook buiten prairie en woestijn blijft de pioniersproblematiek herkenbaar als western: Distant Drums (Raoul Walsh, 1951) speelt in de moerassen van Florida. Daar is ook een eastern western van Budd Boetticher, Seminole (1953), gesitueerd.

Er is een western zonder pistolen, Four Faces West (Alfred E, Green, 1948) en meerdere westerns met vrouwen in de hoofdrollen, zoals Woman They Almost Lynched (Allan Dwan, 1953) en Johnny Guitar (Nicholas Ray, 1954). John Sturges’ Backlash (1956) verkiest spanning boven actie en 5 Card Stud (Henry Hathaway, 1968) is een moordmysterie vermomd als western.

Winchester '73

En natuurlijk is de western noir gedraaid, Blood on the Moon (Robert Wise, 1948) bijvoorbeeld. Ook de reeks westerns die Anthony Mann in de jaren vijftig maakte, beginnend met Winchester ’73, zijn te bestempelen als noir.

Zelfs als de western uit zijn natuurlijke ecotoop wordt getild en verplaatst naar het heden blijft het herkenbaar als western. Martin Ritt introduceerde in 1963 de eigentijdse western met Hud (Paul Newman in de titelrol). Het subgenre is doorgaans gesitueerd in Texas, met John Sayles’ meesterwerk Lone Star (1996) als absolute hoogtepunt: het is een eigentijdse western, een film noir moordmysterie én een Italiaans romantisch drama uit de jaren zeventig ineen. Over enkele weken verschijnt de eigentijdse western Hell or High Water in de Nederlandse bioscoop, mensen die hem al hebben gezien zijn verrukt.

Er bestonden dus al vele soorten westerns toen het genre na de flop van Heaven’s Gate (Michael Cimino, 1980) uit de gratie viel. Nadat de western grotendeels – maar nooit helemaal – uit de bioscoop was verdwenen, zijn daar nog postmoderne subgenres als de horror western (Near Dark, de vampier western van Kathryn Bigelow uit 1987) en de sciencefiction western (Back To The Future III,1990) bijgekomen. George noemde al enkele recente voorbeelden van die postmoderne mengvormen.

Exclusief postmodern is het mengen niet. De cavalerie western is in feite een mix van de genres western en oorlogsfilm: het Amerikaanse leger tegen de indianen, zie Walter Hills Geronimo: An American Legend (1993).

‘De’ western bestaat dus niet. En wat is het verschil tussen de western en de gangsterfilm? In feite weinig meer dan tijd en plaats, de setting en de periode. De western speelt in de natuur, ver van de beschaving; de gangsterfilm in de grote stad, onder de neus van de autoriteiten. De genres zijn al vroeg gekruist, Gun Smoke (1931) was de eerste. Walter Hill, die van Geronimo, deed het in 1996 met Last Man Standing, zijn gangster-meets-western pastiche van Kurosawa’s Yojimbo (1961). Die had eerder al model gestaan voor A Fistful of Dollars (1964), de eerste van Sergio Leone’s vermaarde Dollars-trilogie met Clint Eastwood.

Unforgiven

Al waren ze de afgelopen 35 jaar dun gezaaid, de western is nooit verdwenen. Clint Eastwoods Unforgiven (1992) is de ultieme wraakwestern. Er was de 2007 remake van de jaren vijftig klassieker 3:10 to Yuma en de Coen Brothers deden het John Wayne-vehikel True Grit (1969) opnieuw. Ron Howard vermengde de wraak en acid western en voegde er een scheut horror aan toe in The Missing (2004). Zelfs de cattle drive western (archetype: Red River van Howard Hawks, 1948) bereikte de 21st-eeuwse bioscoop in de vorm van de lang niet verkeerde Open Range (2003).

George noemde al The Ridiculous 6, een parodie op de klassieke western en een duidelijk bewijs dat het genre onverwoestbaar is. En de western is onverwoestbaar omdat hij meegroeit met zijn tijd en zich voegt naar nieuwe omstandigheden.

Dat doet ook Antoine Fuqua’s nieuwe interpretatie van The Magnificent Seven die nu in de bioscoop draait. Anno 2016 bestaat het team vrijbuiters uit een Afro-Amerikaan, een indiaan, een Aziaat en een Mexicaan; dan zijn er nog drie blanken: een zuipschuitende Ier, een maffe mountain man en een Zuidelijke gentleman met oorlogstrauma. Deze versie van Kurosawa’s Seven Samurai is een multiculturele western, een nieuwe variant op het subgenre van de revisionistische western waarin de cowboy niet automatisch goed en de indiaan niet automatisch slecht is.

De plooibaarheid van de western maakt dat het genre is te zien als barometer van de Amerikaanse samenleving, betoogde socioloog Will Wright in zijn klassiek geworden studie, Six Guns and Society (1975). De nieuwe versie van The Magnificent Seven past naadloos in zijn betoog.

Onderweg naar de persvoorstelling kwam ik André Waardenburg tegen, filmcriticus van NRC Handelsblad, en we fietsten samen op. Ik verwees naar het boek van Wright, hij noemde Jim Kitses’ studie van de western, Horizons West, vernoemd naar de 1952 klassieker van de archetypische Amerikaanse western-regisseur Budd Boetticher.

André zag na afloop in het geboefte terroristen die de samenleving onveilig maken. Voor mij staat de mijnindustrieel voor de neoliberale variant van het kapitalisme.

Ik wil maar zeggen: aan de western valt zo veel meer te beleven dan fluitende kogels en zoevende pijlen. Het is vermaak én het zegt iets over de werkelijkheid waarin we leven. Dat maakt het ook een beetje kunst. Ik ben het dus roerend eens met Karel van het Reve.

Meer westerns, graag! Ik maak me op voor de re-release van Once Upon a Time in the West. Al zijn ze Rio Bravo vergeten, hier de favoriete tien van andere liefhebbers.

 

Stagecoach

 

COR:

The Birth of a Nation (1915) is wat mij betreft eerder het vertrekpunt van de Amerikaanse filmgeschiedenis dan een western. Of je moet de strijd tussen de Ku Klux Klan (volgens Griffith destijds ‘de redder van de natie’) en de zwarte bevolking in het Zuiden die na de Burgeroorlog meer rechten had gekregen, zien als een bloeddorstig treffen tussen cowboys en indianen.

Hij duurt maar elf minuten, maar volgens mij kan The Great Train Robbery (1903) worden beschouwd als de allereerste western. Na die tijd werden ‘cowboyfilms’ niet echt meer serieus genomen en waren ze veroordeeld tot B-film: klein budget, onbekende acteurs en weinig publiciteit.

John Ford, die zojuist een Oscar had gewonnen met zijn drama The Informer (1935) zorgde met Stagecoach (1939) met John Wayne voor een sensationele opleving van het genre. Ford filmde voor het eerst in het indrukwekkende rotsenlandschap van Monument Valley, waar later nog veel meer films werden opgenomen, zoals Back to the Future 3, door Alfred sciencefictionwestern genoemd. Het was nog de tijd dat shoot-outs door de (zelf)censuur zich buiten beeld afspeelden.

Aan het imposante rijtje subgenres zou ik graag de kung fu-western willen toevoegen (over B-films gesproken) met als dubieus hoogtepunt Kung Fu Brothers in The Wild West, dat het mogelijk kan schoppen tot de Camera Obscura van Bob. Waarschijnlijk geïnspireerd op de wereldberoemde tv-serie met David Carradine als Shaolin-monnik die enkel wijze woorden – en in uiterste gevallen met zijn handen en voeten – sprak. Toen al was de western een barometer van de Amerikaanse samenleving; sindsdien is het veel moeilijker om goed van kwaad te onderscheiden.

 

27 september 2016

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’