IFFR 2017 – Deel 3

Verslag IFFR 2017 Deel 3:

Communisten, op hol slaande nudisten en goudzoekers

door Bob van der Sterre

Rotterdam in de ban van film. Het IFFR duurt nog tot komende zondag. Dit is het derde verslag.

Selbstkritik eines bürgerlichen hundes

Duitse humor bestaat
Wie wil geen films maken? Julian Radlmaier wil dat ook. Hij speelt zichzelf als een jonge regisseur die graag films wil maken. En hij maakt Selbstkritik eines bürgerlichen hundes. Oei oei, vast weer een pretentieuze filmacademiefilm denk je dan. Maar soms loont het niet al te vooringenomen te zijn. Het resultaat is verrassend grappig.

Julian ‘ontmoet’ Camille, een Amerikaans meisje, in een museum. Ze is niet in hem geïnteresseerd maar wel in zijn project voor een nieuwe film. Hij wil research wil doen op een appelplantage, voor een communistische film zegt hij erbij, om zo haar politiek geëngageerde hart te winnen.

Het valt alleszins tegen. Vlad, de Bulgaarse appelplukker aan wie Julian wordt gekoppeld, is een naar baasje. En Julian is zelf erg schijterig. Zodra de eerste appelplukker over revolutie begint, neemt hij al de benen met zijn rolkoffer.

‘You are far too law abiding for a communist filmmaker’, krijgt Julian dan ook te horen van zijn droommeisje. Ze vindt de langslopende reïncarnatie van Franciscus van Assisi interessanter. Zij reist naar Italië met twee appelplukkers om daar het communistische geluk te vinden. Daarmee echoët de film vermoedelijk het werk van regisseur Werner Schroeter (Nel regno di Napoli uit 1978), van wie Julian een assistent is geweest.

De film begint een beetje aarzelend maar overwint dan toch met charme die je kent van Wes Andersons films (ongewone karakters, kurkdroge humor, stiltes, symmetrie). De onglimlachbare Camille is een leuk ongemakkelijk duo met Julian (Duitse humor bestaat, weer een bewijs). Het gedeelte in Italië is dan wel een beetje rare eend in de bijt; hoewel de Q & A in de film wel een sterke vondst is – dat scheelt na afloop weer twintig minuten van je tijd.

The Man

Lege mannen uit een vrouwenfantasieboekje
In The Man zien we andere artistieke mannen. Man 1 is Simon, wereldberoemd kunstenaar. Man 2 is Casper, zijn zoon en ook de mysterieuze streetart artist The Ghost.

De film heeft zo zijn momenten. Die zijn vooral te denken aan het uitstekende acteerwerk van Søren Malling als wereldvreemde superster Simon. Bijvoorbeeld hoe hij vanzelfsprekend met een van zijn assistentes naar bed gaat. Of zijn zoon niet kan begroeten zonder meteen beledigd te zijn. Hij is zo wispelturig als het woord wispelturig dat maar kan uitdrukken. Het ene moment razend en geagiteerd, het andere moment ineens toegankelijk.

Maar dat is ook alles. Een probleem is het script van regisseuse Charlotte Sieling. Alles aan dit script ademt een typische vrouwenfilm. Dat is best rampzalig als de hoofdpersonen twee mannen zijn. Allereerst die hele superberoemdheid van Simon. Hoezo? denk je dan. De film gaat namelijk totaal niet over kunst. Of dan Casper, die meer jong en fotomodel is dan een echt karakter, want er is niets mis aan hem. Twee totaal lege mannen uit een vrouwenfantasieboekje.

Wat me dan het meest boos maakt is dat sommige vrouwen kennelijk denken dat mannen emotioneel zulke zwakke wezens zijn. Liever nog maar een keer Todd Solondz’ Happiness kijken. Daarin zijn mannen en vrouwen tenminste allebei even simpel.

Caini

Doos vol losse eindjes
Ook wereldvreemde mannen in het Roemeense Caini (honden). De honden zijn in de film de menselijke achterblijvers, de boevenbende die hun alfaleider (de baas van een enorm land) moet missen. Die is namelijk overleden. Zijn kleinzoon (Roman) komt nu langs om het enorme terrein te verkopen.

‘s Avonds komen autolichten Romans rust verstoren. Dat is de bende van zijn opa, komt hij achter. Ze komen vaker ‘s avonds moeilijk doen. Naar eigen zeggen om een zwijn met hondsdolheid te doden. Als er dan een voet in een vijver wordt gevonden, is het niet moeilijk te raden wie daarvoor verantwoordelijk is.

De film heeft zo zijn momenten (uitpakken van de voet, in lichterlaaie zetten van dol zwijn) maar is door de bank genomen niet zo interessant. Tempo ligt laag, cameravoering is niet zo origineel. Mooi landschap, ja, maar daarvoor kun je ook de trein naar Roemenië pakken.

Het probleem zit hem in een script dat opbouwt maar zich niet zo goed raad weet met een doos vol losse eindjes. Wat doet die vriendin daar? En wat mankeert die Samir ineens? En hoezo heeft iedereen ineens haast? De rollen van de bad guy Samir (Vlad Ivanov) en laconieke agent Hogas (Gheorghe Visu) zijn dan wel sterk maar dan hadden ze beter een eigen film kunnen krijgen in plaats van bijrollen. De ‘liefhebber’ zal misschien genieten van een Tarantino-achtig geweldsmoment hier en daar, maar intussen komt zoiets behoorlijk archaïsch over.

Los Decentes

Volle naaktheid in Argentinië
In de Argentijnse film Los Decentes gaat het om een vrouw: Belén. Ze werkt als werkster, verveelt zich in de middag, loopt wat rond. En komt op een nudistenterrein. Ze aarzelt en dan geeft ze zich over, in haar volle naaktheid.

De nudisten laten haar thuis voelen. Niets hoeft of moet – cursussen tantrische seks worden net zo makkelijk afgewisseld met een beetje varen in een bootje. Hoe kan iemand dan in staat zijn om elektrische hekken om het kamp neer te zetten? Het idee is om het blote gespuis buiten (of eigenlijk meer binnen) te houden.

Het duurt wel drie kwartier voordat de film een interessante afslag neemt. Misschien is dat ook wel een goede keuze, want zo is het wel overtuigend hoe Beléns nieuwsgierigheid wordt geprikkeld. Zij is uiteraard emotieloos en charmeloos, zoals je zo vaak ziet in een arthousefilm. Sowieso voldoet deze film helaas volledig aan de look and feel van een doorsnee arthouse.

Verder best een aardige film die onderhoudend is tot het einde maar met het ridicule plot wel veel goodwill bij de kijker wegvaagt.

Dawson City: Frozen Time

Kraamkamer van de cinema
We eindigen met goudkoorts voor cinefielen! Dawson City: Frozen Time is geen speelfilm maar een documentaire. We worden meegenomen via films en foto’s naar de goudkoortsbonanza in de regio Klondike. Denk aan Charlie Chaplins Gold Rush.

Het werd vrij snel heel druk in het maar net bestaande stadje Dawson toen er goud was gevonden. Gokhallen schoten als paddenstoelen uit de grond. Later kwamen er ook bioscopen bij. Dawson werd toen het laatste station van een lange rit van filmvoorstellingen – meestal kwamen de films daar pas twee jaar na de première.

Wat te doen met al die films? Filmrollen werden vroeger bovendien van het uiterst brandbare nikkel gemaakt. En toen het zwijgende tijdperk over was, werden ze gedumpt in de Yukon-rivier, in stapels verbrand en als steunmateriaal onder het plaatselijke ijshockeyveldje gestopt – waar een leeg zwembad onder zat.

In de jaren zeventig kwamen de kisten met films – jarenlang in de permafrost vastgezeten – ineens boven. Filmarcheologen hadden daarmee een cinematografische goudmijn aangeboord. Diverse zwijgende films die al vergaan waren (80% van de nitraatfilms was verloren). De meeste rollen hadden vochtschade, maar toch iets om erg blij van te worden.

Bill Morrison reconstrueerde de geschiedenis van Dawson met het beeldmateriaal (en ander materiaal). Het levert een fascinerende documentaire op waarin je getuige bent van de goudkoorts, de gevolgen ervan, en hoe de cinema leefde in die tijd (een wegwerpproduct).

Een portret van de kraamkamer van de cinema – voor de echte liefhebber natuurlijk onmisbaar materiaal.

 

3 februari 2017

 

IFFR 2017 DEEL 1
IFFR 2017 DEEL 2
IFFR 2017 DEEL 4
IFFR 2017 DEEL 5  
IFFR 2017 DEEL 6

 

MEER FILMFESTIVALS