IFFR 2017 – Deel 6

Verslag IFFR 2017 Deel 6 (slot):

Ratten, eeuwigdurende shoot-outs en Hollandse originaliteit

door Bob van der Sterre

Weer een jaar wachten op bizarre actiefilms uit de Filipijnen, routinematige coming of age-films en hier en daar een aangename verrassing. Hieronder de films van de laatste dagen.

Rat Film

Onthutsend beeld van Baltimore
Rat Film
is een documentaire over het rattenprobleem in Baltimore. We zien Baltimorians die de ratten te grazen willen nemen. Een duo, de een met hengel, de ander met honkbalknuppel. Een man (hoe Amerikaans) die een immense collectie wapens heeft om ratten af te schieten. De professionele rattenverdelger, die eerlijk zegt: ‘Het is geen probleem van ratten, maar van mensen.’

De film van regisseur Theo Anthony is geen standaarddocu over ratten. De film neemt je mee langs de geschiedenis van Baltimore. Voor wie The Wire heeft gezien is dat best interessant. Zo is daar een museum waar Frances Glessner Lee in de jaren dertig miniaturen bouwde voor onopgeloste moorden. Fascinerend, een eigen docu waardig.

En je krijgt zo een onthutsend beeld voorgeschoteld hoe de segregatie in Baltimore is aangepakt. Of eigenlijk niet aangepakt. Bewust arm en rijk van elkaar scheiden, dat wel ja.

Een paar minpunten zijn wel te noemen. Het gedeelte van de game is oninteressant. En de fluisterende voice-over in deze docu behoort tot een van de ergste die ik ooit heb gehoord.

Vida de Familia

Passieloze oppasser
In Vida de Familia kijken we naar Martin. Hij past op het huis van Bruno en Consuelo. Hij kent ze amper – maar in de verte hij is familie, dus dat moet goed zitten volgens Chileense logica.

Hij hangt een beetje rond in het huis, passieloos. De kat loopt weg. Hij gaat op zoek. Ontmoet Paz, die haar hond kwijt is. Van het een komt het ander. Het huis wordt de locatie voor hun seksuele afspraken. ‘Negen keer seks, en dan vernieuwen we misschien de afspraak’.

De afspraak wordt verlengd, de kat keert terug, en alles lijkt mooi maar: hij heeft Paz van alles voorgelogen. Dat het huis van hem is, dat hij een dochter heeft, dat hij gescheiden is.

Een klaterend applaus weerklonk na de voorstelling. Een aardige film, inderdaad, hoewel verre van wereldschokkend. Een paar dingen waren heel aardig gelukt. De soms ronddraaiende camera geeft de suggestie van een eigen stijl. De lichtvoetige aanpak van het verhaal waarmee de dramavalkuil wordt vermeden. En de gelijke inbreng van man en vrouw in deze film. De film kent dan ook een man en vrouw als regisseur. Christian Jiménez (Bonsái, Illusiones Opticas) en Alicia Scherson (Play en Il Futuro). Het beste punt vind ik hoe de film over depressies gaat zonder het woord zelf te noemen (nou ja, een keer).

De symboliek in deze film is een keer niet zo gezocht – zoals ze zichzelf naakt in de spiegel bekijken – en ook de seksscènes zijn een keer ‘functioneel’ zoals dat zo mooi heet. Weinig op de film aan te merken.

Free Fire

Humoristische schietfestijnen
Free Fire (van Ben Wheatley, Sightseers) bespreken we kort want binnenkort volgt er een uitgebreide recensie. Dit is een film die begint bij een punt waar veel films stoppen. De shoot-outs. In veel films zie je ze pas op het einde en duren ze maar een paar schoten. Maar wat als het maar een schampschot was en iemand zoekt dekking en schiet terug?

Free Fire zou je kunnen zien als kleinzoon van de nouveau violence-films uit de jaren negentig. Het had een verloren script van Tarantino kunnen zijn. Droge dialogen, zwarte humor, bloederigheid, uiteenlopende karakters, inspiratie uit de 70’s. Hoewel zijn film wel meer plot zou hebben gehad dan deze, die zich daar eigenlijk geen raad mee weet.

Er valt veel te lachen en dat heeft ook te maken met de multinationaliteit van de film. ‘Wat is dat voor accent?’ ‘Oostenrijks, ik weet het zeker.’ De acteurs hebben er ook zin in, net als bij Tarantino-films.

De liefhebber van coming of age kan beter even doorlopen (of aldoor naar een mobiel staren, zoals ik een paar geschokte IFFR-bezoekers zag doen). De fan van humoristische schietfestijnen heeft er weer een favoriet bij.

Marjorie Prime

Bergmaniaans Kammerspiel
Goed om even af te koelen met Marjorie Prime. Traplopen is de heftigste actie in deze film. Een film met een zéér rustig tempo.

Walter is al een poosje dood. Maar een hologramversie van zijn jongere ik praat dagelijks met zijn tachtigjarige weduwe, Marjorie. Ze praten over hun herinneringen. Onderwijl voedt Jon, de schoonzoon, Walter met informatie. Zo leert Walter dat zijn zoon zelfmoord heeft gepleegd. Zijn standaardantwoord: ‘Dat zal ik vanaf nu onthouden.’

De hologrammen hebben ook onverwachte voordelen. ‘Ik spreek nu 32 talen’. Tijdens de gesprekken komt er uiteraard ook onverwerkt wrok boven.

Marjorie Prime is vooral bedoeld als Bergmaniaans Kammerspiel waarin befaamde Hollywoodacteurs zich van een intieme kant laten zien: Tim Robbins, Geena Davis en Jon Hamm (Don Draper in Mad Men). En Lois Smith in een sterke rol als Marjorie. Michael Almereyda (Experimenter, Cymbeline) deed de zeer sobere regie.

Is het goed? Het stuk komt voor toneelbegrippen conservatief uit de hoek maar het speelt desondanks aardig met een mogelijke omgang met een zeer geavanceerde AI. Hoe goedbedoeld dit soort AI’s zijn, ze hebben ook iets engs: alsof wij altijd maar moeten doorbestaan. Stel je voor. Altijd een versie van jou op de planeet. Vreselijk.

En ik vind het jammer dat iemand verzuimd heeft de CGI-afdeling in te huren. Die had er fatsoenlijke doorschijnende hologrammen met glitches en zo van kunnen maken. Dit zijn perfecte hologrammen – vermoedelijk alleen voor de rijken van de toekomst.

Quality Time

Originaliteit in een Nederlandse film
En dan eindigen we deze IFFR toepasselijk met ambities van eigen bodem: Quality Time van Daan Bakker. Bij het begin wrijf je even in je ogen: dit kan geen Nederlandse film zijn, al die ambities en dat gevoel voor stijl. En dat voor een debutant!

We volgen Koen, Stefaan, Kjell, Karel en Jef. Al deze dertigers zijn onvolwassen en kunnen niet zonder de steun van hun ouders. We observeren hoe dat gebeurt.

De stijl van de film is gedurfd. Een dialoog tussen stipjes. Dialogen in tekstvorm in plaats van dat je ze hoort praten. Een dialoog die zich geheel van bovenaf gezien afspeelt, zoals de luchtfoto’s van Karel Tomei. Lappen bizarre teksten over het scherm. Zoveel originaliteit in een Nederlandse film, ik krijg er bijna pijn van in mijn ogen.

De Nederlandse eigen stijl neigt vaak naar het keurslijvige à la de werken van Mondriaan. Sober, strak, simplistisch en helder. Je ziet dat strakke terug in films van Alex van Warmerdam, waarbij het goed uitpakt. Denk ook aan veel grafische kunstenaars. Of Jan Schoonhoven. En ook hier. De dialoog op het voetbalveld hoort precies bij dat soort schoonheid. Quality Time past daarmee in een sterke Hollandse traditie.

Maar wanneer wordt het echt grappig? Nergens dus. De verhalen zijn wel lichtelijk vermakelijk maar de beloofde satire is niet volvet, eerder erg mager, of onzichtbaar. Daar moet je van houden.

Het is toch ook een soort keurslijf waar het spontane licht uit gezogen wordt. Daarom lukt het laatste gedeelte, Jef, het meest filmische stuk, maar niet om grappig te worden. Toegegeven, Michiel Romeyn weet er toch nog een sterke oneliner uit te gooien als Jef een bepaald visgerecht niet wil eten: ‘Ansjovis, dat is geen echte vis.’ Maar humor is meer dan een geestige opmerking.

 

8 februari 2017

 

IFFR 2017 DEEL 1
IFFR 2017 DEEL 2
IFFR 2017 DEEL 3
IFFR 2017 DEEL 4
IFFR 2017 DEEL 5

 

MEER FILMFESTIVALS