5 minder bekende Australische topfilms

Vijf minder bekende Australische topfilms

Wake-in-Fright-

Met zijn regiedebuut The Water Diviner zet Russell Crowe Australië weer eens op de filmkaart. Denkend aan ‘down under’ borrelen direct wat niet te missen krakers op: Gallipoli, Shine, Lantana, Mad Max, Picnic at Hanging Rock, Rabbit Proof Fence, Muriel’s Wedding etc.. Maar Australië kent ook minder bekende topfilms.

door Cor Oliemeulen

1. – Romper Stomper (1992, Geoffrey Wright)

Misschien is het maar goed dat er relatief weinig speelfilms over skinheads zijn gemaakt, want het veelal extreme gedrag van deze kaalkopjes stemt niet direct tot hoop en vrolijkheid. Tien jaar na Made in Britain van Alan Clarke volgde het zeer geslaagde Australische antwoord Romper Stomper. Het betekende de doorbraak van Russell Crowe, die de charismatische skinheadleider Hando speelt. De mishandeling van een buitenlands stel vormt de opmaat van een portret over een groep neonazi’s die het heeft gemunt op immigranten in Melbourne. In hun nazihol hangt een kaart van de stad met daarop locaties van Aziatische winkels. Een clash met een grote groep Vietnamezen loopt uit de hand, waarna Hando’s bende moet onderduiken. Realistisch beeld van een asociale, zoekende subcultuur weet thema’s als incest, epilepsie en verraad prima te verweven in het verhaal dat zoals verwacht tragisch eindigt.

2. – Wake in Fright (1971, Ted Kotcheff)

Dat Aussies gastvrijheid uitmuntend met alcohol weten te mixen, zien we in het om meerdere redenen in het oog springende Wake in Fright. De film begint als een rustig drama over een leraar (overtuigende rol van de relatief onbekende acteur Gary Bond) in een woestijngehucht die op zijn reis naar Sidney strandt in een mysterieus stadje waar wordt gedronken en gegokt bij het leven. Na triomfen en verliezen belandt de leraar tussen wat rauwdouwers onder leiding van ene Doc (Donald Pleasence) die het drinken van grote hoeveelheden bier en sterke drank tot kunst hebben verheven, graag een potje knokken en de walgelijke gewoonte hebben om spontaan kangoeroes af te schieten en dood te rijden. De sfeer wordt grimmig, hallucinerend en onheilspellend, waarbij het de vraag is of onze leraar ongeschonden het stadje zal verlaten. Een film die je niet snel zult vergeten.

3. – The Castle (1997, Rob Sitch)

De droge humor is typisch Australisch, maar minder flauw en voorspelbaar dan in de succesvolste Australische film Crocodile Dundee, die na de release in 1986 wereldwijd meer dan 350 miljoen dollar opbracht. In het in eigen land enorm populaire The Castle volgen we een gezin dat pal naast een vliegveld woont. Pa is een eersteklas goedzak en een filosoof van de koude grond: nuchter, naïef en positief ingesteld. Hij zal een koopje niet snel laten schieten en is continu bezig het huis te verfraaien. Echter nadat de overheid heeft besloten dat het vliegveld zal worden uitgebreid en zijn ‘kasteel’ moet verdwijnen, zet hij zijn kont tegen de krib. Een sullige advocaat is vervolgens kansloos tijdens de rechtszaak en het gezin heeft twee weken tijd om te verkassen. Maar dan komt er hulp uit onverwachte hoek. Let op Eric Bana in zijn speelfilmdebuut als kickboksende schoonzoon.

4. – Two Hands (1999, Gregor Jordan)

Vlotte, zwartkomische misdaadthriller met een eveneens jonge Heath Ledger als de boksende portier Jimmy die zich laat verleiden tot een hachelijk klusje voor een lokale gangsterbaas. Natuurlijk loopt dit danig uit de klauwen, zodat Jimmy alle zeilen moet bijzetten om zich uit zijn penibele situatie te redden. Ondertussen valt hij voor een leuk fotograferend meisje. Two Hands doet denken aan de hippe gangsterfilms van onder meer Guy Ritchie (o.a. Lock, Stock and Two Smoking Barrels) die ook rond de millenniumwisseling op het witte doek verschenen: minder hilarisch en gewelddadig, maar ook met leuke twists. De pas 19-jarige Ledger acteert onbevangen en toont charisma, Bryan Brown is grappig als de bendeleider met een onmiskenbaar talent voor scrabble en andere bordspelletjes.

5. – The Tracker (2002, Rolf de Heer)

Vijf figuranten in de woestijnhitte van Australië: de fanatiekeling, de volger, de veteraan en de spoorzoeker zijn op jacht naar de vluchteling. We schrijven 1922, een tijd waarin Aboriginals nauwelijks waren gevrijwaard van racisme en discriminatie. Psychologisch kat-en-muisspel tussen premiejager en spoorzoeker werd in 1953 al superieur uitgewerkt door Anthony Mann in zijn western The Naked Spur, echter de van oorsprong Nederlandse regisseur Rolf de Heer weet de situatie op geslaagde wijze te verplaatsen van de Rocky Mountains naar de outback. Sterke troef van The Tracker is de titelfiguur, gespeeld door David Gulpilil, die niet alleen feilloos sporen vindt, maar ook zijn hondse behandeling met de nodige humor weet te relativeren. Rolf de Heer, die meer films over het lot van de oorspronkelijke Australische bevolking schreef en regisseerde, lardeert de soms heftige gebeurtenissen met primitieve historische schilderijen en filosofische Aboriginal-liedjes.

13 april 2015

 

Alle leuke filmlijstjes