Goodbye, Dragon Inn

***
IFFR Unleashed – 2004: Goodbye, Dragon Inn
Is de bioscoop vervloekt?

door Cor Oliemeulen

Het plotloze Goodbye, Dragon Inn toont de verstilde schoonheid van een bioscoop die door gebrek aan belangstelling de deuren moet sluiten. De meeste actie komt van het witte doek in de zaal, maar de schamele bezoekers hebben wel wat beters te doen.

Het Fu-Ho Grand Theater in Tapei zit bomvol toeschouwers die kijken naar de wuxia-film Dragon Inn. Het is 1967 en we zien boven vanuit de projectieruimte door een spleet van wapperende gordijnen flarden van de bezoekers en het filmdoek. Naadloos gaat dit beeld over in een bijna lege zaal waar diezelfde klassieker van King Hu nu zo’n vijftien jaar later wordt vertoond. Onze aandacht gaat uit naar een oudere man die de film kijkt terwijl wij het geluid van opgewonden sprekende en zwaardvechtende mensen horen. Er verschijnen emoties op het gezicht van de man en we zien nu dat hij zelf meespeelde in Dragon Inn.

Goodbye, Dragon Inn

Film kijken is bijzaak
Goodbye, Dragon Inn (Bu San, 2003) is een nostalgisch eerbetoon aan de bioscoop en de film (net als The Last Picture Show uit 1971 en Cinema Paradiso uit 1988), maar schetst tegelijkertijd het sombere beeld van een theater dat wegens teruglopende belangstelling de deuren zal moeten sluiten. Buiten regent het onophoudelijk pijpenstelen en binnen zoekt een Japanse toerist onderdak. Hij heeft geen vuur om zijn sigaret aan te steken. In een aantal droogkomische fragmenten in de zaal, bij de wc’s en in de gangen, waar her en der lekkend water in emmers wordt opgevangen, probeert hij niet alleen een vuurtje te krijgen, maar heeft het er ook alle schijn van dat hij hier niet de enige man is die (homoseksuele?) contacten probeert te leggen.

Je moet houden van de lange, vaak kleurrijke, statische shots van Ming-liang Tsai. De veel bejubelde Taiwanese cineast (hij won in 1994 voor zijn tweede speelfilm Vive l’Amour de Gouden Leeuw in Venetië) maakt de kijker volkomen afhankelijk van zijn beelden, die vooral betrekking hebben op de stuntelige communicatie tussen personages en hun moeizame pogingen om emoties te uiten. Pas na 44 minuten in Goodbye, Dragon Inn wordt de eerste dialoog uitgesproken. ‘Weet je wel dat deze bioscoop vervloekt is’, zegt de man van wie de Japanse toerist uiteindelijk een vuurtje krijgt. Uitleg volgt niet, de kijker moet het stellen met zijn eigen gedachten en associaties.

Goodbye, Dragon Inn

Elke stap die je zet
Het heimelijke verlangen naar communicatie komt eveneens tot uiting tussen het kassameisje en de operator. Het kassameisje heeft zo te zien een klompvoet en loopt als gevolg hiervan tergend langzaam door gangen en op trappen. De kijker is getuige van bijna elke stap die zij zet. Kennelijk heeft zij zich – op deze laatste avond voordat de bioscoop (tijdelijk?) zal sluiten – voorgenomen na zoveel tijd (nader) kennis te maken met de operator. Maar eenmaal aangekomen in de projectieruimte is hij daar niet. Dan maar weer naar beneden terwijl de camera op afstand het meisje in deze troosteloze omgeving observeert.

Als je op zoek bent naar een film met actie (en wat voor actie!) kun je veel beter Dragon Inn zélf kijken. Goodbye, Dragon Inn kabbelt een kleine anderhalf uur voort en is bijna ongekend minimalistisch. Maar juist daardoor word je als kijker uitgenodigd tot nieuwsgierigheid en een beschouwende houding. Een dergelijke weemoedige film over film en het destijds door Ming-liang Tsai gevreesde verdwijnen van de cinema krijgt in deze tijd van lockdowns met het daadwerkelijk sluiten van bioscopen een extra dimensie. De vraag is dan ook welke (Nederlandse?) regisseur – opnieuw zo’n vijftien jaar later – de gelegenheid neemt om een film over een gesloten bioscoop te maken. Met enkel een schoonmaakster, een beveiliger en een fijnzinnig gevoel voor kadrering komt die vast een heel eind.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 26 mei 2021.

15 april 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Gli anni più belli

**
recensie Gli anni più belli

Italiaanse Breakfast Club wordt ouder

door Paul Rübsaam

Gli anni più belli behandelt een vriendschap tussen vier personen over een periode van bijna veertig jaar. Menig kijker zal in minstens één van de protagonisten iets van zichzelf herkennen. Maar de pretentie dat de ontwikkeling van de tijdgeest van 1982 tot 2020 wordt geschetst, maakt deze clichématige Italiaanse film niet waar.

Aanvankelijk, we schrijven 1982, zijn ze met zijn tweeën: Giulio en Paolo, twee zestienjarige Romeinse jongens. Tuk op sensatie sluiten de vrienden zich aan bij een politieke demonstratie, waartegen de politie hard optreedt. Een politiekogel treft een leeftijdgenoot in zijn buik. Giulio en Paolo brengen de onbekende jongen naar het ziekenhuis. Riccardo, zoals hij blijkt te heten, overleeft het. Voortaan zijn de drie jongens onafscheidelijk.

Gli anni più belli

De vastberaden Giulio (Pierfrancesco Favino), de dromerige jonge intellectueel Paolo (Kim Rossi Stuart) en ongeleid projectiel Riccardo (Claudio Santamaria) beleven een mooie zomer in het huis aan een meer van Riccardo’s vrijgevochten ouders. Spoedig daarna zet Paolo als eerste zijn schreden op het liefdespad. Met een spreekbeurt over vogels, waarbij hij zijn eigen parkiet Lucy als voorbeeld gebruikt, maakt hij indruk op zijn vaderloze klasgenote Gemma, wier moeder ernstig ziek is. Gemma (Micaela Ramazzotti) wordt het meisje van Paolo, die haar aanbidt. Maar ook voor Giulio en Riccardo is ze de vriend(in) die het kwartet completeert.

Het enige dat het viertal nog mist is een vehikel waarmee de nodige avonturen beleefd kunnen worden. Giulio weet een van de sloop geredde, rode Mercedes-cabriolet weer aan de praat te krijgen. Nadat het uitgelaten viertal zijn eerste ritje heeft gemaakt, laat het zich met het voertuig op de achtergrond vereeuwigen door een voorbijganger. Die foto zal slechts een momentopname blijken. Want Giulio’s vader verkoopt de auto, wat tot een definitieve breuk met Giulio leidt. En ondertussen sterft Gemma’s moeder.

Gli anni più belli

Tijdsbeeld?
Gemma gaat bij haar tante in Napels wonen, waar ze zich in het ruige uitgaansleven stort en een relatie aanknoopt met een Napolitaanse cokedealer. Paolo moet het doen met haar van tranen doordrenkte afscheidsbrief. Giulio gaat rechten studeren en neemt zich voor het op te gaan nemen voor de zwakkeren in de samenleving. Paolo begint aan een studie Italiaans en klassieke talen en Riccardo beproeft zijn geluk als figurant bij theaterproducties.

Allengs worden de tijdsprongen in Gli anni più belli (De mooiste jaren) groter. Als we wat archiefbeelden zien, bijvoorbeeld van 9 november 1989, de dag waarop de Berlijnse muur viel, horen we ondertussen Giulio verklaren dat hij uitgerekend op die dag afstudeerde. Dan weten we welk jaar het is en bovendien in welke levensfase het personage zich bevindt. Naar een verband tussen die levensfase en dat algemene tijdsgewricht blijft het echter gissen.

Om veel te kunnen zeggen met één beeld sleept regisseur Gabriele Muccini (A casa tutti bene, 2018) voorts de clichés binnenboord. Op het huwelijksfeest van Riccardo en zijn bruid Anna, ergens in de jaren negentig, flirt de tijdelijk weer bij Paolo teruggekeerde Gemma met Giulio. Ze doet dat middels verleidelijke heupbewegingen op de maat van het door een gelegenheidsbandje ten gehore gebrachte Don’t you (forget about me) van The Simple Minds. Kon Muccini niet met een originelere keuze komen dan dit overbekende nummer uit de vermaarde Amerikaanse tienerfilm The Breakfast Club (1985)?

Nog zo’n voorbeeld. Als de maatschappelijk aan lager wal rakende Riccardo de enige blijkt met wie Gemma een platonische, maar werkelijk vriendschappelijke relatie onderhoudt, moet dat gevierd worden, waarbij we niet mogen vergeten dat we ons in Rome bevinden. Dus nemen Gemma en Riccardo een bad in de Trevifontein, om La Dolce Vita (1960) van Federico Fellini maar weer eens te citeren.

Gli anni più belli

De trap van haar leven
‘Herkenning’ is zonder twijfel het sleutelwoord bij Gli anni più belli. Daarvoor heb je tevens aanraakbare personages nodig. Dat die inderdaad ten tonele worden gevoerd, mag wél een verdienste heten van zowel de regisseur als de acteurs.

Als kijker ben je geneigd de advocaat Giulio te verguizen als hij zijn idealen inlevert voor aanzien en geld. Maar je kunt hem ook begrijpen. Dat laatste geldt eveneens voor Riccardo, die na twaalf ambachten en dertien ongelukken nog maar één ding verlangt: de liefde van zijn zoon. De geboren docent Paolo gun je voorts dat hij eindelijk eens als zodanig mag schitteren.

En dan Gemma. Na de dood van haar moeder ontwikkelt ze zich tot een opportunistische, bittere jonge volwassene. Maar op middelbare leeftijd ontdooit ze weer. Ze vormt het middelpunt van een scène waarin ze ‘de trap van haar leven’ beklimt. Stuivend over de treden, van verdieping naar verdieping steeds ouder wordend, komt ze uiteindelijk aan bij de kamer waar haar geluk wacht. Een knappe montage en een beeld dat je bijblijft, in een film echter waarin het meeste hout van te dikke planken wordt gezaagd.

 

1 augustus 2020

 

ALLE RECENSIES

God Exists, Her Name is Petrunya

****
recensie God Exists, Her Name is Petrunya

De fragiliteit van het patriarchaat

door Michel Rensen

In een opwelling verslaat Petrunya alle mannen in het dorp tijdens een religieus ritueel. God Exists, Her Name is Petrunya is een bijtende, feministische satire over de rol van religie en het patriarchaat in Noord-Macedonië.

Petrunya’s leven ziet er niet rooskleurig uit. Begin 30, werkloos en ze woont nog steeds in haar ouderlijk huis. Als historicus in een klein dorp heeft ze geen uitzicht op werk en haar moeder blijft ook nog eens aandringen dat het nu toch wel echt tijd wordt om een man te gaan zoeken. Wanneer haar moeder een sollicitatiegesprek voor Petrunya regelt, blijkt de fabriekseigenaar een ouderwetse viezerik die niet alleen voor professionele werkzaamheden op zoek is naar een secretaresse. Nadat Petrunya zijn avances hardhandig afwijst, stuurt hij haar met een walgelijk seksistische tirade weg. In elk opzicht is Petrunya een buitenbeentje in haar traditionele, patriarchale omgeving in Stip, Noord-Macedonië.

God Exists, Her Name is Petrunya

Kruisbeeld
Elk jaar, midden in de winter, laat de lokale priester een kruis vanaf een brug in de rivier vallen. De mannen houden vervolgens een wedstrijd om het kruis uit het ijskoude water op te duiken. De winnaar krijgt niet alleen een jaar geluk, maar kan vooral laten zien dat hij beter is dan alle andere mannen. Wanneer Petrunya het ritueel gadeslaat, besluit ze in een opwelling achter de mannen aan de rivier in te springen. Wanneer juist zij uitgerekend met het kruisbeeld uit het water komt, ontstaat onrust onder de mannen die ervan overtuigd waren dat zij dit jaar met de hoofdprijs boven water zouden komen. Dat uitgerekend een vrouw het kruisbeeld uit het water vist, is hun ergste nachtmerrie.

Hoewel de priester Petrunya in eerste instantie feliciteert met haar overwinning, forceert de woedende menigte hem snel van mening te veranderen. Terwijl de mannen onderling hun beklag uiten, rent Petrunya er met haar prijs vandoor. Het duurt niet lang tot de politie gemobiliseerd wordt om de ‘dief’ te arresteren. Ook journaliste Slavica gaat snel op zoek naar Petrunya, aangezien ze in het voorval hét feministische breekpunt ziet waar ze al haar hele carrière op wachtte. Na Petrunya’s arrestatie blijkt het probleem echter niet zo makkelijk opgelost. Zij heeft met haar actie geen enkele wet gebroken en de kerk noch de woedende menigte heeft wettelijk een poot om op te staan. Petrunya houdt standvastig vast aan haar overwinning.

Feministische satire
Regisseur Teona Strugar Mitevska creëert met God Exists, Her Name is Petrunya een bijtende satire op patriarchale machtsstructuren in het hedendaagse Noord-Macedonië. Als de priester Petrunya aanvankelijk feliciteert, maar die woorden meteen terugtrekt, is het duidelijk dat de macht wellicht niet alleen bij de kerk ligt, maar ook bij de kerkgangers. De film bevraagt continu dit soort machtskwesties over het patriarchaat. De film legt de botsing tussen de wet en de wetteloosheid van de massa bloot, de gebrekkige scheiding tussen kerk en staat, en de machteloosheid van de kerk tegenover deze massa. Wie bepaalt de wetten en waar ligt de macht daadwerkelijk?

God Exists, Her Name is Petrunya

Petrunya heeft geen wet gebroken, maar wordt toch opgepakt en vastgehouden tot ze haar ‘gestolen’ kruis teruggeeft. De priester blijkt vergeeflijker dan zijn volgelingen. Er is geen regel die zegt dat vrouwen niet aan het ritueel mogen deelnemen, maar de fragiliteit van de mannelijkheid van de lokale bevolking staat het niet toe. Niets is erger voor deze mannen dan geconfronteerd worden met een vrouw die het beter kan. De dreiging van geweld blijft op een enkele moment na vooral off-screen, waarbij vooral het onkundige handelen van alle mannen in deze film aan het licht komt. De politieagenten weten eigenlijk ook niet wat ze met het voorval aanmoeten. Ondanks de zware thematiek blijft de toon van de film licht.

Motivatie
Ook de ambitieuze Slavica heeft geen smetteloze motivatie. Ze ziet Petrunya’s actie vooral als haar moment dat haar als lokale journalist nationaal op de kaart zal zetten. Onder valse voorwendselen praat ze zichzelf het politiekantoor binnen waar ze Petrunya ervan probeert te overtuigen alleen met haar te praten. Ze legt Petrunya herhaaldelijk activistische frasen in de mond waar Petrunya zelf weinig voor lijkt te voelen.

Petrunya’s moeder vormt als tegenhanger de sterkste voorstander van het patriarchaat. Steeds probeert ze Petrunya in een traditionele vrouwenrol te duwen. De hardnekkigheid van patriarchale machtsrelaties is alom aanwezig en daardoor ook door de vrouwen geïnternaliseerd. Wellicht leidt de opschudding van Petrunya’s acties op termijn toch tot verandering.

 

21 juli 2020

 

ALLE RECENSIES

Gauguin: From the National Gallery, London

***
recensie Gauguin: From the National Gallery, London

De geboorte van de schilder als kunstenaar

door Ries Jacobs

Op 8 mei 1903 stierf de schilder en beeldhouwer Paul Gauguin na een leven vol armoede en miskenning. Nu zijn de kunstwerken die hij maakte miljoenen waard. Gauguin: From the National Gallery, London toont ons het leven en werk van de kunstenaar aan de hand van de tentoonstelling die afgelopen najaar in het museum in de Engelse hoofdstad te zien was. 

Na Secret Impressionists van de serie Arts in Cinema is Paul Gaugain aan de beurt. Tot zijn bekendste werken behoren ongetwijfeld de schilderijen van Polynesische vrouwen die hij aan het einde van zijn leven tijdens zijn twee verblijven in Tahiti maakte. Zijn aankomst op het eiland in de Stille Zuidzee was echter een bittere teleurstelling. Waar hij natuurmensen verwachtte te zien die niet aangetast waren door de moderniteit, stuitte hij op keurige Fransen en verpauperde kolonialen. Pas toen hij dieper landinwaarts trok, zag hij wat hij hoopte.

Gauguin: From the National Gallery, London

Zijn leven lang was Gauguin gefascineerd door het eenvoudige (boeren)leven als beter alternatief voor de grauwe moderniteit van de stad. De documentaire laat goed zien waar de oorsprong van deze fascinatie ligt. Zijn vader Clovis Gauguin, een maatschappijkritische journalist, vluchtte in 1850 na politieke omwentelingen van Frankrijk naar Peru en nam zijn jonge kinderen mee. De vroegste jeugdherinneringen van Gauguin stammen uit Peru. In 1848 keerde hij als zesjarige terug in Frankrijk en bracht zijn jeugd door in Orléans en Parijs. De rest van zijn leven had hij een hang naar het eenvoudige (Peruviaanse) leven.

Vincent van Gogh
Beïnvloed door de impressionisten, met name Camille Pissarro, begon de huisvader en zakenman Gauguin in de jaren 1870 te schilderen om zich hier vanaf 1885 volledig op toe te leggen. Drie jaar later leefde en werkte hij samen met Vincent van Gogh in het Zuid-Franse Arles. Beiden hadden de idylle van het landleven als voornaam thema, maar waar Van Gogh het doek royaal met verf besmeerde, was Gauguin soberder en ingetogener.

In The National Gallery loopt kunstenaar Billy Childish langs de geëxposeerde schilderijen en vergelijkt het portret dat Gauguin maakte van madame Roulin met het schilderij dat Van Gogh maakte van deze dame. Dit doet hij zonder teveel in te gaan op technische details, waardoor zijn uitleg ook voor mensen zonder kunsthistorische achtergrond te volgen is. Gauguin: From the National Gallery, London is meer dan een biografie, maar toch toegankelijk voor iedereen.

Gauguin: From the National Gallery, London

Eigen invulling van de realiteit
De voice-over is van acteur Dominic West (bekend van onder andere The Wire) en de Britse documentairemaakster Patricia Wheatley neemt de regie voor haar rekening. Wat ze niet belicht is de invloed die de uitvinding van de fotografie heeft op de schilderkunst in de tweede helft van de negentiende eeuw. Daarvoor werkten schilders vaak in opdracht. De technisch meest vaardige schilders verdienden veel geld en lof. Na de intrede van de fotografie was het voor de schilder niet langer zaak om de realiteit zo goed mogelijk op het doek te kopiëren, het was de bedoeling om een eigen invulling te geven aan die realiteit. Mensen gingen voor het vastleggen van een portret of iets anders naar de fotograaf.

Gauguin: From the National Gallery, London laat wel zien hoe in die periode aan nieuw soort schilder zijn intrede deed. Gauguin en veel van tijdgenoten creëerden wat zij voelden en waren daarin compromisloos, wat vaak resulteerde in miskenning en bittere armoede. Deze tijd markeerde de geboorte van de schilder als bohemien en kunstenaar.

Kijk hier waar Gaugain: From the National Gallery, London vanaf 2 juli draait.

 

29 juni 2020

 

ALLE RECENSIES

Ghost Tropic

****
recensie Ghost Tropic

Brusselse pelgrim in eenzame stad

door Tim Bouwhuis

Na het meer eigengereide Hellhole mag de Vlaamse filmmaker Bas Devos de filmhuizen verwarmen met Ghost Tropic, een ingetogen drama over empathie en compassie. In het bescheiden hart van de vertelling wandelt een 58-jarige dame door nachtelijk Brussel, waar ze omkijkt naar het ongeziene.

Khadija (Saadia Bentaïeb) dommelt weg in de metro als ze na een lange dag huiswaarts reist. Wanneer ze bij de laatste halte uitstapt, blijkt de wereld al tot stilstand te zijn gekomen, en een simpel belletje naar een familielid blijkt geen oplossing. Khadija’s berustende houding spreekt boekdelen: dit is een dame die het station van eigenbelang ver gepasseerd is. Haar besluit te gaan lopen, is contra-intuïtief in een stedelijk milieu dat meermaals een pleitbezorger van angst is geweest. Sociale muren scheppen ongeschreven regels. Hier kom je niet, hier houd je je ver van, geef om je veiligheid. Khadija weigert alleen om in de eerste en laatste plaats aan zichzelf te denken.

Ghost Tropic

Het verlorene terugvinden
Als je aan de humanistische insteek van Ghost Tropic ook nog wat religieus gewicht toe zou kennen, heeft de film wel iets weg van een pelgrimsreis. Khadija ontmoet tijdens haar wandeling verschillende mensen en draagt hen een warm hart toe. Vaak is alleen het gedimde nachtlicht haar getuige. Nooit gaat het om een publiek of om haar goede daden – het is die doorleefde houding ten aanzien van de ander die de wereld zo hard nodig heeft. De film lijkt op die manier een veel grotere schreeuw van urgentie dan hij zou moeten zijn. Deze vrouw kan de wereld immers wel degelijk leren wat compassie is.

Een kraker en een zwerver mogen op haar mededogen rekenen, maar het drama speelt ook op het niveau van de familie; in een hartverscheurende scène zoekt Khadija toenadering tot haar dochter. Van deze in de credits naamloze jongvolwassene (Nora Dari) weten we weinig, behalve dat ze duidelijk van haar moeder vervreemd is, maar toch lijkt te zoeken naar dat stukje liefde en perspectief dat haar zelfverkozen leefomgeving niet kan bieden. Dat laatste blijkt vooral uit de effectief verbeelde interacties tussen de dochter en haar leeftijdsgenoten, en wordt op dromerige wijze bevestigd in de interpretatierijpe slotbeelden.

De toekomst vastgrijpen
Die slotbeelden slaan op een bijzondere manier ook weer terug op de titel van de film, die ondergetekende in eerste instantie misschien meer liet nadenken dan de pure, op gevoel rustende vertelling van haar publiek vraagt. Sleutelscène in dit kader is een schijnbaar onbetekenende woordenwisseling tussen Khadija en een plaatselijke steward, die vertelt dat er een tropisch zwembad in de buurt gebouwd zal worden, en dat alles zal veranderen.

Ghost Tropic

Een snelle blik op de afgebladderde omgeving leert anders, maar die hoop, die neemt niemand deze steward af. Zijn ‘ghost tropic’ is tekenend voor al die dromen die dreigen te vervagen als zorg en liefde uitblijven. In plaats daarvan zijn er systemen die bepalen wanneer ziekenhuizen bezoekers ontvangen en wie het volrecht hebben op dat broodnodige dak boven hun hoofd.

De nalatenschap van de pelgrim
Je kunt de sociale verloedering van de buurt zien als een vingerwijzing van Devos: bureaucratie zorgt ervoor dat we de ander ontmenselijken, en vergeten wat het is om affectie te tonen. Toch is de film mede door de extra betekenislaag in de titel absoluut geen pamflet, maar een poëtische handreiking. Khadija doolt zielsalleen door het Brusselse nachtlandschap, maar in de spaarzame contacten die ze legt, zit alle rijkdom van de wereld verborgen. Het is de stad die eenzaam is.

 

5 juni 2020

 

Binnenkort op InDeBioscoop een interview met regisseur Bas Devos.

 

ALLE RECENSIES

Goud

***
recensie Goud

Keerzijde van streven naar succes

door Cor Oliemeulen

Goud is het verdienstelijke speelfilmdebuut van commercialregisseur Rogier Hesp over de opgroeiperikelen van turner Timo die zich door keihard trainen wil kwalificeren voor de Olympische Spelen. Hij wordt vooral gedreven om de vurige wens van zijn vader te vervullen.

Scenarist Anne Hofhuis liet zich voor Goud inspireren door een oud krantenbericht met de kop: ‘Vader schiet kogelstotende zoon dood’. Zij onderzoekt waartoe een niet ingeloste belofte kan leiden en toont aan dat de lijn tussen succes en falen erg breekbaar is. Ouders die hun kind willen opstuwen naar (te) grote hoogte, vaak omdat zij hun eigen ambities niet konden waarmaken, is een universeel gegeven dat je vaak terugziet in sport. Denk bijvoorbeeld aan de nietsontziende moeder van de Amerikaanse kunstschaatsster Tonya Harding die haar dochter in I, Tonya al op driejarige leeftijd het ijs op joeg of aan de jonge Vlaamse wielerbelofte Felix in Coureur die bloed kotsend op het asfalt van zijn vader steeds weer moet doorgaan om juist diens droom te verwezenlijken.

Goud

Vader-zoonrelatie
Zulke uitwassen blijft Timo (debutant David Wristers, Nederlands kampioen op het onderdeel Sprong in 2016) in Goud bespaard, alhoewel hij onder toeziend oog van zijn vader ook na de intensieve turntrainingen oeverloos aan zijn zwakke plekken moet blijven werken. Zijn na een auto-ongeluk invalide geworden vader Ward (Marcel Hensema, hoofdrolspeler van de BNNVARA-serie Hollands Hoop) rijdt Timo naar het trainingscentrum en corrigeert ter plekke de coach omdat die volgens hem zijn zoon verkeerd aanpakt. Ward is oud-turner die in zijn jeugd het hoogste niveau niet aankon en richt zich nu helemaal op zijn zoon om diens deelname aan de Olympische Spelen af te dwingen.

Timo en Ward zijn nog meer op elkaar aangewezen doordat Timo’s moeder het gezin verliet toen hij nog jong was. De invaliditeit van zijn vader maakt het voor Timo nog moeilijker om de verstikkende relatie te verbreken. Hij geeft Ward ontbijt op bed, doet hem in bad, checkt zijn doorligplekjes en verschoont zo nodig zijn vervuilde bed. Vader bedoelt het allemaal niet slecht, maar veel warmte en liefde hoeft Timo niet van hem te verwachten. Ward is veeleisend, maar ook trots op zijn zoon. Volgens Timo is Ward uiteindelijk vooral trots op zichzelf.

Goud

Gevoelens
Na een lichte enkelblessure raakt Timo de focus op turnen kwijt door toedoen van de tedere handen van de knappe fysiotherapeut Irene (Loes Haverkort: Schneider vs. Bax, Redbad). Zij probeert de spanning uit Timo’s lijf te masseren. Het is duidelijk dat de 17-jarige uit de kluiten gewassen turner de warmte en liefkozingen van zijn moeder al een lange tijd mist, maar het zijn Irene’s aanrakingen die bij Timo ontluikende sensuele gevoelens doen opborrelen. Het is maar zeer de vraag of de alleenstaande moeder Irene aan die behoeften tegemoet kan komen.

Hoewel de camera vaak dicht op de huid van Timo zit (ook de dynamiek van zijn sprongseries is van dichtbij vastgelegd), is er bijna voortdurend een afstand tot de hoofdpersoon. Hij praat niet veel en moet het eerder hebben van zijn moeilijk te doorgronden blik dan van dramatische gezichtsuitdrukkingen. Maar juist dat maakt Timo geloofwaardig in zijn eenzaamheid, die wordt versterkt door de geluidsband waarop regelmatig omgevingsgeluiden zijn weg gefilterd en slechts Timo’s ademhaling en fysieke inspanningen zijn kleine wereldje vormgeven.

Goud is vanaf 20 mei online te zien op Picl.

 

16 mei 2020

 

ALLE RECENSIES

Guns Akimbo

**
recensie Guns Akimbo

Duistere krochten van het internet

door Michel Rensen

Een onhandige nerd moet zien te overleven in een gewelddadig spel vol snoeihard geweld. Actiekomedie Guns Akimbo maakt goed gebruik van Daniel Radcliffe’s klunzige voorkomen, maar lijdt onder een clichématige opbouw en gebrek aan zelfreflectie. 

In de openingsscène klinkt Dead Or Alive’s You Spin Me Round (Like a Record) terwijl twee auto’s een ordinaire straatrace lijken te houden. Duizenden toeschouwers bekijken de livestream, bestaand uit CCTV- en dronebeelden, van dit spektakel. Terwijl het refrein klinkt, maakt één van de auto’s een zwenkende beweging, waardoor de twee auto’s als een plaat rond elkaar draaien. De straatrace verdraait zich tot een vuurgevecht tussen de twee bestuurders. Het gevecht blijkt onderdeel van Skizm, een online platform waar twee mensen in de realiteit tegen elkaar vechten tot de dood. De hevig getatoeëerde Nix (Ready or Not’s Samira Weaving) blijkt al lange tijd ongeslagen te zijn en weet ook ditmaal haar tegenstander om te brengen. 

Guns Akimbo

Onhandige held
Übernerd Miles (Daniel Radcliffe) spendeert zijn eenzame avonden in de chatboxen van Skizm, waar hij de grootste schreeuwers nog harder probeert uit te schelden. Wanneer hij het met de verkeerde trol aan de stok krijgt, raakt hij verstrikt in de duistere krochten van het internet. Maar de realiteit blijkt nog erger dan zijn grootste nachtmerries. Miles wordt na een bezoek van Skizm-baas Riktor en diens aanhangers wakker met twee pistolen vastgeschroefd aan zijn handen. Tegen zijn wil in is Miles gerekruteerd om deel te nemen aan Skizm. Zijn tegenstander is Nix.

Radcliffe lijkt de perfecte acteur om de klunzigheid van Miles tot het grootst komisch effect uit te buiten. Na een moeizaam toiletbezoek, weet hij zich uiteindelijk toch in tijgerpantoffels en een badjas te hijsen voordat Nix hem in zijn appartement opzoekt. Miles’ onhandigheid blijkt zijn superkracht als dit hem steeds weer uit penibele situaties redt. Terwijl hij op de vlucht is voor Nix probeert hij ook nog even zijn relatie met zijn ex-vriendin Nova te herstellen en uiteindelijk lijken de meeste toeschouwers op de hand van de underdog te geraken.

Guns Akimbo

Gamelogica
Guns Akimbo is opgebouwd met een zelfde soort gamelogica die we ook herkennen uit Scott Pilgrim vs The World en ook het vlotte montageritme lijkt sterk geïnspireerd door het werk van Edgar Wright. Ned Dennehy, die de rol van Riktor speelt, lijkt zelfs verdacht veel op Wright’s vaste acteur Simon Pegg. Elke scène is geschreven als een nieuw level waar Miles tegen Nix moet vechten, maar de bange nerd rent steeds weg voor de confrontatie.

Guns Akimbo laat vanaf de eerste scène zien geen enkele behoefte aan subtiliteit te hebben. De meest opzichte muzikale cues leggen met de muziekteksten uit wat er in de scènes gaande is tot zelfs in de final boss battle het nummer Never Surrender van Stan Bush instart als Miles lijkt te verliezen.

Guns Akimbo

Vol clichés
De film poogt een kritische blik te werpen op het spektakel van viral video’s en het harde, onbegrensde taalgebruik op social media, maar exploiteert tegelijk al deze elementen om een snoeiharde, gewelddadige actiekomedie te maken. Hoewel de film Miles neerzet als held op deze online fora – hij scheldt immers tegen de ergste trollen – is hij eigenlijk net zo goed onderdeel van het probleem. In ironische droomsequenties komt Miles weer met Nova samen, waarna hij in voice-over uitlegt dat dit ‘natuurlijk’ niet gebeurt. De film lijkt met deze intermezzo’s een vrij directe kritiek te leveren op ‘al die dingen die nu niet meer gezegd of verteld kunnen worden’. De film toont zich weliswaar bewust van deze clichés, maar omarmt ze met volle overgave. Wanneer Riktor Nova kidnapt, krijgt Miles de kans om op de meest traditionele wijze zijn heldenstatus te bewijzen.

Deze zeer flauwe intermezzo’s leggen het gebrek aan zelfreflectie bloot. Het kan dan ook geen verrassing zijn dat regisseur Jason Lei Howden zelf op social media de fout in ging op soortgelijke wijze als Miles. Met de gedachte een cyberpestprobleem aan te kaarten, zette hij hetzelfde gedrag in grotere mate voort. Verschillende platformen besloten hierna hun recensies van de film te boycotten. Jason Lei Howden schoot zichzelf in de voet en niemand hoefde hiervoor pistolen aan zijn handen te schroeven. Een onhandige actie, een regisseur die blind is voor zijn eigen positie of een mislukte campagnestunt?

 

29 februari 2020

 

ALLE RECENSIES

Goldie

***
recensie Goldie

Coming of age met kanariegele jas

door Nanda Aris

Flitsende, energieke en optimistische film over een achttienjarige die droomt van haar grote doorbraak, maar tegelijkertijd voor haar jongere zusjes moet zorgen. 

Sam de Jong studeert in 2012 af aan de filmacademie en breekt in 2015 door met zijn eerste film Prins, die opzien baart, niet alleen in eigen land. De Jong onderzoekt in zijn films wat identiteit en erkenning betekenen in een samenleving waarin popcultuur de nieuwe religie is. Er is interesse vanuit Amerika, en daarom verhuist De Jong niet veel later daarheen. Het aanbod van 21st Century Fox: een film over jongeren, budget twee miljoen dollar. Zijn idee: een film over jongeren met een instabiele thuissituatie en de hoofdrol moet gaan naar iemand die in werkelijkheid daarin verkeert.

Goldie

Hij ontmoet in 2016 Slick Woods (echte naam Simone Thompson, maar doordat ze goed jointjes kan rollen krijgt ze haar bijnaam Slick Woods), de beoogde hoofdrolspeelster van Goldie, nog voordat haar carrière als model een vlucht neemt. Ze ziet Prins, is enthousiast, en met haar aangrijpende jeugd – op haar zesde wordt haar moeder veroordeeld voor moord, haar broer komt om door geweld en ze leeft een tijd op straat – als inspiratie besluiten ze samen te werken.

Geel
Goldie woont met haar dealende moeder (Marsha Stephanie Blake), diens vriend (Danny Hoch) en haar twee zusjes Supreme (Jazmyn C Dorsey) en Sherrie (Alanna Renee Tyler-Tompkins) in een studio in New York. Ze hoopt te mogen dansen in een nieuwe videoclip van Tiny (A$AP Ferg) en denkt dat een bloeiende carrière hierna niet kan uitblijven – het grootse dromen van een achttienjarige.

We worden meegenomen is haar droom en begrijpen dat ze daarvoor die ene outfit nodig heeft. Ze steelt een minuscuul kanariegeel broekpakje en droomt van een kanariegele bontjas die ze in de etalage van een winkel ziet. Onbetaalbaar, en daarom des te meer aantrekkelijk. Hoeveel de klus eigenlijk betaalt, weten we niet. Goldie ook niet, de overtuiging dat het haar doorbraak zal betekenen is doorslaggevend.

Vluchten
Wanneer haar moeder gearresteerd wordt, vlucht Goldie met haar twee jongere zusjes. Ze vertrekken naar personen bij wie ze hopen onderdak te kunnen krijgen. Maar in plaats van onderdak krijgen ze vaak iets te eten en het advies met jeugdzorg contact op te nemen. Elke persoon bij wie ze om onderdak vragen wordt geïntroduceerd met uitgetypte en (door de zusjes) uitgesproken naam. De Jong maakt die keuze om zo de zusjes van Goldie in het verhaal te houden, als tegenpool voor de harde realiteit van de film. 

Goldie

De Jong incorporeert animaties op meerdere momenten, wat enigszins doet denken aan Lola rennt (1998) en de opening van de film Juno (2007). Sommige pakken beter uit dan andere, want alhoewel het uitspreken van de namen door de zusjes als tegenpool voor de harde realiteit geldt, hangt het luchtige karakter ervan nauw samen met het kinderlijke. De animaties werken bijvoorbeeld beter wanneer ze de muziek (van Nathan Halpern) kracht bij zetten en zo Goldie nog meer onoverwinnelijke, jeugdige fling meegeven.

Cabrio
Goldie neemt liever geen contact op met jeugdzorg, omdat ze niet wil dat haar zusjes uit elkaar gehaald worden. Ze verkoopt de pijnstillers van haar moeder en probeert het geld voor de jas bij elkaar te harken, terwijl ze haar zusjes moet onderhouden.

Zittend in een cabrio lacht Goldie haar tanden – inclusief flinke spleet tussen haar voortanden – bloot. De wind waait door haar haren, haar geel opgemaakte ogen stralen en we proeven het geluk. Zowel van Goldie, als dat van debutante Slick Woods, die de show steelt met haar markante uiterlijk en knappe acteerwerk in deze tweede speelfilm van De Jong.

 

14 januari 2020

 

ALLE RECENSIES

Gangster, the Cop, the Devil, The

***
recensie The Gangster, the Cop, the Devil

Hectische hindernisbaan

door Sjoerd van Wijk

In The Gangster, the Cop, the Devil is de wereld als een hindernisbaan waar hard optreden loont. Dat gaat gepaard met een hectiek, die soms geestig is en dan weer desoriënterend. 

Boeventronies en gefrustreerde politierechercheurs lijken een anonieme Koreaanse stad exclusief te bevolken. Een psychopathische seriemoordenaar teistert deze plaats met uitgekiende slachtpartijen. Er valt dermate geen land met hem te bezeilen dat het de brute gangsterbaas Jang Dong-soo (Ma Dong-seok) enigszins sympathiek maakt. Deze overleeft namelijk als enige een aanval van de moordenaar en is vastberaden wraak te nemen. Aan de andere kant wil verbitterde rechercheur Jung Tae-suk (Kim Mu-yeol) dolgraag deze moordenaar vangen omwille van de gerechtigheid. De boef en de smeris voelen zich genoodzaakt samen te werken ondanks hun verschillen. Met de deal dat wie het eerst de moordenaar pakt, die het eerst maalt.

The Gangster, the Cop, the Devil

Geestige klopjacht
Naarmate het net zich sluit stijgt de hectiek, onder andere doordat Dong-soo middenin een bendeoorlog zit. De steeds verder opvoerende klopjacht bezit daarbij af en toe iets geestigs. Met name in de opmars naar de samenwerking toe werken de frustraties komisch, als Tae-suk onderweg naar plaats van delict uit frustratie een andere arrestant meezeult op diens motorfiets. En de rivaliteit tussen boef en smeris zorgt voor de nodige kwinkslagen om elkaar te slim af te zijn.

Ondanks de sadistische trekjes bij het geweld bagatelliseert de humor de grofheden niet. En Dong-seok maakt Dong-soo zowel innemend als imposant, waardoor zijn rechtdoorzee missie net zo begrijpelijk is als die van Tae-suk. Bij tijd en wijle ontsnapt de film daarom uit het zwarte gat van Tarantino-cynisme.

Vechten tegen de bierkaai
Er zit in beide personages een vermoeidheid over de gang van zaken in hun desbetreffende instituut. Dong-soo zit duidelijk niet te wachten op gezeur met een andere maffiabaas. En Tae-suk is helemaal klaar met de interne corruptie. De licht komische klopjacht en het heftige gedonderjaag op zoek naar de moordenaar is daarom vooral vechten tegen de bierkaai. Dat opboksen transformeert de wereld in een hindernisbaan.

Dat geldt niet alleen voor de situaties waarin de personages zich bevinden. De gehele entourage geeft de boodschap mee dat een steekje zo gevallen is en dat anderen de hordes zijn. Het is een groot kat-en-muisspel, waarbij doodgewone mensen nauwelijks figureren of meteen een mes tussen de ribben krijgen. Deze hectiek past bij een tijd waar rust een verboden woord lijkt. De film maakt dit inzichtelijk.

The Gangster, the Cop, the Devil

Desoriënterende actie
Uiteraard gebeurt het opboksen met regelmaat letterlijk. Elke stap verder brengt spannende achtervolgingen of een overdaad aan naamloze handlangers met zich mee. Ondanks dat de film meer te vertellen heeft dan Guy Ritchie met een Lock, Stock and Two Smoking Barrels, laat het diens vlotheid vallen in de actiemomenten. Driftig schuddende beelden en snelle montage verhinderen een goed begrip van de situatie en verhullen daarmee wat er op het spel staat. De hectiek slaat daarbij om in desoriëntatie. Het verkwanselt Dong-seoks imponerende fysiek. En de spanning.

Het voelt tevens overbodig de psychopaat geestdriftig te werk zien gaan. Kim Sung-kyu is cartoonesk kwaadaardig, wat de ongemakkelijke alliantie van zijn twee jagers onnodig verzacht. Desalniettemin maakt The Gangster, the Cop, the Devil alledaagse drukte invoelbaar en blijkt de hindernisbaan van de stad een amusant obstakel.

 

4 november 2019

 

ALLE RECENSIES

Galápagos: Hope for the Future

**
recensie Galápagos: Hope for the Future

Symptoombestrijding op eilanden

door Sjoerd van Wijk

De titel geeft het al weg. Galápagos: Hope for the Future steekt de kop in het zand voor de ecologische catastrofe. In plaats daarvan speelt deze documentaire mooi weer met een tachtig minuten durende reclame voor producent de Charles Darwin Foundation.

Nu desastreuze klimaatverandering en biodiversiteitsverlies onafwendbaar zijn, heeft de mensheid geen hoop nodig maar moed. Om dapper te aanvaarden dat velen zullen sterven en talloos niet-menselijk leven wordt meegenomen in hun kielzog. Deze realiteit zouden natuurdocumentaires niet uit de weg moeten gaan, maar zien als een kans de resulterende rouw een plaats te geven. Hoe goed de bedoelingen ook mogen zijn, door te doen alsof er oplossingen mogelijk zijn terwijl het in werkelijkheid draait om schadebeperking bewijst Galápagos: Hope for the Future de bijzondere flora en fauna aldaar geen goede dienst.

Galápagos: Hope for the Future

Kermisattractie
Allereerst is er het gebruikelijke tonen van de pracht en praal, in dit geval van de Galápagos-eilanden. Onder begeleiding van onnozele deuntjes passeren alle bijzondere diersoorten van dit gebied de revue, alsof zij een soort kermisattractie zijn. En er dus geen vuiltje aan de lucht is. De secce close-ups hebben in ieder geval niet de Instagram-kwaliteit van cameraman Emmanuel Lubezki’s werk met Terrence Malick of het sturende gehalte van Baraka. Opeens zijn daar dan de anonieme helden van de Charles Darwin Foundation die hun best doen de al sterk teruggelopen populaties weer groot te maken.

Daarbij neemt de vertelster geen adempauze om elk beeld te duiden. Waar een documentaire als Sengiré sereen handelingen toont zonder er doorheen te praten, is dat bij Galápagos: Hope for the Future tegenovergesteld. Daarbij negeert het de olifant in de kamer waarom het slecht is gesteld met de eilanden. Of wat het eiland te wachten kan staan met rijzende zeespiegels en dergelijke. Door het zo optimistisch te hebben over het goede werk van de onderzoekers praat de documentaire eigenlijk de systemische oorzaken goed. In dat opzicht is het tekenend hoe de zeehonden die vis op de markt stelen vooral koddig zijn. Als de documentaire al een probleem benoemt, is het slechts aanstippen. Het opruimen van plastic in de omgeving is zo een clandestiene operatie, om blind optimisme aan te wakkeren.

Galápagos: Hope for the Future

Antropocentrisme
Deze onkritische viering van natuurbehoud etaleert dan ook de onderliggende denkwijze van het antropocentrisme. Het begrip natuur impliceert dat de mens hier buiten zou staan, wat ook naar voren komt in het dweilen met de kraan open van de conservatiepogingen. Galápagos: Hope for the Future bejubelt de technische oplossingen die qua denkwijze tevens de oorzaak zijn van de rampspoed. Galágapos ziet reden voor vreugde dat Ecuador als eerste land natuurrechten in de grondwet vastlegde. Daarmee kiest deze documentaire ongegeneerd partij voor de separatie tussen mens en ecosysteem.

Sociaal filosoof en natuuronderzoeker Thoreau beschreef hoe ronddwalen in het wilde de geest verruimt. Bij deze documentaire mist eenzelfde soort ontzag om de Galápagos oprecht te tonen. De vertelster is er à la de homevideoprogramma’s als de kippen bij om dieren als mensen te beschouwen als dat ook maar even kan. Dat komt kleinerend over. Als een toerist ziet Galápagos: Hope for the Future de eilandenpracht vooral als iets leuks voor de mens. Daarmee vertelt de film een oneerlijk verhaal.

 

29 oktober 2019

 

ALLE RECENSIES