Moonage Daydream

****
recensie Moonage Daydream
Overweldigende visuele en artistieke ervaring

door Jochum de Graaf

Je zou denken dat Francis Whately met zijn documentaire-trilogie Five Years (2013), The Last Five Years (2017) en Finding Fame (2019) het leven van David Bowie al behoorlijk gedocumenteerd heeft. Brett Morgen voegt daar met Moonage Daydream een nieuwe en bijzondere kijk op leven en werk van het grote Engelse popicoon aan toe. Het resultaat van vijf jaar arbeid is een overweldigende visuele en artistieke ervaring.

Het verfrissende aan Moonage Daydream is dat het geen documentaire met pratende koppen is. Morgen vertelt zijn verhaal door Bowie zelf aan het woord te laten in de vele charmante en humorvolle interviews en met het enorme voorradige archiefmateriaal alle aspecten van zijn kunstenaarschap te belichten. Maar dan nog zou je het een en ander verwachten over zijn vriendschap met Marc Bolan, dat andere grote idool van de glamrock, en ook de samenwerking met Iggy Pop, eveneens van groot belang in Bowies carrière. Ook zijn persoonlijke leven, zijn eerste huwelijk met Angie en zijn beide zoons blijven onbelicht.

Moonage Daydream

Beatniks
Brett Morgen laat Bowie vertellen hoe hij geworden is tot de persoon die hij wilde zijn. Maar vooral werpt de documentaire een nieuw licht op de ontwikkeling van misschien wel (op The Beatles en The Stones na) de grootste superster van de rock-‘n-roll. Bowie vertelt dat hij toen hij een jaar of dertien was Fats Domino zag optreden en er niets van begreep waar die man over zong en wat hem zo populair maakte; het was wel een enorme stimulans om die voor hem geheimzinnige wereld te willen ontdekken en er zelf wat in te gaan betekenen.

In het middenklassengezin in de Londense wijk Brixton waar hij opgroeide, was halfbroer Terry van beslissende invloed: hij zette de jonge David op het spoor van de beatnikgeneratie en liet hem On the Road van Jack Kerouac lezen. Het was het begin van het avontuur waarin David zichzelf en de wereld wilde ontdekken, een nieuwe taal vinden om zich uit te drukken. Een groot deel van zijn mentaliteit ontleende Bowie aan het werk van de legendarische dichter William S. Burroughs.

Experimenten
Bowie die telkens het avontuur opzoekt, ‘het sociale leven verkennen op obscure plekken’, op zoek naar de absolute waarde van het leven. Bowie die aangeeft dat hij een enorme hekel had aan Los Angeles maar er vervolgens drie jaar ging wonen om te ontdekken of en waar die weerzin vandaan kwam. Natuurlijk komt de artistiek gezien meest interessante periode in de jaren zeventig in Berlijn aan de orde, waar hij van zijn overmatige drugsgebruik wilde afkomen, zich onderdompelde in het culturele leven van de meest opwindende stad van de Koude Oorlog.

Het waren de jaren van experimenteren met elektronische muziek, de samenwerking met inspirator Brian Eno, en de albums Low, Lodger en Heroes die tot zijn meest invloedrijke moeten worden gerekend. Op zijn 33ste had Bowie 17 albums uitgebracht, was al die tijd rusteloos bezig zichzelf te vernieuwen, constant opnieuw uit te vinden. Pas na zijn 35ste kreeg hij een beetje door wie hij werkelijk was en vertelt hij over de rust in zijn leven die hij vond na de ontmoeting met zijn tweede vrouw, Iman.

Androgyn
Moonage Daydream brengt ook de andere kanten van Bowie’s kunstenaarschap in beeld. Zoals zijn acteertalent met befaamde rollen in The Man Who Fell to Earth (1976) en Merry Christmas Mr. Lawrence (1983). We zien prachtige animaties en beeldcitaten van Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey (1968), waar zijn eerste hit Space Oddity uit voortvloeide, en uit films van Fritz Lang en Georges Mèliés, maar ook verloren gewaande beelden van Bowie in de Berlijnse Hansa Studios.

Daarnaast komt zijn voorliefde voor kunst aan de orde. Bowie was niet alleen een verwoed verzamelaar, zijn eigen schilderijen, kleurrijke en soms duistere collages en abstracte beeldhouwwerken zijn voor het eerst te zien. Het is niet onterecht dat hij zich gedurende zijn leven niet al te prominent op die kant van zijn talenten liet voorstaan.

David Bowie is natuurlijk vooral bekend door zijn extravagante kleding en make-up, het spelen met seks, zijn androgyne persoonlijkheid en de verschillende gedaanten die hij op het podium aannam. Jammer genoeg missen we een zelfanalyse van personages als Hunky Dory, Aladdin Sane, Halloween Jack, Ziggy Stardust en The Thin White Duke met een reflectie op de aantijging van diens autoritaire, vermeend rechtse karakter.

Moonage Daydream

Veel critici zien al die gedaanteverwisselingen als caleidoscopisch, als uiting van zijn eclecticisme. In de film wordt wel duidelijk dat Bowie in die personages zowel de tijdgeest wist te vatten als daar een enorme invloed op uitoefende. ‘Ik ben een goede observator’, stelt hij, ‘ik kan goed de essentie van een jaar samenvatten’. Verderop in de film omschrijft hij zichzelf als ‘canvas’, het doek waarop het leven geschilderd moet worden.

Messiasfiguur
Aan het begin en het eind van Moonage Daydream is Bowie esoterisch met zijn eigen invulling van het gedachtegoed van filosoof Nietzsche. ‘There is no beginning, there is no end’. De song Moonage Daydream, van het album The Rise and Fall of Ziggy Stardust and The Spiders from Mars, waar de film zijn titel aan ontleent, gaat over een buitenaardse messiasfiguur die de wereld komt behoeden voor een aanstaande ramp. Bowie heeft natuurlijk wel trekken van een messiaanse figuur. In de ronkende promotie van de film wordt gesteld dat de film dient ‘als een gids voor een leven dat zinvol is’ en ook ‘voldoening geeft in de 21ste eeuw’. Die kenschets is toch zwaar over de top, maar een fascinerend en overweldigend portret van de man die in navolging van Nietzsche vond dat de mens als het ware boven zichzelf moet uitstijgen om zijn overlevingskansen te vergroten, is het zeker.

 

14 september 2022

 

ALLE RECENSIES

Mamma Roma

****
recensie Mamma Roma
Pasolini’s verboden film gerestaureerd

door Jochum de Graaf

Mamma Roma was, na Accatone, de tweede grote film van Pier Paolo Pasolini. Als communist, atheïst en homoseksueel stelt hij het katholicisme, prostitutie en ouderschap in het in zijn ogen post-fascistische Italië aan de kaak. Bij het uitbrengen van de film in 1962 werd Mamma Roma in de ban gedaan, omdat de film immoreel zou zijn. Anna Magnani won de prijs voor beste actrice op het festival van Venetië. Deze zomer is de geremasterde versie van deze klassieker te zien in een aantal bioscopen.

In het pregnante zwart-wit decor van het Rome begin jaren zestig, de jaren van de wederopbouw, maar ook van de naweeën van de oorlog en de herinnering aan het fascisme, zien we Anna Magnani in de rol van hoer op leeftijd die uit het vak wil stappen. De beginbeelden zijn al sterk: op de bruiloft van haar vroegere vriendje en pooier Carmine (onderkoeld sterk gespeeld door Franco Citti) zet de aardig aangeschoten Mamma Roma diens huwelijk in al zijn hypocrisie te kakken.

Mamma Roma

Ordentelijke vrouw
Nu haar voormalige beschermheer onder de pannen is met een andere vrouw wil ze zich met haar gespaarde geld opwerken tot een ordentelijke vrouw. Ze schaamt zich voor haar verleden als prostituee en wil opnieuw beginnen als fruitverkoper en de moeder zijn die ze nooit was voor Ettore, haar zoon (mooie rol van Ettore Garofalo) die ze als baby vlak na zijn geboorte achtergelaten had bij familie op het platteland. Ze wil ook voor hem een nieuwe toekomst, angstvallig haar verleden geheimhoudend, maar haar gebrek aan ervaring in het opvoeden van kinderen speelt haar parten.

Ettore maakt in de nieuwe buitenwijk in aanbouw van Rome kennis met verkeerde vrienden en raakt in het vaarwater van buurmeisje, Bruna, een sletje dat het met alle jongens in de buurt doet. Ook Ettore valt al gauw voor haar charmes. Mamma ziet dat met lede ogen aan, probeert hem op het rechte pad te brengen door hem een baantje in een restaurant te bezorgen en hem aan een ‘net meisje’ te koppelen. Geen middel wordt geschuwd, inclusief chanteren, liegen en bedriegen, en ze zet zelfs een collega-prostituee in om Ettore de femme fatale Bruna te doen vergeten.

Dan duikt Carmine weer op en dreigt haar geheim aan Ettore te onthullen en brengt haar en passant ook in diskrediet met haar linkse politieke opvattingen over vrouwenrechten, de bestrijding van armoede en het vele andere onrecht in het Italië van de jaren zestig.

Moeder-zoonrelatie
Mamma Roma is te beschouwen als een verkenning van de symbiose die tussen een moeder en een zoon kan bestaan. Aanvankelijk herenigd drijven ze later uit elkaar als gevolg van jarenlang ontbrekend ouderlijk toezicht. Pasolini personifieert verwaarlozing en slechte ouderlijke begeleiding door Mamma Roma, die koortsachtig probeert een goede moeder te zijn. Haar liefde voor Ettore is niet genoeg omdat haar woorden niets voor Ettore betekenen.

Mamma Roma

Met het opduiken van Carmine komt er een eind aan de moeder-zoonidylle. Het verkopen van haar lichaam in de straten van Rome was vroeger voor haar deels een daad van rebellie tegen een mislukt schijnhuwelijk, nu moet ze het werk hervatten uit chantage door Carmine en kan ze een paar extra lira verdienen om met een paar leuke cadeautjes Ettore aan zich te binden.

Maar Ettore is niet van het slechte pad te brengen, Mamma Roma moet machteloos toezien hoe zij  zich verder in de nesten werkt. Hij wordt in elkaar geslagen, beschuldigd van diefstal in een ziekenhuis en op een hard bed vastgeklonken. De slotscènes met een wanhopige Anna Magnani en de getormenteerde blikken van een vastgeketende Ettore bevatten veel symboliek en zijn van een indringende schoonheid, beelden die nog wel even op je netvlies blijft hangen.

Maatschappijkritiek
De teneur van de film is realistisch: het harde rauwe leven in de buitenwijken van de grote stad, gewone mensen die de aansluiting op de opkomende welvaart nog moeten missen. Pasolini verwerkt in zijn verhaal stevige maatschappijkritiek. Het plot is misschien niet al te diepgaand en soms wat voorspelbaar, maar het dreigende surplus aan melodrama wordt vakkundig vermeden dankzij het geweldige spel van Anna Magnani.

En dan Rome, die eeuwige stad, het met regelmaat terugkerende iconische beeld met in de verte de koepel van de Sint-Pieter en de buitenwijken in opbouw, met hun kale vlakten die binnenkort volgebouwd zullen worden, de gaten en kuilen in het grasveldje waar nu nog gevoetbald kan worden. Een setting in architectuur en sublieme opnamen die sterk ondersteunend aan het verhaal zijn.

 

2 augustus 2022

 

ALLE RECENSIES

CinemAsia 2022 – Deel 1: Myanmar Diaries

CinemAsia 2022 – Deel 1:
Myanmar Diaries is zowel aanklacht als kunstwerk

door Jochum de Graaf

In de sterke openingsscène van Myanmar Diaries zien we een clip van een dansinstructrice in aerobicspakje terwijl op de achtergrond een konvooi legervoertuigen in beeld verschijnt dat oprukt naar een groot gebouw. Achteraf blijkt dat doel het parlement van Myanmar. Bij toeval dus werd hiermee het begin van de staatsgreep van het leger op 1 februari 2021 vastgelegd.

Het is een nogal surrealistisch beeld in een film die vooral de brute repressie na de volksopstand laat zien. Desondanks wordt de strijd voor democratie voortgezet. Myanmar Diaries viel op veel filmfestivals (o.a. Berlinale, IDFA, Movies That Matter) in de prijzen.

Myanmar Diaries

Indrukwekkende scènes
Er is een aantal indrukwekkende scènes dat om voorrang strijdt. De eenvoudig geklede vrouw met ouderwetse bril, hoedje en bodywarmer die langs een colonne van militaire voertuigen loopt en de soldaten aanspreekt op de koelbloedige moord op een meisje. “Waarom deden jullie dat? Jullie zijn goed opgeleid, je kunt me toch wel antwoorden? Ik ben ook een moeder. Wat was de noodzaak van die moord, ze was toch onschuldig! Schiet maar op mij, ik heb geen kogelwerend vest aan zoals jullie!”

In een volgende scène kijken we minutenlang naar de ingang van een huis waar vrouwelijke en mannelijke agenten naar binnen staan te kijken, we horen een kind hartverscheurend huilen om haar moeder die dreigt te worden meegenomen. Dan komt het commando en vallen de agenten met geweld de woning binnen. De geluidsband met het ijselijk geschreeuw van het slachtoffer loopt door tot de commandant naar buiten komt de hand op de camera legt en het beeld op zwart gaat.

Verderop in de film richt een man op zijn balkon zijn mobiel op een arrestatie-eenheid beneden op straat. Ze willen bij hem inbreken hoewel hij herhaaldelijk toezegt vrijwillig mee te zullen komen. Ook hier eindigt de scène, vlak voor ze hem met bruut geweld te grazen gaan nemen, op zwart.

In een andere nagespeelde scène constateert een meisje dat ze zwanger is, maar als ze het aan haar vriend wil vertellen, wordt dat eerst verijdeld door de brute ontruiming van het kraakpand waar hij woont; vervolgens aarzelt ze sterk wanneer hij haar aangeeft dat hij zich voorneemt om naar de jungle te vluchten en zich bij het groeiende verzet aan te sluiten.

Myanmar Diaries

Collage
Myanmar Diaries is een zeer bijzondere documentaire gemaakt door tien jonge filmmakers, gecombineerd met filmmateriaal van burgerjournalisten die op hun mobieltjes het protest in de straten van Myanmar registreren. Om veiligheidsredenen worden in de aftiteling alleen de namen van de producenten genoemd: het Nederlands-Tsjechische filmerspaar Corinne van Egeraat en Petr Lom die vier jaar in Myanmar woonden in de tijd dat het met de machtsdeling tussen het leger en Nobelprijswinnaar Aung San Suu Kyi redelijk goed leek te gaan met het land. De absolute verkiezingsoverwinning voor Suu Kyi eind 2020 was een nederlaag voor het leger, maar toch kwam de coup onverwacht.

Myanmar Diaries is opgezet in de traditie van omnibusfilms als New York, I Love You en Paris, je t’aime. Ook een collage van uiteenlopende films van fictie tot documentaire en animatie door verschillende filmmakers, met hier als rode draad de ontwikkeling van het protest in het eerste jaar na de coup. We zien hoe mensen reageren in dagboekaantekeningen, droombeelden, ingesproken teksten op mobiele telefoons. We zien de beelden van de protestmarsen, de veelvuldige protesten met het slaan op potten en pannen, de harde ingrepen van de oproerpolitie, het brute geweld van het leger, het begin van de ondergrondse strijd, de vorming van een guerrilla in de jungle.

De jungle is waar de film eindigt. Een groep jonge demonstranten net aangekomen uit de stad ondergaat een militaire training en zet een mars in. We horen een voice-over: ‘Kunnen jullie ons horen?’ Dat kan als hoop en als een schreeuw om hulp worden opgevat. Myanmar Diaries is zowel een ferme aanklacht tegen mensenrechtenschendingen als een tot nadenken stemmend kunstwerk.

Myanmar Diaries is tweemaal te zien tijdens CinemAsia en draait vanaf 12 mei in de bioscoop.

 

10 mei 2022

 

Interview met Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 2
CinemAsia 2022 – Deel 3
CinemAsia 2022 – Deel 4
CinemAsia 2022 – Deel 5

 


MEER FILMFESTIVAL

Madres Paralelas

***
recensie Madres Paralelas
Baby’s en grootouders

door Cor Oliemeulen

Pedro Almodóvar weet als geen ander een melodramatisch plot stijlvol neer te zetten. In Madres Paralelas volgen we de ingewikkelde relatie tussen twee alleenstaande vrouwen die op dezelfde dag bevallen tegen de achtergrond van het Spaanse oorlogsverleden.

De zeventienjarige Ana (Milena Smit) en bijna veertiger Janis (Penélope Cruz in haar achtste Almodóvar-film) ontwikkelen een band nadat ze allebei hun eerste dochtertje hebben gebaard. De vaders zijn niet of nauwelijks in beeld, net als hun eigen verwekkers. Ana heeft nog wel contact met haar moeder, maar die kan niet voor haar en de baby zorgen omdat ze het druk heeft met haar doorbraak als theateractrice. Janis’ moeder stierf op haar zevenentwintigste aan een overdosis drugs, net als zangeres Janis Joplin, naar wie ze vernoemd is.

Madres Paralelas

Transformaties
Met zijn vertrouwde team van productie-designer Antxón Gómez, cinematograaf José Luis Alcaine en componist Alberto Iglesias trekt Pedro Almodóvar (Todo sobre mi madre, Hable con ella, Volver) moeiteloos zijn fascinatie voor sterke vrouwen door. Maar voor het zover is, dienen de dames wel traditioneel de nodige tegenslagen te overwinnen en een transformatie te ondergaan. In eerdere films gebeurde dat bijvoorbeeld als gevolg van een ongeluk, chirurgie of genderfluïditeit, in Madres Paralelas zetten enkele schokkende ontdekkingen de levens van moeders Ana en Janis ondersteboven.

Pedro Almodóvar zelf heeft ook een transformatie ondergaan. Het begin van zijn loopbaan valt samen met de transitie van Spanje van dictatuur naar democratie door de nieuwe Spaanse grondwet in 1978. Vooral jongeren wisten niet hoe snel ze moesten breken met alle onderdrukte sociale normen en regels. Zo ook Almodóvar, boegbeeld van de culturele beweging La Movida in Madrid die zich ongeremd stortte op hedonisme, homoseksualiteit, drugsgebruik en ondertussen openlijke kritiek uitte op de katholieke kerk. Het platte maakte geleidelijk plaats voor nuance.

Je kunt pas succesvol zijn door tegenslagen te overwinnen, toonde Almodóvar in zijn laatste speelfilm Dolor y gloria (2019) met zijn alter ego van twijfelende en aan chronische kwalen lijdende filmregisseur, vertolkt door Antonio Banderas. Een reflectie op zijn verleden biedt verlossing. Tijdens het maken van die succesvolle film realiseerde Almodóvar zich dat hij een dagje ouder wordt (inmiddels 72) en dat hij nog nooit het traumatische verleden van zijn vaderland in zijn films aan de orde had gesteld.

Madres Paralelas

Massagraven
Wat gedwongen, maar zonder dat het stoort, weet hij in Madres Paralelas twee totaal verschillende thema’s – de gecompliceerde relatie tussen twee moeders met hun baby’s en de verwerking van een oorlogstrauma – aan elkaar te koppelen. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) werden tegenstanders van de fascisten van generaal Franco geëxecuteerd en in massagraven gegooid. Na de 36 jaar durende dictatuur besloot men het verleden te begraven, maar sinds 2007 is er een wet (Ley de Memoria Histórica) die het openen van massagraven mogelijk maakt. Een voorwaarde is erkenning van de slachtoffers van politiek, religieus en ideologisch geweld aan beide zijden van de burgeroorlog en de dictatuur.

Almodóvar waagt zich nauwelijks aan de immer gevoelige sentimenten in de Spaanse samenleving en politiek. Eén korte scène is genoeg om de ogenschijnlijke nonchalance van de jongere generatie te schetsen, als Janis tegen Ana zegt: “Er zijn honderdduizenden vermist, begraven in sloten en naast kerkhoven. Hun kleinkinderen en achterkleinkinderen willen die graag opgraven om ze fatsoenlijk te begraven. Dat hebben ze hun moeders en oma’s beloofd. Zolang dat dat niet gebeurd is, is de oorlog niet voorbij. Jij bent jong, maar je moet weten aan welke kant jouw familie in de oorlog stond. Zodat jij kunt beslissen aan welke kant jij staat.”

 

7 maart 2022

 

ALLE RECENSIES

Monsieur Verdoux

Monsieur Verdoux (1947)
De anti-Chaplin als seriemoordenaar

door Bob van der Sterre

Het karakter The Little Tramp (de kleine zwerver) maakte films als Modern Times en The Kid legendarisch. In 1947 brak het moment aan in de loopbaan van Chaplin om hiermee te breken. Na het meesterwerk The Great Dictator sloeg hij in Monsieur Verdoux een andere toon aan: Charlie Chaplin als seriemoordenaar.

We kijken naar het graf van Henri Verdoux. De voice-over, van de dode Henri, begint met een bekentenis: ‘Ik vermoordde vrouwen en deed dat voor geld.’

Hij werkte dertig jaar bij een bank en werd als eerste ontslagen in 1930, toen de crisis uitbrak. Kortom: het is toch niet raar dat hij een weg moest vinden om geld te blijven verdienen?

Monsieur Verdoux (1947)

Chaplins cynische terugblik begint als monsieur Verdoux rozen plukt – hij helpt een rupsje terug in de struiken – en tegelijkertijd zijn verbrandingsoven aan heeft staan, waar zijn laatste vrouw aan het verassen is. ‘Nu al drie dagen… Hoe lang laat hij die nog aan staan?’, vragen zijn buren aan elkaar.

Als een rijke weduwe langskomt voor zijn huis, geeft Verdoux een kijkje in de keuken. Van rozen tot diepe blikken, van astrologische kenmerken tot aantrekkingskracht. Dit keer lukt het niet.

Ondertussen begint het aantal vermiste vrouwen op te vallen. Ze waren allemaal in dezelfde leeftijdscategorie en sociale categorie. De Parijse politie gaat op zoek als een familie hun Thelma kwijt is.

Portret van een charmante seriemoordenaar
Het karakter Verdoux is gebaseerd op Henri Désiré Landru, een man die in 1922 onder de guillotine eindigde. Over hem zijn meer films gemaakt (Bluebeard, 1963, Claude Chabrol). Orson Welles wilde over hem een quasidocumentaire maken met Chaplin in de hoofdrol. Die bedacht zich en kocht het script van Welles als ‘idee’.

Net als Landru is Verdoux een meubelmaker en een oplichtende moordenaar. De film geeft inzicht in hoe Landru opereerde. Hij bezoekt zijn zogenaamde vrouw, laat haar geld opnemen bij de bank, mompelt iets over ‘een endymion maan, de mooiste van allemaal’, loopt de trap op. Schrille violen, klusje geklaard.

Maar, haastte Chaplin zelf te zeggen: ‘Het is niet het verhaal van Landru, het is een combinatie van verschillende mensen.’ Deze man is erg lief voor zijn vrouw en kind. Zijn vrouw: ‘Sinds je ontslag drie jaar geleden ben je veranderd, je oogt geprikkeld.’ Hij heeft ook een zoontje en probeert hen te helpen. ‘Het is een gemene wereld en je moet gemeen zijn om te overleven.’

Zelf ook slachtoffer
Dit is zeg maar gerust de anti-Chaplinfilm. Niets charmants als met wat iedereen met de kleine zwerver gewend was. Chaplin zag de uitdaging om zo’n cynisch levensverhaal als van Landru te vermenselijken. De zwarte humor zal hem hebben aangesproken, ongetwijfeld, en de duistere charme van Verdoux.

Wel zijn er zijn een paar slimme goedmakers: de film legt de schuld bij de crisis (en werd daarom ook gezien als de meest antikapitalistische film uit zijn oeuvre). De oplichtermoordenaar is zelf ook een slachtoffer: van de grillen van de aandelenmarkten.

Monsieur Verdoux (1947)

Bovendien is Henri Verdoux alleen maar gemeen tegen rijke, oudere vrouwen die zich graag laten foppen. Hij is wel lief tegen dieren, zijn eigen gezin, de zwakkeren in de maatschappij. Chaplin: ‘Ik wilde met de film medelijden tonen voor alle mensen. Elke keer als we een depressie hebben, of een andere nationale ramp, brengen die het ergste in de mensheid naar boven, net als Verdoux, een tragisch en meelijwekkend figuur. Mijn motivatie is om misdaad en de oorsprong van misdaad te leren begrijpen.’

Het is opvallend hoeveel verwantschap er is tussen Verdoux en Raskolnikov, het personage in Dostojevski’s Misdaad en straf. En ook met latere vriendelijke seriemoordenaars, zoals Dexter.

Wil je respect als artiest? Zet dan je imago overboord
Het is niet te onderschatten hoe Chaplin hier met zijn imago durfde te spelen. Hij zette alle zekerheden van zijn charmante kleine zwerver-persona overboord. Zijn film hiervoor, The Great Dictator, was ook daarom zo populair: dat was de stem van de kleine man.

Nu was hij ineens een ijskoude moordenaar. Dat moet voor tijdgenoten net zo’n schok zijn geweest als voor bijvoorbeeld fans die Gregory Peck in 1978 ineens dokter Mengele zagen spelen (in The Boys from Brazil). In 1947 was een antipathiek hoofdpersoon nog niet zo gewoon als bijvoorbeeld in de jaren zeventig zou worden. (Nu zien we het tegenovergestelde: wie is er nog sympathiek in films?)

Chaplin geloofde zelf in de film en deed er alles voor. Hij was acteur, scriptschrijver, regisseur, producer, castingbaas, ‘en supervisor van alle andere afdelingen’, volgens een betrokkene. ‘De film móest gemaakt worden’, zei hij zelf.

Waar Chaplin dacht aan een interessante, controversiële filosofische film met hier en daar een lachsalvo, misschien wel een nieuw cinematografisch meesterwerk, bleef het bij de première stil. Hij liep overal rond in de bioscoop. Nauwelijks een grinnik. De pennen voor recensies werden gretig in teleurgestelde inkt gedoopt (alhoewel The New York Times en The Washington Post wel positief reageerden). Sommige bioscopen weigerden zelfs de film te vertonen.

Deze tegenslag was een buitenkans voor de traditionele Chaplin-vijanden: de conservatieven en moraalridders. Hij was hen al heel lang een doorn in hun oog vanwege het anti-autoritaire karakter van zijn films, zijn in hun ogen gebrek aan Amerikaans nationalisme (hij werd er miljonair maar wilde geen Amerikaans staatsburger worden) en zijn vermeende voorkeur voor het communisme (vooral gebaseerd op wat onhandige uitspraken in interviews tijdens de oorlog).

Na deze film werd hij nog een scherper doelwit van de McCarthy-onderzoekers. Schandalen was hij wel gewend (ruzie met de Britse regering, speelde Hitler in The Great Dictator, rechtszaken, jonge vriendinnen, staatsgevaarlijk volgens de FBI). Zijn reactie: ‘Als je met je linkervoet de stoeprand oploopt, ben je al een communist.’

Ze weerhielden Chaplin gelukkig niet van het maken van Limelight in 1952. Daarna zou hij zich vestigen in Zwitserland. Hij was in feite persona non grata geworden in de VS. De hufters hadden gewonnen. Hij gaf ze een trap na met A King in New York.

Een gifexperimenteerder
Je moet toch ook wel een beetje medelijden hebben met zijn fans, die na barre oorlogsjaren ‘iets om te lachen’ wilden. Zeker de oudere fans, die verwend waren geraakt met schitterende komedies. Dat station was hij al gepasseerd. Met de jaren werd Chaplin steeds uitgesprokener. En nog meer wereldster (zijn faam van toen is vandaag de dag nauwelijks meer voor te stellen). Wie wilde in die jaren twintig en dertig niet Chaplin voor zijn of haar karretje spannen?

Ineens zagen ze Chaplin als Verdoux bij de apotheek ‘twee ons chloroform’ kopen, een gifexperiment uitvoeren, en tijdens een rechtszaak een verbijsterende vergelijking maken tussen moord en oorlog (‘As a mass killer, I am an amateur by comparison’), om tot slot de economische crisis de schuld van alles geven (hij had overigens talent voor economie). En happy end ho maar. ‘Ze moesten wennen aan het feit dat Verdoux op geen enkele manier onder the tramp-boom viel.’

Dat was niet de film waar de Chaplinianen op hoopten, en de pers ook niet. De persconferentie drie dagen na de première leek wel veel op de ondervraging voor het House Committee on Un-American Activities een jaar later. Doorlopend Chaplin-gezeur in kranten, zijn scheidingen, de vermeende sympathie voor de Sovjets, en daarna deze film: de gewone man had even genoeg van hem.

Monsieur Verdoux werd een superflop. Chaplin zou de film zelf altijd ‘the cleverest and most brilliant film of my career’ blijven vinden. André Bazin, de Franse criticus, en Jean Renoir, regisseur, waren het hartgrondig met hem eens.

Hoe is de film voor kijkers in de cynische 21ste eeuw?
Monsieur Verdoux blijft een boeiende film. Al met al meer echt Chaplin dan vrijwel al zijn andere werken (afgezien van Limelight misschien). Achter de spottende komiek zit een bezorgde en cynische humanist, die zich achter alle grappen van de kleine zwerver langzaam evolueerde, en misschien wel echt werd met de beroemde speech in The Great Dictator.

Monsieur Verdoux (1947)

De film is bijna een bloederig verlengstuk van Modern Times: iedereen kan door het vreselijke systeem tot moorden aangezet worden. Daarom geeft Verdoux zich over op de dag dat hij beseft dat de mensheid met zijn bommen een veel grotere moordenaar is dan hij. Chaplin mikte hier dus meer op filosofie dan op geschiedenis.

Het is veelzeggend dat de film zowel in de VS niet goed werd begrepen (kapitalisme maakt van mensen moordenaars), maar ook door de Sovjet-Unie werd verboden (te pessimistisch voor een gedachte aan een heilstaat).

Toch biedt de film bijzondere momenten. De grappige shots van de alsmaar terugkerende treinwielen, een ander soort komisch effect dan voorheen. De keuze voor actrice Martha Raye die de scènes meer domineerde dan welke andere actrice eerder in zijn films. Ook de rol van tijd en plaats (een Engelstalig Parijs): het gaat alle kanten uit. Of hoe plotseling Mussolini en Hitler ineens verschijnen in de film. Het zal als een opluchting gevoeld hebben voor Chaplin: eindelijk eens een film maken zonder altijd weer die slapstickkettingen.

En natuurlijk de gedurfde luchtige en empathische visie op een moordenaar. Nu hebben we wel vaker series en films gezien die moordenaars (vaak huurmoordenaars) luchtig, humoristisch en sympathiek proberen neer te zetten. Denk aan de serie Dexter, ook een sympathieke killer. Toen was dat nog niet zo bekend.

Monsieur Verdoux is een film die hierdoor merkwaardig heen en weer golft van fysieke komedie naar zacht, sentimenteel drama, en dan weer naar grimmige thriller. Je merkt het vooral aan de romantische muziek. Die kleeft lastig op het cynisme van de inhoud. Kun je een versie aanzetten zonder score, dan is de film ineens een stuk huiveringwekkender. Zoveel filmconventies wilde Chaplin nou ook niet overboord zetten.

Dat is de kracht en de zwakte van Monsieur Verdoux. Zonder risico’s vaart niemand wel.

 

17 oktober 2021

 

THEMAMAAND CHARLIE CHAPLIN

Minari

***
recensie Minari

Wie zaait, zal oogsten

door Yordan Coban

Als immigrant kwam regisseur Lee Isaac Chung op jonge leeftijd naar de Verenigde Staten en ondervond dezelfde weerstand als de familie Yi: het assimileren en het opbouwen van een leven in een ander land. 

Minari draait om de familie Yi bestaande uit vader Jacob (gespeeld door Steven Yeung), moeder Monica (gespeeld door Yeri Han), dochter Anne (gespeeld door Noel Cho), zoon David (gespeeld door Alan S. Kim) en de later intrekkende oma Soonja (gespeeld door Yuh-Jung Youn). Het filmdrama begint aan de dageraad van Jacobs gedroomde avontuur. Jacob heeft een stuk grond met een caravan gekocht en zijn familie meegesleurd in zijn agrarische droom. Hij begint een boerderij maar neemt daarbij wel een groot financieel risico, hetgeen zijn vrouw niet bepaald waardeert. Jacob en Monica maken veel ruzie en hun relatie lijkt nog aan enkele zijden draden te hangen. Draden die zouden breken als Jacob zijn familie failliet zou maken.

Minari

Rigoureuze beslissing
Dit brengt ons meteen op een van de zwakste punten van de film. Wie begint er nu een boerderij met het laatste spaargeld van je gezin zonder volledige instemming van je partner? Door deze rigoureuze beslissing van Jacob degradeert hij Monica tot een ontevreden zeurende vrouw. Het maakt haar een vervelend personage, puur om zo een oppervlakkige spanning te creëren. De film suggereert het publiek sympathie voor Jacob en zijn droom te hebben. Monica is slechts een blok aan het been van haar ondernemende man. Maar eigenlijk heeft Monica gelijk. Wie doet nu zoiets zonder dit in genoegzaamheid te overleggen?

Als compromis mag oma Soonja inwonen bij het gezin. Soonja let op de kinderen terwijl vader en moeder bijverdienen als kuikenkeurders in een fabriek. De band tussen kinderen en oma is onwennig. Oma spreekt in tegenstelling tot de kinderen geen woord Engels en ‘ruikt Koreaans’, zo snauwt de jongste, David, haar toe. Oma zal zich niet goed meer kunnen assimileren, of althans niet zoals de kinderen dat zullen, maar vormt wel een onlosmakelijk onderdeel van het gezin.

Minari

Nieuwe grond
Dan de filmtitel, Minari. Minari is een erg dominante plant in de Koreaanse keuken en cultuur en heeft de eigenschap om te kunnen groeien in de meest dorre, onvruchtbare gronden. Sterker nog, Minari gedijt bij de compost van zijn eigen soort, het herleven en het implementeren van een oude generatie in de nieuwe. Dat is waar Minari voor staat. Het is niet voor niets dat juist oma deze plant zaait. Het zijn juist haar zaden uit het land van herkomst van de Yi-familie die in deze nieuwe grond zullen moeten ontwikkelen tot iets nieuws.

Begeleid met een tedere cinematografie brengt Lee Isaac Chung dit familieverhaal tot leven op een manier die in eerste instantie qua kalmte doet denken aan Paterson (2016). Een verhaal over een familie op de financiële afgrond, vechtend hun bestaan kent echter thematisch meer gelijkenis met Shoplifters (2018). Tegen het einde kent het verhaal een stroomversnelling die zich uit in een climax. Een climax die nogal onnodig voelt maar symbolisch wel enigszins te rijmen is.

Net zoals bijvoorbeeld in de Hitchcock-klassieker Rear Window (1954) en de Zweedse satire Turist (2014) wordt de teloorgang van een relatie – in Minari zijn dat Jacob en Monika – opzij geschoven in de dramatische toedracht van de climax, waarin beide partners het vuur voor elkaar hervinden. En als de vlammen zijn gaan liggen, en de rook met de noorderzon vertrokken is, is daar nog altijd de Minari van oma. Uitgezaaid over het beloofde land.

 

5 augustus 2021

 

ALLE RECENSIES

Meilleur reste à venir, Le

**
recensie Le meilleur reste à venir

Het beste is er wel vanaf

door Michel Rensen

Le meilleur reste à venir is een oubollige komische film over een levenslange vriendschap. Enkel het samenspel van de twee hoofdrolspelers maakt het vrijwel fantasieloze scenario nog enigszins behaphaar.

Na een knullige identiteitsverwisseling in het ziekenhuis komt Arthur (Fabrice Luchini) erachter dat zijn beste vriend César (Patrick Bruel) een dusdanig vergevorderde vorm van kanker heeft dat hij niet lang meer te leven heeft. Niet wetende hoe hij het moet vertellen, valt hij over zijn eigen woorden tot César de conclusie trekt dat het Arthur is die niet lang meer te leven heeft. Niet wetende hoe hij de ontstane verwarring kan oplossen, besluit Arthur dat het eigenlijk ook niet uitmaakt. Het belangrijkste is dat ze de laatste maanden zoveel mogelijk samen optrekken. Niet alleen het geheim gooit roet in het eten, maar ook de tegenstrijdige bucketlists van de twee tegenpolen.

Le meilleur reste à venir

Tegenpolen
Wat de twee vrienden bindt, blijft de gehele film onduidelijk, behalve het feit dat ze elkaar praktisch al hun hele leven kennen. Arthur is een betweterige wijsneus, voor wie alles strikt volgens de regels moet. César is een onbeschaamde landloper die leeft als een arme student zonder vaste verblijfplaats en met elke maand een nieuwe vrouw. César wil nog tal van avontuurlijke dromen van zijn bucketlist afstrepen, maar Arthur zou zijn laatste maanden het liefst doorbrengen met het complete oeuvre van Proust.

De twee vijftigers zouden bijna niet meer van elkaar kunnen verschillen, en de personages voelen daardoor bijna karikaturaal aan. Door het overtuigende acteerwerk van de twee gerenommeerde acteurs krijgt de niet overtuigend geschreven vriendschap bij vlagen toch de warmte die van zo’n levenslange vriendschap verwacht mag worden.

Oubollige humor
Hoewel het plot voor een goede komedie ondergeschikt zou moeten zijn, is het in Le meilleur reste à venir snel duidelijk dat het verhaal niet stevig genoeg is om de twee uur te vullen. Het geheim wordt kunstmatig lang verborgen gehouden en het verhaal wordt regelmatig voortgeduwd met onnodige toevoegingen die geen andere functie hebben dan extra scènes aan de film toe te voegen.

Le meilleur reste à venir

Halverwege de film adopteert César een puppy voor Arthur, die vervolgens de rest van de film er nauwelijks meer toe doet, en ook de verrassingstrip naar India biedt. In een betere film had zo’n moment een betekenisvol symbool kunnen zijn – denk bijvoorbeeld ook aan Truman – maar in Le meilleur reste à venir lijkt Césars spontaniteit vooral gebruikt te worden om nieuwe scènes op gang te brengen wanneer het verhaal stokt.

De film schittert op de momenten dat Arthur de verwarrende situatie probeert uit te leggen. In deze scènes zijn de dialogen plotseling wel van een scherpte die je van Franse cinema kunt verwachten. Het is jammer dat de rest van de film het niveau van deze uitleg van het plot niet haalt. De grappen in de film zijn nergens van echt hoog niveau. De film voelt voor een groot deel als een herhaling van vergelijkbare films over mannenvriendschappen. Vooral de scène waarin César Arthur mee wil nemen naar een stripclub geeft blijk van een compleet gebrek aan fantasie bij de filmmakers.

 

4 augustus 2021

 

ALLE RECENSIES

Mandibules

****
recensie Mandibules

Vlieg op het criminele pad

door Jochum de Graaf

Stel je vindt een reusachtige vlieg in je kofferbak, wat doe je dan? En als je het slot kapot trapt en je die kofferbak niet meer open krijgt, hoe los je dan op?

De vrienden Manu en Jean-Gab (Grégoire Ludig en David Marsais) zijn voor geen gat te vangen en bedenken even logische als absurde oplossingen voor dit soort problemen. Manu komt op het lumineuze idee om de vlieg op te gaan leiden tot bankrover. Het al even voor de hand liggende idee om de kofferbak dan maar met een betonschaar open te knippen, komt van Jean-Gab, en als je hem daarna dan weer dicht wilt hebben, plak je wat stevige gaffertape over de scheuren, logisch toch?

Mandibules

Eigen logica
Mandibules is opnieuw een zeer geslaagde aflevering in het oeuvre van Quentin Dupieux (Deerskin, Wrong, Realité) de Franse koning van het absurdisme. Dupieux maakt zijn scripts met een volstrekt eigen logica. Deerskin, met een rol voor een sprekende leren jas, ging over jagen en gejaagd worden, in Wrong was álles anders dan anders, in Realité is er maar weinig sprake van werkelijkheid.

In Mandibules gaat het dus om die vlieg, en de titel heeft betrekking op onderkaken, het enig beweegbare deel van de schedel. Je kunt in de film genoeg verwijzingen naar insecten voorbij zien komen (‘je hebt het geheugen van een vlieg’) en malende kaken (op zeker moment eten ze per ongeluk hond uit de pot). Maar misschien doe je er beter aan er niet te veel achter te zoeken en gewoon mee te gaan met de aaneenrijging van Dupieux’ absurde vondsten en halfgare ideeën in een toch tamelijk rechtlijnige plot.

Geheime missie
Om het vliegbeest Dominique het criminele pad op te leiden, huren Manu en Jean-Gab een stacaravan die tijdens het eten koken ontploft en in vlammen opgaat. Jean-Gab maakt zich dan vooral enorm kwaad om het feit dat de spareribs en de aardappelpuree nu niet meer eetbaar zijn. We zien een politieman die slachtoffers van een ongeluk, compleet in shock, een klachtenformulier aanbiedt waarin ze kunnen aangeven of het politieoptreden aan hun verwachtingen heeft voldaan.

Mandibules

Als Manu wordt aangesproken door een zekere Cécile die hem aanziet voor een oud-klasgenoot komen onze vrienden in een luxe landhuis terecht waar ze hun geheime missie met de vlieg met allerlei kunstgrepen voor alles en iedereen verborgen moeten houden. En dan is er Agnes, heerlijke bijrol van Adèle Exarchopoulos (La Vie d’Adèle), die bij een skiongeluk hersenletsel heeft opgelopen en zich sindsdien alleen half brullend kan uiten. Hilarisch wanneer ze Manu beschuldigt te lang naar haar borsten te zitten kijken.

Er volgt nog een reeks verrassende verwikkelingen en fijne scènes waar het goed op elkaar ingespeelde schelmenduo Ludig en Marsais, al ruim twintig jaar zeer succesvol met de Palmashow zich met hun eigen gebarentaal doorheen slaat. En uiteindelijk komt het met die vlieg op bijzondere wijze op zijn pootjes terecht.

Mandibules is een heerlijke komische roadmovie in de rijke Franse traditie van de jaren zeventig, films als Les Valseuses en Un éléphant ça trompe énormément. Kortom, een fijne zomerfilm.

 

21 juni 2021

 

ALLE RECENSIES

Mysterious Object at Noon

****
IFFR Unleashed – 2000: Mysterious Object at Noon
Collectieve verbeelding

door Michel Rensen

Veel kenmerken uit zijn latere werk zijn al terug te vinden in de eerste lange film van Apichatpong Weerasethakul. In een roadmovie door Thailand verkent hij de grenzen tussen documentaire en fictie terwijl een verhaal door zijn personages wordt doorverteld en getransformeerd.

Tien jaar voor Apichatpong Weerasethakul met Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives in 2010 de Gouden Palm op het filmfestival van Cannes won, maakte hij zijn speelfilmdebuut met Mysterious Object at Noon op het IFFR in 2000. Met ondersteuning van het Hubert Bals Fonds herkende IFFR al vroeg het talent van de nu gerenommeerde filmmaker. Herkenbare thematiek uit zijn films is ook in Mysterious Objects at Noon al te vinden: het vermengen van realiteit en fictie, het hervertellen van verhalen zoals ook in Syndromes and a Century gebeurt, en ook de meanderende narratieve structuur die zich niet gemakkelijk laat grijpen.

Mysterious Object at Noon

Kettingverhaal
Op het eerste gezicht lijkt Mysterious Object at Noon af te wijken van zijn latere werk. Geschoten op 16mm in zwart-wit voelt de film aan als een lowbudget-roadmovie. De speelse wijze waarop Weerasethakul in de film met zijn subjecten spreekt, draagt daar zeker aan bij. We maken kennis met een grote verscheidenheid aan personages, van Bangkok tot diep in de jungle, van straatverkopers tot schoolkinderen.

De film creëert zo een gevarieerd portret van een land, vol verschillen – door een kettingverhaal over een jongen in een rolstoel en zijn leraar samengebracht. Terwijl steeds iemand anders het volgende stuk van het verhaal vertelt, wordt de nieuwe inbreng steeds bizarder. Een klein, simpel drama transformeert in een verhaal met dubbelgangers, aliens en tijgers. De verbeelding kent geen grenzen.

Tussen feit en fictie
Weerasethakul springt zonder enige markering tussen documentaire en fictie. De grenzen tussen de persoonlijke verhalen van deze mensen en de hervertelling zijn niet altijd even duidelijk. De interviews worden vermengd met nagespeelde scènes uit het fictieve verhaal, maar sommige scènes zouden evengoed documentair van aard kunnen zijn.

Zelfs binnen scènes vindt een verschuiving plaats die de aard van de vertelling verwart. Zo wordt een schijnbaar persoonlijk verhaal nog in hetzelfde shot opgevolgd met de vraag van een van de kinderen of het filmen klaar is en hij nu eindelijk naar huis mag. Voor hij antwoord krijgt, haalt een crewlid een script tevoorschijn en loopt Weerasethakul zelf het beeld in. De filmische illusie is doorbroken.

Mysterious Object at Noon

Folkloristische verhalen
Nadat een vishandelaar emotioneel vertelt hoe haar vader haar als kind verkocht, vraagt Weerasethakul van achter de camera vrij abrupt of ze misschien ook een ander verhaal te vertellen heeft. “Het mag echt zijn of fictief”, voegt hij daar laconiek aan toe. Met deze simpele vraag brengt hij niet alleen de rest van de film op gang, waarin het verhaal van de gehandicapte jongen doorgegeven wordt, maar legt hij ook de nadruk dat documentaire, of de realiteit, net zo goed geconstrueerd is uit verhalen. Of die echt zijn of fictief, wie zal het weten?

Net als in Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives en Cemetery of Splendour beïnvloeden de folkloristische verhalen de werkelijkheid. Tegelijkertijd vervormen de vertellers de verhalen terwijl ze opnieuw verteld worden. De realiteit krijgt vorm door de verhalen die we elkaar vertellen en die realiteit beweegt de verhalen weer in nieuwe richtingen. Hoewel Mysterious Object at Noon op het eerste gezicht als een roadmovie een portret van Thailand schetst, biedt de film vooral een reis door de collectieve verbeelding van zijn inwoners.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 26 mei 2021.

7 april 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Merry-Go-Round

**
IFFR Unleashed – 1981: Merry-Go-Round
Experiment aan kracht verloren

door Jochum de Graaf

Merry-Go-Round uit 1981 is niet de meest bekende film van Jacques Rivette, prominent vertegenwoordiger van de Nouvelle Vague, en zeker niet zijn beste.

Rivette (1928-2016) hanteerde een experimentele techniek door met grote groepen acteurs te werken aan karakterontwikkeling en het vrijwel zonder script uitgebreid oefenen met scènes voor de camera. Zijn oeuvre wordt gekenmerkt door improvisaties, losse verhaallijnen en lange looptijden. Out 1, oorspronkelijk uit 1971, duurt in de gereviseerde versie van 2003 maar liefst 750 minuten en wordt door sommige cinefielen als een heilige graal beschouwd.

Merry-Go-Round

Inzinkingen
Midden jaren zeventig had Rivette een contract voor het maken van vier films, onder de noemer Scènes de la vie parallèle. Duelle en Noroît had hij in 1976 afgemaakt, maar toen hij een paar dagen met de derde aflevering Marie et Julien bezig was. kreeg hij een zenuwinzinking. Ook bij Merry-Go-Round is het bijna onmogelijk om de film te scheiden van de chaos achter de schermen waaruit hij voortkwam. Toen Rivette in 1979 de draad weer oppakte en de film begon te draaien, werden na een paar maanden zowel hij als hoofdrolspeelster Maria Schneider ziek.

De improvisatorische manier van filmen had ook al geleid tot een steeds verslechterende relatie tussen Schneider en de andere hoofdrolspeler, Joe Dallesandro, icoon van de subcultuur van de jaren zeventig, uit de stal van Andy Warhol. Schneider, die een iconische status aan Bertolucci’s Last Tango in Paris had overgehouden, gaf er de brui aan en een aantal scènes werd met een andere actrice, Hermine Karaheuz, opgenomen.

Ondoorgrondelijk
Merry-Go-Round is een tamelijk ondoorgrondelijke film. In een schimmige en steeds ingewikkelder wordende plot, komen Amerikaan Ben (Joe Dallesandro) en Française Léo (Maria Schneider) na eerst onafhankelijk van elkaar uitgebreid over het Franse platteland te hebben gezworven uiteindelijk tegelijkertijd in Parijs aan, gelokt door een spoor van mysterieuze telegrammen van een zekere Elisabeth (Danièle Gegauff), vriendin van Ben en zus van Léo. Eenmaal in Parijs is Elisabeth aanvankelijk nergens te bekennen, het duo gaat op een soort speurtocht door de stad, ze vangen op zeker moment een glimp van haar gezicht op en er ontvouwt zich een soort complottheorie waarbij mogelijk overleden meisjes betrokken zijn, een neppe vader die 4 miljoen dollar al dan niet verborgen houdt vanwege een vliegtuigexplosie die voor hem bedoeld was… en dan wordt Elisabeth prompt ontvoerd. Hallo, bent u daar nog?

Toch is er een moment van lichte schoonheid in de waanzin van Merry-Go-Round: de climax van de film in de scène in de zandduinen waar Ben en Léo letterlijk vrede, rust en rust in hun eigen hoofd vinden.

Merry-Go-Round

Onnozel
Maar wat Schneider en Dallesandro voor het overige doen is veel mopperen, door verlaten huizen dwalen en slappe grappen maken en vechten en kletsen, onnozele scènes improviseren zoals die waarin Ben een samenzweerderige obsessie met het getal 3 botviert.

Het is allemaal nogal fragmentarisch, wat nog versterkt wordt door twee soorten intermezzo’s die het toch al zwakke hoofdverhaal onderuit halen.

Het ene is de openingsscène en de daarna telkens opduikende live uitgevoerde soundtrack van twee muzikanten (bassist Barre Phillips en klarinettist John Surman), die een treurig jazzy muziekstuk improviseren, lange lage klarinettonen die overgaan in een naargeestig geluidsveld van een strijkende bas.

En het andere is een aantal vermoedelijk spannend bedachte intermezzo’s, zoals een ridicuul gevecht met een in vol ornaat geharnaste ridder te paard en een achtervolging door wilde honden – scènes die voor het grootste deel schrikbarend saai en overdreven lang zijn.

Destijds werd de film nogal positief besproken, gelauwerd met maar liefst vier sterren; de tand des tijds geeft aan dat de film nu met de helft ruimschoots beloond wordt.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 21 april 2021.

9 maart 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR