Dutch Mountain Filmfestival 2022 – Deel 2:
Nog meer nagalm en weerklank
door Paul Rübsaam
De twaalfde editie van het Dutch Mountain Filmfestival (DMFF) kent Heerlen en Aken als de gebruikelijke standplaatsen. Van 1 tot en met 6 november bedient het festival liefhebbers van extreem alpinisme en iedereen die passie voor het berglandschap koppelt aan belangstelling voor eigenzinnige cinema.
‘Echo’ luidt het thema van het DMFF dit jaar. Met het filmaanbod wordt dit uit de bergen bekende akoestische fenomeen niet in de laatste plaats in overdrachtelijke zin benaderd. In termen van bijvoorbeeld de reactie van de natuur op menselijke activiteit. Zo zou je de klimaatcrisis kunnen zien als de nagalm van jarenlange roofbouw en groeidenken. Maar positieve echo’s zijn er ook. Zoals het aanplanten van bomen door mensen, het vergroenen van steden en de herintroductie van dieren die de natuur zouden kunnen herstellen.
Nieuwe routes in Iran
Extreem klimmen onder extreme omstandigheden wordt ons voorgeschoteld in Climbing Iran (Francesca Borghetti, 2020). Onder die omstandigheden moet dan de onderdrukking van vrouwen worden verstaan in de ‘Islamitische Republiek van Iran’, zoals de Iraanse alpiniste en protagoniste Nasim Eshqi het land noemt waar ayatollah Khamenei de scepter zwaait. Niet ‘Iran’ zonder meer, horen we haar zeggen. Want dat is het land dat ze ondanks alles nog steeds als haar thuis ervaart. Ze laat dat in het begin van de documentaire al doorschemeren tijdens een stekelig onderonsje met de Italiaanse regiseusse in een tent aan de voet van een klimroute.
We krijgen duizelingwekkende filmbeelden te zien van de klimster Eshqi in actie. In haar thuisland, waar ze nieuwe routes ontsluit met opmerkelijke namen als ‘Mr. Nobody’ en ‘A girl for all seasons’. En later in Italië, waar ze in het Val di Sole in gezelschap van de Italiaanse alpinist Gianni Trepin de route ‘Outside in’ op haar naam schrijft. Voorts is er veel fotomateriaal, voorzien van commentaar door Eshqi zelf, haar jongere zuster, vrienden en collega’s, dat ons een inkijkje geeft in haar jeugd en haar wordingsgeschiedenis als alpiniste in een land waar een dergelijke carrière voor vrouwen nauwelijks weg gelegd lijkt te zijn.
Meisjes mogen weinig in Iran. Als ze heel klein zijn valt het nog mee, maar vanaf hun negende worden ze al geacht ‘vrouw’ te zijn. Dan moeten ze een hoofddoek gaan dragen en zijn activiteiten buitenshuis, zeker lichamelijke bijna geheel uit den boze. Het is niet zo verwonderlijk dat de naar eigen zeggen hyperactieve en op het agressieve af fysiek uitbundige jonge Nasim soms liever een jongetje had willen zijn. Terwijl haar jongere zus een konijn als huisdier wilde, dacht ze zelf als kind maar aan een adelaar. En zo zijn er meer symbolen van vechtlust in haar biografie aan te wijzen. Haar carrière als vrouwelijke kickbokser kwam zelfs pas ten einde toen ze weigerde deel te nemen aan internationale wedstrijden, omdat ze dan met haar verplichte hoofddoek te veel als uithangbord van het Iraanse regime zou fungeren.
Daarna pas, op haar 23e ontdekte Eshqi het klimmen. Het verschafte haar een uitweg voor haar tomeloze energie en vrijheidsdrang. Maar gezien de gevaren en de noodzakelijke voorbereidingen voor het klimmen, noopte het ook tot bedachtzaamheid en uiteindelijk tot nadenken over haarzelf. Tevens leerde ze houden van de rotsen als tegenstrever, maar ook als metgezel. De zwaartekracht maakt geen onderscheid en trekt iedereen – man, vrouw, moslim, christen – even hard naar beneden, overpeinst ze. Bergen bezitten zelf een bepaalde energie, denkt Eshqi. ‘Je moet de kracht van de rots gebruiken om te bewegen. Je moet de rots lezen, ermee dansen, je eigen weg vinden.’
Climbing Iran is met zijn 48 minuten een niet al te lange documentaire met relatief veel stilstaand beeld (foto’s) en ingesproken commentaar. Deel van de stilstaande beelden zijn krantenberichten over allerlei vormen van geweld tegen vrouwen in Iran. Daarnaast laten noch de protagoniste, noch de regiseusse er enig misverstand over bestaan hoe ze oordelen over het bewind van Khamenei en zijn handlangers. Toch zou een kijker die de recente dood van de 22-jarige Mahsi Amini, de demonstraties in Iran, de brand in de Evin-gevangenis voor politieke gevangenen en de verwikkelingen rond de Iraanse sportklimster Elnaz Rekabi vers in het geheugen heeft liggen de reeds eerder gemaakte film wat aan de voorzichtige kant kunnen vinden.
Zenuwen van een zondagsklimmer
In Der Schmale Grat zum Eiger (The fine Line to Eiger, Matthias Lüscher, 2021) wordt ook geklommen, maar draait het toch om iets anders. Namelijk om de belevenissen van een doodgewone Europese bergliefhebber. Stel, je bent zoals de uit Zürich afkomstige journalist Lüscher een gezonde jonge vader zonder veel kletterervaring op wie namen van toppen uit de roemruchte geschiedenis van het Europese alpinisme een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefenen. Wat is er dan mooier om de 3970 meter hoge Eiger (van de beruchte noordwand) eens via de normale route te proberen? Zeker als je op die door spoorwegen uitgeholde berg al tot op ruim 3.100 meter kunt komen met de trein en er 200 meter hoger een hut ligt waar warme maaltijden worden geserveerd. En dan kun je ook nog eens bij een vrouwelijke berggids aan het touw en wil een bevriende cameraman met meer klimervaring dan jij je stoere avontuur wel filmen. Dan is het toch een eitje? Zeker als je zoals Lüscher al eerder op de aanzienlijk hogere Matterhorn hebt gestaan (ook al berucht vanwege zijn noordwand).
The fine Line to Eiger laat echter zien dat het toch allemaal nog een beetje tegen kan vallen, al staat Lüscher zeker zijn mannetje. Zo voert de wandeling van het treinstation naar de Mittellegihütte over een smal ijspad waarboven vervaarlijk overhangende delen van een gletsjer uitsteken. Die zouden best eens naar beneden kunnen vallen. Dus moet je om de risico’s zo klein mogelijk te houden dat eerste deel van de tocht zo snel mogelijk afleggen, legt Laura Bomio uit, die als vrouwelijke berggids in Zwitserland nog een zeldzaamheid is.
Ondanks de gefixeerde touwen die de vele klimmers van de Eiger langs de nu 100 jaar geleden voor het eerst ontsloten Mittellegigrat te hulp moeten komen, blijft de graad een no go area voor iedereen die ook maar een vleugje hoogtevrees kent. Zelfs de kijker kan een gevoel van misselijkheid maar nauwelijks onderdrukken bij het aanschouwen van de afgrond van 1.000 meter aan de ene kant van de smalle graad en een van 1.500 meter aan de andere kant.
Het neemt niet weg dat ondernemingen als die van Lüscher een integrerend onderdeel zijn van de Zwitserse toeristenindustrie. De gefixeerde touwen zijn er vooral om zoveel mogelijk klimmers te trekken en daarmee de Mittellegihütte draaiende te houden, licht Bomio toe. Niettemin verzekert de Zwitserse hobby-alpinist ons uiteindelijk dat de Matterhorn toch makkelijker was.
Gymzaalalpinisme
Extreem klimmen vormt weer het onderwerp van de documentaire Adam Ondra: Posunaut hranice (Adam Ondra: Pushing the Limits, 2022) van het Tsjechische regisseursduo Jan Šimánek en Petr Záruba. In dit portret van de Tsjechische rotsklimmer Adam Ondra zien we hoe deze in zijn voorbereiding op de Olympische Spelen van Tokyo van 2020 (2021) de rotsen steeds vaker moet verruilen voor kunststof klimwanden in overdekte ruimtes.
Als je zou zeggen dat Adam Ondra loodrechte en overhangende rotswanden kan bedwingen, doe je hem nog te kort. Met zijn tengere, langwerpige, maar gespierde lichaam dat wel van ijzerdraad vervaardigd lijkt en oerkreten slakend die tot ver in het dal te horen zijn, is hij zelfs in staat zich hangend aan natuurlijke plafonds voort te bewegen. Niet voor niets kreeg de ‘Silence’ geheten klimroute in Noorwegen, door hem als eerste bedwongen, de ongekende moeilijkheidsgraad ‘9c’ toebedeeld.
Niet zozeer zijn passie, die naar eigen zeggen de esthetiek van de beweging van het rotsklimmen betreft, maar eerder prestatiezucht en druk vanuit zijn omgeving drijven Ondra bij zijn wens om te debuteren op de Olympische Spelen. Pijnlijk genoeg is vooral dat naderende evenement in Tokyo van invloed op zijn relatie met zijn aanstaande bruid en klimpartner Iva Vemnolová. Haar eigen veelbelovende klimcarrière komt geheel in de schaduw te staan van de toekomst van Adam. Een gegeven waar ze zich bij neerlegt, maar haar niettemin de nodige tranen ontlokt.
‘Wetenschappelijk’ zou je de voorbereiding van Ondra en zijn begeleiders op de Spelen kunnen noemen. Veel klimmen op de klimmuren, tal van andere oefeningen en voortdurend tests om de ontwikkeling van het fysiek van de welhaast tot turner omgeturnde klimmer in de gaten te houden. Zelfs gezichtsmassages en acupunctuur komen eraan te pas.
De oude koningin
In Vedette (Claudine Baries, Patrice Chagnard, 2021) keren we terug naar het hooggebergte, of beter gezegd: de alpenweiden. De titel van deze documentaire verwijst namelijk niet naar een bergbeklimmer, maar naar een markante zwarte alpenkoe. Op 6 oktober jongstleden beleefde de film al een separate, door het DMFF georganiseerde voorvertoning in toepasselijk genoeg de koeienstal van boerderij Lubosch Land in het Zuid-Limburgse Ransdaal. Ongetwijfeld zal Vedette echter nog vaker in de bioscopen te zien zijn.
Speelfilms met vertederende boerderijdieren kunnen zich reeds verheugen in een zekere traditie. Denk bijvoorbeeld aan Babe (1995) en sequels en wat runderen betreft aan La Vache (Frankrijk, 2016) en recent nog Lunana: A Yak in the Classroom (Bhutan, 2019). In de documentaire Vedette is het echter aan de kijker zelf om te bepalen of hij of zij bereid is aan de niet voor speelfilmdoeleinden gedresseerde titelheldin met haar immer klingelende koeienbel unieke, al dan niet menselijke eigenschappen toe te kennen.
Voor Elise Fauchère, die samen met haar licht verstandelijk gehandicapte jongere zus Nicole een boerderij runt in het schilderachtige Val d’Herens in Franstalig Zwitserland, staat het in ieder geval vast: haar Vedette is niet zomaar een koe. De zusters kregen al vroeg een bijzondere band met het dier. Eerst omdat het als kalf een zorgenkindje was en extra aandacht nodig had. Later omdat ze als koe in de buiten de regio weinig bekende koeiengevechten (gevechten tussen koeien) haar vrouwtje wist te staan en zo de status van ‘koningin’ verwierf.
De uit de stad afkomstige filmmaakster Claudine Baries en haar buiten beeld blijvende partner en mederegisseur Patrice Chagnard betrekken in de lente en zomer hun buitenhuis in het Val d’Herens en zijn goede buren van de gezusters Fauchère. Met name Claudine en Elise maken regelmatig praatjes met elkaar, bellen elkaar op en zwaaien naar elkaar door het raam. Langzamerhand komt Claudine ook steeds meer over Vedette te weten, die ze naar buiten kijkend al zo vaak langs heeft zien lopen.
De gezusters Fauchère zouden in de nieuwe lente voor hun geliefde prijskoe graag opnieuw een rol als koningin weggelegd zien. Maar Vedette wordt inmiddels wel een dagje ouder. Dat blijkt wel als ze tijdens een voorselectie voor de koeiengevechten menig gevecht verliest. Volgens Elise tast dit Vedette’s gevoel voor eigenwaarde aan. Als we haar moeten geloven verkeert de koe door de nederlagen die ze heeft geleden zo’n beetje in een depressie.
Het brengt de boerin ertoe zich met een opmerkelijk voorstel tot haar buurvrouw te wenden. Zou Vedette een paar maanden op verhaal mogen komen op het stukje grasland en de daarbij behorende kleine stal dat Claudine en haar partner toebehoort?
Claudine laat Vedette naar muziek luisteren en leest haar zelfs voor. Onder andere uit het werk van de zeventiende-eeuwse Franse filosoof René Descartes. Deze beweerde dat dieren door god gemaakte ‘machines’ zijn, die slechts in schijn vreugde en pijn kunnen ervaren. Daar is de regisseuse het natuurlijk niet mee eens. En Vedette uiteraard ook niet. Maar of dat het is wat het dier laat merken als ze tijdens het voorlezen soms haar herkauwarbeid onderbreekt? De stembuigingen van Claudine en het gevoel dat deze in haar voordracht probeert te leggen hebben niettemin een onmiskenbaar effect op de koe met haar zachte bruine ogen.
De soms idyllische logeerpartij van Vedette bij Claudine duurt natuurlijk niet voor eeuwig. En zoals gezegd nadert Vedette’s levensavond. Ze is immers al zestien, wat correspondeert met een mensenleeftijd van tachtig jaar. Hoe moet er met het onvermijdelijke einde van haar leven worden omgegaan? De in de veehouderij opgegroeide zusters Fauchère blijken daar ondanks hun liefde voor Vedette toch andere opvattingen over te hebben dan de al dan niet te sentimentele Claudine. De kijker mag zelf oordelen.
Andere films op het festival zijn onder anderen Höhenrausch, een documentaire van David Pichler op 4554 meter over alles wat je wilde weten over hoogteziekte maar nooit durfde te vragen, de korte animatiefilm What Killed Timmy Benson van Nick Cremers rond een duistere macht in een slaperig, besneeuwd dorpje en The Last Mountain, het aangrijpende verhaal van regisseur Chris Terrill over een moeder en haar zoon die 25 jaar na elkaar in de bergen omkomen. Ook een aantal speelfilms komen aan bod. Zoals Elisabeth (Caroline Tillette, 2022), waarin een verzetsstrijdster in de Tweede Wereldoorlog een benauwd nachtje beleeft in een berghut op de grens van Zwitserland en Frankrijk, Heidi, de verfilming van Alain Gsponer uit 2015 van de avonturen van het bekende weesmeisje dat bij haar opa in de Alpen gaat wonen en als echo uit het verre verleden de gerestaureerde zwijgende film Der Berg des Schicksals uit 1924 van bergfilmpionier Arnold Fanck.
Naast het vertonen van films organiseert het DMFF de nodige andere activiteiten, zoals Q&A’s, de expositie FurkArt Ephemera, met werk uit de archieven van voormalig kunstenaarsverblijf Hotel Furkablick op de Zwitserse Furkapas en een literatuurwandeling langs de Caumerbeek.
Lees hier het complete overzicht van alle films en activiteiten.
28 oktober 2022
Dutch Mountain Filmfestival 2022 – Preview 1