Homecoming (1945)

***

recensie Homecoming (1945)

Verwrongen erfenis

door Tim Bouwhuis

In de nazomer van 1945 arriveren twee orthodoxe Joden in een klein Hongaars dorpje. De nieuwkomers handelen bedachtzaam, gereserveerd: het leed dat ze meedragen vraagt om een gepast stilzwijgen. Voor de bewoners vertelt het plotse bezoek een heel ander verhaal. Terwijl de Joden met paard en wagen de omgeving intrekken, pakken donkere wolken zich samen boven een verzwegen dorpsgeschiedenis.

Voor Homecoming (1945) werkte regisseur Ferenc Török (Moscow Square) intensief samen met Gabor T. Szanto, de romanschrijver wiens kortverhaal aan de basis van de film stond. Szanto’s retrospectief (Hazatérés, 2004) op de Hongaarse verwerking van WO II verkent de grenzen van collectieve schuld: waar vervaagt de rol van het individu, en wordt een complete gemeenschap verantwoordelijk? Is verzoening überhaupt mogelijk als er zoveel afwijkende perspectieven op een verwrongen verleden zijn? Török toont de recente geschiedenis nooit direct. Wat we meekrijgen over het oorlogsverleden wordt bemiddeld door de dorpsbewoners. Stuk voor stuk geven ze hun eigen betekenis aan het bezoek van de Joden. De waarheid is het domein van de herinnering – nu al.

Homecoming (1945)

Er zijn er al twee
In stijlvol zwart-wit oogt de film een stuk gewichtiger dan hij inhoudelijk is. In het eerste kwartier is er nog een bruiloft op komst, op het platteland spreken arbeiders over het vooruitzicht van een nieuwe wereld. Na de oorlog mag er gedroomd worden. Het verloop van Homecoming (1945) schetst een weemoediger beeld. Op ideologisch vlak is er niets veranderd: antisemitisme sluimert, het vuur van het patriottisme woekert.

Een vlugge inventarisatie van het collectieve wantrouwen leert dat de twee Joden een voorbode zijn van ongeluk, misschien zelfs van meer Joden. Je herkent ze van verre, want een hoed dragen ze allemaal en een baard ontbreekt nooit. In de film zijn het opmerkingen in de marge, in context zijn het verhalen op zichzelf. Terwijl de angst van de dorpsbewoners verder gevoed wordt, onthaalt de vaderlandslievende Szentes (Bence Tasnádi) een oorlogsveteraan op een anders besloten feest.

Collectieve psyche
Vlekkeloos worden deze onderliggende sentimenten niet uitgespeeld. Török en Szanto geven hun dorpse personages eigenschappen en handelsmerken die om een bredere psychologische uitwerking vragen. Uitingen van hypocrisie, egoïsme en ongeremd patriottisme missen hun emotionele draagkracht door de generieke manier waarop de individuen zijn geschetst. Gezegd moet wel dat ook de korte speelduur en de beperkte reikwijdte van het narratief hier een rol spelen.

Homecoming (1945)

Homecoming (1945) overspant de loop van een enkele dag, en leent zich daardoor beperkter voor (karakter)ontwikkelingen op de lange termijn. Dat neemt niet weg dat een minder eenzijdige benadering de film goed had gedaan. De twee Joden dienen te nadrukkelijk als katalysators voor het collectieve reactievermogen van het dorp. De tragiek van hun eigen geschiedenis schemert constant door maar wordt nergens écht tastbaar.

Het weer als waarheid
De manco’s op vertellend vlak ten spijt is Homecoming (1945) een stijlvol gefilmd drama, dat tegelijk beklemt en betovert. De elegante zwart-wit fotografie van Elemér Ragalyi doet onder andere denken aan het bekroonde Ida (2013). Ook in die film komt het verleden tot leven omdat er sprake is van onverwerkt leed. Personages zoeken naar waarheid; persoonlijke waarheid (de Poolse Anna in Ida) of de collectieve waarheid van de dorpsbewoners. Als die al bestaat: na de broeierige en bloedhete namiddag op het Hongaarse platteland hangt de passende dreiging van een onweersbui in de lucht.
 

7 mei 2018

 
MEER RECENSIES