Infiltrator, The

***

recensie The Infiltrator

Het riool van de beschaving

door Alfred Bos

Bryan Cranston (Breaking Bad) schittert wederom als de man met het masker. In The Infiltrator is hij een boekhouder die poseert als zakenman met maffia-connecties om geld wit te wassen voor coke-criminelen uit Colombia.

Operatie C-Chase is een van de grootste undercoveroperaties in de geschiedenis van Amerika’s geheime diensten. Spil van de operatie was Robert Mazur, die als de malafide zakenman Bob Musella voor de Colombiaanse cokemaffia tientallen miljoenen dollars aan drugsgeld witwaste via een louche bank in Panama. Het resulteerde in de arrestatie van tientallen criminelen en bankiers, de ondergang van de betrokken bank en uiteindelijk de val van Panama’s dictator Noriega, bijgenaamd de Ananas.

The Infiltrator

Twintig jaar lang hield Mazur – die na C-Chase gewoon doorging met zijn undercover werk, in een andere identiteit uiteraard – dat sterke verhaal voor zichzelf, tot hij in 2006 werd ingehuurd als consultant voor de misdaadthriller Miami Vice. Regisseur Michael Mann zag een film in zijn verhaal, Mazur schreef het op in het boek The Infiltrator, een hit op de Amerikaanse bestsellerlijsten die werd verfilmd met acteur Bryan Cranston in de hoofdrol. Waarin The Infiltrator afwijkt van andere misdaadthrillers: de overheid jaagt op het geld, niet op de drugs.

Gevaarlijk dubbelspel
Cranston brak door als de scheikundeleraar annex drugscrimineel Walter White in de tv-serie Breaking Bad en ook in The Infiltrator speelt hij met verve een personage dat leeft op de scherpe kant van een scheermes en voortdurend moet schakelen tussen twee rollen. Zijn Mazur is een doorgewinterde professional wiens vertolking van de weinig scrupuleuze zakenman Musella uit Miami overtuigend genoeg is om door te dringen tot de top van het drugskartel. Zelfs Pablo Escobar komt hem anoniem uitchecken.

Regisseur Brad Furman overtuigde vijf jaar terug met The Lincoln Lawyer, de beste boekverfilming van succesauteur Michael Connelly tot nu toe, met een sterke Matthew McConaughey in de hoofdrol. Ook The Infiltrator dankt zijn succes aan de kwaliteiten van karakteracteur Cranston. Hij is vrijwel de volle twee uur van de film in beeld, maakt het levensgevaarlijke dubbelspel invoelbaar voor de kijker en weet, geholpen door een debuterende dubbelagente die zijn aanstaande speelt (Diane Kruger), de mens in de criminelen aan te spreken.

The Infiltrator

Solide genrefilm
De film speelt in de jaren tachtig – geen smartphones of internet – en oogt als een film uit de jaren zeventig: kalm tempo, degelijke karaktertekening, gedoseerd (en bruut) geweld, spanning boven actie. Een eigentijds foefje zijn de korte scènes en de vlotte montage, ze geven The Infiltrator de air van een tv-serie gemaakt met een filmbudget. Tussen de dialogen zitten een paar rake observaties over het neoconservatieve Amerika van Ronald Reagan verstopt: ‘Zorg dat je geen loser bent’, ‘de US is het riool van de beschaving’ en ‘zonder drugsgeld stort de Amerikaanse economie in’. We zien hoe de financiële infrastructuur van de wereld van nu wordt aangelegd.

Deze solide en net iets beter dan gemiddelde genrefilm weet zich in de rug gesterkt door een rake soundtrack, met bijdragen van Rush (Tom Sawyer), Curtis Mayfield (Pusherman), Leonard Cohen (Everybody Knows), en heeft als treffende uitsmijter Eminence Front, de laatste klassieker van The Who, die niet beter geplaatst had kunnen worden dan hier. The Infiltrator mist de romantiserende bravoure van een Miami Vice of een Scarface; het waargebeurde verhaal is uit zichzelf al spectaculair genoeg.
 

13 september 2016

 
MEER RECENSIES