Ma Loute

***

recensie Ma Loute

Van toeristen kun je eten

door Cor Oliemeulen

Na het succes van zijn absurdistische komedie P’tit Quinquin, vooral in eigen land, flikt de Franse regisseur Bruno Dumont met Ma Loute deels hetzelfde kunstje.

Achterlijke, afzichtelijke autochtonen op het Franse platteland figureren tegen de achtergrond van mysterieuze misdaden die nooit en te nimmer zullen worden opgelost omdat de politieagenten zo gek zijn als een looien deur. Waar we in het experimentele P’tit Quinquin konden kennismaken met een onverstaanbare, motorisch gestoorde commissaris en zijn al even snuggere hulpje met een fietsenrek en een voorliefde voor autorijden op twee wielen, ontmoeten we in Ma Loute karikaturen van Sherlock Holmes en Doctor Watson, of beter: Laurel en Hardy. De Dikke, inspecteur Machin, is zo volumineus dat de Dunne, assistent Malfoy, hem regelmatig overeind moet helpen – hier in de duinen onder Calais waar toeristen spoorloos verdwijnen.

Ma Loute

Vallende ziekte
Bijna iedereen valt weleens in Ma Loute. Zoals de emotioneel en lichamelijk ingesnoerde rijke dame Isabelle van Peteghem (Valeria Bruni Tedeschi: Il capitale umano), de nerveuze, bekakt sprekende André Van Peteghem (Fabrice Luchini: Gemma Bovery) en de extatische snob Aude van Peteghem (Juliette Binoche: Clouds of Sils Maria). Samen met drie kinderen en een al even curieuze neef viert deze welgestelde familie uit Lille in de zomer van 1910 vakantie in en om een prachtig wit huis bovenop een duin aan de baai van Slack.

In contrast met deze incestueuze familie – “industriële verbintenissen: neef trouwt met nicht, zo doen families dat in het noorden” – staan de leden van de teruggetrokken familie Brufort. Zij moeten zien rond te komen met het vangen van mosselen en het overzetten van toeristen bij wassend water (bij voorkeur dragend) en blijken liefhebbers van mensenvlees (bij voorkeur toeristen). Terwijl vader Brufort in zijn authenticiteit door de rijkaards wordt beschouwd als de belichaming van perfectie en totale schoonheid, krijgt zijn oudste zoon, Ma Loute, te maken met de avances van de oudste telg van de Van Peteghems. Het blijft lang onduidelijk of deze Billie een meisje is dat zich als jongen kleedt of een jongen die zich als meisje vermomt.

Ma Loute

Kansen
Anders dan in P’tit Quinquin heeft Bruno Dumont begrijpelijkerwijs gekozen voor enkele professionele acteurs, die zich met zichtbaar plezier uitleven in hun groteske rollen (met name Binoche speelt totaal over de top), maar gelukkig zijn de plattelandslieden ook in Ma Loute heerlijk streekgebonden boers en ongecompliceerd. Maar nog meer dan in zijn absurdistische voorganger is het gemis van enig plot en noodzakelijke twists voelbaar. Met alleen bijzondere typetjes, droogkomische scènes, aardige cinematografie en een soundtrack waarin het piepen en kraken van (vooral menselijke) bewegingsapparaten wordt afgewisseld met klassieke muziek, laat de regisseur uitgelezen kansen voor een werkelijk oorspronkelijk filmjuweeltje liggen.

In P’tit Quinquin zit een vette knipoog naar Federico Fellini’s La Dolce Vita: als een koe (vol mensenresten) met een helikopter door de lucht wordt getransporteerd; de finale van Ma Loute doet sterk denken aan een andere klassieker van deze Italiaanse meesterregisseur, 8 ½: als een rariteitenkabinet zich in polonaise over het strand beweegt en iemand als een vlieger in de lucht zweeft met een touw aan een been. Met het genre drama (L’humanité, Flandres) bewees Dumont over veel eigenzinnig talent te beschikken, met zijn absurde komedies valt nog de nodige winst te behalen.
 

18 juni 2016

 
MEER RECENSIES