Welcome to the Punch

*

recensie  Welcome to the Punch

Standje moeilijk gezicht, met hip kinpluis

door Alfred Bos

Stereotiepe actiethrillers kunnen ondanks alle clichés toch vermaken. De film ziet er gelikt uit; het verhaal bevat net dat ene slimmigheidje; de humor is droog of juist kolderiek; de hoofdrol is een rake typering; de actie blaast het stof van de muur. Hoe meer van dit alles, hoe vermakelijker. Welcome to the Punch ziet er alleen gelikt uit.

Het zal je als held maar gebeuren: heb je als ambitieus politiebroekje bijna de grote schurk in zijn kladden, schiet hij je half invalide. Dat levert een serieus trauma op, want de loopbaan staat op een zijspoor en de stralende toekomst is een druilerige herfstdag geworden. Geen schouderklopjes (of jaloerse blikken) van collega’s, geen smachtende bewonderaarsters, maar een wrokkig bestaan als nobody.

Recensie Welcome to the Punch

Zo staat Max Lewinsky, de protagonist van Eran Creevy’s tweede speelfilm, in het leven. In de fraai gestileerde proloog zien we hem achter een viertal in strakke pakken gestoken overvallers aan jagen door een uitgestorven Londen, dat exclusief is opgetrokken uit glas, staal en neon. Max gaat in zijn eentje de boeven pakken en scheurt in zijn bolide achter de motorduivels aan. Hij negeert de instructies van zijn meerdere en dat had hij beter niet kunnen doen.

Bordkarton
Klinkt goed? Het ziet er nog beter uit. Creevy heeft een verleden als regisseur van commercials en videoclips; hij weet hoe je een budget omzet tot eye candy. Een paar jaar terug wist hij uit een schamele 100K aan Britse ponden een thriller over de Londense drugsscene te kloppen (Shifty). Voor zijn tweede werkstuk, eveneens op basis van een zelfgeschreven script, had hij tachtig keer meer geld ter beschikking en dat zie je aan Welcome to the Punch af. Ridley Scott en het British Film Institute betaalden mee.

Wanneer het verhaal niet bijster boeit (iets met wapens, cynische politici en corrupte agenten) of vlak wordt verteld (geen context of motivatie), moet de spanning uit de personages komen:  de film heeft een cast van ervaren acteurs. Ook dat helpt niet, want ze hebben niets om mee te werken. Max (gespeeld door James McAvoy, met hip kinpluis) en zijn tegenstrever James Sternweed (Max Strong) worden door omstandigheden handlangers en gaan gezamenlijk een derde vijand te lijf. Je gelooft het geen seconde, want hun karakters zijn van bordkarton, standje moeilijk gezicht, met de psychologie van een diepgevroren kabeljauw.

Stripverhaal
Humorloos is de wereld van Welcome to the Punch ook. Agenten, chefs, boeven, spin doctors – ze blaffen tegen elkaar in cynisch bedoelde oneliners die geen schuim op het bier brengen. Zo uitgebleekt blauw als de beelden zijn, zo levenloos leeg zijn de personages. Dan is er natuurlijk schietgeweld, in arty slo-mo zelfs. Kogels slaan vuistgrote gaten in de muur, hele magazijnen worden weggemitrailleurd zonder een olifant te raken en in de finale shoot out – op het containerpark dat de film zijn titel geeft – is het Max en James tegen de overmacht. In plaats van stoer komt het een beetje onbeholpen over.

‘I learned not to get involved’, zegt hoofdpersoon Max tegen zijn partner Sarah (Andrea Riseborough), de enige in dit stripverhaal die niet stijf staat van de adrenaline en het stresshormoon cortisol. Juist zij legt in een kreupele scène het loodje. De kijker raakt maar niet betrokken bij deze komisch aandoende hutspot van filmclichés en artistieke pretenties. Wat zou Ridley Scott er in hebben gezien?

 

18 mei 2013

 

MEER RECENSIES