Wolf of Wall Street, The

****

recensie  The Wolf of Wall Street

Scorsese in topvorm

door Alfred Bos

Leonardo DiCaprio en Martin Scorsese werken voor de vijfde maal samen in een drie uur durende zwarte komedie, die bijna uit zijn voegen barst van levenslust en hilariteit. 

Er zijn zo overdonderend veel krankzinnige scènes, zoveel geestige – veelal geïmproviseerde – dialogen, zoveel absurde situaties en zoveel briljante momenten dat de drie uur die Martin Scorsese’s The Wolf of Wall Street duurt, geen verloren minuut kent. In een ongenadig tempo vertelt deze zwarte komedie het waar gebeurde verhaal van de effectenmakelaar Jordan Belfort (Leonardo DiCaprio), die begin jaren negentig absurd veel geld verdiende met illegale praktijken in de wereld van Wall Street en uiteindelijk achter de tralies belandde.

Recensie The Wolf of Wall Street

Belfort is een schurk, maar een charmante schurk. Hij komt als broekje op Wall Street en wordt ingewijd in de mores van het geldwezen door een cynische veteraan (Matthew McConaughey). Het is niet eens de hebzucht die hem drijft, het is de uitdaging om vlees te verkopen aan vegetariërs. Bij dat spel is alles geoorloofd en Belfort kent geen scrupules. Die mentaliteit en (gebrek aan) moraal kennen we uit Scorsese-films als Goodfellas (1990) en het ondergewaardeerde Casino (1995).

Mannenvriendschappen
Ook The Wolf of Wall Street is een film over de vriendschap tussen mannen die in hun eigen fantasiewereld leven naar hun eigen regels. Zoals Goodfellas de doorbraak betekende voor acteur Joe Pesci, zo fungeert deze film als het podium waarop het talent van Jonah Hill kan schitteren. Hij speelt de rol van Donnie Azoff, de adjudant van Belfort die uitgroeit tot zijn beste vriend. Zowel Belfort als Azoff zijn uitzinnige personages en ze stuwen elkaar op tot hallucinante hoogtes. Scorsese heeft extra moeten snijden om de NC-17 (voorheen X) rating te ontwijken, wat niet wegneemt dat er meer drugs en vrouwelijk naakt voorbij komen dan in al zijn voorgaande films tezamen.

The Wolf is geproduceerd door DiCaprio, die de biedingsoorlog om de rechten van Belforts autobiografie won van Brad Pitt, en kende een moeizame ontstaansgeschiedenis. Tussendoor maakten DiCaprio en Scorsese Shutter Island (2010) en Ridley Scott liet de regie van het door Terence Winter (Boardwalk Empire, The Sopranos) geschreven script aan zich voorbij gaan. Dankzij onafhankelijke financiering ging Scorsese alsnog aan de slag, met als resultaat een van de beste films uit zijn toch al imposante oeuvre. Voor DiCaprio is het na The Great Gatsby en Django Unchained zijn derde glansrol binnen een jaar. Als slagroom op de taart is er een bijrol voor Joanna ‘Absolutely Fabulous’ Lumley.

Remmen-los soundtrack
Om het filmfeest compleet te maken tekende Robbie Robertson voor de soundtrack, waarop rhythm & blues-klassiekers van Howlin’ Wolf, John Lee Hooker, Willie Dixon en Cannonball Adderley figureren naast de alternatieve rock van The Dead Weather, Me First and The Gimme Gimmes en The Lemonheads. Het is remmen-los muziek die het filmverhaal ironisch becommentarieert en de grenzeloze energie van de personages verklankt. Zo horen we Mrs. Robinson – in een punk-cover van The Lemonheads – wanneer Belfort zijn Engelse schoontante Emma (Lumley) dreigt te kussen.

Recensie The Wolf of Wall Street

Anders dan Goodfellas en Casino gaat The Wolf of Wall Street over witte boorden-criminaliteit en dat betekent: geen brute moorden of psychopathisch geweld. Al is de geestesgesteldheid van de Wall Street-bluffers even gestoord als die van hun maffioso evenknieën uit vroegere Scorsese-films, ze halen maximaal plezier uit iedere situatie. Het is die ontembare levenslust die van het filmdoek spat en van The Wolf een hilarische rollercoaster maakt. Na drie uur stap je suf gebeukt, maar intens voldaan uit de bioscoop.

 

24 januari 2014

 

MEER RECENSIES