IFFR 2025 – Deel 7: Drie keer fictie versus werkelijkheid

IFFR 2025 – Deel 7:
Drie keer fictie versus werkelijkheid

door Bob van der Sterre

Een leuk thema waar je eindeloos mee kunt spelen: werkelijkheid en fictie. Hoe verweven zijn ze? Het is vaak een onlosmakelijk duo maar drie films op IFFR nemen het wel heel letterlijk. 

 

Grand Tour

Grand Tour – Eigenzinnige film toert heel Azië door
In Grand Tour vlucht Edward van zijn toekomstige vrouw, Molly, die uit Londen kwam gereisd. Zijn reis (het jaar is 1918) is in feite een Grand Tour door Zuidoost- en Oost-Azië. Maar het is een grote sombere trip. We zien hem naar Rangoon gaan, naar Singapore, een weg door de jungle banen na een ontspoorde trein, hij vervolgt zijn weg door Vietnam, Filippijnen, Shanghai, vaart met de boot over de Jangtse. En Molly reist de hele tijd achter hem aan. In die tijd waren nog diverse landen gekoloniseerd en spraken ze bijvoorbeeld Frans in Vietnam.

Een film als Grand Tour laat zich lastig samenvatten. De film van Miguel Gomes is veel eigenzinniger dan deze beschrijving doet lijken. Want bovenstaand verhaal is maar een van de drie verhalen die je ziet: we zien ook actuele documentairebeelden van dezelfde locaties (met voice-overs van mensen uit die landen) en soms ook wat oudere archiefbeelden. De fictieve versie is misschien maar de helft van de film.

Het is vreemd om te schakelen tussen de fictie van 1918 naar snackbars, motoren, mondkapjes, reclame, voetbalshirts, etc. Ik kan me niet herinneren dit eerder te hebben gezien. Het IFFR geeft er deze bijna cryptische uitleg over: ‘Grand Tour speelt zich af in een claustrofobisch koloniaal tijdperk dat voortdurend in dialoog is met het heden dankzij een uniek gebruik van documentairebeelden (…).’

Cultuur is duidelijk de rode draad van de film. Muziek komt steeds terug. Bijvoorbeeld twee mannen en een microfoon bij een rivier, een man die My Way zingt in een bar, schimmenspel met Wajangpoppen, en nog meer.

Met deze thema’s is het niet lastig te voorspellen dat dit een critici-darling gaat worden – hij won al de prijs voor beste regie in Cannes. De film is ook wel minutieus gemaakt. De zwartwitpassages zijn zeer sfeervol gemaakt.

Toch ben ik zelf niet overtuigd. Het acteren is geregeld aan de onhandige kant. Het vertelde verhaal is ook steeds simpel: Molly doet dit, Edward doet dat. Ook ben ik er niet van overtuigd dat het ‘documentairedeel’ van die steden in deze mix op deze manier echt werkt. Het is eigenzinnig en gedurfd, zeker, maar het resultaat is niet direct overrompelend.

Nog te zien op IFFR 2025.

 

Le Deuxième Acte

Le Deuxième Acte – Breken door de vierde én vijfde muur
David en Christian (Willy) hebben een lunchafspraak in Le Deuxième Acte, een locatie midden op een berg in de bossen. Daar is het de bedoeling om Florence en haar vader te ontmoeten. Florence is dol op David, maar die wil haar liever koppelen aan Christian, die daar heel sceptisch over is en vervolgens wat ongemakkelijke dingen zegt over homoseksualiteit, waarop David schrikt. ‘We zijn niet alleen, de camera loopt hier ook, wil je ons gecanceld hebben?’ ‘O ja.’ Ze kijken in de camera en slechten de beroemde vierde muur.

Florence komt aan met haar vader, die dus ook twee acteurs blijken te zijn. De vader, Guillaume, zeurt en klaagt en heeft er genoeg van. Stomtoevallig wordt hij gebeld voor een rol in een nieuwe film van Paul T. Anderson. En hij is meteen een stuk vriendelijker. Florence mist haar dochtertje en belt met haar moeder, die tijdens chirurgische handelingen niet al te opbouwende kritiek geeft.

Ondertussen loopt de scène in het café niet zo vlot want een bijrol, de ober die wijn moet inschenken, trilt zo buitengewoon van de zenuwen dat hij meer buiten de glazen giet dan erin. De acteurs krijgen meer en meer ruzie met elkaar. De film gaat verder – ik laat even in het midden hoe. Het creatieve brein is een mannetje op een laptop (AI) die minder betaalt als je het niet helemaal hebt gedaan zoals hij wilde.

Het spel tussen werkelijkheid en fictie ís hier het thema van de film. Wat is de werkelijkheid en wat is de fictie? Echt werkelijk oogt de werkelijkheid ook niet. De grap is dat de acteurs even onaardig zijn tegen de bijrol in zowel de werkelijke als fictieve versie.

Het is zeker vermakelijk – het publiek zat geregeld te schateren. De acteurs – Lea Seydoux, Louis Garrel, Vincent Lindon en Raphaël Quenard – nemen zichzelf op de hak en stoppen veel acteren in hun rollen. (Ze spelen acteurs die acteurs spelen, hoe lastig is dat.) Toch heb je het idee dat er meer in had gezeten, zoals met meer recente films van Dupieux. Je mist misschien de geniale weirdness die Realité en Wrong wel hadden.

Bij Dupieux zie je een trend naar komische acteerfilms die ook toneelstukken hadden kunnen zijn (Yannick speelt zich zelfs af in het theater). Daar valt ook van te genieten. Maar waar zou hij mee komen als hij zich vijf jaar concentreert op een project, in plaats van ieder jaar een of twee films te maken?

 

Bad Painter

Bad Painter – Een pain-ter met veel eigenliefde
Albert Oehlen is weer terug – zijn filmische alter ego tenminste. Nu woont hij in Los Angeles en praat hij met deze en gene, vriendinnetje, manager, medewerker, vrienden, interviewers en collega’s. Beledigt zijn medewerkers (‘Hij vertelde me niet eens dat we naar de woestijn gingen’), slaat bevriende kunstenaars in het gezicht, beledigt zijn vrienden (‘Misschien vind ik mijn eigen werken gewoon interessanter’), bestelt eten voor zijn vriendin die zelf iets anders wilde bestellen, investeert in goud ‘want dat staat leuk in de tuin’.

Net als Albert Oehlens vorige namaakidentiteit Der Maler uit 2021 is deze versie van hem een behoorlijk vervelende vent. Geen aanstellerig Karel Appel-gedrag zoals toen Ben Becker hem speelde, meer iemand die langzaam steeds onuitstaanbaarder wordt. En dingen zegt als ‘Intuïtie… niemand doet iets in mij…’ Of: ‘Ik ben pain-ter, iemand die pijn lijdt tijdens het schilderen.’

De film is geen mockumentary (het is ook niet dolgeestig) maar meer een complexe zelf-parodie. Udo Kier speelt Albert Oehlen, maar Albert Oehlen is wel de regisseur en schrijver hiervan. Het ligt voor de hand dat hij trekken van zichzelf met opzet uitvergroot, als de belemmering van de werkelijkheid wegvalt.

Ook hier is de grens tussen fictie en feiten lastig te leggen. En dan is er nog een mysterieus element. Het laatste half uur wordt het allemaal nog dwazer. Hoe dan ook leuk om Udo Kier weer eens in een hoofdrol te zien.

 

8 februari 2025

 

IFFR 2025 – Deel 1: Humor, of het ontbreken daarvan
IFFR 2025 – Deel 2: Kunstmatige intelligentie in opmars
IFFR 2025 – Deel 3: Videofanaten
IFFR 2025 – Deel 4: Zuidoost-Aziatische luchtigheid
IFFR 2025 – Deel 5: Baden in het zonlicht
IFFR 2025 – Deel 6: Films die de grenzen opzoeken
IFFR 2025 – Deel 8: Tragische figuren

 


MEER FILMFESTIVAL