Marina

**

recensie Marina

Vlaamse bio-pic bijt niet

door Alfred Bos

De gerespecteerde Vlaamse regisseur Stijn Coninx, wiens Daens (1992) goed was voor een Oscar-nominatie, verfilmt de aanloop naar het wereldsucces van het Belgische entertainment-icoon Rocco Granata. Diens debuutsingle Marina is een eeuwiggroene klassieker. 

In België wordt deze biopic over de jeugdjaren van de van oorsprong Italiaanse charmezanger Rocco Granata door de bioscoopbezoekers – al meer dan 300.000 keer – met applaus onthaald, terwijl de filmcritici zuinigjes glimlachen. Het is Stijn Coninx, regisseur van het in Vlaanderen immens populaire Koko Flanel (1990), eerder overkomen.

Evenals Coninxs voorgaande rolprent, Soeur Sourire (2009), belicht Marina de achterkant van een succesverhaal uit de Vlaamse entertainmentgeschiedenis. Na de werdegang van Jeannine Deckers, de zingende non die in 1963 de eerste plaats van de Amerikaanse hitparade stevig in haar greep hield met het lied Dominique (nique, nique), staat ditmaal het verhaal achter het meest succesvolle Belgische popliedje aller tijden (miljoenen exemplaren verkocht; honderden malen gecovered, tot Louis Armstrong aan toe) centraal. Rocco Granata werd er in het najaar van 1959 een wereldster mee.

Recensie Marina

Niet vrij van racisme
Marina was aanvankelijk de B-kant van Rocco Granata’s in eigen beheer uitgebrachte debuutsingle, Manuela. Het internationale succes van de 21-jarige immigrantenzoon vormt de climax van de voornamelijk in het Italiaans gesproken (en Nederlands ondertitelde) film, waar enkele gekende Italiaanse acteurs aan meewerken: Luigi Lo Cascio speelt de stugge en trotse vader Granata, Donatella Finocchiaro de begripvolle moeder. Naast de klassieke vader versus rebellerende zoon-tegenstelling kleurt het wantrouwen van de lokale bevolking de onderlinge verhoudingen.

Het klinkt als een rijk verhaal, de jonge Rocco moet strijd leveren op drie fronten: thuis, op school en straat, en in de – in de jaren vijftig nog in zijn kinderschoenen staande – Belgische vermaaksindustrie. Zijn vader gaf een loopbaan als accordeonist op om als gastarbeider in de Belgische mijnen de kost te verdienen en frustreert de muzikale ambities van zijn zoon. De lokale middenstand en bourgeois van het mijnstadje Genk zijn niet vrij van racisme jegens de Italiaanse medeburgers. En al krijgt Rocco de steun van een gesoigneerde talentscout, geen enkele platenmaatschappij is in zijn eerste plaatopname geïnteresseerd. Maar Rocco blijft geloven.

Recensie Marina

Skinnydippen
Dat de twee uur van het filmverhaal ondanks de van conflicten opbollende stof niettemin traag voorbijtrekken komt op het conto van de regisseur. Hij weet het provinciale jaren vijftig-milieu weliswaar authentiek op te roepen, maar blijft steken in sentimentele nostalgie die voor de meer cynisch ingestelde eenentwintigste-eeuwse kijker tamelijk suf overkomt. Bovendien lijkt het in Genk, in Belgisch Limburg, eeuwig herfst, wat de scène waarin Rocco (Matteo Simoni) en zijn vriendin Helena (Evelien Bosmans) tussen de bruine blaadjes gaan skinnydippen en een potje al fresco vrijen geen geloofwaardigheid geeft.

Marina, de film, is keurig, braaf en voorspelbaar. Dat waren de jaren vijftig wellicht ook, maar deze vorm van authenticiteit doet het hart niet sneller kloppen. Het verhaal over de eigenwijze migrantenzoon die tegen de klippen op assimileert en zijn droom verwezenlijkt zit vol conflict, maar wordt te knus verteld. Na Vlaamse klassefilms als Loft, Rundskop en The Broken Circle Breakdown is dit een relatieve domper. Voor de liefhebber: Rocco Granata zelf speelt een gastrolletje.

 

3 februari 2014

 

MEER RECENSIES