Regisseur Koen Mortier over Engel

Regisseur Koen Mortier over Engel:
“Het leven is niet van A naar B naar C”

door Alfred Bos

De in Vlaanderen immens populaire wielrenner Frank Vandenbroucke overleed in 2009 onder vreemde omstandigheden. Dimitri Verhulst schreef er een roman over. Koen Mortier verfilmde de roman. Engel is de titel van zijn film. “Een groot deel van je leven bestaat uit gedachten. Die zijn in film niets.”

Engel, de derde speelfilm van Koen Mortier (1965), is een film over een fietser. Of eigenlijk, een wielrenner, een coureur. Is de regisseur zelf een fietser?

“Ik heb gisteren gefietst”, vertelt hij wanneer we bellen met Brussel, waar zijn productiebedrijf CZAR – dat onder meer de wielerfilm Coureur van Kenneth Mercken en de meest recente films van Alex van Warmerdam (co)produceerde – is gehuisvest. “Maar dat was voor het eerst in drie maanden”, voegt Mortier eraan toe. Hij had een tijdje last van zijn rug.

Koen Mortier (foto: Stephan Vanfleteren)

Koen Mortier (foto: Stephan Vanfleteren)

“Zoals elke Vlaming ben ik opgevoed met wielrennen. Mijn vader was een grote fan van Eddy Merckx. Ik ook, tot hij in Parijs-Roubaix van 1974 in de sprint verslagen werd door Roger De Vlaeminck. Toen was het over, ik was verdrietig. Mijn vader nam me altijd mee naar wielrennen, dat was een onderdeel van onze relatie. We zijn altijd naar de Zesdaagse van Gent geweest. We hebben, denk ik, duizend kilometer samen gefietst.”

“Toen ik tien was, kreeg ik mijn eerste koersfiets en gingen we samen fietsen. Hij ging volle bak en ik moest aanklampen, al wenende van uitputting, maar ik was niet van plan om op te geven. Op mijn vijftiende heb ik wraak kunnen nemen door hem los te rijden. Ik mocht van hem geen wedstrijden rijden. Hij had veel vrienden in het wielrennen en het grote probleem was doping. Hij zei dat wielrennen altijd aan doping gelinkt zal worden en heeft ook een aantal vrienden slecht zien gaan vanwege doping.”

Rand van de waanzin
Engel is Mortiers verfilming van Monoloog van iemand die het gewoon werd tegen zichzelf te praten, de roman van Dimitri Verhulst uit 2011, over een coureur die op 12 oktober 2009 in een Senegalees hôtel de passe dood wordt aangetroffen, na de nacht met een prostituee te hebben doorgebracht. Het is in België geen geheim dat voor de coureur Frank Vandenbroucke model stond. De populaire wielrenner raakte in opspraak door doping en vervolgens aan lager wal.

“De enige die geen stem in het
verhaal had, was de prostituee”

“Dat is in België een bekend verhaal”, aldus Koen Mortier. “Iedereen kent het. Maar niet zoals het in het boek voorkomt, namelijk de enige die geen stem had in het verhaal was de prostituee. De media hebben alle aandacht geschonken aan het fantastische leven van die fantastische wielrenner die het nooit gemaakt heeft, Frank Vandenbroucke. De volledige familie heeft kunnen meeklagen aan de zijlijn van zijn dood, maar de prostituee was niet zo belangrijk. Die werd bekeken als afval, vrees ik.”

“Toen ik het boek van Dimitri las, was ik enorm aangesproken door het gevoel van die vrouw. En ook door de puurheid van die vrouw. Iemand die moet strijden om te overleven, die het zeker niet zo gemakkelijk heeft als een topwielrenner. Die wordt verliefd en dan verliest ze hem onmiddellijk. Dat vond ik interessant. Ik vond het ook interessant om haar het vertrekpersonage van de film te laten zijn. Voor mij was het ook háár verhaal. Hij is voor haar een klant, maar ze gaat mee in zijn zogenaamde verliefdheid. Hij staat eigenlijk totaal niet open voor liefde, hij staat aan de rand van de waanzin. En toch ziet ze het beste erin en denkt, this is my ticket, ergens.”

Engel

Engel

Pompen of verzuipen
Engel is gedraaid in Senegal en toont de laatste nacht van Thierry, de coureur (vertolkt door de Franse acteur Vincent Rottiers), in het gezelschap van Fae, de prostituee (een rol van de in Senegal geboren Franse actrice Fatou N’Diaye). De film opent met een titel die duidelijk maakt dat Engel zowel feit als fictie is, dus geen biopic. Het is in feite een liefdesdrama.

“Dat was de bedoeling, ja”, reageert Mortier. “Het boek, en ook de film, is een klein verhaal dat een bombastisch liefdesdrama blijkt. De filmmuziek onderstreept dat. Ik wilde dat de muziek die overdrijving meedroeg. Dat die ontmoeting van twaalf uur veel langer wordt door het drama, de beelden en de muziek. Zodat het allemaal versmelt en het is alsof ze elkaar al jaren kennen.”

Die indruk roept u ook op door het verhaal niet-lineair te vertellen. Dat helpt om de tijd op te rekken.

“Dat was de bedoeling”, reageert de regisseur opnieuw. “Ik heb de film wel lineair gemonteerd, maar dan maak je het verhaal niet rond, omdat je als kijker maar één van de twee personages kent. Je ziet van hem droombeelden, of eigenlijk waanbeelden die alleen maar kunnen leiden tot de dood. Ik had voor haar ook waanbeelden geschreven, maar dan beelden over de schrik van wat zou kunnen komen. Die heb ik er tijdens het schrijven al uitgehaald, omdat ik van de Waalse subsidiecommissie te horen kreeg dat dat seksistisch was. Achteraf heb ik er spijt van dat ik dat eruit heb gehaald. Daardoor is de vrouw wat uitgehold.”

“Als je weet waar de personages aan toe
zijn, waarom zou je dan de film zien?”

U heeft eerder gewerkt met niet-lineair vertellen. Wat spreekt u daarin aan?

Mortier: “In veel niet-lineaire films zie ik het lineaire van het verhaal omdat het mijn manier van denken, zelfs mijn manier van zijn, is. Ik heb moeite met het lineaire verhaal omdat je daarmee veel uitschakelt van het mens-zijn. Lineaire verhalen zijn nogal vals, nogal onecht tegenover het leven. Het leven is niet lineair. Het leven is niet van A naar B naar C. Het leven duwt je terug, laat je vooruitgaan. Het is heel kneedbaar, dat leven. Film is dat voor mij ook. Pompen of verzuipen, je weet niet waar je aan toe bent. Als je weet waar de personages aan toe zijn, waarom zou je dan de film zien? Als je naar een film in het commerciële circuit kijkt, weet je al na vijf minuten hoe het zal aflopen en wie er zal overleven. Bij een niet-lineaire film blijf je toch raden naar die dingen. Een groot deel van je leven bestaat uit gedachten. Die zijn in film niets.”

Want film is beeld. U heeft die gedachten proberen te visualiseren via de droomscènes.

“Klopt, het ongeval is een angstbeeld, een manier om de dood op te roepen, om te leiden naar de dood. Er zijn als wielrenner heel veel manieren om te sterven en toch loopt het op zo’n domme manier af. Ik vind het interessant dat je als kijker weet dat de hoofdpersoon doodgaat. Want die weet het niet en ziet het niet aankomen.”

De kijker weet meer dan het personage: dat is Hitchcock.

“Dat is een interessant gegeven in film. Daar kun je mee spelen: de kijker denkt het te weten, maar hij weet het niet omdat hij denkt dat hij het weet. Ik wou ook een heel verdrietige film maken. Een verdrietige, pijnlijke film die het gebruik van drugs of doping ergens ook wel ondermijnt. Dat wilde ik ook laten zien: de daad van doping is minder erg dan het resultaat. Coureur gaat diep in op de daad.”

Ex Drummer

Ex Drummer

Alex van Warmerdam
Net als zijn debuutfilm Ex Drummer (2007), naar de roman van Herman Brusselmans uit 1994, is Engel – of Un Ange, zoals de internationale titel luidt – gebaseerd op een boek dat Mortier bewerkte tot scenario. Idee en scenario voor zijn tweede speelfilm komen uit eigen koker. 22 mei (uit 2011) gaat over terrorisme en kreeg niet de aandacht die hij verdient. Kwam die film misschien te vroeg?

“Ik weet nog goed”, reageert Mortier, “toen ik aan 22 mei begon zei een producer uit Israël tegen me: ‘Jij hebt het recht niet om die film te maken’. Zo’n reactie kreeg ik vaker: ‘Dat gebeurt niet in België, wat een onzin’. Van een filmfestival in Irak heb ik de prijs van het beste scenario gekregen. Hun reactie was: dat is wat wij dagelijks meemaken en voelen en denken. Voor Europa was het waarschijnlijk een jaar of vijf te vroeg. Onderwerping van Michel Houellebecq was wel juist van timing.”

U bent naast scenarist en regisseur ook producent. U heeft een aantal malen gewerkt met Alex van Warmerdam. Hoe bent u met hem in contact gekomen?

“Door toeval. Mijn vrouw is een producer. We waren in Rotterdam, voor het filmfestival, met Ex Drummer en daar hebben we Marc van Warmerdam ontmoet. We zijn iets gaan drinken en hadden het over art direction en production design. Mijn productiedesigner, Geert Paredis, is heel goed met materie, met verf en kleuren. Daar was Alex naar op zoek. Ik heb die twee elkaar laten ontmoeten en daar is de samenwerking uit voortgekomen. Het klikt ook heel goed. Dat is wel prettig als je met elkaar samenwerkt.”

“ Voor mij is Alex van Warmerdam
de enige cineast van Nederland”

“Ik heb veel respect voor Alex en Marc. Voor mij is Alex de enige cineast van Nederland, als ik het zo mag stellen. Hij is echt een auteur. Hij heeft zichzelf gemaakt en zijn films hebben een manier van uitdrukken die je nergens anders vindt dan bij Alex van Warmendam. En toch beantwoordt het volledig aan de Nederlandse cultuur.”

Dimitri Verhulst is de auteur van het boek waarop Engel is gebaseerd. Heeft hij commentaar of input gehad?

“Ik heb Dimitri tijdens de productie van Engel niet gezien. Ik heb hem mijn vorige films laten zien. Hij is een fan van Ex Drummer. Hij was oké met het idee dat ik zijn boek ging verfilmen. Ik heb mijn ding gedaan en ik heb hem Engel laten zien vlak voor we naar het filmfestival van Toronto gingen. Daar zijn we een week samen geweest, hebben veel gebabbeld en het resultaat is dat ik zijn eerste film ga produceren. Hij gaat een scenario van zichzelf verfilmen. Er zit een film in Dimitri, dat voel ik. Maar let op, er is nog een lange weg te gaan. We zijn pas vertrokken.”

Engel komt ook uit in het buitenland, waar men minder bekend is met Frank Vandenbroucke. Zou dat een handicap kunnen zijn?

“Wel een beetje. In België en Nederland is wielrennen een populaire sport, we kennen de romantiek van die cultuur. In Frankrijk is dat heel anders. Sportjournalisten waren wél enthousiast, omdat die het DNA van de film begrijpen. Voor Franse filmjournalisten ligt dat anders. Die hebben niks met wielrennen.”

De film gaat niet alleen over wielrennen, maar over de liefde en de druk van de roem.

“Films als Engel en Coureur zijn films voor de Benelux, België en Nederland, en vooral Vlaanderen. Dat zijn films over ons. Ik heb het gevoel dat de cultuurwereld en de sportwereld buiten België en Nederland ver uit elkaar liggen.”

Bent u al bezig met uw vierde film?

“Absoluut, die heb ik net ingediend. De titel is Skunk, gebaseerd op een boek van een kinderpsychiater die werkt met kinderen in instellingen. Kinderen die zijn mishandeld of misbruikt en daardoor misdadige feiten gepleegd hebben.”

Lachend: “Een heel luchtig verhaal.”

 

Engel draait vanaf donderdag 8 augustus in de Nederlandse bioscoop.

 

5 augustus 2019

 

MEER INTERVIEWS