Lars von Trier: gek of geniaal?

Ondertussen, op de redactie:

Lars von Trier: gek of geniaal? (Deel 2)

SJOERD:

The House That Jack Built is een boel afgezaagde onderwerpen (Dante en seriemoordenaars zijn genoemd), maar Von Trier trekt het in het belachelijke door waardoor het iets grappigs wordt. Zijn zogenaamde geweten Bruno Ganz zegt dan ook dat het allemaal niet bijster origineel is en dat hij het al allemaal een keer heeft gehoord. Hierdoor zit er ergens een lichte tragiek in de provocaties dit keer. Von Trier lijkt niet te kunnen ontsnappen aan de behoefte controversieel te zijn. En tegelijkertijd is het een spiegel voorhouden van de essentie van hedendaagse popcultuur.

Kunst heeft altijd een waarheidsfunctie en daarmee heeft de kunstenaar altijd een verantwoordelijkheid. Daarom slaagt The House That Jack Built met schuld makende exploitatie waar Tarantino op weerzinwekkende wijze de Tweede Wereldoorlog met Inglourious Basterds. Dat filmmakers films maken is dan ook een tautologie die de verantwoordelijkheid ontkent. In de laatstgenoemde film toont het gestileerde geweld een cynisch wereldbeeld, iets wat wij in deze tijden slecht kunnen gebruiken. 

The House That Jack Built (2018)

The House That Jack Built (2018)

 

ALFRED:

Dank voor je opmerkingen. We praten langs elkaar heen. Jij hebt het over kunst, wanneer je refereert aan Quentin Tarantino en diens Inglourious Basterds. In mijn stuk over filmgeweld noem ik Tarantino’s gestileerde geweld cartoongeweld: het is entertainment.

Je kunt stellen dat kunst altijd een waarheidsfunctie heeft, al zullen de meningen daar over verschillen (vooropgesteld dat iedereen hetzelfde idee van waarheidsfunctie heeft). Ik ken genoeg kunstenaars die de verantwoordelijkheid die je hen ongevraagd in de schoenen schuift verre van zich werpen. Het punt is: Tarantino maakt geen kunst en claimt dat ook niet.

Dat doet zijn voorbeeld evenmin. Afgelopen week sprak ik Enzo G. Castellari, de regisseur van The Inglorious Bastards (de film die Tarantino inspireerde) en bewonderaar van Sam Peckinpah, en vroeg hem naar filmgeweld. Zijn reactie: “Het is entertainment. Ik ga als kijker naar de bioscoop om te worden vermaakt. Film wordt gemaakt voor het publiek. Niet alleen voor verfijnde intellectuelen. Film wordt gemaakt om twee uur aan de werkelijkheid te ontsnappen. Zo zie ik het.”

Hoe ik het zie: als ik twee uur aan de werkelijkheid wil ontsnappen ga ik niet kijken naar The House That Jack Built. Als ik kunst wil zien overigens ook niet. Er is keus genoeg en ieder zijn smaak.

Inglourious Basterds (2009)

Inglourious Basterds (2009)

 

SJOERD:

Ik zie geen onderscheid tussen entertainment en kunst. Het eerste is net zo goed kunst als het tweede.

 

ALFRED:

Jij ziet geen verschil tussen kermis en opera? Tussen bloemencorso en ballet?
Cultuurrelativisme, laten we er niet over beginnen….

Wat mij betreft is deze Ondertussen klaar. Wil jij het laatste woord? Je bent immers ook begonnen.

 

SJOERD:

Alfred, er is uiteraard verschil tussen diverse kunstvormen. Ik zie echter niet in waarom bloemencorso geen valide kunstvorm zou zijn en ballet wel. Vind jij overigens The Beatles geen kunst maar Beethoven dus wel, aangezien eerstgenoemde vermaak is en de tweede niet? En hoe zit dat met Mozart, die de adel vele uren vermaak bezorgde in zijn tijd?

 

ALFRED:

Nogmaals, Sjoerd: vermaak en kunst zijn niet hetzelfde, al kunnen die begrippen elkaar overlappen. Voor jou vallen ze samen, begrijp ik.

Wanneer je weigert om onderscheid te maken tussen vermaak en kunst, ontken je de onderscheidende kenmerken en daarmee de specifieke kwaliteiten. Maak je van de kunstervaring louter vermaak.

Madame Tussauds is niet het Stedelijk Museum, al kun je dat aan de prijs van het toegangskaartje niet aflezen. Het eerste is vermaak, het tweede kunst. Maar even ‘valide’?

Bowie, Beatles, Prince, Bob Marley, Fela Kuti, Beethoven, Mozart, Callas, en nog heel veel meer—allemaal tijdloze kunst die tijdloos vermaakt. Vermaak is echter vluchtig, niet blijvend. En wanneer het niét vluchtig is, is vermaak kunst.

 

RALPH: 

Hoewel ik graag de film zou hebben gezien alvorens er iets over te zeggen, is dat er niet van gekomen vanwege de late screening in Utrecht. Dat gezegd hebbende toch enkele mijmeringen mijnerzijds. Sjoerds inzet geeft daartoe voldoende aanknopingspunten. Ik heb al een tijdje geen Tarantino-film meer gezien en Inglourious Bastards ligt waarschijnlijk terecht te verstoffen op m’n dvd-kastje. Overgestyleerd en gearticuleerd, leuk dat iemand een handtekening heeft, maar op enige progressie in zijn thematiek is Tarantino niet te betrappen. Von Trier blijkbaar wel.

Kunst of entertainment. Ik vind daarin wel degelijk een verschil en die is vaak terug te vinden in geweld. Geweld in cinema is vaak een ongebruikte bron. Menig Hollywoodster krijgt me toch een lading rake klappen zonder knock-out te gaan. Wat voor dope gebruiken ze, hoeveel adrenaline giert er door hun aderen? Ik zou geen bloed van ze willen, mocht ik ooit gebruik moeten maken van een bloeddonor.

A History of Violence van Cronenberg vind ik daarom zo’n verademing, omdat het geweld zo akelig echt lijkt en ja, één tik kan voldoende zijn om neer te gaan. Cronenberg zoekt de grens tussen kunst en entertainment en dat is ongemakkelijk. Hetzelfde doet Haneke in de beruchte scène met het scheermesje in Caché. Geweld als entertainment gebruikt de bron ook nauwelijks goed. Het is altijd het goede tegen het kwade en het goede wint, doch doorgaans weinig stijlvol. Het voelt steeds vaker als het verdoen van m’n tijd om een oppervlakkig filmpje te bekijken. Behalve dan bij Jason Statham, die met stijl en een onbewogenheid als een super-alfa zijn tegenstanders droogjes uitschakelt, geweld als ironie.

Maar we hadden het over of Von Trier gek of geniaal is. Ik vind beide etiketten teveel eer. Ik herinner me memorabele scènes uit zijn films, zoals de opening van Antichrist, maar ik herinner me ook mooie wijnen uit de Bordeaux. Toch drink ik liever iets uit de Piemont of Puglia.

A History of Violence (2005)

A History of Violence (2005)

 

COR:

Gisteren toch maar The House That Jack Built gaan kijken. Voordat zijn ultieme huis er dan eindelijk stond (de bouw op zich is kunstzinnig), moest ik het eerste uur vechten tegen de slaap en walgde een paar keer van het – totaal van kunst gespeende – geweld. Tim heeft gelijk: het geheel is zonder betekenis.

Lars von Trier laveert tussen gek en geniaal. Dat hij zelf maar moeilijk kan kiezen wat van de twee hij wil zijn, blijkt vooral direct nadat de film eindigt. Jack is in het hellevuur gevallen en de aftiteling begint met de blijmoedige klanken van Hit the Road Jack (don’t you come back no more). Dat strookt voor geen meter met het lugubere misdaaddrama dat we zojuist hebben gezien! Von Trier heeft 2,5 uur kunnen provoceren en lacht de kijker keihard uit. Hulde aan degenen die er niet zijn ingetrapt.

26 januari 2018

 

Deel 1

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’