Camera Obscura Special: Filmstad Amsterdam

Camera Obscura Special:
Filmstad Amsterdam

door Bob van der Sterre

In de Camera Obscura-specials over steden mag onze eigen filmstad Amsterdam niet ontbreken. De meest gefilmde stad van Nederland… maar zelden met écht artistieke flair. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen op de regel.

Amsterdam als stad heeft cinema altijd geweldige mogelijkheden geboden. De mensen, de larger than life karakters; de stad zelf, van verpaupering naar elitair; en alles wat Amsterdam Amsterdam maakt: de grachten, trams, karaktervolle buurten.

Amsterdamned (1988) - de beste en mooiste films in en over Amsterdam

Het slechte nieuws: veel van deze mogelijkheden zijn gemist. Er is geen Amsterdamse variant van The Naked City, Buffet Froid of Tokyo Story (zie de vorige episoden van Camera Obscura Special). Na het kijken van alles wat er over Amsterdam te vinden is, vind ik de documentaires over de stad beter te pruimen dan de speelfilms.

Het heeft ermee te maken dat de Nederlandse film – als je eerlijk bent – te vaak accenten legde op boekverfilmingen, knullige actiefilms en dertien-in-een-dozijn-drama. De charme van de stad zelf kreeg minder aandacht. De sjeu van de filmstijl leek vaak niet te boeien. Denk aan hoe saai een film als Advocaat van de Hanen is opgenomen.

Een andere merkwaardige rode draad in de Amsterdamse cinema is dat het heden vaak ontbreekt. Zoveel kansen gemist in de jaren zeventig en tachtig! Nederlandse films verzuimden om ‘de andere kant van Amsterdam’ te laten zien.

Het goede nieuws: er blijven genoeg films over om van elk decennium toch een passende film te kunnen kiezen.

Let op: dit zijn geen recensies of analyses van films. Ook geen top tien. Ik wil alleen een verhaal vertellen over de samenhang tussen film en stad en kies daarvoor per decennium een passende film. Ik heb niet alle films ter wereld gezien, dus hier en daar zal ik een uitstekende film gemist hebben.

Dit artikel is gratis. Graag hoop ik dat de lezer zich als tegenprestatie wil opgeven voor de nieuwsbrief, of zich verdiept in culturele longreads.

Bekijk ook de vorige episodes: Parijs, New York, Londen en Tokio.

 

Coronation of Queen Wilhelmina of Holland (1898)

Coronation of Queen Wilhelmina of Holland (1898): een kroning in vier minuten

Locatie: Centrum (Dam, Rokin)

Wilhelmina is een van de belangrijkste vorsten die Nederland gekend heeft. Ze was een halve eeuw koningin en speelde een belangrijke rol in de Tweede Wereldoorlog. Bij deze kroning in 1898 zien we haar in allerlei herkenbare locaties: Centraal Station (net gebouwd!), Dam, Nieuwe Kerk en het Paleis op de Dam.

De kroning verloopt ordentelijk. Heel anders dan bij het huwelijk van Beatrix en Claus in 1966 en de inhuldiging van Beatrix in 1980 zou zijn.

Regisseur en producent van de film was de van oorsprong Duitse filmpionier Franz Anton Nöggerath sr. Hij was eigenaar van een variététheater (Variété Flora). Films kijken deed men toen nog in ‘reisbioscopen’ op kermissen of via voorstellingen in variététheaters. In 1912 kwamen de eerste vaste bioscopen in Nederland.

Film: https://youtu.be/IslPj5k2NeE
Meer lezen:
https://filmdatabase.eyefilm.nl/collectie/filmgeschiedenis/persoon/fa-n%C3%B6ggerath-sr

 

De Mésaventure van een Fransch heertje zonder pantalon aan het strand te Zandvoort (1905)

De Mésaventure van een Fransch heertje zonder pantalon aan het strand te Zandvoort (1905): wie ontkleedt zich op het strand!

Locatie: Zandvoort

De oudste bewaard gebleven Nederlandse speelfilm (vijf minuten) speelde zich af op een luttele afstand van Amsterdam: Zandvoort. Tegenwoordig ook wel Amsterdam Beach genoemd. Alhoewel Haarlem Beach logischer zou zijn. Dichtbij genoeg om mee te mogen doen aan deze lijst.

Het Franse heertje uit de titel wordt na een dutje verrast door vloed. Hij doet zijn pantalon uit om hem niet nat te laten worden. Wat een schandaal! De politieagent ter plekke gaat hem meteen achterna. En niet alleen hij: maar ook alle andere badgasten. Knoop hem op vanwege die blote benen!

Het publiek bestaat uit veel mensen die ter plekke werden opgeroepen om mee te doen aan de film. Je ziet ze in de film gein hebben met wat ze doen. Dat was een commerciële zet van regisseur Willy Mullens. Die hoopte dat mensen naar de film zouden gaan om zichzelf te zien. Later kwam het incident in diverse kranten, die niet begrepen dat het in scène was gezet.

De film is om allerlei redenen de moeite waard om even te bekijken.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=HrPPWNXcGhk
Meer lezen
: https://filmdatabase.eyefilm.nl/en/collection/film-history/film/de-m%C3%A9saventure-van-een-fransch-heertje-zonder-pantalon-aan-het-strand en https://historiek.net/willy-mullens-kangoeroe-film-cinema/127482/

 

Genie tegen Geweld (1916)

Genie tegen Geweld (1916): diamanten maken niet gelukkig

Locatie: Centrum (de Beurs, Vondelpark)

Diamanten (koh-i-noor II) worden gestolen uit de onkraakbare safe van Van Duylen. Diverse mensen zijn dood. Een zekere Landman wordt verdacht. Diens dochtertje bezoekt een detective. Die wil helpen. Hij achterhaalt wie de boeven zijn (een leeuwentemmer en een acrobaat). Hij gaat ze overal achterna.

Genie tegen Geweld is een misdaadverhaal als vele anderen maar… wat een buitenscènes! De Beurs herken je meteen. De ingang van het Vondelpark… Andere dingen zijn lastiger te herkennen. Kades, grachten, krottenwoningen. Honderd jaar is veel tijd voor een stad, maar mogelijk figureren hier ook andere steden als Amsterdam.

Grappig dat wat je normaal wel ziet, je hier juist niet ziet: de diefstal van de diamanten. Het kan zijn dat dit stuk van de film ontbreekt. De film is niet compleet.

De film verrast met Buster Keaton-achtige trucs die toen in de cinema vast heel spannend werden gevonden. De truc met de hoge ladder is knap werk – net als de verrassende episode met de trein. Na honderd jaar ziet dat er nog overtuigend uit.

Theo Frenkel sr. is een van de eerste Nederlandse filmregisseurs. Hij maakte ook in 1919 De Duivel in Amsterdam, een (vermoedelijk) vermakelijke film over Amsterdam. We zullen het nooit weten want de film is spoorloos. Frenkel werkte ook veel in het buitenland. Lees zijn biografie op de website van Eye.

Meer zien van Amsterdam een eeuw geleden? Deze film heeft talloze interessante journaal- en documentairebeelden uit de periode 1914-1927.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=27fABcWdz2Q
Meer lezen: https://filmdatabase.eyefilm.nl/collectie/filmgeschiedenis/film/genie-tegen-geweld

 

Regen (1929)

Regen (1929): artistieke druppels op Amsterdamse straten

Locatie: Centrum (Kalverstraat, Rokin, Dam, IJ)

Een regenbui in Amsterdam. We kijken naar artistiek gefilmde beelden van wind, straten, regen, plassen, paraplu’s.

Dichter Mannus Franken had een mooi idee voor cineast Joris Ivens: om via de regen een portret te schetsen van de stad. De stad dicteert het ritme van de film. Er is geen verhaal. De film werd (pas in 1941) gesteund door een passende score van Hanns Eisler.

We hebben dit vaker gezien in expressionistische zwijgende Duitse en Russische films. Het is ook niet gek die link: Ivens heeft immers gestudeerd in Berlijn. Keerde in 1926 terug naar Amsterdam en raakte enthousiast over cinema.

Een jaar later maakte Walter Ruttmann de film Berlin – Die Symphonie der Groszstadt. Inspiratie voor Ivens en de zijnen. Regen druppelde voort uit deze ideeën.

Het idee van een scenarioloze film over een regenbui opende de kans om te spelen met gekke perspectieven. De shots zijn kort en abstract. Veel stoepen, plassen, vormen. Een van de sterke dingen van de film is dat het uiteindelijk slechts twaalf minuten cinema opleverde. Precies goed.

We mogen onze handen wel dichtknijpen met deze film. We zien de Dam, Rokin, Kalverstraat en nog veel meer. Dat beeld van de Kalverstraat is trouwens geschoten uit het raam van de foto- en filmzaak van Ivens’ vader: CAPI. De rest ging nogal nouvellevaguerig volgens onderstaand artikel in Ons Amsterdam: ‘Ze monteerden een camera op de fiets en filmden uit een auto.’

Het artikel van Ons Amsterdam citeert een journalist van de Nieuwe Rotterdamsche Courant uit die tijd: ‘Men moet er zich aan overgeven met de rust van een opiumschuiver, die de gevolgen van zijn bedwelming afwacht.’ Nog steeds een goed advies.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=eNNI7knvh8o
Meer lezen: https://onsamsterdam.nl/negentig-jaar-geleden-verschenen-de-eerste-films-over-amsterdam-als-moderne-metropool

 

De Jantjes (1934)

De Jantjes (1934): terug naar de Jordaan

Locatie: Centrum (Jordaan)

De Jantjes – drie mariniers – komen terug van hun dienst in Nederlands-Indië naar Amsterdam. Dat nieuws komt ook binnen in het Jordanese café van de familie van Bet. Daar heb je de zoon Leen, die verliefd is op Blonde Greet, die weer met Dries is. En pleegdochter Doortje heeft weer een oogje op Leen. Geruchten gaan rond.

De Jantjes is dé Hollandse kaskraker van de jaren dertig, de (net niet) eerste Nederlandse talkie. Het was een serieuze productie met bekende artiesten als Heintje Davids, Sylvain Poons en Louis Davids. En acteurs van naam als Johan Kaart, Willy Costello en Fien de la Mar.

Ook al bestond de talkie net, de film heeft veel aandacht voor geluid en zang. Oorspronkelijk was het een toneelstuk (zo oogt de film ook een beetje) en niet voor niets is het decennia later nog steeds superpopulair als musical.

De film werkt goed voor de liefhebber van meezingen. ‘Draaien, altijd maar draaien!’, dat krijg je niet meer uit je hoofd. Net als ‘Dat zijn de Jantjes! Dat zijn de Jantjes!’

Soms geeft het een mooi tijdsbeeld van de jaren dertig. Zoals Jans die zegt: ‘Ik ben uit geweest met een fijne meneer.’ En daarna legt ze uit wat eten met een gangenmenu is. ‘Aardappelen? Dat is niet deftig.’ Of deze: ‘Een dubbeltje? Kan het niet voor 7,5 cent?’ Interessant is ook de vrijgevochten vrouw Jans, rol van Fien de la Mar. Die wordt net zo bewonderd als misprezen. Het laat haar koud. ‘Dat is mijn Studebaker’, zegt ze lachend over haar auto.

Van Amsterdam zien we vooral de studio waar alles is opgenomen. De eerste vijf minuten zien we wel allerlei shots van de stad (Noord is nog zo plat). En er volgen nog een paar buitenopnamen, waaronder een optreden op een gracht.

Bizar is het slotstuk, dat oogt als een De Jantjes part two in tien minuten.

In de jaren dertig werd ook de zwijgende film Zeemansvrouwen van Henk Kleinman gemaakt, waarin ook diverse buitenshots zijn te zien. Een melodrama over een Amsterdamse vrouw. Met flink wat experiment (beelden over elkaar gemonteerd, split screens, etc.). De film is via Eye gratis te zien op YouTube.

Het moest de eerste talkie van Nederland zijn maar werd de laatste zwijgende film omdat het geld op was. In 2003 kreeg de film alsnog omgevingsgeluiden, werden teksten ingesproken (met hulp van liplezers) en kwam er een score van Henny Vrienten. Beter laat dan nooit. Lees het verhaal in de Filmkrant.

Film en meer lezen: https://player.eyefilm.nl/nl/films/de-jantjes

 

Een koninkrijk voor een huis! (1949)

Een koninkrijk voor een huis! (1949): kamers huren op de Apollolaan

Locaties: Centrum, Zuid (Apollolaan)

Het is vlak na de oorlog en de huizencrisis is losgebarsten. Anders dan nu werden rijke families gedwongen (door de oorlog) om andere families op te nemen. Een familie die rijk werd in de textiel móet kamers op Apollolaan 17 vrijgeven voor huurders.

Marktkoopvrouw Heintje Blom (Heintje Davids) heeft connecties waardoor ze eerder op de hoogte is dan de rest. Ze gaat er wonen met haar broer Kobus en dochter Daisy. ‘Dat is toch niet uw stand?’ Zij: ‘Dan ga ik maar eens onder mijn stand wonen.’

Bij de Apollolaan is de ontvangst lauw. ‘Mag ik me bekendmaken? Ik ben…’ ‘Volkomen overbodig! Agent, wilt u deze individuen onmiddellijk verwijderen!’ Natuurlijk krijgen ze toch de kamer. Het levert uiteraard de nodige verwarring op, zeker tussen Daisy en Rob, zoon van de textielbaron.

Verwacht geen Nederlandse Philadelphia Story. Piet Bakker, schrijver van Ciske de Rat, en Jaap Speyer, regisseur van De Jantjes, waren geen Donald Ogden Stewart en George Cukor, en hun acteurs waren geen Cary Grant, Katherine Hepburn of James Stewart. Amerikaanse films uit dezelfde tijd als Holiday, My Man Godfrey en Palm Beach Story zijn lichtjaren grappiger. In die films werd het thema arm/rijk met veel beter schrijfwerk uitgewerkt en gaven talentvolle komedianten de finishing touch aan de teksten.

Waar het meer aan doet denken: een Flodder avant-la-lettre. Leuke volkse mensen versus de onhandige bekakte mensen (altijd de klos in Nederlandse cinema). Alleen Rob de Vries (vader van acteur Edwin de Vries) heeft nog een paar komische momenten, voor de rest is het oubollig.

De film compenseert het gebrek aan humor met liedjes. Met Heintje Davids krijg je dat nogal snel. Bijvoorbeeld als ze in een jeep vol koffers over het Damrak (Centraal Station op de achtergrond) rijden en zingen: ‘We gaan verhuizen naar de Apollolaan…’

Van Amsterdam zien we niet veel meer dan dat stukje. En wat shots van de Apollolaan, dat eruit ziet als Bloemendaal. Alleen aan het begin is het genieten. Een opvolging van beelden van de stad, vogelperspectief, vanuit een boot, vanaf de weg. Honderden fietsers op het Rokin en de Stadhouderskade. Dat doet denken aan Regen maar dan met goed weer.

Het ergste is dat het thema van deze film eigenlijk helemaal niet gedateerd klinkt. Wanneer worden opnieuw woningen aan de Apollolaan geclaimd?

Film: https://youtu.be/dDDG7LUJv6I?si=Hg6KvECEdNboJEX8
Meer lezen: https://filmdatabase.eyefilm.nl/collectie/filmgeschiedenis/film/een-koninkrijk-voor-een-huis/p

 

Operation Amsterdam (1959)

Operation Amsterdam (1959): met diamanten dwars door de stad scheuren

Locaties: IJmuiden, Centrum, diverse wijken

Het is 1940 en de Duitsers vallen Nederland binnen. De Britten willen voorkomen dat de Amsterdamse diamanten in Duitse handen vallen. Ze sturen er drie man op af. Twee Nederlandse diamantairs en een straffe Britse kolonel.

Zo gemakkelijk gaat dat natuurlijk niet. De stad is al half in oorlog. Haast is geboden om de diamanten te verzamelen.

Het verhaal van Operation Amsterdam wordt spannend verteld. Aldoor klokken in beeld en drums op de achtergrond. Niet alles is geloofwaardig. In 1960 werd al in The New York Times afgevraagd: moet je echt met je diamanten in een open auto dwars door een stad scheuren?

De taal is wel een probleem, zoals zo vaak in oudere niet-Nederlandse films. Zo is het volgens deze film doodnormaal dat we in een café onderling Engels praten. Als er geschoten wordt, roepen we ‘Take cover!’ De zogenaamd Amsterdamse Eva Bartok valt ook niet op Nederlands te betrappen, wel op vloeiend Engels (en ze is Hongaars). Peter Finch – Nederlander in de film – begroet zijn eigen pa in het Engels. As you do.

Er zitten meer rare dingen in de film (die zich onverwachts ontvouwt als een kraakfilm) maar wel aardig is dat je een inkijkje krijgt van Amsterdam ten tijde van de oorlog. Niet zo vaak zie je de stad midden in de vuurlinie. Soldaten die zich in portieken verschansen en lopen te schieten. Eva Bartok maait er zelf ook op los met haar machinegeweer als een vroege Bonnie & Clyde.

Operation Amsterdam heeft wel wat opnamen op locatie. Van Amsterdam zien we pleinen, gebouwen, grachten, bruggen. De Prins Hendrikkade is het meest herkenbaar. De andere zijn lastiger te onderscheiden en zijn vooral ‘Amsterdams decor’. De Vredenburgerbrug (bij de Oudezijds Voorburgwal) heeft nog wel een mooie rol in een scène. De brug ziet er vandaag de dag precies hetzelfde uit.

Een andere must see uit de jaren vijftig is de documentaire Amsterdam, stad van het water. Film van Max de Haas die de Amsterdamse grachten en havens in een etmaal vastlegde.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=DQwJAT2qHCY
Meer lezen: http://www.thysockersenfilms.com/TOF/FilmFun_files/FilmFun73.pdf

 

Fietsen naar de maan (1963)

Fietsen naar de maan (1963): drie broers, een meisje en veel fietsen

Locatie: Centrum (Waterlooplein, Kalverstraat, Reguliersgracht, Jodenbreestraat, Huidenstraat, e.v.a.)

Drie broers leiden verschillende levens. De joviale metaalhandelaar Dick; agent Kees; schilder Evert, vader van Joost. Wilma kent ze alle drie en valt voor Dick.

Ze krijgen ook met elkaar te maken. Dick duwt fietsen in de gracht en vist ze er later weer uit. Zo creëert hij een aardige verzameling. Levert geld op. Op zeker moment spant hij Wilma en de vermoeide Evert (‘Jouw kunst is niet meer in de mode’) voor zijn karretje. En Kees weet niet of hij ze moet arresteren.

De film moet het niet van een plot hebben maar is wel verrassend goed. Je ziet een normaal verhaal, normaal acteerwerk en een paar voorzichtige nouvelle vague-stapjes. ‘Een zachtaardige komedie’, volgens criticus Henk van Gelder. En dat klopt. Nergens gegil, godverdomme’s, met deuren slaan, borsten en billen.

Een ten onrechte onderschatte film van Jef van der Heyden, wiens hele oeuvre (vier films) je in een avond zou kunnen zien. In de film zien we bekende acteurs als Ton Lensink, Lex Goudsmit en Jeroen Krabbé (zijn debuut: hij is maar een minuutje in beeld). Schrijver Simon Carmiggelt – vermoedelijk de meest Amsterdamse chroniqueur van alle schrijvers – is ook even te zien.

De film bestond lang uit een ingekorte versie maar is sinds 2015 in ere hersteld. In het Stadsarchief werd het originele materiaal gevonden. Daardoor kunnen we nu kijken naar allerlei dagelijkse dingen uit die tijd. Reclameschilders, pruikenmodellen, Perry van der Kar (voorloper van Perry Sport), kroegen en snackbars uit die tijd (‘patat frites en ijs’), een karretje met iemand op een piano, ga zo maar door. Verrukkelijk.

Van het nouvelle vague-stijltje moet je niet veel verwachten. Af en toe hoor je stemmen bij beelden waarbij je geen mensen ziet. Nachtelijke fietsers. Fietsers die door de Raadhuisstraat razen. Dat maakt de film minder vernieuwend maar ook wat beter om uit te zitten dan de radicaalheid van menig nouvelle vague.

Fietsen naar de maan is ook een zeldzaamheid omdat de film grossiert in locaties van Amsterdam. De Brouwersgracht (waar Dick zijn fietsen in de gracht flikkert); Herengracht; Rapenburg; Sint Antoniebreestraat; Leidseplein; Reguliersgracht (pakhuizen De zon en De maan); Lindengracht; Kromboomsloot; KNSM-eiland; Valkenburgerstraat (Dicks schroothandel). En een prachtig stuk over het Waterlooplein.

Een stad die nog te maken had met armoede en verpaupering. En je ziet soms al de kiertjes naar de rebelse jaren die hierna gaan komen. Bijvoorbeeld met de studenten die de agent uitlachen. Lees meer over de context van de film in het stuk in Ons Amsterdam. En voor het tijdsbeeld mijn eigen artikel over Amsterdam in 1962.

Wil je vol voor de ‘polder-nouvelle vague’ gaan? Dan ben je beter af met de vroege films van ‘Pim en Wim’: Pim de la Parra en Wim Verstappen. Zoals De minder gelukkige terugkeer van Joszef Katús naar het land van Rembrandt. ‘Het jammerlijke van de film is dat ik niets te zeggen heb’, zegt een karakter dat inderdaad verder niets zegt. Echt interessant wordt het niet, dit verhaal over provo, maar wel veel beelden van Amsterdam in 1966. Jongens Jongens wat een meid van een jaar eerder is beter te pruimen (en korter). Het wordt nog iets Truffautistischer in hun al even Amsterdamse Liefdesbekentenissen uit 1967 – met Ramses Shaffy als manipulerende versierder.

De jaren zestig had een aantal sterke Amsterdamse documentaires die de tijdgeest weergeven:

  • Rondom het Oudekerksplein (Roeland Kerbosch, ook van Namens… de kinderen van De Pijp)
  • Omdat mijn fiets daar stond (Louis van Gasteren met Jan Wolkers)
  • Beppie (Johan van der Keuken filmt een brutaal Amsterdams meisje van tien jaar)
  • Big Ben (ook van Johan van der Keuken, over saxofonist Ben Webster die in Amsterdam-Zuid bij een hospita woont)

En voor de liefhebber zijn er een paar aardige maar ook wat gedateerde misdaadfilms:

  • Rififi in Amsterdam (John Korporaal)
  • 10:32 (ook een John Korporaal-productie, met een jazzbar)
  • Het gangstermeisje (Frans Weisz)
  • Kermisgasten (Jaap Speyer)

Film: https://player.eyefilm.nl/nl/films/fietsen-naar-de-maan (te huur voor € 3,50)
Meer lezen:
https://onsamsterdam.nl/vijftig-jaar-oude-speelfilm-geeft-prachtig-tijdsbeeld

 

De Inbreker (1973)

De Inbreker (1973): een klussie met een luggie

Locatie: Centrum (Damstraat)

In De Inbreker is het duidelijk wie er inbreekt: Willem ‘Glimmie’ Burg. Deze semiprofessionele inbreker moet voor de poen een klusje aannemen waar een luchtje aan zit (in de taal van deze film: een klussie waar een luggie aan zit). Hij moet de dochter van ene Van Borsen zien te vinden. Dat doet hij samen met zijn maat Bonk.

Burgs instinct geeft hem gelijk. Het zaakje stinkt. En ze belanden van het ene drama in het andere. Ze vinden de dochter. Die moet afkicken, sommigen willen haar dood hebben, en dan ook maar meteen Glimmie. Met inbreken heeft het weinig meer te maken.

Wat een ongelooflijk warrig script! Inbraak, hoeren, achtervolging, moord… Neem nu de ingewikkelde ontwikkelingen tijdens de rechtszaak. Moeder gaat met beste vriend van Glimmie en Glimmie heeft iets (of niets?) met een meisje van zestien. Dan is er nog de auto die in de gracht rijdt en ontploft.

Toch is de film genietbaar. Waar anders zie je de Zeedijk, Brouwersgracht, Damstraat in 1973? De trams, de interieurs, de bars, de Amsterdammers? Deze film is rijkelijk gevuld met scènes in de stad.

En dan de acteurs. Rijk de Gooyer, routineus de ster spelend; Frits Lambregts, aardig als rechercheur met hands-on-mentaliteit; Sylvia de Leur in een vermakelijke bijrol (kopie van Wat zien ik; Ronnie Bierman uit die film zit hier ook in). En een sfeervolle score van Ruud Bos. Het knullige spel van Jon Bluming en Jennifer Willems kijk je doorheen. Past ook wel bij de luchtige sfeer van de film, die Frans Weisz heel aardig voor elkaar krijgt.

Een jaar later maakte hetzelfde team het net zo Amsterdamse Naakt over de schutting. Rijk de Gooyer is nu een dappere duivenmelker. Hij gaat achter gangsters aan die iets met een seksfilm willen. Dat doet hij samen met een karatekampioen (uiteraard Jos Bluming) en diens leerling (uiteraard Jennifer Willems). Verder zien we 70’s sterren als Sylvia Kristel, Adele Bloemendaal (‘Lulll’) en Ko van Dijk als rechercheur. Van Amsterdam zien we de Damstraat, Brouwersgracht, Paradiso, Rokin en Weteringschans.

De twee films lijken zo op elkaar dat je ze in je geheugen door elkaar gaat halen.

Dit verhaal van Rinus Ferdinandusse is te warrig om te kunnen vergelijken met grote internationale producties. Aan de andere kant wordt het niet Amsterdamser dan een achtervolging met trams, mensen die in de gracht geworpen worden, een solex die door de Oudemanhuispoort crost en mensen die dus naakt klimmen over een schutting.

Film (gratis): https://player.eyefilm.nl/nl/films/naakt-over-de-schutting
Meer lezen: https://www.vprogids.nl/cinema/lees/artikelen/specials/2022/naakt-over-de-schutting-op-eye-film-player.html

 

Special in een special: het gouden filmdecennium van Amsterdam
Eind jaren zestig werd Amsterdam opeens een populaire bestemming voor jonge mensen. Dat kwam vooral door de toegankelijkheid van softdrugs in de stad. En de reputatie van een liberale, tolerante stad. Daar kwam de prostitutie in de rosse buurt bij als ‘attractie’ waarvoor men naar Amsterdam kwam.

Ook de films kregen een nieuw elan. Een nieuwe generatie regisseurs en acteurs brak door. Maar liefst vier Amsterdamse films uit deze tijd staan bij de tien best bezochte Nederlandse films ooit: Turks Fruit, Keetje Tippel, Blue Movie en Wat zien ik?.

Het zal er wel iets mee te maken hebben dat films sinds de jaren zeventig vol zaten met naakt en seks. Een soort ‘groeifase’ van de toch wat knullige Nederlandse (Amsterdamse) film. Bloot in films werd bijna een soort zelfvervullend cliché.

Dan denk je aan Nederlandse/Amsterdamse films als…

  • Turks Fruit (Paul Verhoeven; met de beroemde fietsscène over het Rokin, Vijzelgracht, Albert Cuyp)
  • Nacht zonder zegen (Jan Dorresteyn)
  • Blue Movie, Mens erger je niet en Alicia (Wim Verstappen)
  • Frank en Eva (Pim de la Parra; dit grachtengordelseksdrama is een favoriet van Quentin Tarantino)
  • Quelle strane occasioni (komediant Paolo Villaggio als sekswerker in eerste segment, regisseur Nanni Loy vond het zo slecht dat hij zijn naam er niet aan wilde verbinden)
  • Grijpstra en De Gier (een soort Nederlandse versie van Freebie and the Bean van Wim Verstappen)
  • Andy, bloed en blond haar (cultfilm van Frank Wiering over een moordende Tukker die naar Amsterdam gaat; lees het interview met de regisseur op Indebioscoop.com)

Nederlandse/Amsterdamse films uit die tijd hadden een vreemde obsessie met ‘gezellige’ Amsterdamse prostituees. Denk aan films als:

  • Wat zien ik (Paul Verhoeven, naar het boek van Albert Mol)
  • Keetje Tippel (Paul Verhoeven)
  • Rooie Sien (Frans Weisz)
  • Geen Paniek (Ko Koedijk, scenario Kees van Kooten: met ‘massagesalon’ van tante Toetje)

Amsterdam figureerde ook in een aantal ‘gewone’ films:

  • Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming (drie regisseurs naar boek van Heere Heeresma)
  • Rufus (Samuel Meyering)
  • VD (Wim Verstappen)
  • Het jaar van de kreeft (Herbert Curiel)
  • Daniel (Erik Terpstra, deze aardige film bespot de seksuele vrijheden juist)

Internationale actiefilms zagen vooral kansen in de Amsterdamse grachten:

De filmsnob kon terecht bij een paar ‘auteurs’ die op hun eigen manier Amsterdam observeerden:

  • Trafic (Jacques Tati, misschien wel de beste film over Nederlandse gewoonten, met hoofdrol voor de RAI)
  • Alice in the Cities (Wim Wenders)
  • Sweet Movie (maffe film van Dusan Makavejev met beelden van de Nassaukade)

Een gouden filmperiode dus – die heeft vastgelegd wat nu door de loop der tijd ongrijpbaar is geworden: Amsterdam als stad waar alles kan.

 

De Witte Waan (1983)

De Witte Waan (1983): drugs, pakhuizen en surrealisme

Locaties: Centrum, Oost (Veemkade)

Lazlo, kunstenaar, haalt zijn drugs op een schip bij een kerel genaamd Fuji. Lazlo zegt niet veel. Hij mediteert bovenop spoorbruggen. Tegelijkertijd is er een oudere vrouw bij een villa die doet alsof ze praat met iemand: zijn moeder. Daar heeft hij niet veel mee. ‘Mijn moeder is een dode tuin.’

Na een ongeluk komen ze toch nader tot elkaar. De vader blijkt de sleutel te zijn geweest tot hun onverwerkte ellende.

Dit was de laatste film van regisseur Adriaan Ditvoorst voor hij een einde aan zijn leven maakte. Zeehondjes die worden doodgeknuppeld, een jogger, shots van leguanen, een bizarre geluidsmachine, een gitaarkoffer waar duiven uitkomen, een arts die staart en je hoort het geluid van zweepslagen, Lazlo die de Gezangen van Maldoror van De Lautréamont leest. De film zit ramvol surrealistische verwijzingen. De muziek van Clous van Mechelen past er goed bij.

Bijna on-Hollands hoe symbolisch en surrealistisch deze film wel is. Doet soms denken aan Bertrand Blier – maar net niet. De film is losjes gebaseerd op de roman De Moeder van David S. van Yvonne Keuls. Dat is toch wat anders dan Bliers geestige en filosofische scripts. Lazlo is ook nauwelijks meer dan een karikatuur.

Dan is de film ook traag – een uur had beter gewerkt. En krijg je zoals altijd het irritante ‘theatertoontje’. Zelfs de koele Lazlo klinkt als iemand van de theateracademie. Dieptepunt was de cameo van ‘verslaafde’ Theo van Gogh: ‘Ik moet scoohoooreeuuh!’

De beelden van pre-hip Amsterdam zijn een bonus. De Veemkade als de Londense Docklands in The Long Good Friday. Een oude fabriek waar Lazlo werkt als schilder. Verlaten schepen. Verder zien we het AMC, de Bijlmerbajes en de metro. (Ik twijfel over de brug waar Lazlo bovenop zit: lijkt de Demka-spoorbrug in Utrecht. Hoe hebben ze dat gefilmd?)

Het is een portret van een periode dat de stad, net als andere grote steden, werd geplaagd door drugshandel en drugsverslaafden.

Méér drugsgebruik zien we in Hanna D. la ragazza del Vondelpark. Meteen een waarschuwing: dit is een verschrikkelijke exploitatiefilm. Volop spuiten in armen en dubieuze seksscènes. Een soort Christiane F. maar nóg smakelozer. De smakeloosheid zie je ook terug in de ongepaste bontjassen die iedereen draagt (je kunt het geeneens meer sluikreclame noemen).

Deze film zou je niet aan je ergste vijand tippen. Waarom toch noemen? Omdat Italianen altijd gretig buiten filmen. De film toont meer locaties dan onze eigen films: de Heineken Hoek (nu net gesloopt), Zeedijk, een molen bij de Indische buurt, de oude pont, een rommelig Centraal Station, de PH-kade, havens, het schaatspleintje op het Leidseplein en een paar ruïne-achtige gebouwen waarvan ik zeker weet dat ze alleen in deze film zijn vastgelegd. Ook was het om cynische redenen (kijk, Amsterdam!), een Nederlandse film zie je dit niet doen.

Deze twee films kun je de schaduwkant noemen van de seks & drugs-vrolijkheid van de jaren zeventig. De jaren tachtig waren een pittig decennium voor de hoofdstad. Sanering, leegstand, krakersrellen, heroïnegolven, graffiti, vandalisme. De stad was onherkenbaar anders dan de stad waar mensen nu miljoenen voor appartementen betalen. Lees mijn eigen interview over dit onderwerp. Of bekijk deze aflevering van Andere Tijden.

Andere 80’s films met hier en daar sfeerbeelden van de stad:

  • Amsterdamned (Dick Maas)
  • Een zaak van leven en dood (George Schouten)
  • Hoge hakken, echte liefde (Dimitri Frenkel Frank)
  • De Schorpioen (Ben Verbong)
  • Max & Laura & Henk & Willie (Paul Ruven)
  • Lost in Amsterdam (Paul Ruven)

Het waren wederom de documentaires die deze turbulente jaren het beste vastlegden:

  • Een fotograaf filmt Amsterdam (Ed van der Elsken)
  • Amsterdam global village (Johan van der Keuken)
  • Allemaal rebellen (Louis van Gasteren)
  • Amsterdam Huilt (Derk Sauer)

Een speciale vermelding voor Waar de ratten koning zijn. Deze film van Barbara den Uyl (inderdaad dochter van de beroemde PvdA-politicus) ging over de Staatsliedenbuurt. Dat is de buurt waar ik opgroeide. De getoonde Rioolrat was bij ons om de hoek. Ik heb nog gekeken of ik zelf als kind in de achtergrond zat te knikkeren, maar dat was niet zo. Heb je de komende 55 minuten niets te doen? Bekijk dan de film op YouTube.

Meer lezen: https://8weekly.nl/recensie/film/adriaan-ditvoorst-ditvoorst-het-complete-oeuvre-cinematografische-geschiedenis-prachtig-bewaard/

 

Hufters & Hofdames (1997)

Hufters & Hofdames (1997): luchtige romantiek in 90’s Jordaan

Locatie: Centrum (Jordaan)

Dimitri weet niet hoe hij vrouwen moet versieren. Hij wil wat met Esther maar is door haar ‘gefriendzoned’. Met vrouwen praat hij graag over blindschaken en Zuidoost-Azië. Zijn vriend Maarten raadt hem dat af. ‘Je moet je meer als een hufter gaan gedragen, dat is wat die wijven willen.’

Tegelijk kruist een hufter telkens zijn pad: Gino. Die probeert juist zijn agressie te beheersen en meer als Dimitri te worden. Als vriendje haalt hij meer onvoldoendes dan voldoendes. Maar hij is wel een vriendje.

Zoals de Fransen Cédric Klapisch hebben, hebben wij Eddy Terstall. Ook Nederlanders kúnnen lichtvoetige films maken: Hufters en Hofdames is een heel aardig voorbeeld. Een voor Nederlandse begrippen grappige film over twintigers.

Terstall schreef en regisseerde de romantische komedie, werd door vijf omroepen afgewezen, haalde op eigen houtje 40.000 gulden binnen, en maakte in zestien dagen deze luchtige film. Een creatieve revanche.

Het kleine team deed dat onbetaald en soms met draaidagen van 18 uur. De kleinheid is hier vermoedelijk ook de kracht, zoals Terstall zelf ook vond. ‘Werken met een kleine crew maakt je flexibel, waardoor het makkelijker wordt om zeg tien scènes per dag op te nemen. Op een gegeven moment kom je in een soort roes.’

De kracht van de film zit hem (net als bij Cédric Klapisch) in de goedlopende dialogen en de komische timing. Geestige gesprekken over liefde, relaties. De monologen van Maarten maken ze al snel maf (inclusief verwijzingen naar de apenwereld). Halverwege switcht de film naar het perspectief van ‘hufter’ Gino. Aardig idee maar je krijgt iets te vaak hetzelfde te zien. Op het einde zijn de ideeën op; ik denk dat de film ook wat korter had gekund.

De film kijkt ook prettig weg omdat het werd gemaakt door een groep vrienden die de toon van de film snapten. Daan Ekkel en Marc van Uchelen (die in 2013 trouwens een einde aan zijn leven maakte); Arthur de Boer (‘Heey, Alzheimer!’); Nadja Hüpscher en Rifka Lodeizen (hun eerste rollen). Een film die bij ondergetekende destijds close to home komt.

Van Amsterdam zien we onder andere de Egelantiersgracht, Leidseplein, Leidsestraat en Vondelpark. De Jordaan heeft hier een vergelijkbare rol met het 11e arrondissement in Klapisch’ een jaar oudere film Chacun Cherche son Chat. Veel zien we er niet van.

Wel leuk: de typisch Amsterdamse dingen uit de 90’s als clubs als Soulkitchen, Roxy, Richter; junks met vlapakken; fietsendieven; thuisteelt; koffie verkeerd; poolcentra; enz.

De film paste in een boeiend golfje van luchtige, kleinschalige tragikomedies van jonge filmmakers:

  • Zusje (Robert Jan Westdijk)
  • De Jurk (Alex van Warmerdam)
  • Babylon (wederom Eddy Terstall)
  • Siberia (wederom Robert Jan Westdijk)
  • Jezus is een Palestijn (Lodewijk Crijns)

En er waren ook nog een paar meer reguliere speelfilms met beelden van Amsterdam:

  • Advocaat van de Hanen (Gerrit van Elst)
  • Do not Disturb (Dick Maas)
  • Naar de klote (Aryan Kaganof)
  • Vrijmarkt (Hans Hylkema)

Meer lezen: https://filmkrant.nl/recensies/hufters-hofdames/

 

Lek (2000)

Lek (2000): misdaaddrama met Amsterdamse branie

Locaties: Centrum, Oost, havens

Agent Eddy heeft een vreemde vriendschap met een crimineel. Hij wordt geronseld door de CID om ‘een informant’ hoewel hij daar helemaal geen zin in heeft. En dan zit er ook nog eens een lek bij de politie. Hoe lost Eddy dat op? Hij neemt zijn maat in vertrouwen.

Lek was de eerste Nederlandse misdaadfilm in tijden die me verraste met flair en acteerwerk. Acteurs die mógen acteren. Victor Löw flink over de top als labiele crimineel Jack. Gijs van Scholten Aschat had in The House of Cards gekund. Ton Kas doet denken aan Dobermann. Een niet-slappe Nederlandse film: een zeldzaamheid.

Aan het begin zie je hoe populair de films van Quentin Tarantino toen waren. Al schlagers zingend iemands lot bezegelen – het is bijna een Nederlandse variant van een Tarantino-scène. Het verhaal wordt vaardig verteld. De film heeft geen inkakmomenten.

Lek geef ik een goed cijfer voor flair. Het verhaal is iets anders. De film worstelt tussen the power of cinema of een serieus politieverhaal vertellen. Dat verhaal knipoogt zoals de Filmkrant in 2000 schreef naar de IRT-affaire. De keuzes tegen het einde nekken Lek een beetje want de plotwendingen worden steeds vreemder.

Wel genieten van de shots op buitenlocaties: Amsterdam-Oost (Javaplein, Muiderpoort), Centraal Station & de pont, Rapenburg, de havens. En natuurlijk de kebabzaak om de hoek.

Film: https://npo.nl/start/serie/lek/seizoen-1/lek_5/afspelen (via NPO-Plus-account)
Meer lezen: https://filmkrant.nl/recensies/lek/

 

Kortom…
De meest ‘Amsterdamse’ films werden grofweg in de periode van 1967 tot 1982 gemaakt. Diverse cineasten werden gestimuleerd door collega’s in het buitenland om ook hun grenzen te verleggen. De Inbreker, Naakt over de schutting, Wat zien ik, Turks Fruit. En curieuze films als Daniel, De Verloedering van de Swieps, Andy.

De jaren tachtig is voor mij het decennium van de gemiste kansen. Commerciële films als Spetters, Flodder, Joep Meloen, Amsterdamned. Oncommerciële minimal-films van Paul Ruven. Niets ertussenin.

Waarom geen ijzersterke thriller? Of een duistere trip door de onderwereld? Een hilarische komedie van losers? De perfecte decors waren er: de stad was een volgegraffiteerde ruïne. Laten we maar zwijgen over gemiste kansen in steden als Rotterdam, Utrecht of waar dan ook in Nederland.

De jaren 90 waren beter maar sindsdien is het wisselend. Amsterdam is nu vooral een cinematografische ansichtkaart. Vaak gladde buitenlandse producties die de romantiek van de stad verkopen. Ze missen een ding enorm: Rijk de Gooyer die ergens in de film ‘Krijg het lazarus’ zegt.

 

3 maart 2023

 

Lees ook deel 1: Camera Obscura Special: Parijs
Lees ook deel 2: Camera Obscura Special: New York
Lees ook deel 3: Camera Obscura Special: Londen
Lees ook deel 4: Camera Obscura Special: Tokio