Ondertussen, op de redactie: Drama of komedie (deel 2)

Ondertussen, op de redactie:

Komedie of drama? (deel 2)

In de eerste aflevering van deze ‘Ondertussen, op de redactie’ vroeg Cor zich af waarom de Golden Globes het drama I, Tonya in de categorie ‘Komedie of Musical’ stopte, legde Alfred uit waarom The Killing of a Sacred Deer eigenlijk een komedie is en introduceerde Paul de term gemaskeerd drama.

ALFRED:

Mij is eerlijk gezegd niet helemaal duidelijk wat er wordt bedoeld met de term gemaskeerd drama, maar afgaand op de voorbeelden die worden genoemd begrijp ik dat de verwachtingen (en dat lijkt me de crux) tijdens het kijken verschuiven van positief naar negatief.

The Founder

Ik probeer altijd zo neutraal mogelijk – dus zonder verwachtingen – een film binnen te stappen: vooraf geen recensies, interviews of andere achtergrond lezen, maar onbevangen (voor zover dat mogelijk is) gaan kijken. Een film waarbij de emoties over de hoofdpersoon tijdens de voorstelling gaandeweg kantelden van gematigd positief naar uitgesproken negatief is The Founder, de biopic van afgelopen jaar over Ray Croc, de man die het McDonald’s-concept kaapte van de broers Dick en Mac McDonald. Croc is een loeder en dat heb je aan het begin van de film nog niet door.

Maar misschien bedoel je dat helemaal niet, Paul.

Terug naar het begin: de Golden Globes. Ik heb naar het lijstje nominaties (en winnaars) zitten turen en ben daar een beetje draaierig van geworden. Om te beginnen snap ik niet hoe je Komedie en Musical onder één paraplu wilt vangen. Zouden jullie Western en Horror in één hokje stoppen? Wat niet wegneemt dat er horror westerns mogelijk zijn – zie Kathryn Bigelows Near Dark of meer recentelijk Bone Tomahawk – net zoals er komische musicals en muzikale komedies bestaan, maar jullie snappen mijn punt.

De verwarring wordt nog groter als ik bij de nominaties voor ‘Best Motion Picture – Musical or Comedy’ naast I, Tonya ook Get Out genoemd zie. Pardon? Get Out een komedie, laat staan een musical? Dat was toch die bewierookte horrortopper?

Categorieën maken de wereld een beetje overzichtelijker. Genre-indelingen eveneens. Het is een soort steno. Maar je moet categorieën niet gaan gebruiken als een spreadsheet. Of als marketinginstrument.

Ah, nu zijn we er. Filmprijzen en het sterrensysteem bij filmrecensies zijn voor filmdistributeurs het eenvoudigste (en goedkoopste) marketingmiddel. Plak op het affiche of in de trailer logo’s van de gewonnen filmprijzen (nominaties voldoen even goed) en strooi er de sterren omheen die belangrijke dagbladen of tijdschriften in hun bespreking aan de film toekenden en presto—topfilm!

Al die Awards zijn natuurlijk politiek, want daverende marketing opportunities. Meer zijn de Globes en de Oscars niet. Het is een als kwaliteitskeurmerk vermomde verkooptruc.

En die sterren bij filmrecensies? Dagblad Het Parool kondigde onlangs aan daar mee te zullen stoppen, geen sterren meer bij de filmbesprekingen in de krant. Ik snap ze wel: het publiek gebruikt de sterren als steno, het scant de beoordelingen maar leest de recensie niet. Het Parool wil dat haar lezers die stukjes gaan lezen. En dat de distributeurs op de affiches tekst citeren.

Mag je daar misschien uit afleiden dat de filmstukjes op IDB beter worden gelezen (want voor een geïnteresseerd niche-publiek) dan de recensies in de dagbladen? Zomaar een gedachte…

 

BOB:

Ik kom er laat bij maar wat een interessant onderwerp hebben jullie te pakken! Dank voor de intelligente bijdragen. Ik ben al sinds mijn jeugd geïnteresseerd in satire en absurdisme. Je zou zeggen dat ik dan met het labeltje ‘komedie’ wel goed zou zitten. Dat is dus niet zo. De komedie-afdeling in de videotheek, daar liep ik vaak met een grote boog omheen. ‘De knotsgekste komedie van het jaar!’ (De videotheek was toch eigenlijk iets raars als je erover nadenkt, met zijn ‘horror’, ‘spanning’, ‘actie’, ‘erotiek’. Als een vorm van culturele verzuiling had iedereen daar zijn eigen hoekje.)

Veel, heel veel films zijn drama noch komedie, dat is hier al terecht opgemerkt. Dus tragikomedies, waarbij het gewicht de schaal de ene of de andere kant laat uitslaan. Ik bedoel de lichtvoetige of serieuze manier van vertellen.

Alps

Een goed regisseur (of scriptschrijver) houdt zichzelf denk ik niet zo bezig of iets dramatisch of komisch moet zijn, maar voelt zich het meest thuis met een van die twee verteltranten. Emoties zijn immers met beide vormen even goed te beschrijven.

Bij de films van Lanthimos is er iets anders aan de hand. Die films van Lanthimos dragen de stempel van het mooie, absurdistische denkende brein van scriptschrijver Efthymis Filippou. Die films laten de kracht en de zwakte van zijn scripts zien. Ze beginnen origineel en geestig, eindigen als matig drama. En dat doet pijn. Een origineel verhaal is al zo zeldzaam dat het verkwanselen ervan des te meer pijn doet.

Het viel me destijds bij Alps (2011) ook al op dat de film sterk begon, maar teleurstellend afwaterde in ‘natgeregend vuurwerk’ zoals Alfred dat al zo mooi zei. En dat gold ook voor The Lobster en vermoedelijk ook voor Sacred Deer. Al deze films zouden veel krachtiger zijn geweest als korte films, daar ben ik van overtuigd. Even kort door de bocht: Filippou heeft naar mijn idee een sterk talent voor absurdisme maar niet voor drama. Alleen beseft hij dat alsmaar niet. (Kan ook de invloed zijn van Lanthimos, die immers de co-scenarist is.) Ik vind L, ook een script van Filippou (maar regie van Babi Makridis), dan nog het meest geslaagd als lichtvoetig verhaal.

Zelf hou ik dan meer van het absurdisme van bijvoorbeeld Quentin Dupieux, zoals Realité en Wrong. Die films worden naar het einde toe alleen maar sterker. Twee geziene reacties bij de laatste film: een kijker die aldoor aan het schateren was en een kijker die achteraf zei: ‘Helemaal niets aan, alleen maar erg absurd.’ Die kijkt denk ik liever naar het natgeregende vuurwerk in plaats van het echte werk.

 

20 januari 2018

 

Lees hier deel 1 van ‘Komedie of drama?’

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’