Hoe gezellig is geweld in films?

Ondertussen, op de redactie:

Hoe gezellig is geweld in films?

ALFRED:

Hi Bob, dank voor je stukje over de nieuwe Ben Wheatley, Free Fire. Ik zag de persvoorstelling van twee weken geleden en kwam als een uitgewrongen zeem weer buiten. Niet van opwinding, spanning of vermaak. Maar van nihilisme: wat een drol van een film. Geen verhaal, geen karakters, geen humor ook. Totale leegte, alleen geweld, een slechte Tarantino rip-off.

Ik was niet de enige die er zo over dacht. Buiten hoorde ik twee collega’s tegen elkaar cynische opmerkingen maken over het gehalte van de film. Nee, geen grijze duiven met een voorkeur voor Scorsese of Tarr (om maar wat verantwoords te noemen), maar twintigers die ik eerder over The Handmaiden heb horen jubelen. Ik had geen argumenten om hun kritiek te pareren, ik kon ze alleen maar bijvallen. De filmcriticus van The Guardian was ook niet scheutig. In Amerika smullen ze van de film.

Free Fire

Een komedie? My ass. Treurig stemmende dialogen en dan doel ik niet op de talloze fucks, dat is sowieso een zwaktebod. Neem deze beschimmelde woordenwisseling: ‘You didn’t masturbate before you got here, did you?’ ‘What?’ ‘Told you I don’t work with anybody who’s carrying a loaded weapon.’ Diegrap’ is zo oud als de weg naar Rome, in ieder geval als There’s Something About Mary en die is uit de vorige eeuw.

Ook als actiefilm valt Free Fire door de mand. Ik had het op basis van zijn eerdere films niet van Wheatley verwacht, maar zijn actiescènes doen onbeholpen aan. Kijk hoe Tsui Hark met actie en schietpartijen omgaat in The Taking of Tiger Mountain: de aanval op het dorpje begint op 1:21:35 en loopt door tot 1:32:10. In elf en een halve minuut meer kogels, opwinding en filmisch vernuft dan in 90 minuten Free Fire. (Verhaal en dialoog doen er even niet toe, het draait om de regie.)

Geweld, ik moet zeggen, excessief geweld als entertainment, ik ben er klaar mee. Na de eerste aflevering van seizoen 2 van de tv-serie Gotham te hebben gezien, heb ik de rest van het seizoen gewist. Ik zag: zeven mensen van het dak te pletter gegooid, schoolbus vol cheerleaders met benzine overgoten en (bijna) in de fik gestoken, plus een politiebureau geheel uitgemoord. Motivatie: beetje rellen. En dat alles in 40 minuten. Excessief geweld als entertainment, het spuit uit het riool. Bij mij gaat het deksel er op.

Free Fire draaide voor de Nederlandse release op het Imagine-festival en werd door het publiek hoog gewaardeerd: score 4,29 (op 5). Wellicht moet je de film plaatsen in de categorie ‘nazi zombies op Mars’, maar dan minus de humor. Voor mij staat-ie stijf bovenaan in het tussenklassement van de Miskleun van het Jaar.

 

BOB:

Ja, ik ben duidelijk wel iets positiever – maar ik moet wel zeggen dat de timing voor mij heel anders was: na anderhalve week zwaarmoedige films tijdens een winters IFFR was ik wel even blij met wat luchtigs, al was het maar een rip-off van Tarantino. Misschien had ik op dat moment zelfs wel om Seth Gaaikema gelachen, wie weet.

Ik heb de film daarna niet meer gezien, wilde het wel, maar de deadline had me al ingehaald. Misschien zou ik het nu koeltjes op de bank er genuanceerder over denken, zou best kunnen, is lastig te zeggen. Het geweld in Free Fire vond ik in elk geval lang niet zo excessief als jij het hebt ervaren, nogal wat getroffen ledematen maar volgens mij geen executie-achtige momenten. En ik vond dat er in deze film wel een aardige chemie was tussen de acteurs. Geen meesterwerk, daar was het verhaal duidelijk niet goed genoeg voor, maar een luchtige hap entertainment – die als tegenhanger tegen de duistere Mexicaanse en Vietnamese drama’s er toen wel inging.

Anyway, toch ben ik het wel helemaal met je eens dat geweld als entertainment behoorlijk dubieus is. Het evenwicht is zo lastig… Ik herinner me mensen die genoten van de film Fargo, maar die moordscène verschrikkelijk vonden, en als een smet zagen op een verder mooie film. Maar dat soort passages is intussen gemeengoed geworden in actiemoordkomedies. Een goed voorbeeld vind ik zelf Lucky Number Slevin. Een komedie waarbij mensen door hun hoofd worden geschoten. Of zelfs Sightseers, andere film van Wheatley, helemaal moord als entertainment.

Lucky Number Slevin

Wat ik zo jammer vind is dat zoveel mensen in de filmindustrie die voor de hand liggende oplossing kiezen: moord en geweld en komedie, dan gaat het publiek wel kijken. Cultuur lijkt daarin niet meer uit te maken. Frankrijk, Engeland, Amerika, Australië, Hong Kong (uiteraard). Alle acteurs en regisseurs moeten er om den brode wel aan mee doen. Een paar regisseurs redden zich nog wel (Shane Blacks films vind ik wel vermakelijk, Old men in New Cars herinner ik me) maar de meeste zinken. Komedie wordt vrijwel nooit beter van grimmigheid. Toen de videotheek nog bestond… toen bestond volgens mij 90% van de collectie uit zogenaamd grappige Amerikaanse actiefilms vol geweld. Ripoffs van ripoffs van ripoffs. Een voorbeeld was de film Thursday uit 1998. Ooit gezien? Dat pas echt een archetype Tarantino-ripoff. Zie deze trailer.

Interessant allemaal maar ik moet nu weg. Morgen zuinig aan met de oranjebitters…

 

COR:

Laten we de komedie voor het gemak eens wegdenken, blijft over moord en geweld. Wat voor zinnigs valt er te vertellen over ‘excessief geweld als entertainment’? Buiten de pathologische gemakzucht en fantasieloosheid van filmmakers (hoewel excessief geweld nauwelijks grenzen blijkt te kennen) heeft een deel van het publiek kennelijk behoefte aan deze vorm van vermaak. Geweld verkoopt!

Toevallig lees ik momenteel het interessante, doch enigszins moralistische, boekje ‘Ethiek van de film’ uit 1965 (!) waarin ene dr. A. Dronkers de toenmalige misdaadfilm onder de loep neemt. Hij schrijft: “Het zien van dood en marteling moet aan een bepaalde behoefte van het publiek voldoen.” Zo beschouwt hij de films van James Bond als “een typisch symptoom van stijlvergroving die op zichzelf kan wijzen op een verzwakte moraliteit. Als zodanig dient, dunkt mij, dit nieuwste filmgenre ernstiger te worden genomen dan meestal geschiedt.”

Bovenstaand pleidooi heeft niet mogen baten: geweld heeft allang een prominente plaats ingenomen. Volgens onderzoeken heeft een (Amerikaans) kind van twaalf alleen al op televisie achtduizend moorden en honderdduizend geweldacties gezien. Niemand kan mij wijsmaken dat dit geen twijfelachtige invloed op de mensenziel heeft.

The Dark Knight Rises

Zowel makers, zendgerechtigden als opvoeders hebben verantwoordelijkheden. De filmkeuring is al vanaf haar ontstaan zo krom als een hoepel. Het slechts twee seconden in beeld brengen van een geslachtsorgaan kent automatisch een leeftijdsgrens van zestien jaar, terwijl je een gemiddelde blockbuster met tientallen doodgeschoten mensen, gebroken nekken, ophangingen, uitvoerige knokpartijen etc. al vanaf je twaalfde mag kijken.

Het meest verantwoordelijk voor structureel en excessief geweld in films is uiteraard de kijker zelf. Alfred, ik juich je voornemen van harte toe! Zo kijk ik de laatste jaren nog maar verdomd weinig gewelddadige films (hoewel de behoefte aan een wraakfilm soms lastig is te onderdrukken :-)). Niet alleen uit principe, maar ook ik voelde me murw geslagen…

Prettige Koningsdag verder!

 

ALFRED:

Vuur fascineert, we staren al millennia lang naar het kampvuur en worden getransporteerd naar onbekende werelden. Destructie fascineert, daarom wordt de sloop van grote gebouwen – al gaat dat niet altijd gecontroleerd – vastgelegd op film. En geweld fascineert, regisseur Sam Peckinpah brak past echt door toen hij in The Wild Bunch het brute schouwspel van inslaande kogels en rondspattend bloed weergaf, in slow-motion, als choreografie van destructie. Geen popcorn blockbuster is compleet zonder finale met kaalslag van vastgoed – complete straten, wijken, steden, continenten, zelfs planeten weggevaagd.

Destructie zit in ons bloed, of we dat nu leuk vinden of niet. Dus vinden we het leuk, dat is wellicht de beste manier om te leven met een ongemakkelijke waarheid. Daarom is geweld vermaak en psychologen zullen ongetwijfeld gelijk hebben als ze stellen dat het kijken naar geweld, of het spelen van gewelddadige games, onze honger naar geweld helpt stillen. Het kijken, of spelen, sublimeert de gewelddadige impuls.

Dat zal die 4,29 van het Imagine-publiek voor Free Fire verklaren. En ik snap jouw reactie prima, Bob. Na een dag vol stress is het goed ontspannen bij een portie georchestreerd geweld, dat lucht op.

The Wild Bunch

Mocht ik een probleem met geweld als vermaak hebben, dat is het de dosering van het geweld. En de context waarin dat geweld wordt opgediend. De bioscoop is een specifieke plek, met een duidelijk omlijnde functie: het vertonen van films. Wie daar een film vol geweld ziet, heeft ervoor gekozen. De tv staat echter in de huiskamer. Die is, anders dan de bioscoop, niet specifiek – daar breng ik een aanzienlijk deel van mijn leven door – en privé. Voor het geweld dat via het tv-scherm die privéplek binnendringt, heb ik vaak niet gekozen. Dus als ik er geen trek in heb, kijk ik iets anders. Of druk op de knop uit. Of wis de zelfgekozen serie, zoals Gotham.

Wie, zoals de Amerikaanse kijker, dagelijks via het tv-scherm een eindeloze stroom geweld consumeert, gaat geweld gewoon vinden. En in een land waar automatische vuurwapens in de supermarkt te koop zijn, behoren schietincidenten tot de orde van de dag. Waardoor het geweld als vermaak op het scherm van bioscoop of tv weer een tandje heftiger moet. Dodelijke spiraal.

Mijn probleem is excessief geweld, dus ook geweld dat niet als middel wordt ingezet om een verhaal te vertellen maar een doel op zich is geworden, zoals in Free Fire. Dan is geweld pornografie geworden. Hetzelfde geldt overigens voor expliciete martelscènes, nog een trend die uit Amerika is komen overwaaien. Met martelporno heb ik nog minder geduld.

Free Fire valt in de categorie geweldsporno, al is het – eerlijk is eerlijk – porno van de softe soort. Daar kun je van houden of niet, voor de neutrale toeschouwer een kwestie van smaak, wat mij betreft van wansmaak. Geweld is kinderachtig, een zwaktebod. Ben Wheatley kan beter.

Morgen 18 graden, geniet ervan.

 

29 april 2017

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’