Ondertussen, op de redactie: filmdeuntjes

Ondertussen, op de redactie:

Filmdeuntjes

COR:

Op deze warme zomermiddag keek ik de Spaanse film El abuelo (1998), een al even loom, maar boeiend drama. Ik hoorde steeds dat deuntje. Gevoelig, ontroerend, meeslepend, meditatief, beheerst…. wat jij wil. Hè, waar ken ik dat toch van?! Ja, die muziek is van Erik Satie. Het stuk heet Gymnopédie. Dan maar even opgezocht in welke films je datzelfde themaatje hoort: Le feu folletMy Dinner with AndreThe Royal Tenenbaums. Dat zijn ook geen verkeerde films. De regisseurs zullen er wel een bedoeling mee hebben gehad ;-)

El abuelo (1998)

El abuelo (1998)

Muzikale themaatjes, ik ben er slecht in. Tja, JawsPsychoStar Wars en nog een paar honderd anderen, lukt me nog wel. Maar ik kan in een onbewaakt moment zomaar de deuntjes van Ámelie en Intouchables omdraaien. Soms lijken filmdeuntjes op elkaar. Ik herinner me de door velen bewierookte filmcomponist Hans Zimmer. In een vloek en een zucht arrangeerde hij in 1993 het thema van Badlands voor zijn soundtrack van True Romance (niet zonder toeval ook een misdaaddrama waarin een verliefd stel op de vlucht is). Zimmer veranderde de titel simpelweg in You’re So Cool en liet er schaamteloos zijn naam onder zetten. Het (oorspronkelijke) thema wordt toegeschreven aan de Duitse componist Carl Orff (maar die had het ook weer van iemand anders).

Enfin, kunnen jullie (al dan niet met de voetjes in een emmer koud water) je licht laten schijnen over dat soort filmdeuntjes?

 

TIM:

Het zijn er wel de dagen voor, lome films en lome deuntjes. Zelf keek ik vanochtend naar The Seven Year Itch (reden: Andrew Dominik komt met zijn mega-Monroeproject Blonde), waarin de tweede Piano Concerto van Rachmaninoff een prominente plaats inneemt. Het zijn ankerpunten, die muziekstukken, alhoewel ze, zoals je beschrijft, maar al te vaak worden gereduceerd tot samples. Gebruikt en hergebruikt. Al moet ik toegeven dat ik het dan juist vaak interessant vind om uit te pluizen waar een muzikaal thema vandaan komt. Het thema uit Badlands is een goed voorbeeld; geript door Zimmer, inderdaad, maar dat moet je dus wel weten, want anders kijk je naar True Romance en denk je (wellicht) “wat een origineel deuntje”.

Mijn mening dan. Ik luister nog wel eens naar de muziek van elektronica-artiesten als DJ Shadow en Burial, wiens werk volzit met samples. Ze nemen bestaande thema’s en erkennen dat ze dat doen (sterker nog, het is een handelsmerk), maar cruciaal is dat ze het bestaande gebruiken om met iets nieuws op de proppen te komen. Het is het verschil tussen ongegeneerd ‘stelen’ (Zimmers actie voor True Romance vind ik ordinair, vooral omdat hij nauwelijks iets met het origineel heeft gedaan en zijn inspiratiebron niet erkent) en profiteren van het gegeven dat iedere artiest in de voetsporen van talloze voorgangers treedt.

Zonder vormen van repetitie of hergebruik gaat een componist immers ook moeite hebben om ‘herkenbaar’ te worden. Dat is niet erg, maar vernieuw jezelf, vind jezelf telkens opnieuw uit. Een goed voorbeeld is wat mij betreft Max Richter, die al talloze malen met bestaande (klassieke) composities heeft gewerkt maar me toch regelmatig weer weet te raken.

Zomerse groet!

 

BOB:

Leuk onderwerp, lome deuntjes.

Sommige muzikanten zijn erg dienstbaar. Té dienstbaar. Ze schakelen als het ware hun muzikale talent uit om iets te maken wat gewenst is.

Voor hun filmscores moeten ze ook omgaan met de muzikale smaak van mensen die zelf geen muzikanten zijn, maar wel iets in hun hoofd hebben. ‘Het moet ongeveer zo klinken…’ En dan maken ze dat maar, ook al kopiëren ze zichzelf daarmee. Of soms anderen.

Nino Rota, bekend van de Fellini-films, is ook zo’n geval. Enorm getalenteerd, virtuoos als hij de ruimte kreeg, maar soms ook (omdat Fellini het wilde) een zich herhalende deuntjesmaker.

Aardig wat jaartjes terug heb ik wat experts (journalisten en muzikanten) over zijn muziek geïnterviewd. Een paar zinnetjes uit dat stuk:

De muziek is dienstbaar aan de sfeer van de film, maar is er niet één mee.

Hij staat bekend om zijn samenwerking met Federico Fellini, al was zijn beste muziek voor alle andere films dan voor Fellini.

De scores bij Fellini-films zijn dus van Fellini, niet van de componist.

Wat ik persoonlijk mis in zijn muziek is net dat beetje extra virtuositeit zoals bijvoorbeeld zijn collega Ennio Morricone dat wel had.

Aardig om dat stukje hier weer even onder de aandacht te brengen, denk ik:
https://www.moviegids.be/index.cfm?id=94608.

Fellini's 8 1/2 (1963)

Fellini’s 8 1/2 (1963)

Filmscores is een onderwerp waar je niet over uitgeschreven raakt, want iedereen inspireert elkaar wel ergens. Denk aan de James Bond-tune die zo vaak een inspiratiebron was bij spionagefilms (Monty Norman, de componist, overleed trouwens een maand geleden).

Over herhaling gesproken, was dat nou Le mépris waarbij het thema om de haverklap klinkt en dan plots wordt afgesneden? Dupieux deed ook zoiets in Deerskin met de fraaie track The Long Wait (1969). En grappig: die kwam weer van een score van een serie uit de jaren zestig: Hawaii Five-O. (Dupieux maakt veel van zijn filmscores zelf, dus daar kun je moeilijk over klagen.)

Etc. etc. etc.

Fijne dag & smelt niet!

 

COR:

Het mooiste is natuurlijk als de muziek je tijdens de opening al direct bij de strot grijpt, door de ware symbiose van beeld, geluid en ritme, zoals in 2001: A Space Odyssey. Je kunt nauwelijks wachten op het vervolg…

 

RALPH:

Mijn bijdrage is kort, want er zijn reeds prachtige voorbeelden ontsloten.

Ik moest bij het lezen van het tot dusver geschrevene denken aan de grote meesters en hoe zij met muziek omgaan.

Kubrick met zijn gebruik van bekende klassieke thema’s en de gevestigde, elitaire jazz tegenover Tarkovsky die weliswaar met Bach en Pergolesi aankomt, maar net zo gemakkelijk een belangrijke rol weglegt voor de meer avantgardistische ambient van Artemyev. Dat klassiek, dat gewichtige, verhevene wellicht, past wel bij Kubrick, die zich mogelijk ook boven de gemiddelde filmmaker waande. Hoewel goed gebruikt en passend in zijn film(taal) heeft het ook iets stiekem narcistisch. Waar het waterige en modderige, introvertere van Tarkovsky terugkomt in enkele geniale soundscapes van Artemyev in Stalker.

En de soundtrack die me omverblies in een film die me reeds omvergeblazen had, was het tweede stuk in Tarrs Werckmeister Harmóniák. Dat is zo’n film waar alles samenkomt. In een latere kijkbeurt viel me op dat ook het ritme waarop voetstappen en voorwerpen klinken, ja zelfs de wind, een muzikale cadans en maat heeft. Sommige talen kunnen dat ook hebben, zoals het Mandarijn in Yimou Zhangs Hero.

Inmiddels afgekoelde, doch klamme groeten. 

 

19 augustus 2022

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’

Ondertussen, op de redactie: New Order

Ondertussen, op de redactie:

New Order

COR:

Beste collega’s,

Onlangs zag ik Nuevo Orden, een dystopische Mexicaanse thriller met veel (grof) geweld, over de strijd tussen groepen in de samenleving. Zoals je kunt begrijpen, laveren de commentaren tussen iets van geniaal en prut. Tikkeltje controversieel dus. De film zou onder de titel New Order op 9 december een bioscooppremière krijgen, maar werd uitgesteld naar 10 februari 2022 en beleeft dan eindelijk op 19 mei zijn landelijke release. De vraag is of afstel beter was geweest.

Tijdens het Imagine Film Festival vorig jaar beleefde de film zijn Nederlandse première. Bob deed daarvan verslag en gaf toen al zijn ongezouten mening over Nuevo Orden.

“Probleem is dat deze film van Michel Franco geen context biedt en zodoende meer overkomt als spanningspornografie. Spanning op basis van dood en verderf. Ook een beetje gek: de rijke mensen worden neergezet als mensen, de armen zijn dieven en moordenaars. Mexico heeft te maken met corruptie, laat een serie als Narcos zien, en veel mensen komen er door geweld om het leven. Zet deze film dan aan het denken hierover (als dat de bedoeling was)? Geenszins. En dat is jammer. Film biedt juist een enorme rijkdom aan mogelijkheden om een cynische boodschap te laten zien zonder alleen de ellende te willen tonen.”

Ik deel grotendeels die conclusie maar vraag me af of we nog positieve en anders wel interessante dingen over het hoofd hebben gezien. Jullie misschien?

Nuevo Orden (New Order)

 

RIES:

In de reacties op internet wordt Nuevo Orden betiteld als cynisch en een orgie van geweld. Het laatste punt van kritiek is vrij eenvoudig te weerleggen. Nuevo Orden bevat niet meer geweld dan bijvoorbeeld Saving Private Ryan, vrijwel alles van Tarantino en vele andere films. Zowel de hoeveelheid geweld als de expliciete weergave ervan zijn heftig, maar alles hebben we al eerder gezien in de bioscoop.

Ik vermoed dat het eerder het cynische wereldbeeld dat regisseur Michel Franco ons meegeeft is, dat veel kijkers (terecht) niet lekker zit. Zowat ieder personage in Nuevo Orden is slecht, de rijken omdat ze het proletariaat uitbuiten en de armen omdat ze gewelddadig zijn en moorden. Het meest bekaaid komt de corrupte en leugenachtige autoriteit in de vorm van het leger ervan af. Dit cynisme uit zich erin dat zowat ieder personage in de film het loodje legt, zowel de goeden als slechten. De film is een en al willekeur en chaos. Daar houden mensen niet van. De logica die veel films in zich hebben, zelfs degene zonder happy end, ontbreekt in Nuevo Orden totaal.

Zoals Bob al aangaf, zijn de maatschappelijke aspecten uit de film – inkomensongelijkheid, dodelijk geweld en corruptie – een vast onderdeel van de Mexicaanse samenleving. Een van de doelen van kunst is om de samenleving in zijn tijd te duiden, maar dat doet Franco niet. De armoede en daaruit voortkomende problemen zien we nauwelijks, wat de armen slechts tot flat characters maakt. Bovendien had Nuevo Orden goed afgekund met een lagere body count. Het lijkt daarom wel erg op provoceren om het provoceren.

 

TIM: 

De titel van de film zegt eigenlijk alles: voordat een “nieuwe orde” tot stand komt (let ook op de televisierapportage ergens halverwege), is er doorgaans eerst sprake van massale chaos. Die chaos, gepland of ongepland, stelt de meest daadkrachtige groep of institutie in staat om uiteindelijk weer orde op zaken te stellen. De sleutel is snelheid; chaos brengt dingen in een stroomversnelling. Als er geen chaos is, duurt een transformatie (een “grote verandering”) veel langer.

Deze toelichting heeft alles van doen met mijn (gedeelde) kritiek op de film, die een extreem mechanische indruk op mij maakte: Nuevo Orden is meer de neerslag van een politiek-militair mechanisme dan een oprechte filmervaring. Wil Franco waarschuwen voor de (nabije) toekomst of is de film zelfs daarvoor te grof, plat, in your face? Moet een dystopische film bezorgdheid wellicht in emoties (en dus in betrokkenheid) kunnen uitdrukken om waarachtig over te komen?

Voor mij houdt het op als een regisseur zichtbaar geen zak geeft om zijn personages, en groepen mensen zodanig schematiseert dat het conflict geen lagen of nuances kent. Franco stelt zich een stuk ernstiger op dan een Bong Joon-Ho in Parasite; er kan geen lach vanaf, hij meent het bloedserieus, en toch scheert hij alles over één kam van dood en verderf. Neem dan de films van Alfonso Cuarón (Roma het meest recentelijk), waarin scènes van politieke onrust (nota bene in de marge) meer zeggingskracht hebben dan in Nuevo Orden.

P.S.: Ben ik de enige die de initialen van de regisseur (M.F.) bewust op een muur in het luxeappartement gekalkt dacht te zien?

 

30 april 2022

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’

Ondertussen: genderneutraal Kalf

Ondertussen, op de redactie:

Genderneutraal Kalf

TIM:

Beste collega’s,

Het kan en zal jullie niet ontgaan zijn: de organisatie van het NFF (Nederlands Film Festival) kwam naar buiten met het nieuws dat er bij het uitreiken van de acteerprijzen (hoofdrol en bijrol) niet langer onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen.

Even was de (film)wereld te klein: acteur Yorick van Wageningen zegde zijn kalverenlidmaatschap op en veel andere prominenten reageerden kritisch. Natuurlijk kent dit besluit ook genoeg voorstanders, en dus is de genderdiscussie weer even heet hangijzer no. #1. Er is en wordt op het moment van schrijven genoeg geschreven door filmjournalisten en andere opiniemakers, maar ik ben ook benieuwd naar jullie mening.

Het besluit is ideaal voor de bühne, omdat het aansluit bij bekende sociaal-culturele en politieke ontwikkelingen en in één keer duidelijk maakt dat de organisatie van het NFF zich hard maakt voor genderinclusiviteit en, bij monde van directeur Silvia van der Heiden, “meebeweegt met de tijdgeest”.

Gouden Kalf

Daar kan ik van alles van vinden, maar het verbaast me niets dat de organisatie hiertoe overgaat. Van de toepassing begrijp ik echter niets. Voor iedere rol worden voortaan vijf acteurs genomineerd. Dat is een ongelijk getal. Vervolgens kan er maar één de beste zijn: een man, een vrouw of iemand die zich in geen van beide categorieën plaatst. Als er voortaan ieder jaar een man zou winnen, zijn de rapen gaar. Als er ieder jaar een vrouw zou winnen ook. Een jury die de twee tegen elkaar afweegt (lees: ervoor zorgt dat niet ieder jaar hetzelfde geslacht wint) is vooringenomen en denkt niet inclusief (denkt in ‘balans’ en dus in hokjes).

Dan is er nog de primaire reden waarom de prijs op de schop is gegaan: non-binaire acteurs kunnen zich niet inbegrepen voelen in de categorie. Wat ik mij afvraag: is er met non-binaire acteurs over dit besluit gesproken? Hoeveel non-binaire acteurs kennen we in Nederland? En hoeveel van hen komen potentieel in aanmerking voor zo’n prijs?

Ik stel mijn vragen met een reden. Straks is er nog iemand boos omdat de acteerprijzen worden opgehaald door een man of een vrouw, en niet door een non-binair persoon. Is dat dan ook niet-inclusief? En áls er dan een non-binair persoon zou winnen, krijgt die waarschijnlijk direct van sceptici te horen dat daar maar één reden voor is. Lang verhaal kort, ik zie niet in welk nobel belang dit besluit kan dienen. Jullie wel?

 

MICHEL:

Waarom werd dit onderscheid in eerste plaats überhaupt gemaakt? Speelt iemands man-zijn of vrouw-zijn daadwerkelijk een rol bij hun acteerprestaties? Er zijn ook geen aparte categorieën voor “Beste Mannelijke Camerawerk” en “Beste Vrouwelijke Camerawerk” die met dezelfde argumenten dan net zo goed gemaakt kunnen worden. Cameramannen winnen die genderneutrale prijs wel erg vaak… De acteerprijzen die opgesplitst zijn voor mannen en vrouwen zijn toch altijd een vreemde eend in de bijt wat dat betreft.

Ik vraag me ook af of je de primaire reden van het besluit wellicht iets te simplistisch opvat. Genderinclusiviteit gaat er niet alleen om mensen die buiten de binary vallen op te nemen in de groep, maar net zo goed om het buiten beschouwing laten van iets banaals als genderverschillen als dit totaal niet van belang is.

Dan kom ik weer terug bij bovenstaande vraag terecht: in welke mate zou iemands man- of vrouw-zijn van belang zijn bij het beoordelen van acteerprestaties? Wellicht leidt het onderscheid tussen mannen- en vrouwenrollen er juist toe dat die vooringenomenheid over genderstereotiepen zwaarder gaat wegen, omdat er inherent dan ook een onderscheid wordt gemaakt tussen ‘mannelijk’ acteerwerk en ‘vrouwelijk’ acteerwerk, wat dat ook mag betekenen.

Er zullen ongetwijfeld de eerste paar jaar mensen gaan klagen, en turven of het allemaal wel eerlijk is, maar dat is een zwak excuus om alles te laten zoals het is. Elke verandering zal de eerste onder een vergrootglas komen te liggen, zeker als het samenvalt met een bredere maatschappelijke discussie als deze. De ongelijkheid die je vervolgens aanstipt, is bij alle andere categorieën net zo goed te vinden, en duiden op grotere structurele problemen die echt niet opgelost zijn met het wel/niet hebben van gegenderde prijzen.

 

TIM:

Laat ik aan mijn aanzet in ieder geval de nuance toevoegen, en daarmee ook ten dele op jou reageren, dat ik het geslacht bij kunde ook niet van belang acht, en de vergelijking die je maakt met cinematografie is een logische en terechte. Ik vraag me alleen af, zoals ik heb willen betogen, of de beleidsingreep wel in een zinvolle verhouding kan staan tot het ideaal dat men ermee wil uitdragen.

Ik heb het dan over de verschillende geschetste dilemma’s, juist rond gelijkheid en eerlijkheid, die kunnen (en ik denk zullen) ontstaan als gevolg van deze beslissing. Uiteindelijk gaat het dan over alles behalve over goede acteerprestaties zonder enig belang van gender, zoals je toelicht. Er is nu maar één prijs en er zijn veel gegadigden – iedereen zal zich graag vertegenwoordigd willen zien en zo zullen de hokjes die de organisatie wil mijden zeker niet verdwijnen.

Misschien was dat anders geweest als we niet beter wisten, en het altijd al zo was geweest dat men maar één acteerprijs uitreikte. Nu draait alles echter om de sociaal-culturele en politieke discussie rond vertegenwoordiging en inclusie, waardoor het argument dat gender sowieso al nooit uit had moeten maken de lading niet echt meer dekt. Kennelijk maakt het namelijk dus álles uit :)

Shahine El-Hamus en Beppie Melissen

Shahine El-Hamus en Beppie Melissen

COR:

Films met een Gouden Kalf voor beste acteur, beste actrice en beste bijrollen krijgen allen extra aandacht. Dat is goed voor de Nederlandse film.

Vorig jaar kregen twee verdienstelijke protagonisten een Gouden Kalf: Shahine El-Hamus (beste acteur De Belofte van Pisa) en Beppie Melissen (beste actrice Kapsalon Romy). Eindelijk een half-Egyptische jongen én een vrouw op leeftijd die met hun films in de spotlights mochten staan…

Openstaan voor de verscheidenheid en gelijkheid van mensen valt of staat niet met nieuwe regels of wetten, maar zit tussen iemands oren.

 

RALPH:

Ik zag onlangs Jungle Cruise met een CGI-jaguar, wat er goed uitzag. Laat AI CGI-acteurs creëren en het vermoedelijk nog lang voortdreinende gesprek hierover verstommen. Vervolgens richten we een aap af om de prijs voor de betreffende CGI-‘acteur’ op te halen en branden we diens biologisch gegeven geslachtsdeel weg.

Voor welk probleem zoekt het NFF een oplossing?

 

29 augustus 2021

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’

Welke periode in de filmgeschiedenis vind jij het meest interessant?

Ondertussen, op de redactie:

Welke filmperiode vind jij het meest interessant?

COR:

Beste allemaal,

Veel filmliefhebbers vinden 1939 een van de meest succesvolle jaren in de filmgeschiedenis. Amerika was hersteld van de Grote Depressie en er verschenen meer dan 500 films in de bioscoop. Gone with the Wind was de absolute kaskraker, maar ook populaire films als Mr. Smith Goes to Washington, Jesse James, The Wizard of Oz, Stagecoach en Wuthering Heights zijn 82 jaar na dato nog uitstekend genietbaar. Ondanks het feit dat de vertrutting van Hollywood had toegeslagen…

De roep om filmcensuur ontstond in de jaren 20 na enkele Hollywood-schandalen die breed in de pers werden uitgemeten. Na enkele mislukte initiatieven werd voormalig postzegelplakker Will Hays aangesteld als eerste voorzitter van de Motion Picture Producers and Distributors of America (MPPDA) die geweld en seks in films een halt moest toeroepen. Pas nadat de Amerikaanse aartsbisschop John McNicholas de Catholic Legion of Decency (CLOD) had opgericht om de ‘vernietiging van de onschuld van de jeugd’ tegen te gaan en in een poging de bioscopen van immorele uitingen te zuiveren, werd besloten dat films vanaf 1 juli 1934 een certificaat van goedkeuring moesten hebben, afgegeven door de zogenaamde Production Code Administration (PCA).

Me Jane, You Tarzan

Me Jane, You Tarzan

Er kwam een hele lijst met zaken die niet meer op het witte doek mochten worden vertoond. Naast seks en geweld kun je denken aan naaktheid, suggestief dansen, illegaal drugsgebruik, ridiculiseren van religie en overheidsdienaren, homoseksualiteit, onwelvoeglijk taalgebruik, excessief kussen, ontrouw, chirurgische ingrepen en rassenmenging. De censuur leidde al snel tot het maken van enkele nieuwe opnamen voor bijvoorbeeld Tarzan and his Mate (1934), waarin een naakt zwemmende Jane een jurkje moest dragen en zelfs de scène van een ondeugend glurende chimpansee Cheeta de prullenbak inging.

De periode tussen de algehele introductie van de geluidsfilm in 1929 en de invoering van de PCA in 1934 heet Pre-Code. Ik vind dit een van de meest interessante periodes in de filmgeschiedenis, omdat Hollywood toen nog alle registers kon opentrekken en nauwelijks schaamte leek te kennen. Sexy geklede dames in overweldigende musicals, freaks in het circus, drugsgebruik, overspel, homoseksualiteit, horror, ondubbelzinnig taalgebruik en geweld, soms met erg grof geschut. Je kunt het je bijna niet meer voorstellen welke vrijheden filmmakers zich bijna een eeuw geleden veroorloofden.

Bioscoopbezoekers snakten tijdens de economische malaise na de beurskrach naar escapisme. Hoofdrolspelers van gangsterfilms werden helden, vooral ook omdat zij in deze beroerde tijden onaantastbaar leken en het wél voor elkaar boksten om geld te verdienen. Heel even leek het alsof William A. Wellman al in 1931 in de eerste grote gangsterfilm, The Public Enemy, iets van zelfcensuur toepaste: de afrekening door het personage van James Cagney vindt plaats in een restaurant buiten beeld, maar is juist daardoor nog monumentaler. Hays en consorten moesten uiteraard niets hebben van het verheerlijken van gangsters.

De laatste Pre-Code film was On Human Bondage, die drie dagen voor de invoering van de PCA uitkwam. Het feit dat het hoofdpersonage van Bette Davis niet meer sterft aan syfilis (zoals in het boek en het scenario) maar aan tuberculose verraadt de overgang naar de brave Amerikaanse cinema die officieel tot 1968 zou duren.

Natuurlijk wisten filmmakers tijdens de verpreutsing van Hollywood door de nodige creativiteit de censuur te omzeilen. Het bekendste voorbeeld is de screwball comedy waarin razendsnelle dialogen voor een seksuele ondertoon zorgden en vrouwen vaak juist zeer geëmancipeerd werden neergezet. Maar met de invoering van de zelfcensuur door de grote Hollywood-studio’s was het grotendeels gedaan met het portretteren van echte mensen van vlees en bloed. Dat leidde meer dan eens tot belachelijke, maar soms inventieve, kunstgrepen zoals de ‘romantische’ scène in Indiscreet (1958) van Stanley Domen waarin Cary Grant en Ingrid Bergman tóch samen in bed kunnen liggen.

Welke periode in de filmgeschiedenis vinden jullie het meest interessant?

 

TIM:

Mijn liefde voor de filmgeschiedenis is mede aangewakkerd door de verschillende filmcursussen die ik op bachelor- en masterniveau heb kunnen volgen.

Het gaat dan niet alleen om lessen filmgeschiedenis maar ook om filmtheorie en wat men “wereldcinema” noemt. Door die lessen heb ik ‘noodgedwongen’ (lees: vrijwillig)
geleerd om me zo breed mogelijk te oriënteren en het belang van verschillende perioden in te zien. Met één belangrijke kanttekening bij de vraag van Cor: ‘perioden’ is één manier om ernaar te kijken, even vaak verlegt de discussie zich naar stromingen of naar filmlanden. Afbakenen is natuurlijk het moeilijkst.

Ik ga een (wellicht) saai antwoord op je vraag geven: hoeveel films ik ook zie uit andere tijden, ik ben denk ik het meest geïnteresseerd in films die nu uitkomen.

Een van de redenen dat film mij als medium zo boeit, is dat de werken die uitkomen een neerslag zijn van de tijdsgeest en de verschillende issues die wereldwijd spelen. Film is veel meer dan amusement en het jaarlijkse aanbod is een bombardement van betekenisvolle beelden en ideeën. Precies daarom ben ik ook steeds meer geïnteresseerd geraakt in de programmering van filmfestivals. Filmfestivals mediëren tussen het globale en lokale: als kijker kun je bredere trends ontdekken maar tegelijkertijd ook geconfronteerd worden met politieke conflicten die tot specifieke landsgrenzen zijn beperkt. Door me hiermee bezig te houden voel me ik geëngageerd met de wereld waarin ik leef, en kan ik mijn eigen houding ten opzichte van al die verschillende kwesties (mede) bepalen.

 

ALFRED:

Ieder zijn meug en de mijne zijn de jaren vijftig.

Wat me direct te binnen schiet: Is film noir een genre of een stijl? Het laatste, dunkt me. Ik heb een afwijking voor duistere en stemmige verhalen over een samenleving die existentieel en corrupt is. Hardgekookte thrillers met bruuske mannen en listige vrouwen, op papier en celluloid. Ik heb een vrolijk wereldbeeld, wat?

René Clair

René Clair

Mijn voorkeur gaat uit naar de cinema van Frankrijk, Italië en Japan. Dan zit je met de jaren vijftig op de eerste rij. In Frankrijk kijken we naar de onvolprezen – en onderschatte – Henri-Georges Clouzot, de reus René Clair en de aanzetten tot nouvelle vague (Agnès Varga, Louis Malle). In Italië zien we de neorealisten (Rossellini, Visconti, De Sica) en de eerste films van Antonioni en Fellini. Over de Japanse cinema heb ik me eerder uitgelaten, dat is bijna een universum op zich.

Naast film noir pieken genres als western, de Britse horror van de Hammer-studio en begint sciencefiction de moeite waard te worden. En we zien in de jaren vijftig technische verbeteringen: draagbare camera’s, kleur – al ben ik een liefhebber van zwart-wit – en afwijkende beeldformaten.

En dan de jazz op die soundtracks!

 

SJOERD:

Echt veel in een specifieke periode verdiep ik me vaak niet, ik duik eerder volledig in het werk van een specifieke regisseur bijvoorbeeld.

Maar een beweging waar ik met interesse naar kijk is de Mumblecore uit de Verenigde Staten in de ‘Noughties’ (2000-2009), een losse verzameling filmmakers die vergelijkbare films maakten over vaak losgeslagen/onzekere jongeren, onafhankelijk geproduceerd en geestelijk dan wel stilistisch in het krijt staand van mijn favoriete regisseur (en voorbeeld voor mijn eigen film die hopelijk in september opgenomen gaat worden) John Cassavetes.

Het leverde briljante werken op als het aangrijpende Dance Party, USA (2006), Funny Ha Ha (2002), The Puffy Chair (2005), Frownland (2007) van de editor/co-scenarist van de gebroeders Safdie of Yeast (2008) met onder andere een jonge Greta Gerwig die haar eerste stappen zette in deze gemeenschap. Zelfs de regisseur van Godzilla vs. Kong maakte zijn eerste films binnen deze groepen! Het was dus een ware voedingsbodem voor veel uiteenlopende Amerikaanse filmmakers.

Yeast (2008)

Yeast (2008)

 

PAUL:

Jaren tien vorige eeuw Zweden: Sjöström, Stiller.

Jaren twintig (dertig) Duitsland: Murnau, Wiene, Lang, in die volgorde ongeveer.

Jaren veertig (vijftig) Italië: De Sica, De Santis, vroege Visconti.

Jaren zestig Frankrijk: Truffaut, maar toch ook Godard (voeger vond ik het een irritante, poserende ‘íntellectueel’, maar tegenwoordig beleef ik hem als ironischer, speelser.

Flink generaliserend zou je kunnen zeggen dat de grote antagonist in het verhaal van mijn filmliefde gevormd wordt door de dominante massaproductie van de Verenigde Staten. Wat was in verschillende tijden, in verschillende Europese landen het antwoord daarop? Dat boeit mij. Wie dit stokje sinds de jaren zestig hebben overgenomen weet ik niet zo goed. Ik laat me daarover graag bijlichten.

 

BOB:

Ik heb altijd een voorkeur voor de cinema van de jaren zeventig gehad. Ik hou enorm veel van dat bedaarde tempo en de vrijheid die de films in deze tijd kenmerken. Een ideale combinatie.

Stel je voor wat je in de jaren zeventig gewoon zou hebben gevonden als je frequente bioscoopbezoeker was.

Zin in een thriller? Dan ging je naar geweldige Amerikaanse thrillers van Alan J. Pakula en Polanski en anderen: The Parallax View, All the President’s Men, Chinatown, Klute, The Conversation, The Day of the Jackal.

Franse thrillers: Claude Chabrol maakte bijna jaarlijks een film. Politieke thrillers: Elio Petri maakte met Gian Maria Volonté een paar onvergetelijke films.

Je kon je laten onderdompelen in de avonturenfilms van Werner Herzorg en Coppola, zoals Aguirre en Apocalypse Now.

Je kon grinniken om een aantal geslaagde absurde en satirische Franse komedies (Le Magnifique, Buffet Froid, Le Sucre), en daarna kon je naar Annie Hall en Blazing Saddles.

De horrorfan zou genieten van de giallo en andere intussen klassieke horrorfilms.

Zin in een kalme misdaadfilm? Dan ging je naar Melvilles Un Flic en Le Cercle Rouge. Of bezocht je het Amerikaanse werk: The French Connection, Mean Streets… Of juist keiharde poliziotto’s vol adrenaline: Milano calibro 9, Poliziotto Sprint.

Le Cercle Rouge (1970)

Le Cercle Rouge (1970)

Meer zin in eigenzinnigheid? Dan had je keus genoeg. Je kon naar de films van Marco Ferreri, Buñuel, Bertrand Blier, Ettore Scola, Francesco Rosi, Resnais, Terrence Malick, Robert Altman, David Lynch, Chantal Akerman, Wajda, Satyajit Ray… The Guardian somt er nog meer op…

Voor wie dat nog niet eigenzinnig genoeg was: de jaren zeventig hadden ook nog Dusan Makavejev, Jodorowsky en talloze anderen.

Dus zou ik voortaan maar van één decennium nog films mogen kijken (ik wil niemand op het idee brengen), zou deze het zijn.

 

COR:

Fijn om al die voorkeuren te lezen! Hopelijk zien we daarvan nog het nodige terug in artikelen op InDeBioscoop.

 

27 juni 2021

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’

Opnieuw een bloedbad verfilmd

Ondertussen, op de redactie:

Opnieuw een bloedbad verfilmd

COR:

Op 19 februari 2020 maakte Tobias R. in het Duitse Hanau in en rond twee shishalounges negen slachtoffers met een migratieachtergrond. Na de aanslag schoot hij zijn moeder en zichzelf dood.

De Duitse ‘schandaalregisseur’ Uwe Boll maakt momenteel een film over deze tragedie. Het land is te klein nu de filmmaker in schandaalkrant Bild beweert achter de nabestaanden te staan (maar niet met hen heeft gesproken) en wil bijdragen om een antwoord te vinden op de vraag wat R. bezielde en of de aanslag had kunnen worden voorkomen. Volgens het Duitse OM was de dader racistisch, extreemrechts en schizofreen.

De film, die waarschijnlijk slechts op streamingdiensten zal verschijnen, doet hetzelfde stof opwaaien als Utøya 22. Juli, waarover wij eerder een discussie voerden. Alfred had destijds een interview met Erik Poppe, de regisseur van die film (die wel contact met nabestaanden had). “We hebben allemaal gehoord wat er die dag is gebeurd, maar het overgrote deel van de aandacht ging uit naar de dader. Over hem weten we bijna alles, van de slachtoffers weten we nauwelijks”, aldus de Noorse filmmaker.

Wat ik me nog van die film herinner, zijn vooral de doodsangsten van sommige slachtoffers (versterkt door de wetenschap dat de voorvallen echt zijn gebeurd) en een dapper meisje dat alle slachtoffers een gezicht gaf. Niet meer en niet minder.

De stad Hanau en de nabestaanden van de slachtoffers roepen Uwe Boll in een open brief op onmiddellijk te stoppen met de voorbereidingen en de film niet uit te brengen. Echter de regisseur rept over ‘waarheidsvinding’ en zegt dat nabestaanden niet verplicht zijn om te kijken.

In onze discussie over Utøya 22.Juli was een deel van onze redactie dezelfde mening toegedaan. Gaan jullie straks (ook) de verfilming van het bloedbad in Hanau kijken?

 

ALFRED:

Ik ga sowieso niet kijken. Was dat nimmer van plan en zal mijn plannen niet aanpassen, welke film er ook moge komen, zo die er komt. Zou ik gaan kijken naar een voorstelling van Gordon over James Brown?

Erik Poppe, de Noorse regisseur, was zich zeer bewust van de gevoeligheden en betrok direct getroffenen (familie van slachtoffers als ook overlevenden) bij de filmproductie en release.

Het enige wat ik weet over de voorgenomen film van Uwe Boll, weet ik uit het bericht van Cor. Daar kan ik niet uit opmaken dat Boll even kies omgaat met de emoties van de betrokkenen. Dat de inwoners van Hanau via een open brief de regisseur oproepen per ommegaande te stoppen met de preproductie, zegt wat mij betreft genoeg.

De reactie van Boll op die brief zegt nog veel meer. Het argument van ‘waarheidsvinding’ is op zijn zachts gezegd opportunistisch en gratuit: waarheidsvinding via een speelfilm? De tegenwerping ‘je hoeft niet te gaan kijken’ is ronduit onbeschoft.

Ik heb op IMDb Bolls palmares gecheckt en dat wekt bij mij de indruk dat we hier met een relzoeker hebben te maken die via een noodgreep en ongeacht het leed van anderen zich in de kijker wil werken. Niet bepaald van het kaliber Erik Poppe. Zoals de twee incidenten, al zijn ze beide schokkend, niet met elkaar zijn te vergelijken. Al is het maar omdat de dader in Hanau nooit voor de rechter heeft kunnen verschijnen.

Niet met mensen spreken en dan beweren dat ze achter je staan  ̶  ik hoop dat ze in Hanau nog een plekje op de vuilnisbelt voor deze Bolleboos hebben vrijgehouden.

Over Roel Reiné hebben we dit soort discussies nooit hoeven voeren.

 

TIM:

Ook ik zag nog geen films van regisseur Uwe Boll. Dat ik wel bekend was met diens oeuvre en de bedenkelijke reputatie die daarbij hoort, speelt onmiskenbaar mee in mijn reactie op dit nieuws. Zoek de premisse van de ‘documentaire’ Auschwitz (2011) maar eens op: daar gaat het Boll kennelijk ook om ‘waarheidsvinding’, maar ik vermoed shockgericht effectbejag en exploitatie. Kan iemand die de film gezien heeft dit bevestigen of ontkrachten?

Ik kan de beweringen van Boll niet naast het eindproduct houden, maar heb ook geen enkele behoefte dat later wel te gaan doen. Wat dat betreft is het dus niet zinvol verder op de Duitse rel in te gaan, maar ik kan wel nog eens beknopt inhaken op de andere film die Cor aanhaalt, namelijk de Utøya- film van Erik Poppe.

Een van de problemen die ik op voorhand met dat drama had, was dat het leed nog vers was en er door de Netflix-release van Paul Greengrass’ 22 July (eveneens in 2018) de indruk ontstond dat te veel partijen ‘geschikt filmmateriaal’ in de gebeurtenis zagen, zonder dat daarbij inzicht en verwerking voorop zouden (kunnen) blijven staan. Naderhand heb ik Utøya 22. Juli met name qua stijlkeuze verdedigd.

Ik was het toen bijvoorbeeld niet eens met Dana Linssen, die de film in het NRC 1* gaf en haar stuk ‘slasher’ titelde (tekenend voor de wisselende reacties die Utøya opriep, want bijvoorbeeld op de Berlinale van 2018 – het premièrefestival – klonken ook veel positieve geluiden). Een belangrijke factor was dat ik (ook) na het kijken overtuigd was van de juiste intenties van regisseur Poppe, die Alfred toen ook gesproken had.

Ik meende dat een lange take in het bijzijn van een hoofdpersonage de slachtoffers juist eer aan deed, omdat ze hun chaotische ervaring poogde te spiegelen zonder dat de dader (voor de slachtoffers hoogstens een hard geluid, of een schim in de verte) meer inhoudelijke aandacht kreeg dan de jongeren hem op dat eiland ooit hebben kunnen of ‘mogen’ geven.

Bij Uwe Boll heb ik de overtuiging van juiste intenties niet, want wie niet de moeite neemt met de nabestaanden te spreken, maar wel een jaar (!) na dato met een film wil komen, krijgt niet het (kijk)voordeel van de twijfel.

 

COR:

In dit artikel wordt gerept over het nut om aandacht te besteden aan het “gevaar van het groeiende rechtsextremisme en toenemende complotdenkers”. De foto boven het artikel onderstreept de sentimenten bij het Duitse publiek ;-)

Begrijp ik goed dat een dergelijke film volgens jullie wél kan als een gerenommeerde regisseur een dergelijk project vanuit de hierboven genoemde motivatie gestalte zou geven?

 

ALFRED:

Nee, dat begrijp je niet goed. Want daar had ik het in mijn reactie niet over. Ik had het over Boll. En niet over een ‘gerenommeerde regisseur’. Dat is een andere discussie.

Je moet me geen woorden in de mond leggen of ideeën in de pen geven ;-)

 

TIM:

Ik vind die motivatie goedkoop en ze leveren doorgaans doorzichtige werkjes op die politiek preken voor eigen parochie. Ik had het er in mijn recensie van Riders of Justice nog over. ‘Gevaar’ (vaak ‘gevaar voor de democratie’) roepen met veel toeters en bellen is één ding, echt in staat zijn iets (al dan niet via film) uit te lichten iets anders.

Zonder daar bewust op in te zetten, vergeleek ik Boll en Poppe impliciet wel een beetje met elkaar, dus ik snap je observatie en vraag in die zin wel, Cor.

Wellicht is het dan zinvol nog toe te voegen dat ik Utøya 22. Juli een stuk sterker vond als weerslag van een tragedie dan als ‘waarschuwing’ voor politiek extremisme (Poppe expliciteert dat op ietwat gemakkelijke wijze via een geschreven statement aan het eind van de film). Wil je ‘waarschuwen’, dan moet je eerst begrijpen waar je voor waarschuwt.

Een filmmaker kan dat bijvoorbeeld doen door volledig in te zetten op een (psychologisch/ideologisch) portret van een dader. Dat is een andere discussie, want dan ben je, als het goed is, niet meer zozeer met slachtofferschap bezig en veins je dat ook niet. In de Boll-discussie was van een dergelijke (zorgvuldige) afweging geen sprake, en dan loopt het gegarandeerd spaak.

 

BOB:

We hebben het hier bij die vorige Ondertussen ook over gehad. Nog steeds leuk om terug te lezen. Helemaal omdat uit dit stuk ook dat interview kwam met Erik Poppe.

Blijft een lastig en gevoelig onderwerp, maar films maken we al langer dan vandaag. Volgens dit blad zijn er vier terroristische golven sinds de twintigste eeuw geweest. In de de 70’s waren er ook al terroristen en ook al films over die terroristen. De film Blutiger Freitag is bijvoorbeeld gebaseerd op het feit dat de RAF zich in die tijd financierde met bankovervallen. Deze film was vooral een excuus voor een supersensationele actiefilm over de meest macho bankovervaller die je ooit zal zien (Heinz Klett als Raimund Harmstorf).

Was je er zelf bij in de jaren zeventig, en er een trauma vanjewelste aan hebt overgehouden, word je vermoedelijk razend op de manier hoe Rolf Olsen dit in beeld bracht. Toch kun je nu de film best bekijken als de suffe eurocrime die het eigenlijk is. Het incident is een anekdote van de film geworden, de geschiedenis is te ver weg intussen. Maar smakeloos blijft het.

Voor filmers met passie voor het onderwerp zijn er mogelijkheden genoeg om het terrorthema ook anders te benaderen, zoals bijvoorbeeld deze Noorse documentaire over een jihadronselaar die ik eens zag op IDFA… waarbij de film op een bizarre manier zelf een rol ging spelen in het plot.

Maar nu eerst weer niet naar buiten voor een avondwandelingetje.
 

20 maart 2021

 
 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’

Ondertussen: Beoordelen we te streng?

Ondertussen, op de redactie:

Beoordelen we te streng?

COR:

Beste collega’s,

Twee recente recensies op InDeBioscoop krijgen slechts één ster. Als ik de stukken lees, krijg ik moeilijk een speld tussen de argumenten om beide films als ‘bijzonder matig’ te kwalificeren – hoewel ik zelf de films nog niet heb gezien.

The Painted Bird, een verfilming van het gelijknamige boek van Jerzy Kosinski, krijgt in de meeste andere media juist heel hoge cijfers, bijvoorbeeld vijf sterren in de NRC, dat spreekt van “een oorlogsepos van gruwelijke schoonheid en macabere klasse” en fijntjes afsluit met de woorden: “Wellicht dat je op zeker niveau geniet van het sadisme en het geweld, maar geldt dat uiteindelijk niet voor elke oorlogsfilm?”

The Painted Bird

The Painted Bird

Het opvallende, maar ook het mooie, is dat zowel de recensie van Michel (IDB) als de recensie van Coen van Zwol (NRC) interessante duidingen bevatten. Hoewel de beoordelingen en waarderingen mijlenver uiteen liggen, tonen beide recensies hun waarde voor de filmliefhebber die juist door de tegengestelde meningen beter kan afwegen of de film iets voor hem of haar is.

Waar Sandra Heerma van Voss in de Filmkrant I Am Greta vier sterren toebedeelt, serveert onze collega Sjoerd op InDeBioscoop deze documentaire over de jonge bevlogen Zweedse milieuactiviste genadeloos af. Terwijl de film volgens Heerma slechts één minpunt heeft – “violen en treurballades voortdurend in overdrive” – moet je in de recensie van Sjoerd heel goed zoeken naar slechts één pluspunt. Maar ook hier kan de potentiële kijker zich wellicht zelf een (betere) mening vormen door beide recensies naast elkaar te leggen.

Het doet me een beetje denken aan de weersverwachtingen: bij de commerciële omroep wordt het al snel een paar graden warmer en een stuk minder bewolkt dan bij de publieke omroep. Maar als je beide weersverwachtingen kijkt, kun je misschien beter inschatten of je morgen een paraplu moet meenemen.

Wat vinden jullie? Publiceren wij teveel éénsterrenrecensies en mag de zon soms wel iets meer door de wolken schijnen?

 

PAUL:

Ik vond het prima stukken. Misschien is het toeval. Meten is weten, dus ik ben even gaan turven. Het gemiddeld aantal door IDB uitgereikte sterren blijkt helemaal niet laag uit te vallen. Ook Sjoerd en Michel zijn absoluut geen notoire azijnpissers. Er valt zeker meer over dit onderwerp te zeggen. Maar bij deze alvast deze relativerende opmerking.

 

BOB:

Bij sterrendiscussies mag ik met mijn naam niet ontbreken :)

Met alle respect voor het signaal van Cor: ik zou gewoon de ster blijven uitdelen die je denkt dat de film dat waard is.

Dit gaat een beetje over het verschil tussen recensies in kranten en filmbladen (zogenaamde professionals) en die in online filmbladen (zogenaamde liefhebbers). Dat verschil slaat nergens op. Als ik kijk naar de kennis bij deze redactie, en de doorwrochte meningen die je hier hoort, is dat behoorlijk indrukwekkend. Je hoeft jezelf echt niet lager in te schatten dan een criticus bij een krant.

I Am Greta

I Am Greta

Ik vertrouw zelfs onze liefhebbersreviews meer dan die zogenaamde professionele reviews. Waarom? Een recensent bij een krant staat naar mijn idee te weinig los van zijn of haar lezerspubliek. Die leest altijd mee, en de eerlijke mening is daardoor minder relevant dan de mening (of smaak) die verwacht wordt. Te veel eigen mening en mensen zeggen meteen hun abonnement op – als je niet zelf al je congé krijgt.

Dat zie je bij film, maar vooral bij literatuur, waarbij de zoveelste matige roman vier of vijf sterren krijgt uitgedeeld. Dat heeft volgens mij niets met professionaliteit te maken.

Ik zie die (te) zonnige blik juist als het probleem. De stem van het compromis versus de stem van de eerlijkheid. Als alle matige films en boeken nu een ster zouden krijgen, zouden de mensen achter de knoppen van de creatieve industrieën misschien ook andere keuzes maken. En echt avontuurlijke regisseurs – ook vaak liefhebbers trouwens – meer iets laten proberen.

Enige nuance is dat in veel gevallen twee sterren denk ik eerlijker zou zijn dan een ster (dan moet wel alles fout gaan), maar pffft… wat is het verschil tussen een en twee sterren in een universum met miljarden?

 

ALFRED:

Twee éénsterrenfilms op rij, nog niet eerder vertoond op IDB. Coronarrigheid? Dom toeval? Of is het filmreleaseschema tijdens de coronabeperkingen zodanig aangepast dat de kneusjes een kans krijgen in de bioscoop? Als substituut voor het buskruit dat de kassa’s doet exploderen en droog wordt gehouden tot alle virusellende achter ons ligt en we weer onbekommerd naar de film kunnen.

Mag ik een geheimpje verklappen: bijna alle filmcritici, ook die van de grote kranten, schrijven niet voor de lezer, maar voor hun collega’s. Ze zijn, bewust of onbewust, onderdeel van het filmbedrijf.

De filmschrijvers van de grote kranten zullen zelden venijnig uitpakken of een film affakkelen. De kans op repercussies is niet denkbeeldig: uitsluiting van de gratis toegankelijke persvoorstellingen, worden overgeslagen als er schaarse interviews zijn te verdelen, verstoting uit de kring van insiders. Dat tempert het temperament. Men noemt het professionalisme.

Daarnaast spelen bij de grote kranten zaken als modieuze opvattingen en politieke correctheid. Daar is consensus het streven en wordt een afwijkend geluid omzichtig gebracht. Meewaaien met de maatschappelijke wind is opportuun voor wie ‘er bij wil horen’. Dat bevordert het groepsdenken.

 

InDeBioscoop heeft als slogan: onafhankelijk filmmagazine. Het hoort nergens bij. Maar zijn de medewerkers van IDB dan niet evenzeer onderdeel van het filmbedrijf als de filmschrijvers van de grote kranten? Hoe onafhankelijk is onafhankelijk?

Die vraag laat zich niet in een paar zinnen beantwoorden. Wel weet ik dat IDB geen enkel belang heeft en er derhalve meer afstand is tot het filmbedrijf. En er minder snel sprake zal zijn van al dan niet bewuste zelfcensuur.

Overigens ben ik van mening dat het belang van recensies – positief of negatief, kruiperig of oprecht – ernstig wordt overschat.

 

COR:

Tegenwoordig probeer ik van tevoren de kwaliteit van een film in te schatten voordat ik er een stukje over schrijf.

Tot slot de sterren. Ruim acht jaar InDeBioscoop en zo’n 1.200 bioscooprecensies levert een score op van 46 éénsterrenrecensies (19 van mijzelf). Dat hadden er veel meer kunnen zijn, als we bijvoorbeeld consequent alle films van Adam Sandler en Nicolas Cage hadden besproken ;-)

Trespass – Ongeloofwaardig misbaksel
https://www.indebioscoop.com/trespass/

A Good Old Fashioned Orgy – Diepgang van een vingerhoedje
https://www.indebioscoop.com/a-good-old-fashioned-orgy/

Jack and Jill – Ongewenste gast
https://www.indebioscoop.com/jack-and-jill/

Our Idiot Brother – Willie Nelson is geen onzichtbaar manshoog konijn
https://www.indebioscoop.com/our-idiot-brother/

Resident Evil Retribution – Uitgekauwde formule
https://www.indebioscoop.com/resident-evil-retribution-3d/

Lay the Favourite – Gegokt en verloren
https://www.indebioscoop.com/lay-the-favourite/

Identity Thief – Clichéklucht
https://www.indebioscoop.com/recensie-identity-thief/

This is 40 – Lachloze komedie
https://www.indebioscoop.com/recensie-this-is-40/

Le Grand Soir – Ode aan de punker
https://www.indebioscoop.com/recensie-le-grand-soir/

Love and Honor – Verzuipen in clichés
https://www.indebioscoop.com/recensie-love-and-honor/

The Heat – Inhoudsloze parodie op buddy cops
https://www.indebioscoop.com/recensie-the-heat/

One Direction: This Is Us – Halfnaakte lijven en gillende keukenmeiden
https://www.indebioscoop.com/recensie-one-direction-this-us-3d/

We're The Millers

We’re the Millers – Test je gevoel voor humor
https://www.indebioscoop.com/recensie-were-the-millers/

The Bag Man – Bagger, man!
https://www.indebioscoop.com/recensie-bag-man/

Homefront – Jason versus James
https://www.indebioscoop.com/recensie-homefront/

Brick Mansions – Spectaculair hersenloos
https://www.indebioscoop.com/recensie-brick-mansions/

A Haunted House 2 – Wansmaak ver voorbij
https://www.indebioscoop.com/recensie-haunted-house-2/

Blended – Kinderen geen bezwaar
https://www.indebioscoop.com/recensie-blended/

The Philosophers – Moord op de logica
https://www.indebioscoop.com/recensie-philosophers/

Transcendence – Depp op dieptepunt
https://www.indebioscoop.com/recensie-transcendence/

Sex Tape – Full Frontal Fake
https://www.indebioscoop.com/recensie-sex-tape/

The Prince – Jason zónder de Argonauten
https://www.indebioscoop.com/recensie-prince/

White Bird in a Blizzard – Per ongeluk grappig
https://www.indebioscoop.com/recensie-white-bird-blizzard/

Greencard Warriors – Boyz n the West Side
https://www.indebioscoop.com/recensie-greencard-warriors/

Wild Card – Gokken met dertig miljoen dollar
https://www.indebioscoop.com/recensie-wild-card/

The Boy Next Door – Disney’s American Psycho
https://www.indebioscoop.com/recensie-the-boy-next-door/

Dying of the Light – De film die niet uitgebracht had mogen worden
https://www.indebioscoop.com/recensie-dying-of-the-light/

Ted 2 – Beer wil iemand zijn
https://www.indebioscoop.com/recensie-ted-2/

Pixels – Opgeruimd staat netjes
https://www.indebioscoop.com/recensie-pixels/

Vacation – De filmrecensent: ‘the unbearable lightness of being’
https://www.indebioscoop.com/recensie-vacation/

Lo and Behold – Internet is de wraak van de nerds
https://www.indebioscoop.com/recensie-lo-and-behold/

De Premier – Politicus als actieheld
https://www.indebioscoop.com/recensie-de-premier/

The Only Living Boy in New York – Toiletwaardige hattrick met walgelijk coming-of-age drama
https://www.indebioscoop.com/recensie-the-only-living-boy-in-new-york/

A Family Quartet – Vlekkeloos succesverhaal
https://www.indebioscoop.com/recensie-a-family-quartet/

The Snowman – Nordic noir op zijn bleekst
https://www.indebioscoop.com/recensie-the-snowman/

Klanken van Oorsprong – Fantastische klanken, vage oorsprong
https://www.indebioscoop.com/recensie-klanken-van-oorsprong/

Kidnap – Mama is boos!
https://www.indebioscoop.com/recensie-kidnap/

The Extraordinary Journey of the Fakir – Geen hoogvlieger
https://www.indebioscoop.com/extraordinary-journey-of-the-fakir-the/

Capharnaüm – Ideologie van een betere wereld
https://www.indebioscoop.com/capharnaum/

Apollo 11: Technologische agitprop
https://www.indebioscoop.com/recensie-apollo-11/

The Professor and the Madman

The Professor and the Madman – Scherts van gekkenwerk
https://www.indebioscoop.com/recensie-the-professor-and-the-madman/

The Report – De held die de deur sluit
https://www.indebioscoop.com/recensie-the-report/

Sons of Denmark – Nichts of Denmark
https://www.indebioscoop.com/recensie-sons-of-denmark/

The Barefoot Emperor – Negatief kijkadvies in 5 stappen
https://www.indebioscoop.com/recensie-the-barefoot-emperor/

I Am Greta – Gewichtige nepperij
https://www.indebioscoop.com/recensie-i-am-greta/

The Painted Bird – Groteske geweldsorgie
https://www.indebioscoop.com/recensie-the-painted-bird/

 

SJOERD:

Alfred snijdt een aantal punten aan die ik een keer wilde behandelen in een Ondertussen: het belang en doel van filmkritiek en de vraag of wij als recensenten wel zgn. ‘skin in the game’ hebben (vrij naar Nassim Taleb).

Voor de rest heb ik weinig aan zijn punten toe te voegen. De meeste critici fungeren als marketingverlengstuk en qua incentives loont het films vooral te prijzen en niet een modderfiguur te slaan onder collega’s.

De weinige critici die ik lees waardeer ik om hun eigengereide mening, daar mogen zeker de nodige eensterrenklappers bij vallen. Ook voor cinema geldt Sturgeon’s Law zou ik zeggen. Buiten het recenseren om houd ik ook mijn beoordelingen bij en daar ben ik in ieder geval een stuk grotere azijnpisser (zo’n 1/3e krijgt een onvoldoende, 1/3e een nipte voldoende en slechts 5% zou ik als meesterwerk omschrijven).

Maar uiteindelijk zijn de uitdagendste recensies in mijn ervaring die van meesterwerken. Het is makkelijker uit te leggen waarom iets slecht is dan subliem. Dus wellicht wat meer voor REWIND schrijven met z’n allen dan al het nieuwe werk bespreken.

 

RALPH:

Grappig, The Painted Bird was mij eerder dit jaar getipt door Cor om te recenseren. Dat pakte anders uit en ik ben vooral benieuwd naar hoe ik de film zal ervaren. Toen ik de trailer zag moest ik onder andere denken aan Marketa Lazarova en zo’n overeenkomst zou alleen om die reden enige sterren op kunnen leveren, waarmee ik maar wil zeggen dat er een grote intersubjectiviteit is in het beoordelen van een film.

Marketa Lazarova

Marketa Lazarova

Ik herken bij mijzelf weleens dat ik een film afgefakkeld heb, een van de weinige (of enige) blijk te zijn en dan denk: heb ik iets over het hoofd gezien? Doorgaans niet, dan is er een zekere irritatie (ja, kun je onderzoeken zou de psychologie van de koude grond zeggen. Misschien zegt het wel wat over mij?) en die zit ‘m toch vaak in hoe de film is. Da’s ’t mooie aan kunst, het raakt je of niet en je kunt dat niet voldoende rationeel verklaren.

Wel heb ik soms medelijden met de makers. Al het werk dat ze er in gestoken hebben, hun zweet, liefde, doorzetten en wat niet meer en dan effe kijken, mwah is tamelijk kut, hiero 1 ster! Maar ja, je maakt ten slotte de film niet voor de recensent, maar omdat je iets wilde uitdragen.

 

TIM:

Als je maar genoeg persvoorstellingen en festivals bezoekt, kun je op den duur vanzelf proberen je een beeld te vormen van een hypothetische rol als vaste recensent bij een krant of gerenommeerd (internationaal) magazine.

Je kent of leest je collega’s en vraagt je af wat jij zou doen als je, ik gebruik Cannes 2019 even als voorbeeld, titels als Parasite of Portrait de la jeune fille en feu als enige heel slecht zou vinden. Denk ‘Variety’ of ‘Hollywood Reporter’; als jij de eerste bent die op een prestigieus festival over een Europese arthouseproductie schrijft, heeft jouw stuk wel degelijk (potentiële) invloed – al is het maar op de keuzes van distributeurs en vertoners. Heb je het lef om naar beneden af te ronden?

Portrait de la jeune fille en feu

Alfred heeft gelijk: conformisme is onder filmjournalisten veel belangrijker dan wij als ‘zelfstandige denkers’ met z’n allen misschien willen toegeven. Ik ken inmiddels genoeg praktijkvoorbeelden. Jaloers ben ik mede daarom niet, maar ik wil ook waken voor het tegenovergestelde: ‘dwarsliggen’ zou nooit een doel op zichzelf moeten zijn, en het is wat mij betreft artificieel en onnodig om onze rol als ‘onafhankelijk magazine’ te veel te benadrukken en los te trekken van recensies in het NRC of de Volkskrant. In deze discussie bespeur ik een tegengestelde houding, en dat is in mijn ogen niet meer dan terecht.

Laten we het zoveel mogelijk houden bij onze individuele beweegredenen om een film kritisch te benaderen. Mijn eigen werkwijze heeft denk ik het meest weg van die van Cor; steeds vaker mijd ik bij het selecteren van ‘recensie-titels’ bewust films waarvan ik al verwacht dat ze mij mogelijk gaan tegenstaan. Ik zie ze wel, maar houd mijn mening voor mezelf en voor discussies met vrienden en collegae. Ik ben niet bang om kritisch te zijn, maar ik leg als filmliefhebber liever uit waarom ik iets goed vind en waarom iedereen mijn favoriet ook zou moeten zien. Drie jaar geleden had ik waarschijnlijk niet gedacht dat ik dit ooit zou schrijven. ‘Criticus’ is al een negatieve titel. Alsof het uitdelen van het volle pond een contradictio in terminis is.

Ik vraag me tegenwoordig vaker af of ik over een in mijn ogen zwakke film wil schrijven nádat ik de titel al heb gezien. Dat botst natuurlijk met onze IDB-werkwijze voor reguliere recensies. Waarom wil ik mijn kritische gedachten over deze film toe- en uitlichten? Vind ik het belangrijk deze film af te raden of te contextualiseren voor lezers, en waarom? De beste éénsterrencensies komen wat mij betreft voort uit een oprechte urgentie, niet om een kunstwerk neer te sabelen, maar om onderscheid te oefenen en dat ook nog eens te willen onderbouwen richting een lezerspubliek.

 

19 oktober 2020

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’

De toekomst van de bioscoop

Ondertussen, op de redactie:

De toekomst van de bioscoop

SJOERD:

Hallo allemaal,

De eerste opleving van de eerste golf van het coronavirus herinnert er weer aan dat de pandemie voorlopig aanblijft. Ondanks dat we in Nederland een belangrijkere discussie hebben te voeren (over de groepsimmuniteitstrategie van de Nederlandse overheid) roept dat toch de vraag op hoe het de cinema verder zal vergaan.

Tenet (2020)

Tenet (2020)

Tenet trok niet bijster veel bezoekers en onlangs werd de release van de nieuwe James Bond-film wederom uitgesteld. Dus zelfs de blockbusters waar de grote studio’s het van moeten hebben laten voorlopig op zich wachten. En komt er straks een inhaalslag met moordende concurrentie? In Nederland kampen de bioscopen met een flinke teruggang in omzet, vooral funest voor de kleinere bedrijven. Ondertussen spinnen de streamingdiensten er garen bij.

Voor The Guardian is e.e.a. aanleiding om een discussie te starten over de toekomst van de cinema, in het bijzonder de releasestructuur en de bioscoop als plek van vertoning: https://www.theguardian.com/film/2020/oct/08/the-future-of-cinema-seven-experts-on-industry-now

Filmcriticus Wolfgang M. Schmitt ziet ook donkere wolken en vreest voor de toekomst: https://www.youtube.com/watch?v=LI7LsGl4Khg

Hoe hebben jullie zelf de afgelopen maanden de bioscoop ervaren? Maken jullie je ook zorgen? Hoe straks verder met de cinema?

Zelf ben ik sinds het IFFR niet meer naar de bioscoop geweest en mijd ik liever de festivals aangezien online m.i. geen vervanger is.

 

TIM:

Bij je aanzet moet ik denken aan de Ondertussen die ik enkele maanden geleden startte naar aanleiding van de rol van filmkritiek tijdens en na (?) de Coronacrisis. Natuurlijk spraken we in dat kader ook al over het bredere verhaal: de filmbeleving in bioscopen en filmtheaters staat op zichzelf al geruime tijd onder druk. Dat geldt uiteraard helemaal voor festivals op locatie. Ik was tijdens het schrijven van een vooruitblik op het Nederlands Film Festival meer tijd kwijt aan het overdenken van de implicaties van een ‘hybride editie’ dan aan de films zelf.

Nu het beleid weer aantrekt, neemt de druk alleen maar verder toe, en ik vind het op zijn minst bijzonder dat ik afgelopen week de Gouden Kalf-winnaar ‘gewoon’ nog op een groot doek kon zien. Voor mij is het geen probleem het filmtheater weer te bezoeken, ook omdat ik voldoende in de gelegenheid ben om overdag te gaan en zo minder snel stuit op ‘volle’ zalen. Wel moet ik wennen aan het verplicht achterlaten van telefoonnummers (hoor ik nog iemand over AVG?, de ironie) en zie ik mezelf een stuk minder (of misschien helemaal niet meer) gaan als men in Nederland nog definitief zou zwichten voor een mondkapjesplicht in de zaal (dat is nu nog een ‘dringend’ advies voor de wandelruimtes). Dat meer mensen er zo over denken, hebben de uitbaters in België al moeten ondervinden, waar de omzet naar verluid flink terugliep toen men landelijk eenmaal had besloten dat het masker alleen nog maar af mocht voor een slok cola of een hap popcorn. In zo’n situatie worden streamingdiensten ineens toch weer extra aantrekkelijk, hoezeer ik mezelf ook een voorvechter van de bioscoopervaring noem :)

Buladó (2020), winnaar Gouden Kalf beste film

Buladó (2020), winnaar Gouden Kalf beste film

Ik spreek hierboven vooral over mijn eigen ervaring, maar de situatie is onmetelijk zorgelijk. De grote releases worden keer op keer uitgesteld en dat sloopt de uitbaters, zeker als titels nog vaker naar On Demand gaan verschuiven. Je kunt geen klassiekers blijven uitbrengen, en naarmate de crisis in een zogenoemde ’tweede golf’ verder aantrekt zal het aanbod niet de enige reden zijn dat kijkers thuis (moeten) blijven.

 

ALFRED:

We kunnen sinds juni met beperkingen en sinds juli met iets minder (maar nog steeds) beperkingen weer naar de bioscoop, maar wat zien we daar?

Films uit de oude doos, hervertoningen van recente en minder recente klassiekers. En ‘derderangs arthousefilms die zonder corona nooit in Nederland zouden zijn uitgebracht’, aldus Martin Koolhoven, toen we voor de deur van Eye Filmmuseum een sigaretje stonden te roken. Ik had die dag het programma van mijn favoriete buurtbioscoop bestudeerd en knikte instemmend.

Voor de filmliefhebber is het ontbreken van een gevarieerd en boeiend filmaanbod een probleem, zij het een luxeprobleem. Voor de bioscoopexploitant is het een serieus probleem. Wanneer de nieuwe James Bond nóg een keer wordt uitgesteld dondert het bioscoopwezen in de afgrond, stelt een publicist in The Guardian. Engeland is Nederland niet, maar het is geen reden om je schouders op te halen. Wat als Disney – goed voor veertig procent van de filmmarkt – failliete bioscoopketens opkoopt en aldus niet alleen productie maar ook distributie controleert?

Streamingdiensten waren voor corona al een bedreiging voor de bioscopen en floreren in de huidige situatie. Ze zijn (voorlopig?) de winnaar op dit speelveld. Disney+, de streamingdienst van Disney, heeft een krankzinnig bedrag vrijgemaakt om de koning van de onlinefilm-en-tv-platforms, Netflix, van de troon te stoten. Zo dreigt de entertainmentmoloch zelf een virus te worden dat alles aanvreet.

Terug naar het bioscoopbezoek. Dat kon deze zomer weer, al was het aanbod, zoals opgemerkt, beperkt. Mijn buurtbios zal het wellicht overleven, ze zijn eigenaar van het pand. Er waren grappige ervaringen, zoals het stel giebelmiepen dat vlak voor aanvang van Shirley kwam binnen stommelen. Ze begrepen niet dat de rijen stoelen met rode stickers niet bedoeld waren om op te gaan zitten. Ze waren overduidelijk niet op hun plek. En, je zag het aankomen, na een kwartier stonden ze op en stommelden weer naar buiten. Binnenpretje bij deze kijker.

Vooraf reserveren? Geen probleem. Anderhalve meter in de bioscoop? Ook geen probleem, voor de bezoeker althans. De exploitant kan met die anderhalvemeterbeperking maximaal een kwart van zijn capaciteit benutten. Ik probeer drukke plekken en dito momenten zoveel mogelijk te mijden en zag Tenet om half een ’s middags in (bijna) mijn eentje.

Maar het kan ook misgaan, bijvoorbeeld als je domweg vergeet te reserveren. Zo kwam ik als allerlaatste toch nog een Keuze van Koolhoven-avond in Eye binnen omdat een gereserveerd kaartje niet werd opgehaald. In de pauze bietste Koolhoven een sigaret en vertelde ik hem over mijn bijna-misser. Hij was ook verbaasd over de toeloop. Zijn maandelijkse avond in de kleine zaal was snel uitverkocht en verplaatst naar de grote zaal, die vervolgens ook uitverkocht.

Into the Night (1985)

Into the Night (1985)

Het kan dus wel, volle zalen trekken in tijden van corona. Koolhoven had een zelden vertoonde jarentachtigfilm geprogrammeerd (Into the Night van John Landis) en hield er een – onderhoudend, deskundig en leerzaam – praatje bij. Dat is wellicht waar Delphine Lievens, box office analist, in The Guardian op doelt, wanneer ze stelt: ‘De industrie kan hier van groeien.’

Door een ander soort film te vertonen, buiten de blockbusters van Hollywood. Familiefilms, lokale (lees: niet-Amerikaanse studio) films, animatiefilms, documentaires, speciale voorstellingen. En door een inleiding of een Q&A of iets extra’s rond de film te programmeren, als meerwaarde die de streamingdiensten niet bieden. Inderdaad, door film te presenteren zoals Martin Koolhoven dat doet. Dus door de kijker als liefhebber te behandelen, niet als consument. Want die blijven thuis of lopen na een kwartier weg, leert corona.

 

COR:

Voor mij is er qua film kijken niet veel veranderd door corona. In onze plattelandsgemeente staat weliswaar een bioscoop, echter die programmering is niet zo aan mij besteed. Een filmpje pakken in een naburige stad kost mij inclusief reistijd een halve dag. Die tijd kan ik meestal beter besteden, bijvoorbeeld door het kijken van twee films!

Thuis heb ik een grote tv met aardig geluid. In mijn eigen huiskamer kijk ik een paar honderd films per jaar. Als hoofdredacteur van deze filmsite kan ik veel films al kijken voordat die in première gaan. Verder put ik volop uit mijn eigen filmcollectie, streamingdiensten en films die op andere wijzen worden aangeboden.

Een groot doek mag dan wel de filmbeleving versterken, echter ik was al nooit echt fan om schouder aan schouder in een afgeladen bioscoopzaal te zitten, met links krakende chipszakken, rechts iemand die regelmatig zijn veel te lichtgevende mobieltje checkt of iemand achter je die op foute momenten, of gewoon irritant, lacht. Ook pré-Corona ging ik het liefst ’s middags naar een bioscoop: heerlijk die hele zaal bijna voor jou alleen!

In mijn thuisbioscoop (gordijnen dicht, lampen en telefoon uit) bepaal ik zelf wel wie ik uitnodig, hoe relaxed ik voor mijn scherm zit en wat ik nuttig. Ook is het handig om een film om wat voor reden dan ook op pauze te zetten. Voor de meeste interessante films – in mijn geval vooral films uit de vorige eeuw – heb ik sowieso weinig in het gros van de bioscopen te zoeken. Dat neemt niet weg dat ik het verschrikkelijk zou vinden als vooral de kleine filmtheaters de deuren moeten sluiten. Ik houd trouwens mijn hart vast voor heel veel andere culturele instellingen.

Beyond the Forest (1949)

Beyond the Forest (1949)

Uit een crisis kunnen prachtige initiatieven verrijzen. Ook ik denk dat de branche nog veel beter haar best zal moeten doen zich van de streamingdiensten te onderscheiden. Dan denk ik niet aan trillende stoelen en rook bij rampenfilms of de mogelijkheid om met je vrienden of vriendinnen vanuit een jacuzzi te kijken naar een zomerblockbuster, maar eerder aan vlotte inleidingen en interessante napraatsessies aan de bar. Ik denk echter dat zulke initiatieven aan woonplaatsen als de mijne zullen voorbijgaan, omdat filmliefhebbers die zich graag willen verdiepen een steeds kleinere minderheid vormen. De grote steden daargelaten, vrees ik dat de bioscoopbezoeker post-Corona een nog grotere eenheidsworst krijgt voorgeschoteld.

In mijn thuisbioscoop staan vandaag nog twee films op het programma: Beyond the Forest (1949) en Payment on Demand (1951). Dat boek over Bette Davis zal er toch vroeg of laat moeten komen! :-)

 

BOB:

Misschien kijk ik iets te ver dan het coronaheden maar waarom niet… Want corona kan best wel eens de nagel aan de doodskist van de cinema zijn.

Laatst las ik over een sombere regisseur die zei: ‘Bioscoopbezoek dreigt uit te sterven.’ Ik weet niet meer wie het was maar daar zit wel iets in. De bioscoopervaring wordt als het ware van alle kanten aangevallen, waarvan veel dingen al zijn genoemd: streamingdiensten, problemen door corona, hype van series, thuisbioscopen, downloaden, games die films steeds beter imiteren (je speelt zelf ook nog de hoofdrol), En ook van binnenuit: de industrie die steeds wanhopiger trekt aan allang dode paarden (superheldenfilms tjokvol voorspelbare actie en arthousedrama tjokvol voorspelbaar drama). Die twee keurslijven zijn niet echt bevorderlijk voor de ontwikkeling van nieuw eigenzinnig talent.

Wat is dan nog de meerwaarde van een bioscoopbezoek, vraag je je af.

Misschien is de bioscoop wel de LP van de toekomst, dacht ik toen.

Mooie dingen keren vaak terug. De vinylhype van vandaag de dag (wie had dat gedacht in pakweg 2002)… publiek dat zelfs toneel bezoekt op z’n Shakespeares… jaren 50’s Diners in de VS… wie wil er geen Alfa Romeo uit 1960 hebben? Eigenzinnige bioscopen voor filmliefhebbers, bioscopen met een eigen signatuur, met gevoel voor geschiedenis: daar is een markt voor, ben ik het met Alfred helemaal eens. Een Rotterdammer wist mij te vertellen dat Kino nu al zo’n soort plek is. Ik had zelf jaren geleden ook zo’n ervaring met een liefhebbersbioscoop in Brussel.

Dat zal groeien uit wat we nu hebben. We moeten nu alleen even door een tussenperiode, waarbij we het ‘ecosysteem van de film’ langzaam zullen zien inzakken, zoals in het artikel in The Guardian staat.

Bullitt (1968)

Bullitt (1968)

Na pak hem beet nog tien magere jaren gaan we in 2030 weer voor het eerst naar net geopende piepkleine zaaltjes met aftandse stoelen (maar nu met superieure naar het lichaam vormende kussens). Dan bezoeken we liefhebberijvoorstellingen gepresenteerd onder bezielende leiding van de duo’s Martin en Alfred (even avonden) en Sjoerd en Tim (oneven avonden). Cors filmcursussen zijn dan maanden van te voren uitverkocht en ja, als men mij vraagt wil ik ook wel een paar Camera Obscura-sessies doen. Tegen die tijd kan cinema ook profiteren van de ontwikkeling van techniek. Alle films gerestaureerd in super-ultra-HD-kwaliteit. En in zintuiglijk opzicht kan de cinema nog best vorderen. Als mensen het goed leren doen… dus als je het rubber in de achtervolging van Bullitt bijvoorbeeld echt ruikt, en het geluid van piepende banden echt goed hoort, wil ik daar straks mijn vrije avond in 2030 wel aan opofferen. 

 

12 oktober 2020

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’

Planeet van de sensatiebelusten?

Ondertussen, op de redactie:

Planeet van de sensatiebelusten?

RALPH:

Hoe kun je een kikker die in een put leeft de grootsheid van de oceaan duidelijk maken? Hij zal je niet begrijpen – Taoïstisch gezegde.

Ik zag onlangs Planet of the Humans en heb daarna e.e.a. gelezen over de film. Een film die veel (fijn)stof heeft doen opwaaien en ook onze recensent Sjoerd meekrijgt in het aanstippen van de kritiek die de film spuit op hernieuwbare energie.

Het zou de ogen van de ‘groenen’, de ‘duurzaamheidshippies’ en klimaatactivisten hebben moeten openen, maar zij worden nu weggezet als fundamentalisten die niet tegen kritiek kunnen. Want de film is sterk bekritiseerd vanuit de klimaat-activistische hoek. En terecht. Van Michael Moore is bekend dat hij jokt, bedriegt en op grote schaal manipuleert. Hij verstaat de kunst als geen ander om middels selectieve montage menig emotie op te roepen en het kritische denken bij de niet-ingewijden te doen versuffen en je mee te krijgen voor zijn boodschap. (In Bowling for Columbine leek het alsof hij bij het openen van een bankrekening een jachtgeweer kreeg en zijn Sicko is eveneens zeer selectief).

Jeff Gibbs doet weinig anders. Evenals Ozzie Zehner, ze hebben geld in de docu gestoken, zijn overtuigd van hún boodschap, dus hoppatee, open die registers! Het past naadloos binnen de factfree, posttruth samenleving onder Trump, de grootste jokkebrok van allen. Ik laat het  factchecken over aan degenen die er verstand van hebben, zoals Jasper Vis: https://jaspervis.wordpress.com/2020/05/01/ik-zocht-de-feiten-bij-de-film-planet-of-the-humans-van-jeff-gibbs-michael-moore-en-gooide-halverwege-mijn-laptop-in-de-tuin/

Mij gaat het hier over een ander punt. En niet eens het punt dat Jan Rotmans aansnijdt: https://www.trouw.nl/opinie/en-toch-heeft-michael-moore-een-punt-met-planet-of-the-humans~b639b0b4/

Evenals de makers stipt ook Rotmans de voortdurende groei aan. De filmmakers lijken zich vernieuwend te wanen in dat ze de bevolkingsgroei aankaarten en dat dit begrensd zou moeten worden, alsmede onze consumptie. Maar dit is inmiddels al gemeengoed om hierover te spreken.

Planet of the Humans

Ik bemerk in Sjoerds recensie eenzelfde cynisme als in de film. Haha niks werkt, we zijn gewoon met teveel en de energietransitie is onzin. Achter alle bewegingen zit uiteindelijk het grote (corrupte) geld. Kijk eens hoe ‘evil’ ze zijn en ze geloven ook nog in biomassa en moet je eens zien hoe slecht dat is! Lekker kort door de bocht, zodat je niet hoeft na te denken en ook niet hoeft te veranderen, want cynisme impliceert machteloosheid en machteloosheid geeft al aan hoeveel je er aan kan doen: niets. En met een nieuw sprookje gaan we het dan ook niet redden, want sprookjes zijn sprookjes en geen realiteit.

Daar die groeigedachte verweven is met het neoliberale gedachtegoed, zou een kritiek juist in moeten gaan op dat neoliberale doen en laten. Maar men lijkt de eigen kaders niet te zien, zoals de kikkers in de put die horen van een ‘oceaan’. Je kunt de groeigedachte letterlijk toepassen op de bevolkingsgroei of consumptie, maar da’s binnen het kader (erg slap trouwens dat er geen woord is gerept over de vleesproductie en consumptie in de VS. Dat zou van enige durf hebben getuigd, maar net als bij Al Gore, niets over deze ‘olifant’ in de Amerikaanse kamer) van het neoliberalisme.

De andere weg zit hem niet in het afzeiken van nieuwe technologie middels gedateerde beelden, maar in het ter discussie stellen van ons (economische) denken en te zoeken naar alternatieven of ten diepste te beseffen waar we inzitten en je dit niet ongemoeid laten.

PS: Ik moest ‘agitprop’ effe opzoeken trouwens. Wellicht een idee om sommige woorden van iets meer context te voorzien in onze recensies.

 

SJOERD:

Ik ben geen cynicus, maar een optimistische realist. In tijden van rampspoed komt naar mij idee het beste in de mens naar boven. Ik geloof dan ook meer in een Frank Capra-einde dan een Mad Max-dystopie, helaas wel met vele mensen minder op aarde.

Wat ik in de vele reacties op de film bespeur is een defensieve houding. Voorbij al het factchecken maakt de film invoelbaar hoe destructief ons industrieel systeem is. Dat kan nogal rauw op het dak komen van mensen die hun hoop hadden gevestigd op technologische oplossingen voor de ecologische crisis of als activist hun identiteit daaraan hadden verbonden. Ik kan me voorstellen dat mensen dan boos worden, zich verliezen in de details van de film of drogredeneringen in de strijd werpen. Interessant om te zien dat dat laatste vooral gebeurt door mensen werkzaam in de energiesector.

Planet of the Humans

Dan lijkt me dat Planet of the Humans dus toch iets goed doet. Het confronteert mensen met het feit dat de huidige levensstijl niet meer door kan gaan. En daarmee een handreiking om de ecologische ramp een nieuwe plaats in je leven te geven en na te denken over alternatieven.

PS: Wat er ‘neoliberaal’ is aan het bekritiseren van de groeigedachte ontgaat mij. Volgens mij is bijvoorbeeld de degrowth beweging beïnvloed door onder andere E.F. Schumacher toch verre van dat.

 

COR:

Net als politici moeten documentairemakers het hebben van hun geloofwaardigheid. Het is daarom nooit handig (ook al zijn het misschien details) onnauwkeurigheden en gedateerde info gepaard te laten gaan met de boodschap van je verhaal.

 

TIM:

Kritische deconstructies van kapitalisme en hypocrisie juich ik alleen maar toe – daar kun je immers over praten, of het argument nu volledig sluitend is of niet. Het is van groot belang dat thema’s bespreekbaar blijven. Dus natuurlijk moet een documentaire als deze gemaakt kunnen worden. Dat sommige klimaatactivisten (https://www.nrc.nl/nieuws/2020/04/30/klimaatactivisten-eisen-verbod-op-nieuwe-film-michael-moore-a3998390) Planet of the Humans klaarblijkelijk willen laten verbieden, is waanzin.

De documentaire raakte mij ten dele kwijt door de duidelijke Moore-trucjes (ja, Jeff Gibbs, maar onder de mantel van Moore is de vraag naar de autonomie van deze regisseur een interessante), die afdoen aan de argumentatie. Ik moest stiekem ook even grinniken toen een door Gibbs bezocht festival een grote dieselgenerator achter had staan, maar daar win je geen enkele oorlog mee.

An Inconvenient Truth

De échte nekslag: het schuldgevoel dat het publiek wordt opgelegd, in een argumentatief kader dat zich gemakkelijk zou lenen voor eugenetische praktijken en ecofascisme. “We zijn met te veel”, stelt Gibbs letterlijk; nadat hij zijn vizier heeft gericht op corporaties en machtsmisbruik, richt hij zich in zijn slotbetoog impliciet tot de kijker. Toen was ik er direct klaar mee. Houd je dialectische antwoord op An Inconvenient Truth (kennelijk zijn daar nu zelfs twee delen van) voor jezelf en had je beperkt tot een meer volwassen vormgegeven discours rond de rol van grote spelers.

 

ALFRED:

Overtuigen op basis van een enkelvoudig gezichtspunt noemt men framing.

Overtuigen op basis van geselecteerde informatie noemt men spin.

Overtuigen op basis van positieve (nieuwe) kenmerken noemt men marketing.

Overtuigen op basis van negatieve (bekende) kenmerken noemt men agitprop.

Overtuigen op basis van bewust onvolledige informatie noemt men propaganda.

Overtuigen op basis van onjuiste informatie noemt men nepnieuws.

De begrippen kunnen elkaar uiteraard overlappen. Agitprop is een vorm van propaganda, marketing gebruikt vaak spin. Met betrekking tot Jeff Gibbs’ De planeet der mensen: kiest u maar.
Eén ding is duidelijk, de kijker wordt schaamteloos gemanipuleerd.

Blijf gezond, en kritisch.

 

SJOERD:

Tim, overbevolking in een adem noemen met ecofascime is een vrij gemakkelijk stromannetje.

 

TIM:

Precies wat ik zeg: Gibbs’ lompe, als spontane meditatie verpakte slotbetoog laat zich in potentie ‘oppikken’ in deze kaders. Of dat daadwerkelijk ook gebeurt, is een andere kwestie, maar ik had de suggestie in spe er liever niet in gelezen.

 

SJOERD:

Het lijkt er op dat je zelf meteen die link legt. Overbevolking is echter naast overconsumptie ook een serieus probleem.

 

YORDAN:

Ik sluit me aan bij Gibbs sceptische houding tegenover technologie. Technologie als oplossing voor ons ecologisch probleem is te vergelijken met iemand die wil afvallen en stopt met het eten van koek en chocola, om vervolgens zoveel “gezondere” snacks te gaan eten dat het eigenlijk geen effect heeft. Als je wilt afvallen, moet je minder eten. Zo simpel is het. We kunnen onszelf niet uit de problemen kopen.

Ik ben het verder ook eens met het idee dat overbevolking de drijvende kracht achter het probleem van overconsumptie is. Het demografische transitiemodel biedt ons wel een antwoord op dat probleem: verdeelde welvaart zorgt voor een bevolkingsafname. De VN voorspelt dat de 12 miljardste mens nooit geboren zal worden.

Mad Max: Fury Road

Als corona mij iets duidelijk gemaakt heeft is dat we allemaal in het zelfde schuitje zitten en je blind staren op nationale verhoudingen en nationalisme nergens toe leidt. De problemen van onze tijd vragen om internationalisme. Inkomensongelijkheid aanpakken op internationaal niveau is denk ik niet alleen een morele verantwoordelijkheid historisch gezien, maar ook waarschijnlijk één van de belangrijkste oplossingen voor onze ecologische en geopolitieke problemen.

En ja, anders gaan we naar een wereld zoals in Children of Men of Mad Max. Ik ben dan wel bang dat in zo een cinematische wereld, documentaires over de realiteit veel interessanter zullen zijn dan fictie. Fantasieverhalen zullen dan gaan over die saaie oude wereld waarin je nog zorgeloos onnodig kon consumeren.

 

RALPH:

Mijn idee was om aan te kaarten dat fakenews kwalijke vormen aanneemt, met name in sensationele docu’s. Hoewel ik de boodschap onderschrijf, is een ander voorbeeld daarvan The Game Changers, waar de vegan-lifestyle als absoluut beter wordt voorgesteld dan de carnivore lifestyle, waarbij aardig wat wetenschap aangepast werd en voorbarige conclusies getrokken werden (heb wel een maand lang vegan geprobeerd, maar vega is zoveel gemakkelijker en de mens is gesteld op diens comfort).

The Game Changers

Daarnaast dient een recensent (voor zover mogelijk) kritisch tegenover dergelijke docu’s te staan en moet deze misschien wel wat factchecken (niet alles, maar voldoende om diens punt te onderbouwen).

Enfin, wellicht zitten er goede reacties tussen, al heb ik ook op die van Yordan weer de meer inhoudelijke neiging om tegen dat idee van overbevolking in te gaan, want dat besteden we aan anderen uit. Indien jezelf een kinderwens hebt, dan geldt de roep om minder mensen ineens niet. De mens is hopeloos inconsequent.

 

18 mei 2020

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’

Zorg om verdwijnen filmkritiek terecht?

Ondertussen, op de redactie:

Zorg om verdwijnen filmkritiek terecht?

TIM:

Beste collegae,

Schreven we in een vorige ‘Ondertussen’ nog enthousiast – en in beginsel ook wel degelijk terecht – over de vele toegangswegen tot een schier eindeloos digitaal thuisaanbod, bij ondergetekende begint het gemis van het grote doek alweer te prikkelen. Hoe leuk het voor sommige mensen ook mag zijn dat Pathé Thuis iedere 24 uur een filmcode vrijgeeft, en dat zo’n beetje iedere streamingdienst inmiddels met gratis aanbod en/of proefperiodes op de proppen is gekomen, voor mij is cinema zonder bioscopen en festivals nog niet eens het halve werk. Ik vrees alleen dat de huidige crisis het draagvlak voor deze manier van samenkomen in de (misleidende) marge al geleidelijk aan het wegnemen is. Ik verklaar me nader, en concentreer me op de rol van filmjournalistiek. Daar bedienen we ons hier immers ook van…

Ik hoef hopelijk niemand uit te leggen dat de huidige crisis een grote invloed heeft op de (al dan niet freelance) werkbezetting van journalisten die zich serieus bezighouden met film als kunst. Festivals gaan niet door of worden uitgesteld, releases zijn opgeschort en het schrijven over streaming- en thuisreleases krijgt een ongekende impuls. Die laatste ontwikkeling is logisch, en draagbaar zo lang het een tijdelijke norm betreft. We weten momenteel alleen niet hoe lang dit alles nog gaat duren, noch kunnen we gerust stellen dat films nadien exact in omloop gaan komen als vroeger. Als Cannes en Venetië dit jaar geen doorgang kunnen vinden, staat het gehele circus van productie, distributie, vertoning en ‘consumptie’ voorlopig nog wel even op stelten.

Film Comment

In dit vacuüm van onzekerheid verdwijnt film geenszins als medium. Het floreert juist. Mijn voornaamste vrees is alleen dat de toonaangevende filmkritiek definitief verdwijnt. Aanleiding voor het aanscherpen van mijn houding is een alarmerend betoog van de Belgische kortfilm-programmeur Michiel Philippaerts op de site van Film Fest Gent. Philippaerts duidt op welk een schrijnende wijze kwaliteitsblad Film Comment terloops de stekker uit de gedrukte versie trok, en hoe deze ontwikkeling samenhangt met de overname van Cahiers in Frankrijk en de (maatschappelijke) deconstructie van filmkritiek in het algemeen. Een bloeiende filmsector verenigt het kijken en het reflecteren, en doet dat noodzakelijkerwijs niet alleen in de huiskamer, maar ook in een gemeenschappelijke setting. Nu die setting wegvalt, wordt het voor kwaliteitsmedia (noem ze ‘anti-clickbait’, noem ze tegenstanders van kunst als product) en filmjournalisten die al worstelden alleen nog maar lastiger het hoofd boven water te blijven houden. We zien de eerste scheuren al ontstaan, en ik voorzie een mogelijke aardbeving.

Deze laatste opmerking is absoluut niet bedoeld als een angstkreet uit vermeend eigenbelang. Het gaat hier om veel meer dan het verlies van werk en/of prestige: een algehele degeneratie van de (westerse) filmcultuur, die in mijn ogen al tijden terug is ingezet, speelt de gretige algoritmen van Netflix alleen maar verder in de kaart.

Herkennen jullie mijn zorg? Of zie ik onnodige leeuwen en beren op mijn weg? Ik sta open voor jullie inzichten.

 

SJOERD:

De pandemie is geen externe schok, maar een logisch gevolg van ons systeem (overbevolking, verstedelijking, globalisering). Terug naar normaal kan dan ook niet, dit is namelijk normaal. Het Coronavirus legt wel systemische aspecten bloot die eerder onbelicht bleven. Op filmgebied benoemt Tim zo’n aspect.

Ik herken zijn zorgen dan ook zeker. Het ontbreekt binnen de film steeds meer aan reflectie, doordat de manier van filmkijken verandert. Om filmcriticus Wolfgang M. Schmitts slagzin te parafraseren: “We kijken wel, maar we zien niets.”

Film herinnerde ons ooit net als elke kunstvorm aan onze gebreken, aan onze vervreemding in een steeds meer door intellect geregeerde wereld. Maar tegenwoordig is film vooral zelf een vorm van vervreemding. Het is een adempauze tussen het slapen en de niet-essentiële baan in. In plaats van een film zoals Tim zegt te beleven op gemeenschappelijke wijze is filmkijken een geïndividualiseerde opeenstapeling van ervaringen geworden.

Vandaar de opkomst van streaming, webdesign die bingewatchen in de hand moet werken of het stug afwerken van een serie op de telefoon tijdens spitsuur. Dat is wel kijken, maar niets zien. De bioscoop is een soort anachronisme geworden. En de kijker een dataspons.

De filmindustrie gaat hier ook in mee met de optimalisering van het aanbod. Dat betekent niet alleen gecalculeerde Star Wars-vervolgen, maar ook de standaardisering van een zogenaamd filmhuiscircuit waar de festivals een rol in spelen. In dat licht bezien is het misschien maar goed als Cannes en Venetië niet doorgaan. Eerstgenoemde beschaamde zich vorig jaar met het salonsocialisme van Parasite als winnaar. En Venetië overtoepte dat door de banale psychologie van The Joker te loven.

Filmfestival Cannes

De filmkritiek is ook niet immuun voor die degeneratie van het filmkijken. Op grotere kanalen lijkt men gratis adverteerders voor de filmindustrie en is het veelal “thumbs up/down” kritiek. Niet nadenken over een film, maar aangeven of deze een leuk avondje oplevert of niet. Geen wonder dat het grote publiek die taak liever crowdsourcet op IMDb of Rateyourmusic. Gelukkig zijn er nog kwaliteitsmedia zoals InDeBioscoop waar ruimte is voor een goede film ;)

De pandemie verandert dus niks wezenlijks, maar is wellicht wel een gelegenheid om die neerwaartse spiraal te keren. Met de kans dat we nog tot en met eind 2021 met Corona bezig zijn moeten we nadenken over alternatieven voor festivals, grote bioscoopzalen en het productieproces zelf. In verband met de ecologische crisis sowieso een goede, want mijns inziens is het van de zotte dat iedereen de halve wereld over moet vliegen voor festivals of producties.

Misschien valt er iets te leren van hoe film begon? Zo reisde men bijvoorbeeld rond met de projector op de kermis.

Overigens jureer ik op het moment voor het Cinélatino Festival Toulouse, dat ook niet doorging i.v.m. Corona. Online alle films afwerken, maakt de juryervaring ook een stuk minder, want ik zie mijn medejuryleden niet dagelijks op het festival. Dan mis je toch een heel stuk informeel overleg.

 

TIM:

@Sjoerd, als reactie op je eerste twee zinnen, die mijn verstand te boven gaan.

Er is niets ‘normaal’ hier, er is (in politiek en media) alleen sprake van normalisatie. Rutte heeft het niet voor niets over ‘het nieuwe normaal’ en MIT kopte enige tijd terug: ”We’re not going back to normal” (het stuk dat volgt kun je rustig angstaanjagend noemen – https://www.technologyreview.com/2020/03/17/905264/coronavirus-pandemic-social-distancing-18-months/). Mijn vraag is: was het ‘normaal’ voordat we het nieuwe normaal kregen? De meest belachelijke mediapraktijken en politieke status quo’s zijn de voorbije decennia genormaliseerd. Ik kan je Adam Curtis’ documentaire HyperNormalisation (2016) aanbevelen – integraal terug te vinden op YouTube.

 

BOB:

Een Ondertussen! Ik kan toch niet naar de bollenvelden fietsen vandaag, laat ik ook een keer mijn steentje bijdragen.

1: Ik ga mee met Tim dat ‘hypernormaal’ al de nieuwe normaal was (en ja, HyperNormalisation is steengoed, link for the lazy).

Ik mis al jaren het eigenwijze en toch ook baanbrekende dat veel films en kunst uit de twintigste eeuw kenmerkt. Imagine bezoeken, IFFR bezoeken: het hoeft allemaal niet meer zo nodig van mij. Zoveel films zijn zo ongelooflijk gemiddeld.

Dat is dus de paradox van deze tijd, denk ik. We hebben het er bij Ondertussen vaker over gehad. Ik vind de stroom celluloid in elk geval steeds vermoeiender. Satirisch: nauwelijks. Eigen stijl: ouderwets. Eigenzinnig: mwah. De ‘markten’ consumeren die stroom wel gretig en juist de films die willen afwijken vliegen kansloos richting de eeuwige jachtvelden van de cinema.

2: Ben het ook eens met Sjoerd: mensen in de filmwereld zouden meer op hun eigen prestaties moeten reflecteren. Doe eens een keer iets anders – iets tegendraads, iets vreemds. Zet eens à la Orson Welles ‘een stap in het duister’. Laat je filosofie spreken zoals Buñuel. Zij zitten toch in dat vak, zou je zeggen, maak er dan wat van, wees niet zo gruwelijk ‘perfect’.

3: Sommige dingen zijn groter dan kunst en film.

Oei die crisis die eraan komt. 6 miljoen werklozen per week in de VS: dat is zelfs in de crisis van 1929 niet vertoond. Allerlei wankele economieën worden wankeler. En dan is er nog zoals Sjoerd terecht opmerkt de klimaatcrisis.

Wie zal de komende jaren nog oog hebben voor iets als filmkritiek? Prioriteit nummer 50.000 voor de meeste mensen. Misschien verschijnt er ooit in 2065 een prachtig boek: Filmkritiek ten tijde van de grote crises van de jaren twintig (wie weet zelfs met paragraaf over IDB?). Maar nu even niet.

Claire Bretecher

Daarnaast: kunnen we niet met wat minder van die toonaangevende filmkritiek? Ik lig minder wakker van het drama rondom Film Comment of de Cahiers. Er is, lijkt mij, juist meer filmkritiek dan ooit. Dat gaat van een flutbijdrage op IMDb tot een essay op Senses of Cinema. Ik ben daar juist blij mee. Beide partijen kunnen wat van elkaar leren. (Wijlen Claire Bretecher heeft hier nog een schitterende tekening over gemaakt.)

Bovendien: zijn wij zelf niet ook een beetje die filmkritiek? Zolang wij bestaan, en Cor ons zo geweldig faciliteert met IDB, is onze unieke stem er in elk geval nog.

Misschien bieden de jaren dertig, veertig, zeventig hoop. Ellendige perioden met sublieme cinema. Gerommel in de wereld lijkt vaak een goede creatieve voedingsbodem te zijn: een gelukkige bijvangst van een ongelukkige situatie. Dus over tien jaar een nieuwe gouden generatie van filmmakers die nog niet eens waren geboren toen Pulp Fiction werd gemaakt? Wie weet.

Steentje bijgedragen. Ik ga verder met niet ergens heen gaan.

 

TIM:

Bob, dank voor je reactie.

Laat ik nog even de nadruk verleggen: het gaat mij niet eens zozeer om het verlies van zogeheten ‘gevestigde’ filmkritiek – dat zegt immers iets over status en prestige, en niet per definitie altijd over inhoud. Wel vind ik de teloorgang van de gedrukte Film Comment oprecht een gemis, en de manier waarop zeer zorgwekkend.

Ik zie het verlies van deze media alleen wel als voorbeeldig voor een groeiend gebrek aan publiek en cultureel-politiek draagvlak en interesse voor filmkritiek in het algemeen. In mijn startbericht leg ik uit waarom ik denk dat dat er niet beter op gaat worden. Zoals Sjoerd en Bob allebei terecht aanstippen, zijn er nog genoeg goede online alternatieven – maar die vragen wel om lezers – en draagvlak, én idealiter ook om een bloeiende filmcultuur. Een focus op oudere, relatief ongeziene pareltjes, zoals we nu doen met de rubriek Rewind, is een mooi en terecht initiatief.

REWIND

Op metaniveau blijf ik echter wel bij mijn punt dat ik vooral verval signaleer, ook al moet ik Bob volledig gelijk geven als hij stelt dat film(kritiek) voor velen ook gewoon even geen prioriteit meer is.

 

ALFRED:

Waarde collega’s,

Ik ben somber over film en filmkritiek. Dat was ik al voor het virus toesloeg.

Film is, net als muziek, literatuur en nieuws, entertainment geworden. Cultuur is er voor vermaak, niet voor lering of loutering. Kunstenaars zijn tegenwoordig pleasers, geen ontregelaars.

Dat is niet van vandaag of gisteren. Nirvana werd in 1991 een mainstreamband dankzij de hit Smells Like Teen Spirit, met de rake regel: here we are, entertain us. Zo was het toen en zo is het anno nu in nog veel sterkere, zag maar gerust: verstikkende mate.

Uitzonderingen daargelaten, uiteraard. Maar we hebben het over een grote en langlopende ontwikkeling. Die is duidelijk: versimpeling en verkleutering. De Disneyficatie van het bestaan.

Daar heeft de onvolprezen Adam Curtis ook enkele vlijmscherpe docu’s over gemaakt. Tijd genoeg, dus kijk via YouTube vooral naar The Century of the Self (4 delen) en All Watched Over by Machines of Loving Grace (3 delen). Hier een voorproefje.

De kijker/lezer/luisteraar – de consument – is een passieve huls die zijn vermaak krijgt gevoerd, lepeltje voor lepeltje. Hij hoeft zelf niets te doen, niet na te denken, niet te reflecteren—alleen te slikken.

Volgens mij heb ik deze woorden van Aristoteles al eens eerder aangehaald, maar in dit verband komen ze opnieuw van pas: waarom zou je de ezel sla voeren als hij ook distels vreet?

Cynisch? Ongetwijfeld, maar niet cynischer dan de Disney’s van deze wereld.

Over filmkritiek heb ik me nooit illusies gemaakt. Dat is iets voor een beperkte groep lezers. Er is in Nederland minder dan een handvol journalisten dat kan leven van hun stukken en stukjes over film. Cahiers du Cinéma heb ik altijd erg incrowderig gevonden. Senses of Cinema is wel heel academisch.

Cahiers du Cinéma

Ondertussen maakt het virus af wat de voormalige VVD-staatssecretaris voor cultuur, Halbe Zijlstra, een jaar of tien geleden is begonnen: kaalslag in de culturele sector. Minister-president Rutte helpt in tijden van Corona ondernemingen groot en klein, zzp’ers en mkb’ers. Want de economie mag niet kopje ondergaan. Het woord ‘cultuur’ heb ik hem de afgelopen weken echter niet in de mond horen nemen. Niet één keer.

Kunst heeft – buiten vermaak – geen direct praktisch nut. Hier citeer ik de pater familias uit Ozu’s Early Summer: het zijn de nutteloze dingen die het leven glans geven.

Afwachten of er na Corona nog een filmindustrie is, in Nederland en elders.

 

SJOERD:

Wat kleine toevoegingen op de reacties van anderen.

Net als Alfred wacht ik ook af of er nog een filmindustrie is straks. We zijn al over de top heen qua gemakkelijk te verkrijgen energie, dus zal in het langzame proces van energy descent nog wel prioriteit worden gegeven aan filmproducties? Misschien wel, zelfs aan het eind van de Tweede Wereldoorlog maakten de Duitsers nog dure spektakelstukken.

Bob zegt terecht dat er meer filmkritiek is dan ooit, maar daar zit ook een probleem. Vroeger werd kwaliteit nog enigszins gefilterd door redacties, nu kan iedereen zijn zegje doen op IMDb of YouTube. In de augiasstal van het internet wordt het zo iets lastiger om de parels te vinden.

 

PAUL:

Nu er na de paasdagen nog gelegenheid is ook een reactie van mij.

Er is het nodige gezegd over uiteenlopende onderwerpen, maar ik zal me beperken tot het reageren op één door twee personen betrokken stelling.

Alfred en Sjoerd betwijfelen of er na de Coronacrisis nog een filmindustrie is. Daar maak ik me helemaal geen zorgen over. Sterker: ik voorspel dat die industrie na een onvermijdelijke tijdelijke dip juist opnieuw gaat boomen. Corona grijpt diep in in het leven van zowat alle wereldburgers, tot en met onze positie ten opzichte van elkaar (letterlijk!). Dat soort veranderingen zijn altijd een bron van nieuwe kunst geweest, inclusief de niet altijd voorop lopende filmkunst.

Five Feet Apart

Die dip gaat een tijdje duren. Dat wel. Niet alleen omdat grote festivals niet doorgaan, maar omdat films maken gewoon lastiger is geworden. (Hou maar eens anderhalve meter afstand op zo’n set, bijvoorbeeld). Filmmakers vinden daar echter wat op, die social distancing is niet voor eeuwig en het kan ook nieuwe cinema opleveren. Dat laatste geldt ook voor uitgestorven stadspleinen en tot intensive care omgebouwde veldhospitalen.

Tim was deze redactiediscussie begonnen om de filmkritiek. Dat zijn wij zelf eigenlijk. Er zal straks genoeg werk aan de winkel zijn als Die Neue Welle van Cinema Corona volledig is losgebarsten. Gaan we niet overspoeld worden met mainstreammelodrama’s waarin ‘zorghelden’ als protagonisten functioneren, terwijl er ook hele andere verhalen verteld moeten worden? Ik zou zeggen: ziek uit en doop uw pen vast in vitriool! 

 

15 april 2020

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’

Bioscopen gesloten. Wat nu?

Ondertussen, op de redactie:

Bioscopen gesloten. Wat nu?

COR:

Beste collega’s,

In verband met het Coronavirus zijn de filmtheaters minimaal de komende drie weken gesloten. Gelukkig kan de filmliefhebber nog online recente films kijken (bijvoorbeeld op Picl.nl) en grasduinen in de eigen collectie.

Hoe gaan jullie de komende tijd je behoefte aan het kijken van films bevredigen? Hebben jullie tips voor onze lezers?

 

ALFRED:

Waarde filmvrienden,

Het klinkt misschien gek, maar zo’n verplichte pauze naar aanleiding van het virus kan heilzaam werken. Voor het milieu uiteraard, vanwege verminderde economische activiteit. En voor mensen kan het ook geen kwaad om even uit de dagelijkse rat race te stappen. Is er opeens tijd voor dingen waar we al veel te lang niet aan toe zijn gekomen.

Zo heb ik me voorgenomen om het complete oeuvre van Stephen King te lezen. Dat zal me bezig houden tot ver voorbij het EK voetbal en de Olympische Spelen die wellicht niet doorgaan. Eerlijk gezegd verheug ik me een beetje op een sportloze zomer.

The Postman Always Rings Twice (1946)

The Postman Always Rings Twice (1946)

Toen de Nederlandse voetbaldames vorig jaar klaar waren met hun WK, had ik opeens reuze zin in film noir. Geen idee waarom en YouTube hielp enorm. Daar zijn een immens aantal rechtenvrije films uit de gloriejaren van het ‘genre’ te vinden. Naast obscure titels voor noir-fanaten zijn daar ook klassiekers als Out of the Past, D.O.A., The Breaking Point, Kiss Me Deadly, The Killers, Deadline – USA, Pickup on South Street, Naked Alibi, The Big Sleep, The Big Clock, The Postman Always Rings Twice, The Killing (Kubrick!), The Hitch-Hiker, The Maltese Falcon, Gun Crazy en nog veel, heel veel meer – waaronder een aantal zelden vertoonde noirs van Fritz Lang – te vinden. Of ze er een jaar later nog staan, heb ik niet nagekeken. Regelmatig verdwijnen er titels omdat de rechthebbende bezwaar heeft gemaakt.

Naast film noir staan er ook veel Amerikaanse en Engelse misdaadfilms uit de periode 1940-1960 integraal op YouTube. Zo zijn er vroege films van Douglas Sirk (Lured en Shockproof), Britse crime uit de oude doos, de Agathe Christie-verfilming And Then There Were None van René Clair, en heb ik kennis kunnen nemen van de Britse studioveteraan Basil Deardon en diens nog steeds overtuigende ‘London Underground’ kwartet. De eerste drie – Sapphire, (1959, moord en racisme), The League of Gentlemen (1960, ex-militair organiseert team voor bankoverval) en Victim (1961, homoseksualiteit en chantage, met Dirk Bogarde) – staan er integraal op. Van nummer vier, All Night Long (1962, Othello in jazzclub), moeten we het met de trailer doen. Mij hoor je niet klagen.

Dan heb ik het nog niet eens gehad over de vracht aan filmdocumentaires op YouTube. Profielen van regisseurs en acteurs/actrices, vooral uit de tijd van het klassieke Hollywood, genreverkenningen (western, film noir, soundtracks) en nog heel veel meer—allemaal gratis en voor niks te zien voor een ieder die daar zin in of behoefte aan heeft. Wat een luxe.

En dan kan ik ook nog eens gaan grasduinen in de dozen met dvd’s en dvd-boxen die elders in huis staan. Ik heb ooit in een vlaag van gekte een paar honderd westerns op dvd aangeschaft. Nog niet allemaal bekeken, gaat nu gebeuren.

Weet je wat, ik ga de complete Wrekers-reeks, met Patrick Macnee en Diana Rigg, nog een keer kijken. Ik verheug me nu al op het vierde seizoen, het eerste, in zwartwit, met Diana Rigg als Miss Peel. Vooral op aflevering 21: A Touch of Brimstone. Waarom? Check deze link.

Ben benieuw hoe jullie al die extra schermtijd gaan vullen. Ik hoor het graag en houd me aanbevolen voor tips.

 

SJOERD:

Net als Alfred zie ik ook lichtpuntjes in de pandemie, want het is goed voor het milieu en wellicht dat mensen nu een keer stil gaan staan bij wat werkelijk belangrijk is in het leven. Neemt niet weg dat we een heftige periode tegemoet gaan. Ter educatie misschien maar weer de Capracorn-films kijken, want het optimisme wat uit die films straalt hebben we zeker nodig de komende tijd. Naast It’s A Wonderful Life zijn films als Meet John Doe of Mr. Deeds Goes To Town ook aanstekelijk in hun geestdrift. You Can’t Take It With You bevat mooie kritiek op de kantoorbanen die blijkbaar ook prima thuis kunnen nu. Voor wie van tenenkrommend Amerikaans chauvinisme houdt is daar nog Mr. Smith Goes To Washington, inclusief theatraal filibuster einde.

Conte d'automne (1998)

Conte d’automne (1998)

Ik zou eigenlijk naar een Frans filmfestival gaan om te jureren, maar nu dat niet doorgaat ga ik wel door met mijn project om veel Franse films te kijken. Eric Rohmer is tot nu toe een goede manier gebleken om mijn Frans bij te spijkeren. Favoriet is op het moment Conte d’automne. Verbluffend hoeveel spanning Rohmer op weet te bouwen rond zulke mondaine taferelen.

Daarnaast heeft het Eye filmmuseum een heleboel films van 1900-1920 online staan in goede conditie . Daar ben ik me ook doorheen aan het ploegen om wat meer kennis over vroege film te krijgen. Onder andere Meliès-copycat Segundo de Chomon, die desalniettemin wel charmante trucagefilms heeft gemaakt.

Ter ontspanning ook maar weer wat favorieten opzetten om in te verdwalen, zoals The Beach Bum of Dazed & Confused.

 

RALPH:

Ik herken wat Sjoerd en Alfred al reeds schreven. Ik heb mijn dvd-kast weer eens met compassie aangekeken. Ik kwam zowaar de Apu-trilogie van  Satyajit Ray tegen. Deze periode is een mooi moment om es een zooi dvd’s te bekijken en daarna maar weer eens weg te doen. En boeken, ik ga me eens wagen aan Het Bureau van Voskuil.

 

TIM:

De huidige situatie vraagt om exceptionele maatregelen. Op filmvlak slaat de ironie toe. Festivals en bioscopen die zich de afgelopen jaren naarstig zijn blijven verzetten tegen de geleidelijke opmars van o.a. downloads en streaming, (lees: de ’thuisbioscoop’ in welke vorm dan ook) staan om compleet onverwachte redenen machteloos. In Nederland moet Picl de kar van de distributeurs ineens volledig (?) trekken, en terwijl Cineville bezig is met een tijdelijk online initiatief voor abonnees, zien geplande festivals duivelse dilemma’s tegemoet.

Movies That Matter werd zo overvallen, dat er echt geen ruimte was voor het overwegen van een online aanbod. Dat past ook helemaal niet bij de opzet van het festival en de intenties van de organisatoren, luidde een statement. Wat Imagine en MOOOV (bij onze zuiderburen) gaan besluiten, kan alleen de toekomst uitwijzen. Ik woon zelf nabij Gorinchem, waar jaarlijks (met het vizier op ‘wereldcinema’) het IFFG (Internationaal Filmfestival Gorinchem) georganiseerd wordt. Zij hebben nu geen keuze. De programmaboekjes kwamen net van de drukker.

Ik moet wel zeggen dat het nog een beetje als een gek vooruitzicht aanvoelt om de komende tijd zélf dan maar zoveel mogelijk dingen te gaan kijken en lezen waar ik eerder niet aan toe kwam. Een logische impuls, daar niet van; ook hier is de hoeveelheid beschikbare titels het probleem niet. Toch zijn er ook zoveel andere zaken die mijn aandacht vragen: veel studie en onderzoek gebeurde sowieso al vanuit huis, en ik sluit me ook niet af voor de (elkaar in rap tempo opvolgende) maatschappelijke ontwikkelingen. Alhoewel dat met de sensatielust en kapitalistische perversie van de meeste media een zeer vermoeiende opgave is.

28 Days Later... (2002)

28 Days Later… (2002)

Wie gezond wil blijven, moet nu thuisblijven. Wie daar lak aan heeft ook. Maar wie zich te veel aan de doorgeslagen informatiestroom blootstelt, wordt net zo goed ziek. Dan zijn die films en boeken zo gek niet. En liever even geen Outbreak (1995), 28 Days Later… (2002), Resident Evil (diverse), The Happening (2008) of Contagion (2011). Heb je een spelcomputer, dan kun je je zelfs verlustigen aan Plague Inc. (2012), waarin je speelt als een pathogeen dat de mensheid moet uitroeien. Wie vertelt me dat dit een mislukte grap is? Ik moet eerlijk zeggen, ik was al langere tijd klaar met de meeste titels die me op voorhand lekker maakten met ‘post-apocalyptisch’ of ‘dystopisch’. Daar was dit virus niet eens voor nodig. Er is te veel (Hollywood-)materiaal dat hetzelfde ‘amusement’ brengt.

Houd jullie taai met al die mooie kunst die er voorhanden is, van huidige en vroegere tijden. De noirs van Alfred, of de Apu-trilogie van Ralph. Sjoerd, ik verkies Rohmer heel graag boven een herziening van The Beach Bum;) De coffeeshops zijn nu gelukkig ook dicht. Kunnen alle fans van Korine’s laatste mooi beginnen met afkicken.

 

BOB:

Stilstaan bij het leven en veel films kijken! Klinkt als een droom :)  Voor mij nu eerder het tegenovergestelde, erg druk. Alleen tijd voor een Camera Obscura zo nu en dan (had pas een episode over virussen gedaan, voor de liefhebber).

Gisteren nog via een Camera Obscura-film de aparte acteur Thomas Milian herontdekt. Hij had een maffe geschiedenis. Vader Cubaans generaal, naar VS gevlucht, daarna 70’s filmster in Italië, speelde in poliziotto’s en spaghettiwesterns, altijd hyperintens. Bekeek zichzelf graag op het grote scherm. ‘Als ik in een film speelde, betekende dat een hoop geld.’ Dat soort ontdekkingen, daar hou ik van.

Veel filmplezier toegewenst, klinkt leuk allemaal :)

 

RALPH:

Tim schreef: “Er is te veel (Hollywood-)materiaal dat hetzelfde ‘amusement’ brengt.” Ik had onlangs college over Adorno en Horkheimers Dialektik der Aufkläring, waarin een interessante analyse uiteengezet wordt over Hollywood-cinema (nota bene in de jaren 40 al). Het illusie-theater dat Hollywood schept, presenteert altijd eenzelfde wereld. Wanneer heb jij een Amerikaanse film gezien met een duidelijk communistische of socialistische inslag, die ook nog eens mainstream werd? We krijgen altijd dezelfde meuk, of het nou alternatief is of niet en wie mij ongelijk kan geven, ik zie graag suggesties tegemoet.

 

La Flor (2019)

La Flor (2019)

MICHEL:

Nadat ik al maanden het gevoel heb dat het aanbod op MUBI niet bij kan houden, omdat ze simpelweg teveel goede films aanbieden, merk ik dat het huidige aanbod mij niet echt warm maakt. Erg jammer, maar misschien wordt het dan toch eens tijd voor 6-, 8- of zelfs 10-uur lange bezinning met één van de films van Lav Diaz die MUBI als losse rentals aanbiedt. Films waarvoor je een hele dag moet vrijhouden en waar het dus nooit van komt om er voor te gaan zitten. En voor wie dat niet lang genoeg duurt, is het 13,5 uur durende La Flor beschikbaar op IFFR’s eigen streamingdienst IFFR Unleashed. Waarom zij nog steeds niemand vertellen dat ze een mooie selectie films online hebben staan, is mij een raadsel.

 

TIM:

In reactie op Michel: ik ben al geruime tijd geabonneerd op MUBI, en het principe van 30 (gevarieerde) titels tegelijk, met dagelijks één vondst en één verwijdering, spreekt me nog steeds sterk aan. De laatste tijd (en dat is me ook wel eens eerder gebeurd) had ook ik een beetje last van het sentiment dat er niet genoeg titels bijkwamen die ik wilde zien. Mijn ervaring is alleen net zo goed dat er daarna áltijd weer schot in de brouwerij komt. Voor de gelegenheid dan mijn huidige watchlist van beschikbare titels:

-> The Servant (1963) van Joseph Losey (deze regisseur staat nu in de schijnwerper, dus er volgt nog meer)
-> Le Feu Follet (1963) van Louis Malle (óók een retrospectief, en deze klassieker zag ik in tegenstelling tot Ascenseur pour L’Echaufaud nog niet)
-> Three Quarters (2017) van Ilian Metev (draaide in 2018 op het IFFR)
-> India Song (1975) van Marguerite Duras

Misschien ook iets voor (sommigen van) jullie en voor de lezers?

The Servant (1963)

The Servant (1963)

 

ALFRED:

Ik had voor mezelf al een paar oplossingen bedacht, de ‘mind hive’ van InDeBioscoop komt met nog veel meer prima suggesties. Rode draad: streams. MUBI, Picl.nl, IFFR Unleashed, YouTube–het zijn allemaal online oplossingen.

Daar kan ik deze nog aan toevoegen: openculture.com voert als slogan ’the best free cultural & educational media on the web’. Naast online cursussen en e-books zijn er meer dan duizend films te zien. En dat alles gratis, want ‘public domain’. Western, film noir, klassiekers, er is genoeg te vinden. Liefhebbers van Russische en Koreaanse cinema kunnen hun hart ophalen. Er staan 70 films in HD van de Russische studio Mosfilm, waaronder bijdragen Van Tarkovsky en Eisenstein. Het Korean Film Archive heeft meer dan honderd films online geplaatst. Allemaal toegankelijk via Open Culture.

Genoeg te zien dus, ook als de bioscoop op slot gaat. Het is altijd handig om van de nood een deugd te maken. Met deze kanttekening: er zijn ook genoeg zzp’ers voor wie de inkomsten op slag zijn weggevallen en nu dus wel iets anders aan hun hoofd hebben dan de vraag ‘Hoe vul ik mijn extra kijktijd met films?’

Hou je haaks!

 

17 maart 2020

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’