James Bond, de karikatuur
door Bob van der Sterre
The end of agent W4C ♦ Le Magnifique ♦ Our Man Flint
Ruim een halve eeuw na de eerste film verschijnen er nog steeds nieuwe James Bonds. Nu dus Spectre. De buitensporige kwaliteiten van deze superspion smeekten als het ware om parodieën. In deze spoofs blijken de kwaliteiten vervolgens nog veel buitensporiger.
Het is lastig om een karikatuur te maken van een karakter dat op zichzelf al grotesk is. Toch heeft dat regisseurs en producenten nooit afgeremd. Wikipedia heeft een lijst met maar liefst vijftig titels, vooral uit de jaren zestig.
Hoe Brits James Bond ook is, de parodieën kwamen uit alle landen. Uit Frankrijk de oude OSS 117-films (van André Hunebelle) en de nieuwe OSS 117-films (met Jean Dujardin). Uit Italië OK Connery (met de broer van Sean Connery), Kiss the Girls and Make Them Die en Goldginger. En uit Engeland The spy with a cold nose, Deadlier than the male en Some girls do. Keuze genoeg dus voor een melig filmavondje.
Onnozelheid als commentaar op communisme
Maar voor een echt goede parodie gaan we naar Tsjechië. Vaclav Vorlícek maakte The end of agent W4C (Konec agenta W4C prostrednictvím psa pana Foustky) al in 1967, vijf jaar na de eerste James Bond.
Agent W4C (van een niet nader genoemde buitenlandse geheime dienst) komt in Praag in geheime zaakjes doen. Maar zijn geheime bezoek is wat je noemt een publiek geheim. Iedere spionagedienst houdt hem in de gaten. W4C wordt er geen spat nerveuzer door. Al stormt een massa geheim agenten op hem af, hij doet niet eens zijn zonnebril af, kan messenwerpen met zijn voeten en vrouwen lopen spontaan over als ze in zijn handen vallen. In uiterste noodzaak heeft hij nog een schietende wekker.
Ook de Tsjechoslowaakse geheime dienst moet deze agent W4C in de gaten houden. Maar wie? Iedereen is bezet.
Dan maar meneer Foustky, de boekhouder, een dwaas. Hij heeft geen bijzondere kwaliteit, slechts een schattig hondje. Per toeval is hij steeds op de juiste plaats, op een vliegveld, in een zwembad, in een hotel, in een restaurant, en zit zo agent W4C flink in de weg.
Het budget zal minder dan schamel zijn geweest, zoals je kunt zien aan de achtervolgingen, toch zie je aan zo’n film dat mooie cinematografie niet altijd duur hoeft te zijn. De baas die communiceert vanachter een donkere pooltafel; de donkere straat met glasscherven; het café met alle spionnen. Het script is erg vlot en in Foutsky’s onnozele optreden kun je bovendien als commentaar zien op de communistische regering van die tijd. Kortom: een pareltje onder de Bond-parodieën.
Spionagepulpboekjesschrijver
Ook erg vermakelijk is Le Magnifique uit 1973. We zien François Merlin spionagepulpboekjes schrijven in de stijl van SAS, Jean Bruce, Charteris, Havank. In die boekjes is het karakter Bob Saint Clar een soort James Bond. Slim, rijk, brutaal en vrouwen verslindend. ‘Bob Saint Clar inroepen, is het zo erg?’ ‘We moeten wel. De vrede van de wereld staat op het spel.’
Bob Saint Clar is uiteraard nogal een mannetje – een net even grotere patser dan James Bond. Terwijl hij achteloos sluipschutters uit de bomen knalt, zegt hij tegen zijn vriendinnetje: ‘Ik ben in wezen een gevoelig type hoor.’ Het eerste wat hij doet als hij uit het zwembad klimt: zijn haar kammen. ‘De vrouwen vallen op u.’ ‘Ik zou het niet weten.’
Zijn echte leven, dus dat van François Merlin, is het tegenovergestelde. Hij rookt als een ketter, zijn huis valt uit elkaar van ellende, en het meest spectaculaire wat hij meemaakt is een file. En dan moet hij elke week weer die deadline halen. Deeltje 43 moet af.
Het verzonnen en echte leven gaan meer en meer door elkaar lopen. Als de elektricien hem in de steek laat, wordt hij in een verhaal onmiddellijk aan gort geschoten. Of midden in een spannende scène komt een jongen binnengelopen die de gevangen Saint Clar begroet: ‘Hoi, papa.’
En zijn buurvrouw, Christine, keert terug als ‘Tatiana’. Ze wil in het echt een wetenschappelijk onderzoek doen naar Merlins werk. Als zij en Merlins uitgever dan te close worden naar zijn zin, maakt hij ze als ‘Tatiana’ en ‘Karpof’ belachelijk in zijn verhalen.
De verhaaltjes van Merlin zijn pulp en daarom kun je het zo gek maken als je wilt. Dat gebeurt dan ook volop in de film van Philippe de Broca. Soms wordt het de karakters zelfs te bar. ‘De tanden van de rat zijn met cyaankali ingespoten… Met cyaankali ingespoten?’ Ze kijken ineens verbaasd in de camera. ‘Nee’, zegt Merlin peinzend achter zijn typemachine, ’dat zou die rat natuurlijk niet overleven.’
Ballet in Moskou
In Our Man Flint (1966) hebben een paar wetenschappers een eenvoudige manier gevonden om overheden geld af te persen: ze laten de zee-temperatuur stijgen. De overheden zijn radeloos. Diverse keren stellen ze een vraag aan de computer wat de oplossing is voor hun probleem en elke keer is het antwoord hetzelfde: Derek Flint.
Dat is het begin van een film waarin werkelijk alle parodieën aanwezig zijn, te beginnen met de parodie op Bonds eigenzinnige gedrag. ‘Ah, mijn horloge staat nog op Moskouse tijd.’ ‘Een opdracht?’ ‘Ballet.’ ’Je gaat helemaal naar Moskou om ballet te zien?’ ’Te zien? Te geven!’
De Bondgirls. Flint leeft met vier vrouwen tegelijk, die tegelijk zijn assistenten zijn.
De superkwaliteiten. ‘Het doet me altijd schrikken als hij zijn hart stopt. Het is nu al drie uur.’ ‘Ja, maar het doet hem relaxen.’
De gadgets. Hij heeft er maar een: een aansteker. ‘Deze heeft 82 functies; 83 als je een sigaar wilt aansteken.’
De superkennis. ‘Er zitten minispoortjes knoflook, saffraan en vet in de pijl. Diegene die de pijl heeft afgeschoten is onlangs nog in Marseille geweest. Alleen daar maken ze de Bouillabaisse met die ingrediënten…’
Ook weer zo vermakelijk als wat, deze parodie, hoewel James Coburn als karateka een probleem is (hij is zo houterig als een plank). Het shot dat hij ligt uit te rusten met hoofd op ene stoel en voeten op andere stoel was dan ook geen special effect. Een jaar later zouden ze het nog iets bonter maken met In Like Flint, nog iets meer parodiërend, nog iets maller.
Is het dwaas? Ja, maar James Bond die de zoveelste kidnapping of explosie overleeft, is dat dan minder dwaas?
2 november 2015