Camera Obscura Special: Filmstad Amsterdam

Camera Obscura Special:
Filmstad Amsterdam

door Bob van der Sterre

In de Camera Obscura-specials over steden mag onze eigen filmstad Amsterdam niet ontbreken. De meest gefilmde stad van Nederland… maar zelden met écht artistieke flair. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen op de regel.

Amsterdam als stad heeft cinema altijd geweldige mogelijkheden geboden. De mensen, de larger than life karakters; de stad zelf, van verpaupering naar elitair; en alles wat Amsterdam Amsterdam maakt: de grachten, trams, karaktervolle buurten.

Amsterdamned (1988) - de beste en mooiste films in en over Amsterdam

Het slechte nieuws: veel van deze mogelijkheden zijn gemist. Er is geen Amsterdamse variant van The Naked City, Buffet Froid of Tokyo Story (zie de vorige episoden van Camera Obscura Special). Na het kijken van alles wat er over Amsterdam te vinden is, vind ik de documentaires over de stad beter te pruimen dan de speelfilms.

Het heeft ermee te maken dat de Nederlandse film – als je eerlijk bent – te vaak accenten legde op boekverfilmingen, knullige actiefilms en dertien-in-een-dozijn-drama. De charme van de stad zelf kreeg minder aandacht. De sjeu van de filmstijl leek vaak niet te boeien. Denk aan hoe saai een film als Advocaat van de Hanen is opgenomen.

Een andere merkwaardige rode draad in de Amsterdamse cinema is dat het heden vaak ontbreekt. Zoveel kansen gemist in de jaren zeventig en tachtig! Nederlandse films verzuimden om ‘de andere kant van Amsterdam’ te laten zien.

Het goede nieuws: er blijven genoeg films over om van elk decennium toch een passende film te kunnen kiezen.

Let op: dit zijn geen recensies of analyses van films. Ook geen top tien. Ik wil alleen een verhaal vertellen over de samenhang tussen film en stad en kies daarvoor per decennium een passende film. Ik heb niet alle films ter wereld gezien, dus hier en daar zal ik een uitstekende film gemist hebben.

Dit artikel is gratis. Graag hoop ik dat de lezer zich als tegenprestatie wil opgeven voor de nieuwsbrief, of zich verdiept in culturele longreads.

Bekijk ook de vorige episodes: Parijs, New York, Londen en Tokio.

 

Coronation of Queen Wilhelmina of Holland (1898)

Coronation of Queen Wilhelmina of Holland (1898): een kroning in vier minuten

Locatie: Centrum (Dam, Rokin)

Wilhelmina is een van de belangrijkste vorsten die Nederland gekend heeft. Ze was een halve eeuw koningin en speelde een belangrijke rol in de Tweede Wereldoorlog. Bij deze kroning in 1898 zien we haar in allerlei herkenbare locaties: Centraal Station (net gebouwd!), Dam, Nieuwe Kerk en het Paleis op de Dam.

De kroning verloopt ordentelijk. Heel anders dan bij het huwelijk van Beatrix en Claus in 1966 en de inhuldiging van Beatrix in 1980 zou zijn.

Regisseur en producent van de film was de van oorsprong Duitse filmpionier Franz Anton Nöggerath sr. Hij was eigenaar van een variététheater (Variété Flora). Films kijken deed men toen nog in ‘reisbioscopen’ op kermissen of via voorstellingen in variététheaters. In 1912 kwamen de eerste vaste bioscopen in Nederland.

Film: https://youtu.be/IslPj5k2NeE
Meer lezen:
https://filmdatabase.eyefilm.nl/collectie/filmgeschiedenis/persoon/fa-n%C3%B6ggerath-sr

 

De Mésaventure van een Fransch heertje zonder pantalon aan het strand te Zandvoort (1905)

De Mésaventure van een Fransch heertje zonder pantalon aan het strand te Zandvoort (1905): wie ontkleedt zich op het strand!

Locatie: Zandvoort

De oudste bewaard gebleven Nederlandse speelfilm (vijf minuten) speelde zich af op een luttele afstand van Amsterdam: Zandvoort. Tegenwoordig ook wel Amsterdam Beach genoemd. Alhoewel Haarlem Beach logischer zou zijn. Dichtbij genoeg om mee te mogen doen aan deze lijst.

Het Franse heertje uit de titel wordt na een dutje verrast door vloed. Hij doet zijn pantalon uit om hem niet nat te laten worden. Wat een schandaal! De politieagent ter plekke gaat hem meteen achterna. En niet alleen hij: maar ook alle andere badgasten. Knoop hem op vanwege die blote benen!

Het publiek bestaat uit veel mensen die ter plekke werden opgeroepen om mee te doen aan de film. Je ziet ze in de film gein hebben met wat ze doen. Dat was een commerciële zet van regisseur Willy Mullens. Die hoopte dat mensen naar de film zouden gaan om zichzelf te zien. Later kwam het incident in diverse kranten, die niet begrepen dat het in scène was gezet.

De film is om allerlei redenen de moeite waard om even te bekijken.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=HrPPWNXcGhk
Meer lezen
: https://filmdatabase.eyefilm.nl/en/collection/film-history/film/de-m%C3%A9saventure-van-een-fransch-heertje-zonder-pantalon-aan-het-strand en https://historiek.net/willy-mullens-kangoeroe-film-cinema/127482/

 

Genie tegen Geweld (1916)

Genie tegen Geweld (1916): diamanten maken niet gelukkig

Locatie: Centrum (de Beurs, Vondelpark)

Diamanten (koh-i-noor II) worden gestolen uit de onkraakbare safe van Van Duylen. Diverse mensen zijn dood. Een zekere Landman wordt verdacht. Diens dochtertje bezoekt een detective. Die wil helpen. Hij achterhaalt wie de boeven zijn (een leeuwentemmer en een acrobaat). Hij gaat ze overal achterna.

Genie tegen Geweld is een misdaadverhaal als vele anderen maar… wat een buitenscènes! De Beurs herken je meteen. De ingang van het Vondelpark… Andere dingen zijn lastiger te herkennen. Kades, grachten, krottenwoningen. Honderd jaar is veel tijd voor een stad, maar mogelijk figureren hier ook andere steden als Amsterdam.

Grappig dat wat je normaal wel ziet, je hier juist niet ziet: de diefstal van de diamanten. Het kan zijn dat dit stuk van de film ontbreekt. De film is niet compleet.

De film verrast met Buster Keaton-achtige trucs die toen in de cinema vast heel spannend werden gevonden. De truc met de hoge ladder is knap werk – net als de verrassende episode met de trein. Na honderd jaar ziet dat er nog overtuigend uit.

Theo Frenkel sr. is een van de eerste Nederlandse filmregisseurs. Hij maakte ook in 1919 De Duivel in Amsterdam, een (vermoedelijk) vermakelijke film over Amsterdam. We zullen het nooit weten want de film is spoorloos. Frenkel werkte ook veel in het buitenland. Lees zijn biografie op de website van Eye.

Meer zien van Amsterdam een eeuw geleden? Deze film heeft talloze interessante journaal- en documentairebeelden uit de periode 1914-1927.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=27fABcWdz2Q
Meer lezen: https://filmdatabase.eyefilm.nl/collectie/filmgeschiedenis/film/genie-tegen-geweld

 

Regen (1929)

Regen (1929): artistieke druppels op Amsterdamse straten

Locatie: Centrum (Kalverstraat, Rokin, Dam, IJ)

Een regenbui in Amsterdam. We kijken naar artistiek gefilmde beelden van wind, straten, regen, plassen, paraplu’s.

Dichter Mannus Franken had een mooi idee voor cineast Joris Ivens: om via de regen een portret te schetsen van de stad. De stad dicteert het ritme van de film. Er is geen verhaal. De film werd (pas in 1941) gesteund door een passende score van Hanns Eisler.

We hebben dit vaker gezien in expressionistische zwijgende Duitse en Russische films. Het is ook niet gek die link: Ivens heeft immers gestudeerd in Berlijn. Keerde in 1926 terug naar Amsterdam en raakte enthousiast over cinema.

Een jaar later maakte Walter Ruttmann de film Berlin – Die Symphonie der Groszstadt. Inspiratie voor Ivens en de zijnen. Regen druppelde voort uit deze ideeën.

Het idee van een scenarioloze film over een regenbui opende de kans om te spelen met gekke perspectieven. De shots zijn kort en abstract. Veel stoepen, plassen, vormen. Een van de sterke dingen van de film is dat het uiteindelijk slechts twaalf minuten cinema opleverde. Precies goed.

We mogen onze handen wel dichtknijpen met deze film. We zien de Dam, Rokin, Kalverstraat en nog veel meer. Dat beeld van de Kalverstraat is trouwens geschoten uit het raam van de foto- en filmzaak van Ivens’ vader: CAPI. De rest ging nogal nouvellevaguerig volgens onderstaand artikel in Ons Amsterdam: ‘Ze monteerden een camera op de fiets en filmden uit een auto.’

Het artikel van Ons Amsterdam citeert een journalist van de Nieuwe Rotterdamsche Courant uit die tijd: ‘Men moet er zich aan overgeven met de rust van een opiumschuiver, die de gevolgen van zijn bedwelming afwacht.’ Nog steeds een goed advies.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=eNNI7knvh8o
Meer lezen: https://onsamsterdam.nl/negentig-jaar-geleden-verschenen-de-eerste-films-over-amsterdam-als-moderne-metropool

 

De Jantjes (1934)

De Jantjes (1934): terug naar de Jordaan

Locatie: Centrum (Jordaan)

De Jantjes – drie mariniers – komen terug van hun dienst in Nederlands-Indië naar Amsterdam. Dat nieuws komt ook binnen in het Jordanese café van de familie van Bet. Daar heb je de zoon Leen, die verliefd is op Blonde Greet, die weer met Dries is. En pleegdochter Doortje heeft weer een oogje op Leen. Geruchten gaan rond.

De Jantjes is dé Hollandse kaskraker van de jaren dertig, de (net niet) eerste Nederlandse talkie. Het was een serieuze productie met bekende artiesten als Heintje Davids, Sylvain Poons en Louis Davids. En acteurs van naam als Johan Kaart, Willy Costello en Fien de la Mar.

Ook al bestond de talkie net, de film heeft veel aandacht voor geluid en zang. Oorspronkelijk was het een toneelstuk (zo oogt de film ook een beetje) en niet voor niets is het decennia later nog steeds superpopulair als musical.

De film werkt goed voor de liefhebber van meezingen. ‘Draaien, altijd maar draaien!’, dat krijg je niet meer uit je hoofd. Net als ‘Dat zijn de Jantjes! Dat zijn de Jantjes!’

Soms geeft het een mooi tijdsbeeld van de jaren dertig. Zoals Jans die zegt: ‘Ik ben uit geweest met een fijne meneer.’ En daarna legt ze uit wat eten met een gangenmenu is. ‘Aardappelen? Dat is niet deftig.’ Of deze: ‘Een dubbeltje? Kan het niet voor 7,5 cent?’ Interessant is ook de vrijgevochten vrouw Jans, rol van Fien de la Mar. Die wordt net zo bewonderd als misprezen. Het laat haar koud. ‘Dat is mijn Studebaker’, zegt ze lachend over haar auto.

Van Amsterdam zien we vooral de studio waar alles is opgenomen. De eerste vijf minuten zien we wel allerlei shots van de stad (Noord is nog zo plat). En er volgen nog een paar buitenopnamen, waaronder een optreden op een gracht.

Bizar is het slotstuk, dat oogt als een De Jantjes part two in tien minuten.

In de jaren dertig werd ook de zwijgende film Zeemansvrouwen van Henk Kleinman gemaakt, waarin ook diverse buitenshots zijn te zien. Een melodrama over een Amsterdamse vrouw. Met flink wat experiment (beelden over elkaar gemonteerd, split screens, etc.). De film is via Eye gratis te zien op YouTube.

Het moest de eerste talkie van Nederland zijn maar werd de laatste zwijgende film omdat het geld op was. In 2003 kreeg de film alsnog omgevingsgeluiden, werden teksten ingesproken (met hulp van liplezers) en kwam er een score van Henny Vrienten. Beter laat dan nooit. Lees het verhaal in de Filmkrant.

Film en meer lezen: https://player.eyefilm.nl/nl/films/de-jantjes

 

Een koninkrijk voor een huis! (1949)

Een koninkrijk voor een huis! (1949): kamers huren op de Apollolaan

Locaties: Centrum, Zuid (Apollolaan)

Het is vlak na de oorlog en de huizencrisis is losgebarsten. Anders dan nu werden rijke families gedwongen (door de oorlog) om andere families op te nemen. Een familie die rijk werd in de textiel móet kamers op Apollolaan 17 vrijgeven voor huurders.

Marktkoopvrouw Heintje Blom (Heintje Davids) heeft connecties waardoor ze eerder op de hoogte is dan de rest. Ze gaat er wonen met haar broer Kobus en dochter Daisy. ‘Dat is toch niet uw stand?’ Zij: ‘Dan ga ik maar eens onder mijn stand wonen.’

Bij de Apollolaan is de ontvangst lauw. ‘Mag ik me bekendmaken? Ik ben…’ ‘Volkomen overbodig! Agent, wilt u deze individuen onmiddellijk verwijderen!’ Natuurlijk krijgen ze toch de kamer. Het levert uiteraard de nodige verwarring op, zeker tussen Daisy en Rob, zoon van de textielbaron.

Verwacht geen Nederlandse Philadelphia Story. Piet Bakker, schrijver van Ciske de Rat, en Jaap Speyer, regisseur van De Jantjes, waren geen Donald Ogden Stewart en George Cukor, en hun acteurs waren geen Cary Grant, Katherine Hepburn of James Stewart. Amerikaanse films uit dezelfde tijd als Holiday, My Man Godfrey en Palm Beach Story zijn lichtjaren grappiger. In die films werd het thema arm/rijk met veel beter schrijfwerk uitgewerkt en gaven talentvolle komedianten de finishing touch aan de teksten.

Waar het meer aan doet denken: een Flodder avant-la-lettre. Leuke volkse mensen versus de onhandige bekakte mensen (altijd de klos in Nederlandse cinema). Alleen Rob de Vries (vader van acteur Edwin de Vries) heeft nog een paar komische momenten, voor de rest is het oubollig.

De film compenseert het gebrek aan humor met liedjes. Met Heintje Davids krijg je dat nogal snel. Bijvoorbeeld als ze in een jeep vol koffers over het Damrak (Centraal Station op de achtergrond) rijden en zingen: ‘We gaan verhuizen naar de Apollolaan…’

Van Amsterdam zien we niet veel meer dan dat stukje. En wat shots van de Apollolaan, dat eruit ziet als Bloemendaal. Alleen aan het begin is het genieten. Een opvolging van beelden van de stad, vogelperspectief, vanuit een boot, vanaf de weg. Honderden fietsers op het Rokin en de Stadhouderskade. Dat doet denken aan Regen maar dan met goed weer.

Het ergste is dat het thema van deze film eigenlijk helemaal niet gedateerd klinkt. Wanneer worden opnieuw woningen aan de Apollolaan geclaimd?

Film: https://youtu.be/dDDG7LUJv6I?si=Hg6KvECEdNboJEX8
Meer lezen: https://filmdatabase.eyefilm.nl/collectie/filmgeschiedenis/film/een-koninkrijk-voor-een-huis/p

 

Operation Amsterdam (1959)

Operation Amsterdam (1959): met diamanten dwars door de stad scheuren

Locaties: IJmuiden, Centrum, diverse wijken

Het is 1940 en de Duitsers vallen Nederland binnen. De Britten willen voorkomen dat de Amsterdamse diamanten in Duitse handen vallen. Ze sturen er drie man op af. Twee Nederlandse diamantairs en een straffe Britse kolonel.

Zo gemakkelijk gaat dat natuurlijk niet. De stad is al half in oorlog. Haast is geboden om de diamanten te verzamelen.

Het verhaal van Operation Amsterdam wordt spannend verteld. Aldoor klokken in beeld en drums op de achtergrond. Niet alles is geloofwaardig. In 1960 werd al in The New York Times afgevraagd: moet je echt met je diamanten in een open auto dwars door een stad scheuren?

De taal is wel een probleem, zoals zo vaak in oudere niet-Nederlandse films. Zo is het volgens deze film doodnormaal dat we in een café onderling Engels praten. Als er geschoten wordt, roepen we ‘Take cover!’ De zogenaamd Amsterdamse Eva Bartok valt ook niet op Nederlands te betrappen, wel op vloeiend Engels (en ze is Hongaars). Peter Finch – Nederlander in de film – begroet zijn eigen pa in het Engels. As you do.

Er zitten meer rare dingen in de film (die zich onverwachts ontvouwt als een kraakfilm) maar wel aardig is dat je een inkijkje krijgt van Amsterdam ten tijde van de oorlog. Niet zo vaak zie je de stad midden in de vuurlinie. Soldaten die zich in portieken verschansen en lopen te schieten. Eva Bartok maait er zelf ook op los met haar machinegeweer als een vroege Bonnie & Clyde.

Operation Amsterdam heeft wel wat opnamen op locatie. Van Amsterdam zien we pleinen, gebouwen, grachten, bruggen. De Prins Hendrikkade is het meest herkenbaar. De andere zijn lastiger te onderscheiden en zijn vooral ‘Amsterdams decor’. De Vredenburgerbrug (bij de Oudezijds Voorburgwal) heeft nog wel een mooie rol in een scène. De brug ziet er vandaag de dag precies hetzelfde uit.

Een andere must see uit de jaren vijftig is de documentaire Amsterdam, stad van het water. Film van Max de Haas die de Amsterdamse grachten en havens in een etmaal vastlegde.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=DQwJAT2qHCY
Meer lezen: http://www.thysockersenfilms.com/TOF/FilmFun_files/FilmFun73.pdf

 

Fietsen naar de maan (1963)

Fietsen naar de maan (1963): drie broers, een meisje en veel fietsen

Locatie: Centrum (Waterlooplein, Kalverstraat, Reguliersgracht, Jodenbreestraat, Huidenstraat, e.v.a.)

Drie broers leiden verschillende levens. De joviale metaalhandelaar Dick; agent Kees; schilder Evert, vader van Joost. Wilma kent ze alle drie en valt voor Dick.

Ze krijgen ook met elkaar te maken. Dick duwt fietsen in de gracht en vist ze er later weer uit. Zo creëert hij een aardige verzameling. Levert geld op. Op zeker moment spant hij Wilma en de vermoeide Evert (‘Jouw kunst is niet meer in de mode’) voor zijn karretje. En Kees weet niet of hij ze moet arresteren.

De film moet het niet van een plot hebben maar is wel verrassend goed. Je ziet een normaal verhaal, normaal acteerwerk en een paar voorzichtige nouvelle vague-stapjes. ‘Een zachtaardige komedie’, volgens criticus Henk van Gelder. En dat klopt. Nergens gegil, godverdomme’s, met deuren slaan, borsten en billen.

Een ten onrechte onderschatte film van Jef van der Heyden, wiens hele oeuvre (vier films) je in een avond zou kunnen zien. In de film zien we bekende acteurs als Ton Lensink, Lex Goudsmit en Jeroen Krabbé (zijn debuut: hij is maar een minuutje in beeld). Schrijver Simon Carmiggelt – vermoedelijk de meest Amsterdamse chroniqueur van alle schrijvers – is ook even te zien.

De film bestond lang uit een ingekorte versie maar is sinds 2015 in ere hersteld. In het Stadsarchief werd het originele materiaal gevonden. Daardoor kunnen we nu kijken naar allerlei dagelijkse dingen uit die tijd. Reclameschilders, pruikenmodellen, Perry van der Kar (voorloper van Perry Sport), kroegen en snackbars uit die tijd (‘patat frites en ijs’), een karretje met iemand op een piano, ga zo maar door. Verrukkelijk.

Van het nouvelle vague-stijltje moet je niet veel verwachten. Af en toe hoor je stemmen bij beelden waarbij je geen mensen ziet. Nachtelijke fietsers. Fietsers die door de Raadhuisstraat razen. Dat maakt de film minder vernieuwend maar ook wat beter om uit te zitten dan de radicaalheid van menig nouvelle vague.

Fietsen naar de maan is ook een zeldzaamheid omdat de film grossiert in locaties van Amsterdam. De Brouwersgracht (waar Dick zijn fietsen in de gracht flikkert); Herengracht; Rapenburg; Sint Antoniebreestraat; Leidseplein; Reguliersgracht (pakhuizen De zon en De maan); Lindengracht; Kromboomsloot; KNSM-eiland; Valkenburgerstraat (Dicks schroothandel). En een prachtig stuk over het Waterlooplein.

Een stad die nog te maken had met armoede en verpaupering. En je ziet soms al de kiertjes naar de rebelse jaren die hierna gaan komen. Bijvoorbeeld met de studenten die de agent uitlachen. Lees meer over de context van de film in het stuk in Ons Amsterdam. En voor het tijdsbeeld mijn eigen artikel over Amsterdam in 1962.

Wil je vol voor de ‘polder-nouvelle vague’ gaan? Dan ben je beter af met de vroege films van ‘Pim en Wim’: Pim de la Parra en Wim Verstappen. Zoals De minder gelukkige terugkeer van Joszef Katús naar het land van Rembrandt. ‘Het jammerlijke van de film is dat ik niets te zeggen heb’, zegt een karakter dat inderdaad verder niets zegt. Echt interessant wordt het niet, dit verhaal over provo, maar wel veel beelden van Amsterdam in 1966. Jongens Jongens wat een meid van een jaar eerder is beter te pruimen (en korter). Het wordt nog iets Truffautistischer in hun al even Amsterdamse Liefdesbekentenissen uit 1967 – met Ramses Shaffy als manipulerende versierder.

De jaren zestig had een aantal sterke Amsterdamse documentaires die de tijdgeest weergeven:

  • Rondom het Oudekerksplein (Roeland Kerbosch, ook van Namens… de kinderen van De Pijp)
  • Omdat mijn fiets daar stond (Louis van Gasteren met Jan Wolkers)
  • Beppie (Johan van der Keuken filmt een brutaal Amsterdams meisje van tien jaar)
  • Big Ben (ook van Johan van der Keuken, over saxofonist Ben Webster die in Amsterdam-Zuid bij een hospita woont)

En voor de liefhebber zijn er een paar aardige maar ook wat gedateerde misdaadfilms:

  • Rififi in Amsterdam (John Korporaal)
  • 10:32 (ook een John Korporaal-productie, met een jazzbar)
  • Het gangstermeisje (Frans Weisz)
  • Kermisgasten (Jaap Speyer)

Film: https://player.eyefilm.nl/nl/films/fietsen-naar-de-maan (te huur voor € 3,50)
Meer lezen:
https://onsamsterdam.nl/vijftig-jaar-oude-speelfilm-geeft-prachtig-tijdsbeeld

 

De Inbreker (1973)

De Inbreker (1973): een klussie met een luggie

Locatie: Centrum (Damstraat)

In De Inbreker is het duidelijk wie er inbreekt: Willem ‘Glimmie’ Burg. Deze semiprofessionele inbreker moet voor de poen een klusje aannemen waar een luchtje aan zit (in de taal van deze film: een klussie waar een luggie aan zit). Hij moet de dochter van ene Van Borsen zien te vinden. Dat doet hij samen met zijn maat Bonk.

Burgs instinct geeft hem gelijk. Het zaakje stinkt. En ze belanden van het ene drama in het andere. Ze vinden de dochter. Die moet afkicken, sommigen willen haar dood hebben, en dan ook maar meteen Glimmie. Met inbreken heeft het weinig meer te maken.

Wat een ongelooflijk warrig script! Inbraak, hoeren, achtervolging, moord… Neem nu de ingewikkelde ontwikkelingen tijdens de rechtszaak. Moeder gaat met beste vriend van Glimmie en Glimmie heeft iets (of niets?) met een meisje van zestien. Dan is er nog de auto die in de gracht rijdt en ontploft.

Toch is de film genietbaar. Waar anders zie je de Zeedijk, Brouwersgracht, Damstraat in 1973? De trams, de interieurs, de bars, de Amsterdammers? Deze film is rijkelijk gevuld met scènes in de stad.

En dan de acteurs. Rijk de Gooyer, routineus de ster spelend; Frits Lambregts, aardig als rechercheur met hands-on-mentaliteit; Sylvia de Leur in een vermakelijke bijrol (kopie van Wat zien ik; Ronnie Bierman uit die film zit hier ook in). En een sfeervolle score van Ruud Bos. Het knullige spel van Jon Bluming en Jennifer Willems kijk je doorheen. Past ook wel bij de luchtige sfeer van de film, die Frans Weisz heel aardig voor elkaar krijgt.

Een jaar later maakte hetzelfde team het net zo Amsterdamse Naakt over de schutting. Rijk de Gooyer is nu een dappere duivenmelker. Hij gaat achter gangsters aan die iets met een seksfilm willen. Dat doet hij samen met een karatekampioen (uiteraard Jos Bluming) en diens leerling (uiteraard Jennifer Willems). Verder zien we 70’s sterren als Sylvia Kristel, Adele Bloemendaal (‘Lulll’) en Ko van Dijk als rechercheur. Van Amsterdam zien we de Damstraat, Brouwersgracht, Paradiso, Rokin en Weteringschans.

De twee films lijken zo op elkaar dat je ze in je geheugen door elkaar gaat halen.

Dit verhaal van Rinus Ferdinandusse is te warrig om te kunnen vergelijken met grote internationale producties. Aan de andere kant wordt het niet Amsterdamser dan een achtervolging met trams, mensen die in de gracht geworpen worden, een solex die door de Oudemanhuispoort crost en mensen die dus naakt klimmen over een schutting.

Film (gratis): https://player.eyefilm.nl/nl/films/naakt-over-de-schutting
Meer lezen: https://www.vprogids.nl/cinema/lees/artikelen/specials/2022/naakt-over-de-schutting-op-eye-film-player.html

 

Special in een special: het gouden filmdecennium van Amsterdam
Eind jaren zestig werd Amsterdam opeens een populaire bestemming voor jonge mensen. Dat kwam vooral door de toegankelijkheid van softdrugs in de stad. En de reputatie van een liberale, tolerante stad. Daar kwam de prostitutie in de rosse buurt bij als ‘attractie’ waarvoor men naar Amsterdam kwam.

Ook de films kregen een nieuw elan. Een nieuwe generatie regisseurs en acteurs brak door. Maar liefst vier Amsterdamse films uit deze tijd staan bij de tien best bezochte Nederlandse films ooit: Turks Fruit, Keetje Tippel, Blue Movie en Wat zien ik?.

Het zal er wel iets mee te maken hebben dat films sinds de jaren zeventig vol zaten met naakt en seks. Een soort ‘groeifase’ van de toch wat knullige Nederlandse (Amsterdamse) film. Bloot in films werd bijna een soort zelfvervullend cliché.

Dan denk je aan Nederlandse/Amsterdamse films als…

  • Turks Fruit (Paul Verhoeven; met de beroemde fietsscène over het Rokin, Vijzelgracht, Albert Cuyp)
  • Nacht zonder zegen (Jan Dorresteyn)
  • Blue Movie, Mens erger je niet en Alicia (Wim Verstappen)
  • Frank en Eva (Pim de la Parra; dit grachtengordelseksdrama is een favoriet van Quentin Tarantino)
  • Quelle strane occasioni (komediant Paolo Villaggio als sekswerker in eerste segment, regisseur Nanni Loy vond het zo slecht dat hij zijn naam er niet aan wilde verbinden)
  • Grijpstra en De Gier (een soort Nederlandse versie van Freebie and the Bean van Wim Verstappen)
  • Andy, bloed en blond haar (cultfilm van Frank Wiering over een moordende Tukker die naar Amsterdam gaat; lees het interview met de regisseur op Indebioscoop.com)

Nederlandse/Amsterdamse films uit die tijd hadden een vreemde obsessie met ‘gezellige’ Amsterdamse prostituees. Denk aan films als:

  • Wat zien ik (Paul Verhoeven, naar het boek van Albert Mol)
  • Keetje Tippel (Paul Verhoeven)
  • Rooie Sien (Frans Weisz)
  • Geen Paniek (Ko Koedijk, scenario Kees van Kooten: met ‘massagesalon’ van tante Toetje)

Amsterdam figureerde ook in een aantal ‘gewone’ films:

  • Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming (drie regisseurs naar boek van Heere Heeresma)
  • Rufus (Samuel Meyering)
  • VD (Wim Verstappen)
  • Het jaar van de kreeft (Herbert Curiel)
  • Daniel (Erik Terpstra, deze aardige film bespot de seksuele vrijheden juist)

Internationale actiefilms zagen vooral kansen in de Amsterdamse grachten:

De filmsnob kon terecht bij een paar ‘auteurs’ die op hun eigen manier Amsterdam observeerden:

  • Trafic (Jacques Tati, misschien wel de beste film over Nederlandse gewoonten, met hoofdrol voor de RAI)
  • Alice in the Cities (Wim Wenders)
  • Sweet Movie (maffe film van Dusan Makavejev met beelden van de Nassaukade)

Een gouden filmperiode dus – die heeft vastgelegd wat nu door de loop der tijd ongrijpbaar is geworden: Amsterdam als stad waar alles kan.

 

De Witte Waan (1983)

De Witte Waan (1983): drugs, pakhuizen en surrealisme

Locaties: Centrum, Oost (Veemkade)

Lazlo, kunstenaar, haalt zijn drugs op een schip bij een kerel genaamd Fuji. Lazlo zegt niet veel. Hij mediteert bovenop spoorbruggen. Tegelijkertijd is er een oudere vrouw bij een villa die doet alsof ze praat met iemand: zijn moeder. Daar heeft hij niet veel mee. ‘Mijn moeder is een dode tuin.’

Na een ongeluk komen ze toch nader tot elkaar. De vader blijkt de sleutel te zijn geweest tot hun onverwerkte ellende.

Dit was de laatste film van regisseur Adriaan Ditvoorst voor hij een einde aan zijn leven maakte. Zeehondjes die worden doodgeknuppeld, een jogger, shots van leguanen, een bizarre geluidsmachine, een gitaarkoffer waar duiven uitkomen, een arts die staart en je hoort het geluid van zweepslagen, Lazlo die de Gezangen van Maldoror van De Lautréamont leest. De film zit ramvol surrealistische verwijzingen. De muziek van Clous van Mechelen past er goed bij.

Bijna on-Hollands hoe symbolisch en surrealistisch deze film wel is. Doet soms denken aan Bertrand Blier – maar net niet. De film is losjes gebaseerd op de roman De Moeder van David S. van Yvonne Keuls. Dat is toch wat anders dan Bliers geestige en filosofische scripts. Lazlo is ook nauwelijks meer dan een karikatuur.

Dan is de film ook traag – een uur had beter gewerkt. En krijg je zoals altijd het irritante ‘theatertoontje’. Zelfs de koele Lazlo klinkt als iemand van de theateracademie. Dieptepunt was de cameo van ‘verslaafde’ Theo van Gogh: ‘Ik moet scoohoooreeuuh!’

De beelden van pre-hip Amsterdam zijn een bonus. De Veemkade als de Londense Docklands in The Long Good Friday. Een oude fabriek waar Lazlo werkt als schilder. Verlaten schepen. Verder zien we het AMC, de Bijlmerbajes en de metro. (Ik twijfel over de brug waar Lazlo bovenop zit: lijkt de Demka-spoorbrug in Utrecht. Hoe hebben ze dat gefilmd?)

Het is een portret van een periode dat de stad, net als andere grote steden, werd geplaagd door drugshandel en drugsverslaafden.

Méér drugsgebruik zien we in Hanna D. la ragazza del Vondelpark. Meteen een waarschuwing: dit is een verschrikkelijke exploitatiefilm. Volop spuiten in armen en dubieuze seksscènes. Een soort Christiane F. maar nóg smakelozer. De smakeloosheid zie je ook terug in de ongepaste bontjassen die iedereen draagt (je kunt het geeneens meer sluikreclame noemen).

Deze film zou je niet aan je ergste vijand tippen. Waarom toch noemen? Omdat Italianen altijd gretig buiten filmen. De film toont meer locaties dan onze eigen films: de Heineken Hoek (nu net gesloopt), Zeedijk, een molen bij de Indische buurt, de oude pont, een rommelig Centraal Station, de PH-kade, havens, het schaatspleintje op het Leidseplein en een paar ruïne-achtige gebouwen waarvan ik zeker weet dat ze alleen in deze film zijn vastgelegd. Ook was het om cynische redenen (kijk, Amsterdam!), een Nederlandse film zie je dit niet doen.

Deze twee films kun je de schaduwkant noemen van de seks & drugs-vrolijkheid van de jaren zeventig. De jaren tachtig waren een pittig decennium voor de hoofdstad. Sanering, leegstand, krakersrellen, heroïnegolven, graffiti, vandalisme. De stad was onherkenbaar anders dan de stad waar mensen nu miljoenen voor appartementen betalen. Lees mijn eigen interview over dit onderwerp. Of bekijk deze aflevering van Andere Tijden.

Andere 80’s films met hier en daar sfeerbeelden van de stad:

  • Amsterdamned (Dick Maas)
  • Een zaak van leven en dood (George Schouten)
  • Hoge hakken, echte liefde (Dimitri Frenkel Frank)
  • De Schorpioen (Ben Verbong)
  • Max & Laura & Henk & Willie (Paul Ruven)
  • Lost in Amsterdam (Paul Ruven)

Het waren wederom de documentaires die deze turbulente jaren het beste vastlegden:

  • Een fotograaf filmt Amsterdam (Ed van der Elsken)
  • Amsterdam global village (Johan van der Keuken)
  • Allemaal rebellen (Louis van Gasteren)
  • Amsterdam Huilt (Derk Sauer)

Een speciale vermelding voor Waar de ratten koning zijn. Deze film van Barbara den Uyl (inderdaad dochter van de beroemde PvdA-politicus) ging over de Staatsliedenbuurt. Dat is de buurt waar ik opgroeide. De getoonde Rioolrat was bij ons om de hoek. Ik heb nog gekeken of ik zelf als kind in de achtergrond zat te knikkeren, maar dat was niet zo. Heb je de komende 55 minuten niets te doen? Bekijk dan de film op YouTube.

Meer lezen: https://8weekly.nl/recensie/film/adriaan-ditvoorst-ditvoorst-het-complete-oeuvre-cinematografische-geschiedenis-prachtig-bewaard/

 

Hufters & Hofdames (1997)

Hufters & Hofdames (1997): luchtige romantiek in 90’s Jordaan

Locatie: Centrum (Jordaan)

Dimitri weet niet hoe hij vrouwen moet versieren. Hij wil wat met Esther maar is door haar ‘gefriendzoned’. Met vrouwen praat hij graag over blindschaken en Zuidoost-Azië. Zijn vriend Maarten raadt hem dat af. ‘Je moet je meer als een hufter gaan gedragen, dat is wat die wijven willen.’

Tegelijk kruist een hufter telkens zijn pad: Gino. Die probeert juist zijn agressie te beheersen en meer als Dimitri te worden. Als vriendje haalt hij meer onvoldoendes dan voldoendes. Maar hij is wel een vriendje.

Zoals de Fransen Cédric Klapisch hebben, hebben wij Eddy Terstall. Ook Nederlanders kúnnen lichtvoetige films maken: Hufters en Hofdames is een heel aardig voorbeeld. Een voor Nederlandse begrippen grappige film over twintigers.

Terstall schreef en regisseerde de romantische komedie, werd door vijf omroepen afgewezen, haalde op eigen houtje 40.000 gulden binnen, en maakte in zestien dagen deze luchtige film. Een creatieve revanche.

Het kleine team deed dat onbetaald en soms met draaidagen van 18 uur. De kleinheid is hier vermoedelijk ook de kracht, zoals Terstall zelf ook vond. ‘Werken met een kleine crew maakt je flexibel, waardoor het makkelijker wordt om zeg tien scènes per dag op te nemen. Op een gegeven moment kom je in een soort roes.’

De kracht van de film zit hem (net als bij Cédric Klapisch) in de goedlopende dialogen en de komische timing. Geestige gesprekken over liefde, relaties. De monologen van Maarten maken ze al snel maf (inclusief verwijzingen naar de apenwereld). Halverwege switcht de film naar het perspectief van ‘hufter’ Gino. Aardig idee maar je krijgt iets te vaak hetzelfde te zien. Op het einde zijn de ideeën op; ik denk dat de film ook wat korter had gekund.

De film kijkt ook prettig weg omdat het werd gemaakt door een groep vrienden die de toon van de film snapten. Daan Ekkel en Marc van Uchelen (die in 2013 trouwens een einde aan zijn leven maakte); Arthur de Boer (‘Heey, Alzheimer!’); Nadja Hüpscher en Rifka Lodeizen (hun eerste rollen). Een film die bij ondergetekende destijds close to home komt.

Van Amsterdam zien we onder andere de Egelantiersgracht, Leidseplein, Leidsestraat en Vondelpark. De Jordaan heeft hier een vergelijkbare rol met het 11e arrondissement in Klapisch’ een jaar oudere film Chacun Cherche son Chat. Veel zien we er niet van.

Wel leuk: de typisch Amsterdamse dingen uit de 90’s als clubs als Soulkitchen, Roxy, Richter; junks met vlapakken; fietsendieven; thuisteelt; koffie verkeerd; poolcentra; enz.

De film paste in een boeiend golfje van luchtige, kleinschalige tragikomedies van jonge filmmakers:

  • Zusje (Robert Jan Westdijk)
  • De Jurk (Alex van Warmerdam)
  • Babylon (wederom Eddy Terstall)
  • Siberia (wederom Robert Jan Westdijk)
  • Jezus is een Palestijn (Lodewijk Crijns)

En er waren ook nog een paar meer reguliere speelfilms met beelden van Amsterdam:

  • Advocaat van de Hanen (Gerrit van Elst)
  • Do not Disturb (Dick Maas)
  • Naar de klote (Aryan Kaganof)
  • Vrijmarkt (Hans Hylkema)

Meer lezen: https://filmkrant.nl/recensies/hufters-hofdames/

 

Lek (2000)

Lek (2000): misdaaddrama met Amsterdamse branie

Locaties: Centrum, Oost, havens

Agent Eddy heeft een vreemde vriendschap met een crimineel. Hij wordt geronseld door de CID om ‘een informant’ hoewel hij daar helemaal geen zin in heeft. En dan zit er ook nog eens een lek bij de politie. Hoe lost Eddy dat op? Hij neemt zijn maat in vertrouwen.

Lek was de eerste Nederlandse misdaadfilm in tijden die me verraste met flair en acteerwerk. Acteurs die mógen acteren. Victor Löw flink over de top als labiele crimineel Jack. Gijs van Scholten Aschat had in The House of Cards gekund. Ton Kas doet denken aan Dobermann. Een niet-slappe Nederlandse film: een zeldzaamheid.

Aan het begin zie je hoe populair de films van Quentin Tarantino toen waren. Al schlagers zingend iemands lot bezegelen – het is bijna een Nederlandse variant van een Tarantino-scène. Het verhaal wordt vaardig verteld. De film heeft geen inkakmomenten.

Lek geef ik een goed cijfer voor flair. Het verhaal is iets anders. De film worstelt tussen the power of cinema of een serieus politieverhaal vertellen. Dat verhaal knipoogt zoals de Filmkrant in 2000 schreef naar de IRT-affaire. De keuzes tegen het einde nekken Lek een beetje want de plotwendingen worden steeds vreemder.

Wel genieten van de shots op buitenlocaties: Amsterdam-Oost (Javaplein, Muiderpoort), Centraal Station & de pont, Rapenburg, de havens. En natuurlijk de kebabzaak om de hoek.

Film: https://npo.nl/start/serie/lek/seizoen-1/lek_5/afspelen (via NPO-Plus-account)
Meer lezen: https://filmkrant.nl/recensies/lek/

 

Kortom…
De meest ‘Amsterdamse’ films werden grofweg in de periode van 1967 tot 1982 gemaakt. Diverse cineasten werden gestimuleerd door collega’s in het buitenland om ook hun grenzen te verleggen. De Inbreker, Naakt over de schutting, Wat zien ik, Turks Fruit. En curieuze films als Daniel, De Verloedering van de Swieps, Andy.

De jaren tachtig is voor mij het decennium van de gemiste kansen. Commerciële films als Spetters, Flodder, Joep Meloen, Amsterdamned. Oncommerciële minimal-films van Paul Ruven. Niets ertussenin.

Waarom geen ijzersterke thriller? Of een duistere trip door de onderwereld? Een hilarische komedie van losers? De perfecte decors waren er: de stad was een volgegraffiteerde ruïne. Laten we maar zwijgen over gemiste kansen in steden als Rotterdam, Utrecht of waar dan ook in Nederland.

De jaren 90 waren beter maar sindsdien is het wisselend. Amsterdam is nu vooral een cinematografische ansichtkaart. Vaak gladde buitenlandse producties die de romantiek van de stad verkopen. Ze missen een ding enorm: Rijk de Gooyer die ergens in de film ‘Krijg het lazarus’ zegt.

 

3 maart 2023

 

Lees ook deel 1: Camera Obscura Special: Parijs
Lees ook deel 2: Camera Obscura Special: New York
Lees ook deel 3: Camera Obscura Special: Londen
Lees ook deel 4: Camera Obscura Special: Tokio

IFFR 2024 – Deel 5: Dieven, moordenaars, geesten en weerwolven

IFFR 2024 – Deel 5:
Dieven, moordenaars, geesten en weerwolven

door Bob van der Sterre

Met de special van de gebroeders Manetti is er veel aandacht voor misdaadfilms op IFFR. Het duistere van ons bestaan is sowieso een inspiratiebron voor veel filmmakers. Tijdens deze IFFR waren er geesten, criminelen, moordenaars en zelfs weerwolven te zien.

 

Diabolik

Diabolik – Entertainend maar wel een beetje leeg
De meestercrimineel Diabolik heeft een dure diamant op het oog. Om die te bereiken gaat hij over lijken. Maar niet over dat van Eva Kant, de eigenaresse van de diamant. Ze gaan samenwerken als dieven. Samen overkomen ze de uitdagingen die bij deze levensstijl horen.

Diabolik (deel 1, er zijn nog twee delen gemaakt in 2022 en 2023) is een vlot gemaakte actiefilm van de gebroeders Manetti, van wie een special is tijdens deze IFFR. De film is een remake van Lamberto Bava’s cultklassieker Diabolik uit 1968. Die was weer gebaseerd op een beroemde pulpstrip van Angela Guissani uit 1962. Ging over een killer in de stad ‘Clerville’ (Genève)

Deze Diabolik is een stijlvolle misdaadfilm – beetje noir-achtig – en kijkt makkelijk weg. Diabolik is wel ver verwijderd van de charmante, menselijke crimineel waar we in de loop der jaren zo gewend aan zijn geraakt. Hij is een eng kijkende gast die gretig messen in ruggen werpt. Juist dat badboy-achtige werkt goed bij Eva Kant. Ze is meer van hem gecharmeerd dan van iemand als Caron, die denkt haar hart te winnen met chantagepraktijken.

Van mij had de film nog wel wat rauwer mogen zijn – dus een breuk met de stijl van Diabolik. Of juist een film in de popartstijl van 1968. Het is nu een iets te nette, behoudende misdaadfilm die denk ik niet echt de tand des tijds zal doorstaan.

 

Moscas

Moscas – Verdomd, een lijk in mijn wagen
Alberto Machi is een typische smeerlap. Steenrijk met bouwprojecten. Gemene blik, eng kapsel, eeuwig zakenpak. Familie woont in een groot huis maar houdt niet echt van hem. Hij heeft zelfs iemand in dienst voor de vuile klusjes (‘Cloaca’).

Maar dan. Een lijk in zijn auto. Een hoop vliegen (moscas). Wie heeft dit gedaan? Genoeg kandidaten. Is het zijn businesspartner? ‘Cloaca’? De gast die viel van het gebouw dat ze aan het bouwen zijn en aan zijn lot hebben overgelaten?

Het is niet de meest originele film van IFFR, deze Spaans-Argentijnse productie van regisseur Aritz Moreno. Zo’n type wraakfilm heb ik vaker gezien en veel verrassende wendingen zijn er niet.

Maar het is wel goed vakmanschap. De juiste spanning, de juiste ellendige rol van Ernesto Alterio, het juiste tempo (anderhalf uur) en goed beeldwerk. Moscas heeft onderweg naar het plot ook sterke stukken (de introductie van Cloaca) maar de beste scène is als hij thuiskomt bij zijn familie, het belangrijke cadeau van zijn dochter compleet vergeten is en dan ijzerenheinig zijn steak blijft eten.

 

Dream Team

Dream Team – Charmante weirdness
No en Chase – Interpol-agenten – reizen wat af om te leren over de moorddadige kanten van koraal. Waarom? Een koraalspecialist is overleden en dat kan wel eens door het koraal zelf komen. Dat is raar. Zit er iets achter?

De film speelt zich af in 1997 en er zijn veel knipogen naar die tijd. Van oldskool beeldbellen tot faxmachines (hij faxt ‘Wat heb je aan?’, zij (naakt) stuurt een lege fax terug). De kleding. De paarse tussentitels.

Deze luchtige stijl van Dream Team kun je waarderen als je je openstelt voor wat lowbudget mafheid. Zoals de ontmoeting met de koraaldeskundige die steeds minder kleren overhoudt en met hen eindigt in een jacuzzi. Stagiairs die gaan tennissen. Een basketbalteam bij een wijnproeverij. Een hoop knipogen waar je zonder context op je achterhoofd van gaat krabben. Als er op een gegeven een onzichtbare man genaamd Keith een sigaret opsteekt, verbaast het je niet meer.

Het is ook de stijl die telt. Dromerige sfeer, beelden over elkaar, relaxmuziek en heel veel beelden van luchten en stranden. En een soort antispanningsboog. Interpol-agenten die midden in de film zeggen: ‘Onderzoek naar de moord? Nee, we doen alleen research.’

Het is iets té veel cult wat mij betreft maar regisseurs Lev Kalman en Whitney Horn maakten de film wel echt helemaal in hun eigen stijl. Zoals de vormgeving van een serie, met een zich herhalende intro bij ieder hoofdstuk. En het acteerwerk moet wel opzettelijk zo houterig zijn. Een niet-correcte stijl van acteren is óók een stijlvorm. Het is dan bijna teleurstellend dat achter deze aangename nonchalance tóch stiekem een maatschappijkritisch verhaal schuilt.

 

Blackout

Blackout – Weerwolf in een Volvo
Charley is kunstenaar in een dorp dat wordt gerund door een irritante ondernemer die zich niet schaamt voor zijn vervuilende praktijken. Al rondrijdend in een Volvo probeert Charley te regelen dat de ondernemer ontmaskerd wordt. Waarbij ontdekkingen van zijn overleden vader helpen.

Een probleem: Charley is ook een weerwolf. En dat gaat vaak mis. Zeker als je je Volvo blijft rijden. Je kunt wel beide functies combineren: kunst maken van je weerwolfslachtoffers.

Op zeker moment komt de politie kijken. Maar die raakt niet snel onder de indruk, zelfs niet als hier en daar uit elkaar geripte lijken op de weg liggen. De inwoners van het stadje hebben geen politieonderzoek nodig. Het is toch die ene immigrant, weten zij zeker.

Blackout lijkt zich te presenteren als een indiedrama met een weerwolfthema. Er is wel meer geklets, meer drama, meer animatie, en een redelijk maffe scène waarbij een vriend de transformatie filmt, maar hoe origineel kun je het weerwolventhema maken? Het matige acteerwerk helpt de film van Larry Fessenden ook niet zo, hoewel Alex Hurt (zoon van William Hurt, die in foto’s nog even langskomt als vader van Charley in de film) zich er nog wel aardig doorheen slaat.

 

Adagio

Adagio – Rome met gepensioneerde gangsters
Manuel is de zoon van de oude topcrimineel, de intussen half dementerende Daytona. Als Manuel wordt betrapt bij openbare seks, moet hij in ruil voor de illegaal bijklussende politie naar een feest. Hij moet een bepaalde politicus erbij lappen. Manuel krijgt koudwatervrees, vlucht, krijgt de politieagenten achter hem aan, zoekt hulp bij oude vriendjes van zijn vader. Het is een ouderwetse clusterfuck. Ondertussen komen natuurbranden steeds dichterbij de stad.

Ook al was er na afloop een ovatie (voor het scherm? de projector?), toch is het script van Adagio niet zo heel sterk. Het gaat in feite om een jongen die iets moet doen en dat niet doet. Waarom dan meteen ombrengen als ie wegloopt en je eigen carrière op het spel zetten? Dat is een beetje vreemd voor de kijker. Nota bene in de film vinden ze het ook een slecht plan.

Rooten voor criminelen is altijd een worsteling in cinema. Deze agenten kun je ook niet echt sympathie voor voelen. Overigens ook precies waar ik in Suburra (serie/film) ook moeite mee had. Al die eikels! En dan is Manuel ook nog een reliëfloos karakter – dat helpt niet.

Wat de film van Stefano Sollima (dus ook maker van Suburra) wel interessant maakt, is de erg smaakvolle cinematografie. Die is van Paolo Carnera. Deed ook de cinematografie voor Suburra. Een betonnen Rome. Eenvormige gebouwen, hoge snelwegen, kille trappenhuizen, dakterrassen, enorme stations (Termini en Tiburtina). Er is veel tijd voor de beelden (adagio is de muziekterm voor ‘rustig tempo’).

Ook de aftakeling van de bendeleden van de ooit zo beruchte La Banda della Magliana is mooi weergegeven. Ze dementeren, worden blind, lijden aan kanker. In hen brandt soms nog steeds die hufterige oercrimineel op een laag pitje. Dat werkt dankzij het acteerwerk van Toni Servillo en de onherkenbare Pierfrancesco Favino. En ook Adriano Giannini als agent is een sterke rol.

Als de stroom uitvalt, oogt de stad als een grote desolate, zwarte massa. Dan pas valt op hoe heel de stad wordt bedreigd door een rode vuurzee. Ongetwijfeld een metafoor voor nieuwe toestanden.

 

Hungry Ghost Diner

Hungry Ghost Diner – Geest op zijn Maleisisch
Bonnie heeft een foodtruck genaamd Hungry Ghost Diner. Op een avond heeft ze in de stad waar hij truck staat een ontmoeting met haar oom, van wie ze nog niet weet dat hij gestorven is. Ze keert terug in het dorp van haar familie, ontmoet haar vader met wie ze een moeizame relatie heeft, begraaft haar oom, wil weer weg, maar dan… lockdown.

Ze blijft bij haar vader en ontmoet daar alle geesten: oom, tante, oma, opa en moeder. Wil ze nog terug? Op een of andere manier ligt haar toekomst verborgen in de manier hoe haar vader de ‘hakka mein’ (noedels) maakt. Maar hoe weer op speaking terms te komen met haar vader? ‘De doden maken me niet bang, het zijn de levenden!’

Voor de (enige) film die ons artikel likete op Facebook kunnen we wel wat aandacht geven. En het komt heus niet door dit blijk van support, maar ik vond Hungry Ghost Diner een prettige film om te zien. Allereerst letterlijk. De flink roze en blauw gesatureerde beelden bedwelmen. En het is ook luchtig. De oom die zegt: ‘Het is de eerste keer dat ik sterf, cut me some slack.’ De liedjes van zangeres en hoofdpersoon Keat Yoke Chen passen hier goed bij.

Daarnaast gebruikt de film ook de coronaperiode (lees ook onze corona-aflevering van vorig jaar). Het is best bizar dat zo weinig films iets hebben geprobeerd te doen met dingen als lockdowns en social distancing.

Misschien had ik op nog iets meer mysterie gehoopt, duurt de film iets te lang en miste Chen iets te veel expressie bij bepaalde scènes, maar Hungry Ghost Diner is een vriendelijk verhaal over geesten en eten, en geeft je een goed gevoel bij het kijken. Films over identiteit hoeven niet altijd moeilijk te zijn.

 

4 februari 2024

 

IFFR 2024 – Deel 1: De (ongetwijfeld) beste film uit de Tigercompetitie
IFFR 2024 – Deel 2: Sciencefiction met een mysterieus randje
IFFR 2024 – Deel 3: Stijlvolle risiconemers
IFFR 2024 – Deel 4: Kan cinema nog een vorm van escapisme zijn?
 

MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2024 – Deel 3: Stijlvolle risiconemers

IFFR 2024 – Deel 3:
Stijlvolle risiconemers

door Bob van der Sterre

Wat durf op het gebied van stijl kan in cinema veel plezier bieden. IFFR heeft een paar interessante opties. Wat blijkt: de jaren tachtig blijven géven.

 

The Paragon

The Paragon – Interdimensionale tenniswedstrijd
Het leven van de ex-tennisser en ex-tenniscoach Dutch was door een aanrijding al niet best, maar daarna komt hij in een depressieve spiraal terecht. Baan kwijt, vrouw kwijt, gezondheid beroerd. Hij wil alleen maar wraak op de aanrijder (in een grijze Toyota Corolla).

Een cursus helderziendheid moet hem op het juiste pad krijgen. Docent is Lyra, die in een zwart pak rondloopt en nooit lacht. Enige dilemma: ze heeft een vervelende broer die toegang heeft tot alle dimensies.

De lessen vallen niet mee. Eten op kleur (‘vandaag eet je blauw’), telelocatie leren en telekinese kunnen toepassen. Dan wil Dutch ook nog de hoekjes van de cursus afsnijden.

Je denkt aanvankelijk bij deze film van Michael Duignan: gaan we weer met een flauwe bovennatuurlijke komedie. Maar The Paragon heeft een veel creatievere filmstijl dan zulke films. Het zit vol visuele ideeën. Met een nadruk op kleur – soms effen, soms juist alles door elkaar. Daarnaast spelen Florence Noble (Lyra) en Benedict Wall (Dutch) perfect droogkomisch en blijft het interdimensionale verhaal onderhoudend tot het einde (en prettig bondig). De droge Nieuw-Zeelandse humor waar ik op hoopte (denk aan Flight of the Conchords) is dan kers op de taart.

Volgens IFFR heeft Duignan ruime ervaring in ‘korte films, kookprogramma’s, videoclips en afleveringen van de cultserie Power Rangers’. De mix van die ervaring met jarentachtigmuziek en kleurrijke beelden is hier smaakvol toegepast. Daaraan zie je hoe belangrijk het is dat iemand ervaring opdoet met visuele ideeën voor er grote projecten worden opgepakt.

 

Wander to Wonder

Wander to WonderGeestige stopmotion over kinderprogramma
Wander to Wonder, het heeft nooit bestaan maar oogt als iets wat wél bestaan had kunnen hebben. Een man geeft met zijn poppen (Mary, Billybud en Fumbleton) op tv levenslessen aan kinderen. Tot hij sterft… en niemand hem ophaalt. De vilten poppetjes moeten zelf overleven. Ze krijgen honger. En dan zijn er de vliegen.

Zwart-humoristische stopmotionfilm van slechts veertien minuten, gemaakt door Nina Gantz. Ik moest diverse keren grinniken om deze poppen die proberen te overleven door potten augurken kapot te maken. En langzaam beginnen door te draaien.

Veel oog voor details (de tapes waarmee de vader van het poppengezin uit het raam kan staren) in een geestige parodie op een tv-kinderprogrammastijl van de jaren zeventig, begin tachtig die vrijwel niemand nu nog kent.

 

So Unreal

So UnrealDe esthetiek van 80s en 90s technologie
Film is er altijd snel bij om de onderstromen van de technologie vorm te geven, horen we in het video-essay So Unreal. In de jaren tachtig en negentig nam het een grote vlucht. Eerst begon het met experimentele videoclips (clips van Mick Jagger, Kraftwerk, ravebands). Daarna films waarin mensen met computers werken aan projecten: Tron, Looker, Electric Dreams, Brainstorm, Weird Science, Arcade, Nirvana etc. Hackers kwamen in de cinema: Sneakers, The Net, Ghost in the Machine, Hackers. Technologie werd bedreigend met films als Videodrome, ExistenZ, The Matrix, Mindwarp, Strange Days, Lawnmower Man, The Terminator.

De film van Amanda Kramer – muzikant, schrijver en regisseur – werkt goed als je de vele ‘cybertropes’ uit al deze films op een rij ziet. De nobele hacker. De nerdy codekrakers. De cyberjunkies. De gemene multinational. De bloeddorstige robot. De beelden worden aan elkaar gepraat door zangeres Blondie.

Als beeldkunstwerk is So Unreal een aantrekkelijke productie die niet verveelt; als essay werkt het minder. Het is meer een overzicht van de films die verschenen dan een opgebouwd verhaal in essayvorm dat langzaam naar een plot toewerkt, waar je inzichten mee opdoet die je daarvoor nog niet had. Je hebt ook wel minstens negen films nodig om dit verhaal over technologie en beeld (uit die specifieke periode, want er zijn ook oudere films, neem Desk Set uit 1957) goed te vertellen.

De film had veel gehad aan een wat meer afgebakend thema. Nu krijg je vooral een boel mooi klinkende quotes. ‘Tron is een liefdesbrief in beeld en geluid aan een cyberspace dat aan het geboren worden is.’ ‘Een existentiële crisis van cyberproporties.’

Daarnaast is het wat te Amerikaans. Een film over technologie in de jaren tachtig en negentig en manga krijgt geen aandacht? Hoewel Tetsui: The Iron Man wel ineens opduikt. Al met al een wisselend resultaat.

 

Under a Blue Sun

Under a Blue Sun – Rambo in Israël
Rambo III uit 1988 ging over hoe Afghanen de Russen verslaan met hulp van de Amerikaanse superheld. De Negev-woestijn in Israël moest voor Afghanistan doorgaan. Regisseur Daniel Mann maakte er een film over. Hij vertelt zijn mails aan Sylvester Stallone, filmde in de woestijn zelf, ontmoette mensen en vond archiefbeelden.

Geweldig idee: hoe je een pulpfilm, een Stallone-vehikel, als uitgangspunt neemt voor je eigen nieuwsgierigheid. Het ontleedt als het ware de massaproductie en haalt er alles uit wat interessant is. Hoe het leger meehielp aan de film. Hoe de bedoeïenen het gebied zien. Hoe een soldaat in dit gebied spoorloos raakte. Hoe een specialeffectsmaker extra trage ontploffingen creëerde. Hoe Stallone bijna opschept over de spanning van filmen in dat gebied: ‘Er waren 91 aanslagen.’ En hoe de zon blauw werd gemaakt ‘omdat het mysterieus oogt’.

Niets tegen die blauwe zon – ik vind dat best een mooie cinematografische vondst eigenlijk – maar deze film laat weer zien dat zelfs achter een ogenschijnlijk simpele actiefilm als Rambo III mooie verhalen te vinden zijn.

En nu voor de echte avantgardisten…

 

Cosmic Miniatures

Cosmic Miniatures – Hoe een avantgardist kijkt naar het universum
Knalgroen, knalrood, klassieke muziek… Vervolgens een AI-gegenereerd beeld van zwemmende mieren. En dan in (net niet) comic sans-lettertype knalgroot in beeld: ‘Bij de volledige snelheid van het licht, kan informatie die van links uit de kosmos komt nooit de rechterkant van de kosmos bereiken. De lichtstraal zou meer tijd nodig hebben dan het universum heeft bestaan.’

Dat moet wel Alexander Kluge zijn denk je misschien (cineast, docent, tv-maker, lees deze aflevering van Camera Obscura). Dat klopt: hij maakte dit educatieve én artistieke project over het universum. De met kunstmatige intelligentie gemaakte beelden zijn flink uitzinnig, evenals de muziek en de lettertypen. Lees het verhaal van de film op de website van IFFR.

Zo krijg je een artistieke interpretatie van het exoplanetensysteem van Gliese 581. Maar er is ook aandacht voor dieren en de ruimte. Zoals dieren die kúnnen bestaan bij sterren als Aldebaran en de Pleïaden. Het sterkste stuk is als Kluge en de AI losgaan op het verhaal rondom de hond Laika en haar afstammelingen. Later zien we ook hoe ze katten mishandelden uit naam van wetenschap.

Beetje rafelige, chaotische productie. Drie kwartier was denk ik voldoende geweest. Toch bijzonder als je weet dat Kluge dit nog op 91-jarige leeftijd in elkaar heeft gezet.

 

The Electric Kiss

The Electric Kiss – Ambienttrip van 18 minuten
‘You didn’t show up in the future on time.’ Ambient-achtige muziek en kleurrijke beelden gaan samen met een verhaal in ondertiteling. Wederom AI-gegenereerde beelden – vaak heel fel à la de neonkleuren van de 80’s –  gaan samen met een score van Jung An Tagen.

Ik denk dat deze 18 minuten durende film van Rainer Kohlberger te heftig zal zijn voor mensen die minder ingewijd zijn in video-art. Deze video gaat over onze omgang met ‘realiteit’. ‘Ik ben dertig seconden oud. Dat is de beste manier om mijn welzijn te beschrijven.’ En: ‘Als ik sterf, zal ieders leven voor mijn ogen passeren.’

Watching Words Becoming a Film (TXT.FLM #3) – Woorden in beeld
Wat moet je hier nog aan toevoegen? ‘This is a film and these are the words.’ Zes minuten lang kijken we naar woorden in beeld. Over woorden in beeld.

Volgens IFFR verbindt Herman Asselberghs ‘politieke avantgardefilm met het tijdperk van de alomtegenwoordige appjes’. Ik vond het vooral lekker brutaal, deze 6 minuten durende productie, die laat denken hoe vreemd dat eigenlijk is, woorden in beeld te zien.

Met al deze films geldt: omarm de weirdness! Je zou wensen dat wat meer mensen in de filmwereld risico’s durven te nemen.

 

31 januari 2024

 

IFFR 2024 – Deel 1: De (ongetwijfeld) beste film uit de Tigercompetitie gaat over de giraffe
IFFR 2024 – Deel 2: Sciencefiction met een mysterieus randje
IFFR 2024 – Deel 4: Kan cinema nog een vorm van escapisme zijn?
IFFR 2024 – Deel 5: Dieven, moordenaars, geesten en weerwolven

 

MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2024 – Deel 2: Sciencefiction met een mysterieus randje

IFFR 2024 – Deel 2:
Sciencefiction met een mysterieus randje

door Bob van der Sterre

Genrefilms zijn geen taboe meer bij IFFR. Een onderwerp kan ook helpen om dat ene meesterwerk te maken. Op het gebied van mysterieuze sciencefiction zijn interessante ontwikkelingen gaande.

 

La Guerra del Tiburtino III

La Guerra del Tiburtino III – Alienwormen met allergie voor nagelprimer
Tiburtino III is een wat verpauperde wijk in het oosten van Rome. Op een avond landt een groene steen bij een van de flats. De vader van Mauro legt hem bij zijn bed. Moet je ook nooit doen. ’s Nachts kruipt een worm in zijn neus. De volgende ochtend staat hij ineens op een podium en beveelt hij anderen de wijk af te sluiten. Andere wormen gaan in andere neusgaten en Mauro’s vader is opeens de ‘koningin’ van een kolonie wormen die de planeet wil veroveren. ‘Het is tijd voor verandering!’

Mauro (drugsdealer), zijn vriend Panettone, bareigenares Chanel en Lavinia, een steenrijke influencer op zoek naar volgers, zijn nog niet ‘gewormd’. Ze vangen een worm en dan blijkt dat de wormen allergisch zijn voor de nagelprimer van Mauro’s moeder.

Vermakelijke film van Luna Gualano. Ik moest soms hard lachen om zinnen als: ‘Ik ben niet je vader, zoogdier.’ Of: ‘Ben je klaar om verder te evolueren, gewervelde?’ Lavinia die zegt: ‘Misschien ken je me van mijn beauty-adds?’ En dan haar dansje doet. Ook de slotbeelden van de film zijn aardig.

Je moet eigenlijk deze film in een zaal vol Italianen zien om de humor echt op waarde te schatten. Daar zullen de zalen wel schudden met grappen over Adriano Celentano (70’s zanger), Padre Pio (heilige), panettone (kerstbrood), nagelstudio’s aan de keukentafel, triple espresso als nieuwe koffiehype, je ergste vijand treiteren door zijn favoriete voetbalclub te beledigen. Die dingen zijn lastig om te vatten zonder kennis van de Italiaanse cultuur. Deze wanhopige opmerking van de ontmaskerde Lavinia hoort daar ook bij: ‘Ik geef het toe… ik ben van Roma-Noord.’

Jammer dat het script rommelig is. Er zijn ook wat te veel sociale thema’s als paaseieren in de film verstopt; feminisme, rijk/arm en zelfs racisme. Die komen geen van allen echt uit de verf. Je leert ook niet inzien waarom de vader van Mauro dan zo harteloos is geworden.

Een nieuw genre ontluikt: na Vermines over Noisy-le-Grand (buitenwijk Parijs) is dit opnieuw een genrefilm over een getto. Napolitaanse getto’s werden al herontdekt in de tv-serie Gomorrah. Avontuurlijke brutalistische architectuur in deze steden – decennialang vooral heel lelijk gevonden – krijgt hiermee ook ineens een herwaardering.

 

Mars Express

Mars Express – Stripstijl in ijzersterke SF-animatie
Aline Ruby en haar overleden ex-collega (nu weer actief als androïde) Carlos zijn privédetectives in de toekomst. Ze pendelen geregeld heen en weer tussen mars en aarde. Hun laatste zaak betreft een meisje dat spoorloos is geraakt nadat een robot opeens tot leven kwam. Een steenrijke techondernemer – en goede klant van haar – Chris Royacker speelt ook een rol.

Mars Express is een warm filmbad. De animatiestijl is stijlvol. Ik moest ook wel aan de ‘atoomstijl’ in de strip denken. Veel oranje, beige, blauw. Het karakter Aline is ook slim neergezet met vaak simpele maar effectieve expressies. De vele androïden en robots – en de actiescènes – doen dan weer soms aan anime denken.

Ook aardig vond ik het slimme gebruik van toekomstige uitvindingen. In een nachtclub scant Carlos de omgeving: ‘Niet één prostituee is mens’, constateert hij. De eigenaar: ‘Helaas niet, maar we beschouwen ons als 100% mens.’ Carlos klaagt op zeker moment: ‘Elke update mislukt omdat ik te weinig geheugen heb!’ Landings- en opstijgbanen hebben een curve de hemel in. Telefoons zijn organische wezens (nog steeds klagen over de slechte verbinding). Digitale zerken. Een auto-ongeluk: de auto wordt een bad van foam. Of deze opmerking over te duur studeren: ‘Sommige studenten verhuren hun brein aan brain farmers.’

En toch aandacht voor menselijkheid. Zo komt Carlos terug bij zijn intussen hertrouwde vrouw (dus zijn ex-weduwe) en is hij niet meer gewenst – en zijn kinderen mogen hem niet meer zien.

Als bonus heeft de film van Jérémie Périn nog wat verrassende humor – een punt waarop SF-films vaak minder scoren. Een conciërge doet een deur open en moet overgeven. ‘Niet de gebruikelijke geur van een studentenkamer?’, vraagt Aline. Carlos die een nieuwe arm nodig heeft bij een technische winkel. De verkoopster, zelf androïde, nieuwsgierig: ‘Hoeveel jaar geleden bent u overleden?’

 

Eternal

Eternal – Een aardscheur die zich met je verleden bemoeit
In de zee is de aarde opengescheurd door klimaatverandering. Een mondiaal probleem. ‘Het blijft groeien.’ Elias is jong en ambitieus en wil er ooit heen om een oplossing te vinden. Als hij zangeres Anita ontmoet, ergert hij zich aan haar partystijl. ‘Je bent saai.’ Dan is ze opeens zwanger. Wat nu?

De Deense film Eternal neemt de tijd. Eerst worden de karakters van de jongvolwassenen Elias en Anita neergezet. Met kennismaking, seks, zwangerschap, abortus, scheiding ben je zo een half uur verder. Dan verstrijkt de tijd, acteurs veranderen zelfs, en eindelijk gaat Elias aan de slag bij de scheur. Hij merkt dat er iets in zijn hoofd verandert. Vooral betreffende zijn geschiedenis met Anita.

Eternal van Ulaa Salim neemt zelfs meer tijd voor het mensendrama dan het geologiedrama. Een probleem is dat deze futuristische wetenschap nogal slapjes is vormgegeven. Een charismaloze baas, weinig overtuigende persmomenten en missies die structureel foutgaan. Hoe kan de verantwoordelijkheid voor het fiksen van een enorm aardmantelprobleem terechtkomen bij zulke prutsers?

En zelfs dan nog moet je het idee van de film wel snappen (een scheur met intelligentie?), want daar hoor je niemand over. De film past bij de trend van arthouse-genrefilms die meer symbolisch gericht zijn dan realistisch (In My Room, Vincent doit mourir).

Grappig is dat we zoiets enorms als problemen van een planeet toch weer om de mens weten te draaien.

 

Schirkoa: In Lies We Trust

Schirkoa: In Lies We Trust – Mooie uitglijder
Ergens op aarde is er een land waar iedereen een zak over zijn of haar hoofd moet dragen. De overheid van dit land wijt alles aan de anomalieënkolonie Konthaqa en wil hen de oorlog verklaren. Maar niemand weet of het echt bestaat.

De jonge 197A is er senator. Hij is ongelukkig en gelooft weinig van de overheidspropaganda, vertelt hij aan een vriendin die het land wil proberen te verlaten. Als hij depressief van een gebouw wil springen, ontmoet hij een dame die dezelfde plannen heeft. En ze krijgen een band. Later ontmoet hij Lies, de dame die de leider van de anomalieën zou zijn (stem van Asia Argento).

De maker van Schirkoa, Ishan Shukla, gebruikte een game-engine om deze film te maken. Dat is geen nieuwe techniek – er wordt al jaren mee geëxperimenteerd – maar het betaalt zich hier wel uit. De animatie biedt een grote rijkdom aan details. Vooral de sloeberige straten met bars en bordelen zijn erg mooi om te zien.

De stijl maakt meer indruk dan het verhaal, dat op de helft nogal veel gaat vragen van de verbeelding, en zo spanning verliest. De anomalieën zijn natuurlijk een leuk, creatief, queer en weird volk. De idealistische boodschap (omarm je verschillen) ligt er vrij dik bovenop. Daarnaast is het Big Brother-thema ondertussen ook wel een beetje uitgekauwd. Voor de liefhebber is deel 1 uit 2019 gratis te zien op Vimeo.

 

29 januari 2024

 

IFFR 2024 – Deel 1: De (ongetwijfeld) beste film uit de Tigercompetitie gaat over de giraffe
IFFR 2024 – Deel 3: Stijlvolle risiconemers
IFFR 2024 – Deel 4: Kan cinema nog een vorm van escapisme zijn?
IFFR 2024 – Deel 5: Dieven, moordenaars, geesten en weerwolven

 


MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2024: 40 tips

International Film Festival Rotterdam 25 januari – 4 februari
IFFR 2024: 40 tips

door Bob van der Sterre

IFFR pakt het stokje op waar het dat vorig jaar had neergelegd. Honderden films, van enorm kort tot erg lang, van toegankelijk tot experimenteel, van boordevol actie tot louter verstilde beelden. Om een beetje orde in de chaos te scheppen, hebben we deze 40 aanraders voor IFFR 2024.

Wil je meer weten over het programma, de programmaonderdelen en hoe je kaartjes kunt kopen? Lees dan de Q&A over IFFR 2024.

IFFR 2024: 40 tips, waaronder 8 Views of Lake Biwa.

Hieronder zie je 40 tips van onze redactie. Noot vooraf: we moeten de films zelf ook nog zien, het gaat hierbij daarom ook om gut feeling. De IFFR-verslaggevers van InDeBioscoop wensen alle IFFR-gangers in elk geval veel plezier!

 

Actie
13 Bombs
Vorig jaar was de getipte actiefilm een Indonesische film en dit jaar is dat niet anders. 13 Bombs oogt als een film die over de top zit met actie. Een verhaal dat volgens IFFR cyberspeurwerk mengt met heftige vechtscènes in straten. In de trailer zie je niet veel meer dan het leegschieten van wapens. Toch zou het een intelligente actiethriller moeten zijn, deze film van Angga Dwimas Sasongko. Een andere ongetwijfeld over-de-top Aziatische actiefilm op IFFR is de Hongkongse actiethriller The White Storm: Heaven or Hell.

 

Animatie
Mars Express
In 2200 gaat detective Aline met haar overleden vriend (in robotversie) op zoek naar een hacker. Animatie ziet er verzorgd uit, verhaal leunt op anime als Ghost in the Shell. IFFR belooft veel oog voor detail in deze interessant ogende film van Jérémie Périn. Verder kun je naar Kameroenese animatie in La Grotte Sacrees, Filipijnse animatie in The Missing, Indiase animatie in Schirkoa: in lies we trust. Daarnaast is Bill Plympton (zie deze Camera Obscura) ook weer terug (Slide).

 

Biografie
Daaaaaali!
Maakt Quentin Dupieux te veel films? Ongetwijfeld. Net als met Fassbinders ongelooflijke werktempo zitten er memorabele films bij, zoals Réalité en Deerskin. Het is afwachten of deze anti-biografie met allerlei acteurs als Dali er ook bij zal horen. Het zal in elk geval flink absurd zijn en niet op zo’n standaard-komediemanier. De liefhebber van biografieën kan zijn lol op tijdens deze IFFR: Dag Hammarskjöld (politicus), Antoni Tapies (kunstenaar), Murayama Kaita (kunstenaar), Alberto Giacometti (kunstenaar), Mario Pinto de Andrade (verzetsstrijder) en…

 

The Worst Man in London
…Charles Augustus Howell. Ook nooit van gehoord? Hij was een oplichter uit de Victoriaanse tijd, die zich mengde met de elite. Deze film van Rodrigo Arejas is wat aan de lange kant maar belooft mooie mysterieuze beelden over een voorbij tijdperk.

 

Cinema
Me, Maryan, the Children and 26 Others
Iraanse cinema gaat vaak over Iraanse cinema. Ook deze film. Bij de 30-jarige Mahboube komt een filmcrew op bezoek. Dat verandert haar hele leven. Reken op menig moment van ironie in deze film van Farshad Hashemi. Meer cinema in film biedt Mi fanno male i capelli van Roberta Torre (herinnering aan Monica Vitti) en La Primera Miranda, over de Spaanse filmschool die onder Franco werd opgericht, en die desondanks toch heel wat grote namen opleverde.

 

Coming of age
Head South
De rage van coming-of-age begint – zo lijkt het – nu echt op zijn einde te lopen. Net als vorig jaar is IFFR zuinig met deze films zodat de betere overblijven. Deze openingsfilm van IFFR observeert het leven van tieners in Christchurch in de jaren zeventig. Film van Jonathan Ogilvie (maker van Lone Wolf) is een ode ‘aan de postpunksubcultuur’. Hopelijk gevuld met cinematografisch interessante beelden. Wie meer coming-of-age wil, kan naar Kenia met de film After the Long Rains.

 

Corona
Hungry Ghost Diner
Komische Maleisische film van We Jun Cho over hoe een coronalockdown vreemde gevolgen kan hebben. De hoofdpersoon ontmoet hierdoor geesten die zich voorbereiden op een feestmaal. Je kunt alles verwachten bij deze film over de Chinese gemeenschap in Maleisië: drama, horror, humor, spiritisme en fantasy.

 

Dieren
sr
sr is een Egyptisch symbool voor giraffe. Het dier (en voorgangers) gaat al lang mee op aarde. Deze film van Lea Hartlaub is geen typische Discovery-documentaire maar biedt ‘een reis door de wereldgeschiedenis; een episch verhaal dat vele millennia en continenten bestrijkt’. Ik ben benieuwd.

 

Documentaire
Ans en het universum
Ans (twee jaar geleden overleden) was overtuigd dat ze door aliens ontvoerd is geweest. Ze ontwierp alienspoppen en ontvouwde zich als kenner op het gebied van aliens. Deze film van Noëlle Ingeveldt en Juriaan van Berkel had volgens mij prima bij IDFA gepast maar mij hoor je niet klagen dat het nu hier te zien is. Meer geschiedenis is te zien in de Finse docu Children of war and peace.

 

Drama
Stormskerry Maja
Ongetwijfeld zal deze film criticiharten veroveren. Portret van Finse boerin die boeken schreef, heeft veel stilistische soberheid en exquis drama. En daar ligt het zwak van menig criticus. Volgens IFFR: ‘Een lust voor het oog, maar voelt aangenaam sober.’ Film van Tiina Lymi.

 

Bisons
Knokpartijen van figuren die aan ‘Zwitsers worstelen’ doen. Ik verwacht veel geschreeuw en heftige emoties (rondvliegend speeksel bij het schreeuwen in iemands gezicht en zo). Volgens IFFR is de film van Pierre Monnard een ‘rijk gestructureerde familiesaga’. IFFR biedt meer potentieel interessant drama: Blue imagine, Borrowed time, Close your Eyes en The Promised Land.

 

Dramady
Estemos no ar
Offbeat karakters die dromen over andere levens en veel fantasie: sign me in! Portugese film van Diogo Costa Amarante is vermoedelijk een publiekslieveling. Met volgens IFFR vreemde narratieve elementen ‘die soms doen denken aan het werk van Pedro Almodóvar’. Andere dramady die het ongetwijfeld goed zal doen bij het publiek: La Chimera van Alice Rohrwacher. Ze is bekend van Lazzaro Felice, die het in 2018 goed deed bij critici en publiek.

 

Eco
Evil does not exist
‘Een gemeenschap die hun ongerepte omgeving verdedigt tegen een projectontwikkelaar.’ Oftewel het kwetsbare milieu tegen het grote geld. Wie overwint? Film van Hamaguchi Ryusuke heeft een warm hart voor iedereen die de natuur liefheeft.

 

Experimenteel
Nécrose
Wat houdt de film Nécrose van Francois Yazbeck in? Antwoord van IFFR: ‘Een melancholische essayfilm met elementen van bloederige horror die het christelijke scheppingsverhaal op poëtische wijze verbindt met de stad.’ Het resultaat? ‘Een intense, persoonlijke en artistieke reactie op alle tragedies in de wereld.’ Dus een fors experimentele en moedige productie. Net als films als Cosmic Miniatures (van 91-jarige veteraan Alexander Kluge, lees deze Camera Obscura), Kiss Wagon en Maxbetamaximus.

 

Fantasie
The Beast
AI als de bad guy in een sciencefictiondrama. Een verhaal over drie perioden en naderend onheil… Hé, dat klinkt een beetje als de Netflixfilm Bodies, maar hopelijk beter. Houd wel rekening met een niet kinderachtige zit van 146 minuten. Bonello maakte in 2012 het ondergewaardeerde bordeeldrama L’Apollonide (IFFR 2012). En Léa Seydoux is intussen de grootste Franse filmster van het moment.

 

Geschiedenis
The Zone of Interest
Een verfilmde roman van Martin Amis, daar kun je me wel voor wakker maken. The Zone of Interest is ook nog van Jonathan Glazer. Die maakt weinig films, maar wel films die opvallen door een fijne stilistische verzorging: Under the Skin, Sexy Beast. Deze zal ook opvallen: het dagelijkse leven van een kampcommandant van Auschwitz. Meer heftige geschiedenissen zien we in de Russische film Dolomite and Ash, met een zoektocht naar de resten van de werkkampen.

 

The Iron Claw
Het Amerika van eind jaren zeventig en begin jaren tachtig zien we breed uitgesponnen in The Iron Claw. Dat is wel vaker gedaan. Maar IFFR roemt ‘de gelaagdheid en het subtiele cultuurcommentaar’ van de film van Sean Durkin (gebaseerd op een waargebeurd verhaal van een Amerikaanse worstelaarsfamilie). Opvallend is de rol van Zac Efron.

 

Heist
Los Delincuentes
De kraakfilm (of naar het Engels ‘heistfilm’) is een genre dat zeker al een halve eeuw ieder jaar een paar films oplevert. In Los Delincuentes (duurt een slordige 189 minuten) kijken we naar een film die volgens IFFR ‘veel verschillende films ineen is’. Argentijnse productie van Rodrigo Moreno.

 

Horror
The Cursed Land
Net als bij de vorige IFFR is er vrij veel aanbod in enge films. Zoals The Cursed Land van Panu Aree en Kong Rithdee. Gaat over een ‘furieuze djinn’. En politieke en etnische spanningen in Thailand. Tenement (Cambodja) biedt ook horror met ‘couleur locale’. Geen trailers helaas.

 

Minore
Mysterieuze monsterfilm? Minore van Konstantinos Koutsoliotas heeft de potentie om een breed IFFR-publiek te verrassen. Datzelfde kan gelden voor Blackout (weerwolvenfilm van Larry Fessenden) en The Soul Eater (moorden in een verlaten sanatorium in de Vogezen van Julien Maury en Alexandre Bustillo).

 

Klassieker
The Great White Tower
Goed tegen slecht in deze film van Yamamoto Satsuo. Ook al komt de film uit 1960, hij duurt toch maar liefst 150 minuten. Ik denk dat deze film de kijker langzaam in het verhaal trekt – om vervolgens te veroveren. Ook klassiek: Dialogues d’Exilés van Raúl Ruiz (ballingen uit Chili in 1975, lees onze filmmarathon met Catherine Deneuve over Ruiz) en El Recurso del Método van Miguel Littin (Mexicaanse politieke film uit 1978).

 

Murdering the Devil
Film van Ester Krumbachová uit 1969 gaat over een vrouw die op zoek is naar haar droomman. De film biedt vernieuwende decors en kostuums. Maar is vooral een eigenzinnige productie. Krumbachová schreef mee aan diverse andere scripts van de Tsjechische gouden filmperiode uit de jaren zestig. Dit was haar enige film en daarom al een reden om te gaan zien.

 

Kunst
Reise der Schatten
Een film als kunstwerk, dat zie je niet zo vaak. Deze Zwitserse film van kunstenaar Yves Netzhammer is niet uit te leggen maar vermoedelijk als filmkunstwerk de moeite waard. De hele 87 minuten? Dat blijft een gokje.

 

Luchtig
Greice
Normaal gesproken zou ik kiezen voor Lukas Moodysson, immers de maker van het geestige Together uit 2000 (over de jaren zeventig). Together 99 (over eind jaren negentig, dus toen de originele Together werd opgenomen, grappige tijdsironie) is het vervolg. Iedereen komt weer tezamen, etc. Maar de trailer oogt niet heel stormachtig. Ik verwacht meer van de Braziliaanse komedie Greice: een geestige mensenfilm van Leonardo Mouramateus. Een ‘knipoog naar de screwballkomedies’ belooft IFFR zelfs, hoewel geen enkele screwballcomedy ooit bijna twee uur duurde.

 

Voy! Voy! Voy!
Een Egyptische komedie over een oplichter die gaat meedoen aan voetbal voor visueel beperkte mensen. Ik weet niet zeker of de film van Omar Hilal echt grappig zal zijn – maar het is in elk geval een verrassend luchtige productie uit Egypte.

 

Lengte
Born in Gunsan and after seven years, I was repatriated to Japan…
Het zijn deze IFFR vooral de Indiase films die recordlengtes hebben: Naangal (259 minuten) en Viduthalai I & II The Film (243 minuten). Dan is er nog de Iraanse film The Old Bachelor. Duurt ‘slechts’ 192 minuten. Ik kies toch voor Born in Gunsan van 259 minuten. Herinneringen aan de Koreaanse stad Gunsan, de Tweede Wereldoorlog, de repatriëring in Japan en meer. Voor geduldige mensen vast een mooie zit, deze film van regisseur Zonpilone (en dat is geen tikfout).

 

Misdaad
Dream Team
Er zijn niet veel IFFR’s geweest met een overdaad aan goede misdaadfilms. Dit jaar is het lastig kiezen. Ga je voor Adagio (misdaad in Rome) met Toni Servillo of voor Song’e Napule (misdaad in Napels) van de gebroeders Manetti. Ik ga voor Dream Team van het mij onbekende duo Lev Kalman en Whitney Horn. Twee agenten onderzoeken de dood van een koraalsmokkelaar en komen terecht in bizarre situaties. Een ‘dromerig moordmysterie’ volgens IFFR. Hopelijk veel verfijnde absurde humor. Helaas geen trailer, dus daarom de trailer van Song’e Napule.

 

Musical
Ammore e malavita
De gebroeders Manetti hebben op IFFR hun eigen programma (zie het kopje Remakes). Waaronder deze niet-na-te-vertellen musicalmisdaadkomedie uit 2017. Laat de trailer voor zichzelf spreken.

 

Mysterie
8 Views of Lake Biwa
Mysterieus Estisch verhaal over een meer met bovennatuurlijke krachten. Tijdreizen, Japan bezoeken, wat je maar wilt, het meer kan alles. De film van Marko Raat draait volgens IFFR om ‘zinderende passie en erotiek’. Eveneens mysterieus is Natatorium van Helena Stefánsdottir, ook weer uit Noord-Europa (IJsland). Volgens IFFR ‘een ijzingwekkend psychologisch mysterie’.

 

Natuur
The Night Visitors
Ik heb een enorm zwak voor films over de andere mooie wezens op onze planeet. Zoals motten. Dan is het alleen maar zwijgen en kijken. Meer mooie natuur kun je zien in Rei – om precies te zijn Hokkaido in het noorden van Japan.

 

Oorlog
Grey Bees
Oekraïense film over twee oude mijnwerkers in het grijze oorlogsgebied in Oekraïne. Film van Dmytro Moiseiev is een bewerking van een roman van Andrej Koerkov (bekend van Death of the Pinguin). Kan wel eens de juiste snaren raken bij het IFFR-publiek.

 

Relaties
Confidenza
Film van Daniele Luchetti draait om een klassiek gegeven: oudere leraar die met leerling een affaire heeft. Geheimen worden gedeeld. Wat voor gevolgen kunnen die hebben? Deze film gaat over de moeilijke, pijnlijke kant van relaties. Muziek van Thom Yorke (van Radiohead) helpt ongetwijfeld bij de sfeer.

 

Religie
Rapito
Marco Bellocchio is een oude bekende in de cinema. Zijn Rapito gaat over een joods jongetje dat in de negentiende eeuw min of meer door de Pauselijke staat werd meegenomen om katholiek te worden gemaakt. Film van ruim twee uur. Die zijn meestal welbesteed bij Bellocchio. Voor de echte liefhebber is er ook Zwischen uns Gott met serieuze theologische discussies over protestantisme.

 

Remakes
Diabolik (3x)
Wie net als ondergetekende om een of andere reden al jaren de films van de gebroeders Manetti heeft gemist, opent met het Manetti Bros. focusprogramma een doos van Pandora. Er is van alles voor de liefhebber van stijlvolle pulp in de stijl van de jaren zestig en zeventig. Bijvoorbeeld remakes van de oude Diabolik-cultfilms van Mario Bava: Diabolik, Diabolik – Chi sei en Diabolik – Ginko all’attacco! Stijlvol entertainment, ongetwijfeld. Wel vaak langer dan twee uur terwijl ‘oldskool’ pulpfilms zelden langer duurden dan 80 minuten. Maar je erbij vervelen zal lastig zijn. Lees meer over de Diabolik-films op Variety.

 

Satire
Veni Vidi Vici
Oostenrijke film van Daniel Hoesl en Julia Niemann zou volgens IFFR een geslaagde satire moeten zijn. De pijlen schieten zoals bij de meeste satirische films en series tegenwoordig op rijkdom. Dan is er nog de Mexicaanse film El águila y el gusano van Guita Schyfter, die ook satirische elementen heeft.

 

Seksualiteit
Binary
Diverse films over gender gerelateerde zaken deze IFFR. Misschien dat Binary dan de beste keuze is: een Pakistaanse transvrouw die twijfelt over een operatie. Slechts 45 minuten en dat betekent dat de film zich focust op de essentie. Uit het ‘Koolhoven presenteert programma’. Voor de liefhebber van films over gender en seksualiteit is het focusprogramma over de Hongkongse filmer Scud iets om in te verdiepen.

 

Sciencefiction
The Paragon
Man met paranormale gave (controle van mensenbreinen) krijgt een mysterieuze ‘docent’ om met zijn gaven te leren omgaan. Ze blijkt iets te maken te hebben met een parallel universum. Deze Nieuw-Zeelandse film klinkt als een vermakelijke SF-indiefilm. Verder mogelijk de moeite waard op SF-gebied: L’arrivo Di Wang (buitenaards wezen spreekt alleen Chinees, gebroeders Manetti), Eternal (een spleet in de oceaanbodem met grote gevolgen, Deense film van Ulaa Salim), La Guerra del Tiburtino III (SF-comedy over Romeins getto dat het opneemt tegen buitenaardse wezens, van Luna Gualano).

 

Technologie
So Unreal
Amanda Kramer (focusprogramma tijdens IFFR 2022) is terug met haar nieuwste film: So Unreal. Ik ken alleen haar werk Please Baby Please en die vloog door overdaad aan eigenzinnigheid uit de bocht. Haar nieuwste film is een vrij serieus essay over digitale vooruitgang. Een onderwerp waar filmmakers ook over kunnen uitglijden, zoals Werner Herzog overkwam. Dit volgens IFFR meesterlijk gemonteerde video-essay bevat onder andere beelden van 80’s SF-klassiekers. Helaas geen trailer.

 

Thriller
Moscas
Argentijnse thriller over scrupuleuze, succesvolle zakenman die met wraak te maken krijgt. Klinkt als een bekend gegeven maar bevat een ‘doorwrocht en accuraat scenario, rijk aan flashbacks en dramatische wendingen’ volgens IFFR. De Mexicaanse thriller Lost in the Night (Amat Escalante) klinkt ook veelbelovend voor de fans van suspense.

 

Vluchtelingen
Green Border
Best veel films vertellen het vluchtelingenprobleem van binnenuit. Ook deze film van Agnieszka Holland (in zwartwit) vertelt de verschrikkingen van vluchtende vluchtelingen. Ze zijn letterlijk pionnen in het spel van allerlei andere partijen. Meer over vluchtelingen biedt de film van Giovanno C. Lorusso: Song of All Ends, over een Palestijns vluchtelingenkamp in Beiroet.

 

Dit artikel is opgedragen aan mijn lieve kat Spiona (2008 – 2024)

 

18 januari 2024

 


MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2024 in 5 vragen en antwoorden

Filmfestival Rotterdam begint 25 januari
IFFR 2024 in 5 vragen en antwoorden

door Bob van der Sterre

IFFR 2024 staat voor de deur. We kunnen vanaf 25 januari weer volle kracht genieten van het filmfestival. In dit stuk leggen we in 5 vragen en antwoorden uit wat je kunt verwachten als bezoeker.

Openingsfilm van IFFR 2024 is Head South

Openingsfilm van IFFR 2024 is Head South

 

  1. Wanneer is het IFFR 2024 precies?
  • De 53ste editie van International Film Festival Rotterdam (IFFR) vindt plaats van 25 januari tot en met 4 februari 2024.
  • De officiële selectie van het festival bevat meer dan 400 feature, mid-length en korte films. Die komen uit meer dan 60 landen.
  • Wie er echt zin in heeft, bekijkt de video van de persconferentie over het festival van 2024.
  1. Waar vind ik het programma voor IFFR 2024?
  1. Hoe kun je op IFFR 2024 een kaartje kopen?
  1. Welke IFFR-programma’s kan ik bezoeken tijdens IFFR 2024?

Awards en competities IFFR:

Kunst en IFFR:

  1. Wat doet InDeBioscoop dit jaar aan IFFR?
    Tim Bouwhuis en Bob van der Sterre doen verslag van het IFFR 2024. Houd de website van InDeBioscoop de komende weken in de gaten voor onze besprekingen! Wil je ons steunen? Like de website op Facebook en abonneer je op onze nieuwsbrief!

 

17 januari 2024

 


MEER IFFR

Terugblik 2023 – Deel 4: Maar er is hoop bij festivals

Terugblik filmjaar 2023 – Deel 4:
Maar er is hoop bij festivals

door Bob van der Sterre

Ben ik nog wel een filmliefhebber? Het warme bad dat film ooit was, is behoorlijk lauw geworden. Maar er is hoop bij festivals.

Het is lastig te erkennen op een site met deze naam maar ik zit zelden meer in de bioscoop. De filmpassie stroomt vrijwel alleen nog tijdens filmfestivals. En dan nog vaak vanuit het comfort van mijn eigen huiskamer. Even theezetten tijdens een film, even naar de wc, even een kat op schoot: dat mis je in de bioscoop.

Het heeft natuurlijk ook te maken met veel andere interesses, een baan, andere verplichtingen. Maar ook met de vercommercialisering van de films van vandaag de dag. Zelden was cinema zo ‘auteursloos’ als de laatste jaren. Hoe meer superhelden in de cinema, hoe dunner de spoeling.

Wat overblijft: de lol om je met andere redacteuren te laten onderdompelen bij grote filmfestivals. Films proberen van regisseurs die je niet kent – met altijd de spanning van een mogelijke ontdekking. En dan blijkt er toch heel wat variatie te bestaan. Hieronder een selectie.

Convenience Story

Convenience Story

Meest vermakelijke horrorfilm
Hostile Dimensions: Gedoe met deuren en dimensies. Het is allemaal wel eens in andere films langsgekomen maar deze speelse film doet er leuke dingen mee – en dat met een shoestringbudget. Gezien bij Imagine.

Meest uitzinnige film
Kid vs Aliens: Pulp waar het woord pulp voor is bedacht. Er is veel plezier in deze pastiche op jaren 80-lowbudgetfilms… Een voorwaarde: je moet als kijker wel melig, aangeschoten of euforisch zijn. Gezien bij Imagine.

Meest ontroerende film
Kunstkamera: Naar eigen zeggen de laatste film van Jan Svankmajer. Intussen is hij 88 jaar en maakt hij na zestig jaar kunst en film een einde aan zijn carrière. De film geeft een rondleiding langs zijn kunstcollectie in zijn kasteel Horni Stankov. Ook al is het nergens emotioneel; het is wel ontroerend dat iemand zo afscheid neemt van het creatieve leven. Gezien bij IFFR.

Beste romantische film
Átjáróház: Deze Hongaarse variant op de klassieker Amélie is een vermakelijk verhaal over doden, hun onafgeronde zaken, heksen en demonen en een liefde tussen twee quirky-karakters. Gezien bij Imagine.

Beste film waar je af en toe om kunt lachen
No Dogs or Italians Allowed: Grappige en vriendelijke animatiefilm over een moeilijk thema (de emigratie begin twintigste eeuw van Italianen naar Frankrijk). Alain Ughetto overtrof zichzelf met dit persoonlijke verhaal. Hij zei zelf: ‘(…) terwijl de Italianen zelf jarenlang overal ter wereld hun arbeid aanboden, en overal heen vertrokken, is de situatie nu omgedraaid. Nu ontvangen ze migranten en weten ze niet wat ze met hen aan moeten.’ Gezien bij IFFR.

Beste misdaadfilm
Civic: De misdaadfilm is niet meer wat het geweest is. Ik heb niet een goede gezien. Daarom nomineer ik deze aardige korte film over ‘Booker’, die terugkeert in South Central en ontmoetingen heeft vanuit de auto. Misdaad heeft er niet eens veel mee te maken, maar het is wel een aardig portret van de hood, waar veel misdaadfilms hun inspiratie uithalen. Gezien bij IFFR.

Beste mysterieuze film
Convenience Story: Fantasierijke film van Miki Satoshi is een waardige opvolger van het vermakelijke Adrift in Tokyo. Een film boordevol symbolen, zachte humor en mysterie. Doet denken aan films als Donnie Darko en Under the Silver Lake. Gezien bij IFFR.

Beste vaardige film
Concrete Utopia: Uiteraard een Koreaanse film. Regisseur Tae-hwa Eom gebruikte acteurs uit Squid Game en Parasite. Niet helemaal geslaagd wat mij betreft maar wel weer zo’n vlotte, moderne en sociale kritiek uitende Koreaanse film. Dat wat je bij Westerse films in feite nooit meer ziet. Gezien bij Imagine.

Meest stilistische film
Nao sou nada: Ik ben groot fan van de esthetische cinema van Edgar Pera. Zijn films – zoals The Baron – zijn alleen lastig te volgen. Deze verfilming van de heteroniemen (afsplitsingen van jezelf) die de dichter Pessoa had bedacht, geeft structuur aan Pera’s stilistische overkill. Gezien bij IFFR.

Beste historische film
Il Boemo: In het genre historische films denken we vaak aan grote krakers als Napoleon of Amadeus. Er zijn hier en daar ook kleinere films die het aardig doen. Il Boemo heeft goede casting, aandacht voor detail en een subtiel oog voor geschiedenis. Gezien bij IFFR.

Meest creatieve productie
Vermine: Architectuur kan veel doen voor een film. In deze film is het Arenes de Picasso-gebouw in Noisy-le-Grand, ten oosten van Parijs, een hoofdrolspeler. Met een creatieve mix van CGI- en nagemaakte spinnen lukt het om het banlieu-thema te koppelen aan een genrefilm. Gezien bij Imagine.

Meest experimentele film
The Tuba Thieves: Documentaire of speelfilm? Regisseur (en kunstenares) Alison O’Daniel noemt het ‘een film’. Deze film gaat over doven en slechthorenden en pakt het experimenteel aan. Geluid en omschrijvingen krijgen de hoofdrol. Ik schreef er op mijn eigen website over. Gezien bij IDFA.

Film met meeste lef
Perpetrator: Deze film van regisseur Jennifer Reeder viel me op. Totaal eigenzinnig, weird en onvoorspelbaar. Een feministische draai aan de filmstijl van David Lynch misschien wel. Niet perfect, maar wie zoveel lef heeft om zo’n eigenzinnige film te maken, krijgt mijn respect. Gezien bij Imagine.

Knit’s Island

Knit’s Island

Beste documentaire
Knit’s Island: Geen van de IDFA-films die ik zag, overtuigde me als beste documentaire. Songs of Earth vond ik esthetisch de mooiste maar Knit’s Island – een documentaire geschoten in een game – was vernieuwender. Gezien bij IDFA.

Beste Camera Obscura-ontdekking
A Taxing Woman: Regisseur Juzo Itami’s verhaal is te bijzonder om hier in drie zinnen na te vertellen. Deze komedie over een belastingkantoor is in elk geval echt de moeite waard. Lees de Camera Obscura-episode over Tokio en je komt deze film uit 1987 vanzelf tegen.

Beste korte film
Mystic Tiger: Tijdreisfilm met humor. De film van Marc Martínez Jordán presteert in 15 minuten meer dan veel andere films in anderhalf uur. Gezien bij Imagine.

Ik wens alle filmliefhebbers een subliem 2024!

 

29 december 2023

 

Terugblik filmjaar 2023 – Deel 1: Wie redt ons van het schorriemorrie?
Terugblik filmjaar 2023 – Deel 2: The Banshees of 2023
Terugblik filmjaar 2023 – Deel 3: Van onder de oude eik
Terugblik filmjaar 2023 – Deel 5: Gaan we nou doen alsof bommen gooien cool is?
Terugblik filmjaar 2023 – Deel 6: Weten waar je moet zoeken

IDFA 2023 – Deel 6: Risiconemers

IDFA 2023 – Deel 6:
Risiconemers

door Bob van der Sterre

Dúrven is belangrijk! Ook in documentaires. Een verhaal vertellen is leuk maar als je vernieuwend durft te zijn, heb je ook liefde voor film zelf. IDFA toont een paar films met volop beeldexperiment.

 

Songs of Earth

Songs of Earth – Noorse natuurpracht doet naar adem happen
Esthetisch de mooiste film tijdens deze IDFA die ik zag is Songs of Earth. Noors natuurschoon, een sobere vertelling over een familie, mooie klassieke muziek, en dat een jaar lang.

Egodocumenten spelen zich vaak thuis af (haardvuur aan, koffie erbij, fotoboeken open, hoe ging dat nou toen?) maar niet hier. In Songs of Earth ging Margreth Olin een jaar op bezoek bij haar 84-jarige vader in het Noorse Oldedalen. Hij gidste haar langs de natuurpracht van deze omgeving. Vader werd vervolgens bijzaak en de natuur, waar hij zo dol op is, de hoofdzaak.

De droneshots en de natuurbeelden zijn echt van fantastische kwaliteit. Ze zijn gemaakt door een cinematograaf die snapt hoe je de schoonheid van natuur esthetisch in beeld brengt (Lars Erlend Øymo). Van ijsgrotten tot gletsjers, van herfstwouden tot over sneeuw trekkende elanden. Een jaar lang filmen levert de prachtigste beelden op.

De vraag is wel een beetje wat de film nou nastreeft. Is het een natuurdocumentaire met een menselijke tint? Of een mensendocumentaire met veel natuurbeelden? Ik ben niet echt kapot van het verhaal rondom de vader, maar het is wel fijn om naar marters, elanden en uilen te kijken zonder het gebruikelijke gezwets aan te hoeven horen over foerageren, voortplanting en een grappig vertelde ontsnapping aan een potentiële predator.

 

The Tuba Thieves

The Tuba Thieves – Een stad voor doven
Het is 2011 en op diverse Amerikaanse scholen in Los Angeles worden tuba’s gestolen. Op zeker moment zijn al 8 tuba’s weg. Dat gegeven is de basis van een zeer wijds meanderende film over geluid. Geluiden van de stad, natuur, muziek, radio: daar gaat het hierover over.

De film is geen reconstructie van de diefstallen. Dat is slechts de achtergrond van de rest van de film. Het gaat over hoe doven en slechthorenden de werkelijkheid ervaren.

Deze fictiefilm benadert geluiden anders. We zien aldoor woorden in beeld die een geluid weergeven: Faint buzzing. Undeciperable voice on loudspeaker. Steady airconditioner zhzhzh. Wind in trees. Wood creaks. Distant chatter. Rain beats against the metal. Fluttering feathers. High pitch of jet engine approaching. Hint of music. Soms staan zelfs de decibellen erbij.

De samenhang tussen alle brokjes fictie is lastig te begrijpen als je het benadert vanuit het perspectief van een verhaal. We moeten het verhaal van de tubadiefstallen dan ook zien als haar poëtische vertrekpunt, legt regisseur Alison O’Daniel uit. ‘Ik wil ervoor zorgen dat het publiek het gaat waarderen, dat ze niet goed begrijpen wat er allemaal gebeurt…’ In een interview op de website van VPRO licht ze haar stijl toe.

Een fantastische film en ervaring, en ook geen gebrek aan eigenzinnigheid. Een skateboarder die flesjes omgooit naar ondersteboven shots vanuit een auto die door een tunnel rijdt… en dan geluid van bosbranden… Een briljant beeld. Een groepje dove dames dat kalm kaartspeelt bij een punkconcert. Het is een speelse, vrije en op eigen manier zelfverzekerde film die af en toe een beetje doet denken aan Playtime van Tati. Maar is het een documentaire, kunstwerk of fictie? Alison O’Daniel: ‘Voor mij is het een film.’

 

Knit’s Island

Knit’s Island – Fictief neergeschoten worden tijdens je documentaire
De online game DayZ verbeeldt een fictieve post-Sovjet-republiek. Het is anders dan andere online games in de zin dat het een gigantische ‘open world’ heeft van 250 vierkante kilometer (niet letterlijk want het bestaat immers niet). Je kunt dus eindeloos free roamen (gamejargon dat je vrij kunt rondlopen). Het eiland heet Knit’s Island.

Drie Fransen – Ekiem Barbier, Guilhem Causse en Quentin L’helgoualc’h – gaan erheen en proberen te ontdekken welke ‘community’s’ er leven. Aangezien de game geen echte game is, ontmoeten ze niet echt doorsnee-gamers, maar meer ‘online survivalisten’. Die komen soms voor de lol bij elkaar. Soms bouwen ze ‘hangouts’ in een van de vele locaties in de game. Een groep heeft een eigen religie bedacht.

De documentairemakers verbleven ruim 900 uur in de game. Ze ontmoeten vriendelijke, nieuwsgierige mensen maar ook mensen die de game gebruiken als escapisme. ‘Het is altijd een shithole geweest en zal altijd een shithole blijven’, zegt een gamer. Iemand anders: ‘Er is veel invloed uit postapocalyptische films. Sommigen zijn ‘lone wolves’, sommigen zijn vriendelijk, sommigen agressief.’

Een aantal gamers bespreekt hun offline levens met de filmmakers. De religieuze leider is een schuchtere masseur. ‘Dit is de eerste game die me gestrest maakt en tegelijk erg ontspant.’ Een ander: ‘Ik zou liegen als ik zeg dat ik hier niet over droom.’ Weer een ander: ‘Ik hou net zoveel van mijn online vrienden als mijn echte vrienden.’ Een vrouwelijk karakter moet een interview even onderbreken omdat haar kind huilt. Een gamer met 12.000 uur gamen: ‘Je kunt het zo echt maken als je ze wilt. Je leert de donkere kanten van jezelf beter kennen.’

Deze film (net als de voorganger uit 2018, Marlowe Drive) is dus louter in de game gefilmd. Knap filmwerk – want zo makkelijk zal dat niet zijn – en een origineel onderzoek. Ik heb nog niet eerder zoiets gezien. De film gaat wel iets te lang door; een uur was ook prima geweest. Lees een interview met de makers op de website van Variety als je hun ideeën beter wilt begrijpen.

 

Alreadymade

Alreadymade – Was Duchamp een dief?
Eerst even een stukje geschiedenis. Bij een open expositie van 1917 in New York (‘Society of Independent Artists’) was de afspraak dat alle aangeleverde werken vertoond moesten worden. Dat stond in haar eigen voorschrift. Vervolgens leverde een plaaggeest per post een pissoir af. De pissoir had een handtekening: R. Mutt. Na overleg wees de directie de pissoir af voor expositie. Duchamp zat in de directie en trad om die reden af.

Duchamp claimde pas in de jaren dertig het werk. Via gesprekken met surrealist Breton en het werk La boite-en-valise uit 1936 (met de pissoir als minireproductie). In de jaren zestig maakte hij doodleuk 14 nieuwe readymades.

Filmmaker Barbara Visser is dan ook niet overtuigd als Duchamp vertelt over het werk: ‘Hij zit een verhaal op te hangen; het klinkt als gelul.’ Ze denkt het misschien door de barones Von Freytag-Loringhoven is gemaakt. Een excentrieke kunstenares die een rol speelde in dada in New York. Ze was bevriend met Duchamp en had al een soortgelijke readymade gemaakt. Ze was ook verliefd op hem. Hij beantwoordde de avances niet, maar zag wel haar talent: ‘Ze is geen futurist maar ze is de toekomst’. Ze stief berooid in de jaren twintig.

Koren op de molen voor deze theorie is een zin in een brief van Duchamp (van 11 april 1917): ‘Een vriendin van mij, die het mannelijke pseudoniem Richard Mutt gebruikt, heeft een porseleinen pissoir ingediend als sculptuur.’ Het verhaal heeft in diverse kranten gestaan en er is een boek over geschreven.

Wat een verhaal. Maar hoe zit het nou? De website van het Tate-museum gaat uitvoerig op de zaak in en die komt tot de conclusie dat toch Duchamp zelf waarschijnlijk achter het idee en de uitvoering zat. Zo schreef Beatrice Wood (ook kunstenares) in haar dagboek in april 1917 dat ze samen met Duchamp Fountain bij fotograaf Stieglitz ging bezoeken. Vermoedelijk kreeg Duchamp wel hulp van een vrouw bij het versturen. Dat kan ook de kunstenares Louise Norton zijn geweest want haar adres stond op het briefje dat aan de pissoir hing. Daarnaast heeft de barones zelf het werk niet een keer geclaimd.

Je kunt de film beter gebruiken om een interessante dadaïstische kunstenares te leren kennen. Barones Von Freytag-Loringhoven was excentriek op het maffe af en zeker de aandacht op zichzelf waard. ‘Ze was een wandelende dada-sculptuur.’ De documentaire van Barbara Visser toont het verhaal verder met aangenaam veel flair. Zoals met dialogen achter de schermen, in de film verwerkte Photoshop-acties en het inhuren van een kunstenares die de barones digitaal weer tot leven brengt.

Meer vrouwelijke dadaïstische kunstenaars leren kennen? Dat kan via de website van Artsy (onder andere Suzanne Duchamp, de zus van, en de barones zelf).

 

Mud

Mud – Russisch badhuis onder vergrootglas
Modder zou een helende werking hebben. We kijken naar een in modderbaden gespecialiseerd kuuroord in Rusland. Receptionisten. Modderstofzuigers. Technici. Modderbadmakers. De baders zelf.

De film is prachtig om te zien. Het badhuis is helemaal getransformeerd tot een reeks zwart-witschilderijtjes, lijkt het wel. Extreem tijdloos. Esthetisch een van de aantrekkelijkste films die ik zag op IDFA. Het is denk ik een bewuste keuze dat deze beelden van machines in zwart-wit ook veel doen denken aan de betere Sovjetfilms uit de zwijgende periode.

De radio is het enige wat iets van tijd verraadt. Populaire liedjes uit de jaren zeventig, tachtig. Sovjetliedjes van nog eerder. Fragmenten van het nieuws geven weer van wat er gaande is in Rusland en Oekraïne. Volgens IDFA lijkt de microkosmos van dit kuuroord ‘een allegorie te vormen van hedendaags Rusland’. Ik vind dat een beetje gezocht. Het maakt de film niet slechter als het alleen over modderbaden was gegaan.

 

19 november 2023

 

IDFA 2023 – Deel 1: Openingsfilm
IDFA 2023 – Deel 2: Menselijk leed
IDFA 2023 – Deel 3: Aparte banen
IDFA 2023 – Deel 4: Palestina
IDFA 2023 – Deel 5: Vrouwen: muziek en voetbal

 


MEER FILMFESTIVAL

IDFA 2023 – Deel 3: Aparte banen

IDFA 2023 – Deel 3:
Aparte banen

door Bob van der Sterre

Aparte banen maken documentaires bij voorbaat al de moeite waard. Er komt bevlogenheid en passie bij kijken. Zes films over aparte beroepen. Van journalist in native Amerika tot brandweerman, van acrobaat tot truecrimepodcastmaker.

 

Bad Press

Bad Press – De strijd voor vrije journalistiek bij de Muscogee-stam
Persvrijheid is in de grondwet van de VS verankerd, maar dat geldt niet voor Native American stammen. Slechts vijf van de ruim 500 stammen hebben er regels voor. Onder andere de Muscogee, Cherokee en Navajo hebben dat. De vrijheid is niet vanzelfsprekend, want in 2018 werd de vrije pers in Muscogee weer aan banden gelegd. Waarom? Omdat er veel slechts geschreven wordt. Angela Ellis, journaliste bij Mvskoke Media: ‘Stop dan met slechte dingen doen!’

De sfeer verhardt zich als er ook verkiezingen komen in de Muscogee-stam. Het is duidelijk dat Angela met haar pittige persoonlijkheid niet zal stoppen met het journalistieke werk. ‘Ze sturen elke dag highly polished shiny turds de wereld in.’ Tegelijk is er ook een stroming om persvrijheid in de wetgeving te verankeren.

Heel aardige film over journalistiek in een wereld waar je doorgaans weinig van meekrijgt. Het zijn in feite drie films ineen: een document over het belang van persvrijheid, een portret van chiefs in verkiezingstijd, en andere terloopse observaties van de Muscogee-cultuur.

 

Burning Out (Brandmeester)

Burning Out – Amsterdamse brandweer moet veranderen
Gerrie is 59 en nog maar twee jaar van zijn brandweerpensioen verwijderd. Hij is dé brandweerman bij uitstek. Ervaren, niet op zijn mondje gevallen en naar eigen zeggen een perfectionist. Hij is de commandant van de brandweer in Amsterdam-Zuid en mentor van nieuwe brandweertalenten, zoals Joyce. Hij wil personeel dat past in het team, ‘of ze van Pluto, Mars of Venus komen, dat maakt mij niet uit’.

Zijn bazen zien dat wel anders. Die hebben percentages in gedachten. 30% mannen, 30% vrouwen en 30% divers want ‘de brandweer moet een afspiegeling zijn van de stad’. De brandweer moet bovendien herstellen van een slechte reputatie (seksisme). Hoewel dat ook logisch is voor Gerrie stuit het hem tegen de borst dat persoonlijke kwaliteiten en teamgevoel niet doorslaggevend zijn.

Deze film van Saskia Gubbels (Nederlandse titel is Brandmeester) heeft een vrij traditionele documentaire-aanpak, maar wat gaat het er makkelijk in bij ondergetekende. Gerrie is ook zo ontzettend geknipt als hoofdpersoon. Deels van de oude en van de nieuwe generatie en zo ad rem als Amsterdammers kunnen zijn. En die heerlijke Amsterdamse bijdehandheid. Ik denk dat menig mond van buitenlandse kijkers openvalt als ze zien hoe brutaal mensen praten tegen hun meerdere – en dat altijd met zo’n volstrekte vanzelfsprekendheid. Zoals bijvoorbeeld Joyce tegen de zin in van burgemeester Femke Halsema zegt: ‘Mensen willen het niet horen maar dit ís een mannenbaan.’

Type film dat voortgestuwd wordt door het thema ‘verandering – wat nu?’. Er is veel verwantschap met andere films over mensen die werken in Amsterdam (en omgeving). Bijvoorbeeld Garage 2.0 (2016) van Catherine van Campen, of onderstaande film van Ingrid Kamerling.

 

They and Them

They and Them – Jonge genderdiverse mensen in Zaandam
We steken het IJ over en komen uit bij de genderpoli in Zaandam. Die behandelt jonge tieners die van geslacht willen veranderen. Ze moeten zich voorbereiden op heftige medische ingrepen, die je niet kunt terugdraaien.

Een film als deze kan makkelijk fout gaan. Of de focus ligt te veel op de kwetsbare kinderen die nog in bepaalde processen zitten. Of het is een film die alles op een weegschaal legt. Geen van beide is hier het geval. We kijken vooral naar hoe het personeel ermee omgaat: de kinderen zijn in feite bijzaak.

Het is prettig voor een docu als je twee tegenpolen hebt: de hoofd-psycholoog die op een Harley Davidson rondrijdt. Hij vraagt zich hardop af of de poli ook inclusief is voor hem als ‘heteroseksueel cis-genderpersoon’ (dat wil zeggen dat je geslacht en genderidentiteit overeenkomen). En de collega die het proces zelf heeft doorgemaakt en het belangrijk vindt om alle stemmen te respecteren.

Verder veel boeiende observaties. Het ontvangen van genderdiverse mensen en dan per ongeluk ‘Hallo dames!’ zeggen. ‘Dat zijn nou net de dingen die we willen voorkomen.’ Hoe een regenboogvlag discussies op kan roepen: ‘Rekening houden met de een betekent geen rekening houden met de ander.’ Of de opmerking: ‘Ik kreeg wel eens te horen: je hebt mazzel dat je gay bent.’ Of de oprechte tranen als het gaat over de stress van alle administratieve handelingen die ze moeten plegen. Ingrid Kamerling is zelf psychologe en dat helpt vermoedelijk bij het respectvol opereren in dit wereldje.

 

Another Day

Another Day – Acrobatiek op straat
Besi en Rafael, Albanezen, doen als Ping en Pong straatoptredens in Italië. Een combinatie van pantomime en breakdance. Ze zijn er goed in en verdienen er aardig mee.

We zien ze thuis ontbijten, reizen met de metro, op straat performen, en soms weggestuurd worden door de politie.

De film van Eneos Carka begint sterk met de portretten en geschiedenissen van de twee. Zo is de vader van een van hen vermoord. De ander heeft een fysiek probleem met zijn benen. Ze noemen elkaar broers maar zijn het niet. We zien hun geboortestreek in Albanië.

Daarna begint de film wat te kabbelen. Nou kun je dat niet altijd afdwingen als je een documentaire maakt, de factor geluk speelt vaak een grote rol. Er gebeurt gewoon weinig bijzonders. Een miniruzie wordt een beetje opgeblazen om de film toch wat spanning te geven. Ze lijken uit elkaar te groeien (een studeert en heeft een vriendin, de ander gaat bij een ander team bijverdienen). Al met al valt dat wel mee. Net als de rol van de Italiaanse politie niet zo schokkend is.

Aardige schets van twee levens maar de film had makkelijk in een half uur gepast.

 

Citizen Sleuth

Citizen Sleuth – Truecrimepodcastmaker van twintig
Waar Besi en Rafael streven naar wat meer succes, heeft Emily misschien wel wat te veel. Wat als je twintig bent en miljoenen je truecrimepodcast downloaden?

Dat overkwam Emily toen ze begon te podcasten over een bizar ongeluk in haar woonplaats in West-Virginia. Jaleyah werd op een nacht midden op de weg gevonden, met kleding hangend aan de vangrail, de auto een kilometer verder. Ze kwam van een feest. Medefeestgangers werden verdacht gevonden. Alsof ze een moord in scène wilden zetten. Maar de politie achtte dat toch niet mogelijk.

Emily wierp zich op de zaak zonder journalistieke ervaring, kennis van politiezaken. Dat weerhield haar niet om voor speurder (‘sleuth’) te spelen en te peuren in de levens van deze mensen. Daarnaast is ze mediageniek en voor twintig jaar ook aardig wereldwijs. Ze lanceerde zichzelf als een komeet in de wereld van de truecrimepodcasts.

Aardig is de nuchtere wending halverwege de film. Het zet ineens de hele opkomst van de truecrimepodcast in een ander, minder positief daglicht. Emily krijgt een lesje realiteit.

Het samenspel tussen documentairemaker Chris Kasick en Emily – van wie we geen vader zien – geeft de film een interessante laag van leraar en student, én ook een beetje een soort vader-dochter-relatie.

 

Nightwatchers

Nightwatchers – Vluchtelingen in de bergen ondersteunen
Laatste film over werk gaat over artsen die ‘s nachts vrijwillig door de Alpen lopen om vluchtelingen te helpen. Vooral zieken, ouderen, zwangere vrouwen. Ze dreigen anders onderkoeld en ondervoed dreigen te raken. Terwijl agenten ze willen oppakken. Of terugsturen naar Italië.

Een vreemd kat-en-muis-spel tussen de artsen en politie ontstaat. Het is vooral wachten. En kletsen (fluisteren). Het is niet illegaal wat de artsen doen maar de politie is er ook niet blij mee. ‘We zouden niet moeten doen als de regels beter waren.’

Sommige vluchtelingen hebben geen vertrouwen in de vrijwillige hulp aangezien ze tijdens hun tochten zelden hulp meemaken.

Redelijk resultaat. De beelden van de nachtelijke bergen zijn mysterieus. Daar staat wel een vrij laag tempo tegenover. En uiteindelijk word je niet veel wijzer van het systeem. De korte Finse film op IDFA How to Please legt denk ik beter (en genadelozer) uit wat er mis is aan het systeem van vluchtelingenopvang.

 

14 november 2023

 

IDFA 2023 – Deel 1: Openingsfilm
IDFA 2023 – Deel 3: Menselijk leed
IDFA 2023 – Deel 4: Palestina
IDFA 2023 – Deel 5: Vrouwen: muziek en voetbal
IDFA 2023 – Deel 6: Risiconemers
IDFA 2023 – Deel 7: Oekraïne

 


MEER FILMFESTIVAL

IDFA 2023 – Deel 2: Menselijk leed

IDFA 2023 – Deel 2:
Menselijk leed

door Bob van der Sterre

Menselijk drama is meer dan ooit hét thema van IDFA. Vier totaal verschillende films over mensen die op integere manier omgaan met tragedies: Brazilië, Engeland, Parijs en Washington State in de VS.

 

They Shot the Piano Player

They Shot the Piano Player – Waar is Tenorio jr. gebleven?
Wat gebeurde er met de gevoelige pianist Tenorio jr.? Op het hoogtepunt van de bossanova was hij aan het toeren in 1976 met Vinicius de Moraes. Hij zat in een hotel in Buenos Aires met zijn minnares, zij had hoofdpijn, hij ging naar de apotheek om pillen te halen en kwam nooit meer terug. De (fictieve) Amerikaanse muziekjournalist Jeff (stem Jeff Goldblum) gaat op onderzoek uit om een boek te schrijven, en we volgen alles in animatievorm.

Het onderzoek naar Tenorio jr. van Jeff brengt hem bij familieleden, muziekcollega’s, vrienden, kennissen. Jeff reist wat af en heeft een schijnbaar oneindig budget. Bill Evans in Tucson, vrienden in Argentinië, muzikanten (Joao Gilberto, Caetano Veloso, Milton Nascimento, Gilberto Gil) her en der in Brazilië. De makers (Fernando Trueba, Javier Mariscal) kozen voor een mix tussen een historische detective en biopic. Die grote hoeveelheid mensen die wilde meewerken aan de film is een luxeprobleem. Het zorgt voor ups en downs in de spanningsboog; dat is wel jammer.

Daar staat tegenover dat de film vanwege de animaties prachtig is om te zien. De film maakt optimaal gebruik van de vrolijkheid van de bossanova (kleurrijke kroegen) tegenover de doom and gloom van leven in een Argentijnse dictatuur (zwarte, donkere straten). Dat waar Tenorio jr. onbewust een symbool van werd. Animatie in documentaires biedt mogelijkheden die je nooit zou hebben gehad bij een reguliere pratende hoofden-docu. Denk bijvoorbeeld aan de film Tower (2016). Ik denk dat credits moeten gaan naar journalist/tekenaar Joe Sacco, die op comicgebied veel heeft betekend voor dit crossovergenre.

 

Red Herring

Red Herring – Een film maken over je eigen hersentumor
De filmmaker Kit Vincent heeft een hersentumor. Hij filmt deze periode, en zijn vader en moeder. Ze praten openlijk over hun omgang met zijn ziekte. We zien ze foto’s kijken, praten over het verleden, samen wandelen. En wachten op nieuwe telefoontjes van de artsen.

Zijn vader begint zich uit het niets te verdiepen in de Tora en judaïsme. Mogelijk omdat hij bij een groep wil horen? En bekwaamt zich in schilderkunst. Zijn moeder zoekt toevlucht in haar werk als verpleegkundige. En Kit lijkt zijn emoties te verstoppen achter de camera. Hij vraagt zich op zeker moment zelfs af of de film hem helpt bij het afscheidsproces. Het is vooral de vader die aan het verwerken is, die zelfs een hartaanval kreeg op het moment dat zijn zoon vernam dat hij een hersentumor had.

Tragische maar interessante film: hoe gedraag je je in zo’n situatie? Hoe praat je met elkaar? Wat verwacht je van elkaar? ‘Je bent mijn moeder dus verwacht ik meer inzet van jou.’ Het wordt nergens te sentimenteel of weeïg, wat dé uitdaging is bij films over ziektes als kanker. Maar het blijft ook wat gewonig. En het had wat korter gekund. Wel eentje die hoog gaat scoren in de lijstjes van de publieksfavorieten en misschien zelfs een kraker kan worden in filmhuizen.

 

Where God Is Not

Where God Is Not – Nabootsen gevangeniservaringen is pijnlijke ervaring
Drie ex-Iraanse gevangenen, nu levend in Frankrijk, recreëren hun gevangenhouding onder leiding van regisseur Mehran Tamadon. Ze doen dat in opslagruimtes in Parijs.

Het recreëren van een gevangenis is niet makkelijk. Een bed aan elkaar lassen, de houten planken op de juiste afstand krijgen, de (religieuze) muziek uit die tijd terugvinden. En dan nog het fysieke geweld. Met name zakenman Ebrahimi kan tot in detail uitleggen hoe een kabel tegen de zool van je voeten wordt aangekletst. “Het is pijn als een bliksemflits.” Hij bindt Tamadon vast en legt uit welke pijn je waar voelde. “Er is geen groter plezier dan dat je te ontboeien.” Daarna zegt hij nog sorry tegen de mannequin die ze als voorbeeld gebruiken.

Homa Kalhori, schrijfster, gaat misschien het verste over haar grens om de pijn te her-ervaren. Tranen vloeien rijkelijk. En Taghi Rahmani loopt (wederom) kilometers in zijn minicel. Hij maakte zes maanden eenzame opsluiting door. Hij beschrijft de strijd met de hoofdondervrager. ‘Zijn doel is om je te laten stoppen met wie je bent… Activist, journalist.’ Ook frappant: ‘De ondervragingsruimte is een oorlog en de ondervrager moet die winnen.’ Als Tamadon vraagt of deze film dan niet helpt om de hoofdondervrager te laten twijfelen, is Rahmani helder: ‘Helemaal niets. Het is oorlog voor hem, geen les ethiek.’

Deze mensen werden opgezadeld met trauma’s voor hun hele leven. En dan heb je het nog niet eens over het waarom van de opsluiting en de gedwongen bekentenissen. Het enige optimistische is dat ze het kunnen navertellen. Soms is er ook humor. ‘Vond je het niet vervelend dat ze jou niet de leider maakten ?’ ‘Ha, nee, dan had ik hardere slagen op mijn voeten gekregen, dat was het niet waard!’

Recreëren van ellende is bezig met een opmars sinds het succes van de film The Act of Killing. Het is een vrij eenvoudige manier om drama meer inlevend te maken – en vertelt het natuurlijk veel duidelijker dan als iemand het gewoon zegt. Dat bewijst deze film ook. Je hebt niet meer dan de ruimtes, de personen en hun verhalen. Hoewel het met twee uur wel wat te lang is.

 

Richland

Richland – Opgroeien tussen de kernbomtesten
In het nucleaire complex van Hanford (Washington State) werd plutonium gemaakt voor atoombommen. Of te wel het Manhattanproject (bekend via de film Oppenheimer), waarmee de atoombommen van Hiroshima en Nagasaki werden gemaakt. Maar het is nu ook wel duidelijk dat diverse mensen (vaak medewerkers) te jong zijn gestorven aan kanker.

Het gehucht Richland groeide begin jaren veertig uit tot een stad toen de arbeiders van Hanford er kwamen wonen. Nu, tachtig jaar later, gaat documentairemaker Irene Lusztig langs alles en iedereen om te begrijpen hoe er nu op die tijd wordt teruggekeken.

We luisteren naar veel betrokkenen. De native Amerikanen die hun land weggenomen zagen worden. Mensen die opgroeiden in die tijd. Archeologen die bij de afgravingen van besmet gebied betrokken zijn (‘Je kunt er wel wonen maar tuinieren gaat niet’). Kinderen in deze tijd bespreken het symbool van hun school: de beroemde ‘mushroom cloud’ van een atoomexplosie. Een van oorsprong Japanse kunstenares wiens ouders Hiroshima meemaakten. Een man die zich jarenlang verzette tegen het project. Verder veel archiefbeelden zoals president Kennedy die bouw van een complex opent door een stokje met uranium ergens tegen aan te tikken.

Wat je vooral leert van deze film: in het heden van een bepaalde tijd worden vaak te rigoureuze keuzes gemaakt. De effecten voor de toekomst zijn dan even bijzaak. Maar het wordt nou eenmaal wel ooit toekomst en dan zit je ermee.

De muziekstukken vind ik een aardige rode draad in de film, maar de docu is wel wat langzaam. De film gaat veelal over senioren maar heeft ook wel een beetje dat tempo.

 

13 november 2023

 

IDFA 2023 – Deel 1: Openingsfilm
IDFA 2023 – Deel 3: Aparte banen
IDFA 2023 – Deel 4: Palestina
IDFA 2023 – Deel 5: Vrouwen: muziek en voetbal
IDFA 2023 – Deel 6: Risiconemers
IDFA 2023 – Deel 7: Oekraïne

 


MEER FILMFESTIVAL