Van die dagen…
door Bob van der Sterre
Blutiger Freitag ♦ Violent Saturday ♦ Black Sunday
Wat een doorsnee dag is voor de een, is een rampdag voor de ander. De een heeft het aan zichzelf te wijten – de ander laat zich meevoeren door de omstandigheden. Drie films over van die dagen… met terrorisme, gangsters, psychopaten en mislukkende bankovervallen.
In Blutiger Freitag (1972) ontsnapt gevaarlijke gevangene Heinz Klett tijdens een bezoek aan de rechtbank. Hij komt bij zijn maatjes en overtuigt ze om spontaan mee te doen aan een bankoverval. Deze overval op een vrijdag loopt snel uit de hand. Bloederig zelfs.
Het hart van de film is het gewelddadige karakter Heinz. Hoe hij botweg deze amateurs aanvaardt voor niets minder dan een bankoverval, dat is Heinz ten voeten uit. ‘Hoezo wil je niet? Ben je laf?’ Hij is een karikatuur van een man. Agressief, seksistisch, opportunistisch en overzelfverzekerd. Alsmaar iedereen kleinerend en commanderend.
Amateuristisch terrorisme
Blutiger Freitag is een Duitse versie van de Italiaanse poliziotto. Het is harder, directer en ook meer overdreven. De ontsnapping van Heinz Klett (een sterk portret van Raimund Harmstorf) is misschien op zich nog wel geloofwaardig te noemen. Maar waarom zou Heidi zich plotseling opwerpen voor haar vriendje Luigi? En waarom in vredesnaam haar broer ook dan maar? Een bank beroven met een maniak, wat kan er misgaan?
Klinkt beslist niet intelligent maar Blutiger Freitag is lang niet zo slecht als het lijkt. Er zijn een aantal verrassende sociale ondertonen die meestal ontbreken in zulke films. De overvallers zijn hun wanhopige levens zat. Heidi en Luigi willen ontsnappen van hun rotbanen. De broer is een deserteur.
Nog sterker: het is (zeer losjes) gebaseerd op een echt verhaal. In de jaren zeventig had Duitsland veel te kampen met geweld. Terrorisme uit extreem linkse organisaties en gewelddadige bankovervallen, niet alleen door professionals, maar ook door amateurs, zoals in deze film.
De roots van deze Duitse poliziotto liggen ook in Italië. De keuze van producent Cineproduzione Daunia 70 (van Caliber 9) voor acteur/regisseur Rolf Olsen is begrijpelijk. Hij maakte immers misdaaddrama’s als Wenn es Nacht wird auf der Reeperbahn en het prostitutiedrama Der Pfarrer von St. Pauli. En die waren ook al niet zo slecht als ze klinken.
Iedereen is verbonden
Wat gebeurde er dan op Violent Saturday (1955)? Dat was de dag dat vlak voor sluitingstijd een paar bankovervallers de lokale bank binnendrongen. Ze nemen de auto van de man van wie je beter geen auto kan pakken: de assertieve voorman van de kopermijn. Een gewelddadige zaterdag hangt in de lucht.
Het aardige van de film van regisseur Richard Fleischer (Soylent Green, Tora! Tora! Tora!) is dat het een poosje duurt voor je een connectie tussen de belangrijkste karakters vindt. De voorman van de kopermijn dus, een hufterige crimineel, een bibliothecaresse die ook dievegge is, een perverse bankemployee, een glimlachende boef, een dame in een mooie cabriolet, een amishboer en zijn familie, een spiedende klant in de bank en een halfdronken rijke patser. Allemaal verbonden met elkaar.
Dit is een film die niet te veel wil uitleggen – waar films uit die tijd vaak wel last van hebben. De film is verder in en in fifties en ook in en in Amerikaans. De kleding, de auto’s. De schitterende volle kleuren! De suggestie van seks in plaats van het daadwerkelijk te zien.
De dialogen in de film zijn heel aardig. ‘You are a drooler. Those things get you in trouble. First you drool… then you get married.’
Scriptschrijver Sydney Boehm was dan ook noir-schrijver bij uitstek. The Big Heat. Rogue Cop. Side Street. Union Station. Allemaal van zijn hand en allemaal films die nu nog prima te verteren zijn.
Wel zonde zijn de gedateerde clichés die in noirs nooit ver weg zijn. Violen bij gevoelige scènes, trompetten bij drukke scènes. Het iets te veel overacten, net iets te studio-achtig zijn, de melodramatische passages, de neiging tot perfectie. Zonder muziek, of met interessante muziek, zou dit een stuk mooiere film zijn geworden.
Explosieve zeppelin boven stadion
En op Black Sunday (1977) dan? Op zich lijkt er niet zoveel aan de hand. In Florida staat een wedstrijd om de Superbowl op het programma. Een mooie dag om van american football te gaan genieten.
Maar een terroristengroep (‘Black September’) heeft een barbaars idee: een zeppelin vol explosieven boven het stadion laten ontploffen. Agenten zitten de twee op de hielen. Een kat-en-muisspel volgt. De muis laat zich niet snel vangen.
De personages. Lander. Een militair die teleurgesteld is geraakt na een militair tribunaal te hebben ondergaan – hoewel hij zes jaar vastzat in een klein hokje in Vietnam. Dahlia. Het brein van de aanslag. Kabakov. De Israëlische commandant die Dahlia kon neerschieten maar het niet deed.
De film draait om de finale zoals een film als Ben Hur draait om de finale. Toch is de weg erheen al behoorlijk intens. Spannende toestanden in Beiroet, Los Angeles, Mojavewoestijn, Washington, Miami. Al die details! Neem de schaduw van de zeppelin die aan het begin van de film in het stadion gevolgd wordt – als je nog geen idee hebt wat er komen gaat.
De film heeft aan veel dingen wat te danken. De combinatie van een dynamisch acteur als Bruce Dern versus de ingetogen Robert Shaw. Alleen Shaw zou zo kalm kunnen zeggen: ‘Kapitein Ogawa, ik wil echt niet dat je doodgaat.’ Marthe Keller – sowieso een actrice die charme combineerde met intens acteerspel (hoe charmant ze ook wel was kun je zien in Bobby Deerfield).
Plus regisseur John Frankenheimer, die je wel kon sturen voor een geduldig opgebouwde spannende film (ook maker van de echte The Manchurian Candidate uit 1962). Hij observeert liever dan de kijker te overvallen met hectische actie. En toont karakters met gedegen psychologisch portretten.
En het heeft vermoedelijk niets met de film te maken, maar echte terroristen zouden vierentwintig jaar later een ander gruwelijk idee uitvoeren. Dat zorgde toen voor een donkere dinsdag.
7 maart 2017