Volgt iemand me… of niet?

Volgt iemand me… of niet?

door Bob van der Sterre

Balkanski Spyjun ♦ Un papillon sur l’épaule ♦ El techo de Cristal

 

In Amerikaanse films als The Parallax View, Klute, The Conversation, Seconds ontrafelen de protagonisten cynische complotten. Welke minder bekende paranoiafilms uit andere delen van de wereld heeft iedereen over het hoofd gezien?

In Balkanski Spijun uit 1984, naam zegt het al, worden we paranoia in voormalig Joegoslavië. Ilija Cvorovic vooral. Hij krijgt een oproep om zich te melden bij de politie. Pure routine. Niet voor Ilija. Die is benauwd voor een nieuwe gevangenisstraf. Hij wil zo min mogelijk verdacht zijn.

Joegoslavisch jeugdsentiment
Ilija denkt dat hun nieuwe huurder een voor de politie verdacht figuur is omdat hij in Parijs heeft gewoond. Als de nieuwe huurder met andere mensen naar een winkelruimte zoekt, ziet Ilija plannetjes voor een aanslag. Iemand die verkeerd nummer belt? De huurder die een trui over de hoorn doet. Een orkestje voor de deur? Spionnen! Ze gaan naar de opera om daar hun geheimen te overleggen. ‘Tijdens het zingen hoort niemand ze.’

Zijn vrouw Danica gelooft het niet zo. Tijdens een presentatie van Ilija’s ‘spionagefoto’s’ waagt zij hem tegen te spreken. ‘Jij bent zo naïef!’ Zijn broer gelooft hem wel onmiddellijk.

Ilija is het klassieke voorbeeld van iemand bij wie de paranoia toeslaat. Hij weet zeker dat de huurder slinkse zaakjes doet met de Franse ambassade. De broer stopt alvast twee vrienden van de huurder in zijn kelder voor ondervragingen.

De film is mateloos populair als Joegoslavisch jeugdsentiment, net als The Marathon Family, waar hier acteurs van terugkeren. Vooral omdat de film zo genadeloos is in zijn spot. De gepassioneerde speech op het einde kan er alleen maar zo mooi uitkomen in een Balkanfilm.

Sterk is ook de schets van de neerwaartse economische spiraal. De hyperinflatie zorgt ervoor dat ze alleen een roodgekleurde gloeilamp kunnen laten branden. Eten en drinken zijn schreeuwend duur. Iemand die het Joegoslavië van 1984 heeft meegemaakt, ziet hier vast de humor van in.

Verkeerde deur op verkeerde moment
In Un Papillon sur l’épaule (1978) blijven we in Europa als Roland Fériaud, oftewel acteur Lino Ventura, aankomt in een hotel in Barcelona. Hij hoort een geluid in de kamer naast hem. Een normaal mens bemoeit zich nergens mee en belt de receptie. Niet Fériaud. Die gaat ‘een kijkje nemen’. En ziet een lijk. En wordt neergeslagen. En wordt wakker in een sanatorium.

In het sanatorium loopt een dokter rond en een verwarde patiënt – ook uit het hotel – die praat tegen een denkbeeldige vlinder op zijn schouder (zie de titel). Fériaud ontsnapt, ontmoet de vrouw van de overleden man die hem nog net de sleutel van een kluisje geeft voor ze wordt aangereden. Daarin zit een tas… die iedereen wil hebben.

Hij wil zijn spullen ophalen in het hotel en ziet weer een moord! Naar de politie gaan heeft geen zin – hij doet het toch en uiteraard geloven ze er geen snars van – ‘Twee moorden? Kidnapping?’ – en bovendien blijkt het sanatorium ineens verlaten, op de man met de vlinder op zijn schouder na.

Een mysterieuze vrouw vertelt dat Fériaud de verkeerde deur op het verkeerde moment heeft geopend.

Oef, belangrijker dan het moeilijke verhaal is dat je goed meekrijgt hoe paranoia werkt. Het script schetst alles vanuit de blik van Fériaud, die er zelf ook niets van snapt, waardoor je als kijker in het duister tast wat er nu gebeurt. Dat is aardig, gebrek aan uitleg, zouden moderne films een lesje van kunnen leren.

Fériaud is hier dan ook een aldoor zeer verbaasde man – een rol die je niet van de meestal bazige Lino Ventura gewend bent maar die wel past. Een van de beste passages van de film is het trippy stukje in het begin, waarbij Fériaud met zichzelf geconfronteerd wordt. Daar had best meer van in gemogen want de rest is wel wat voorzichtig.

De film van Jack Deray (Un Homme est Mort, script van schrijver Jean-Claude Carrière), speelt zich trouwens af in Barcelona. Wat uiteraard geregeld taalproblemen oplevert die opgelost worden door de Spanjaarden bijna allemaal vloeiend Frans te laten spreken.

Paranoia kan zomaar toeslaan
Soms kan een gebouw al genoeg zijn om paranoia te laten toeslaan. In El techo de Cristal (1976) weten we nog niet waar alles heen gaat als Marta mysterieuze voetstappen boven haar hoort. Haar buurvrouw vertelde eerder dat haar vriend uit de stad was – net als die van Marta trouwens. Wie is dit dan?

Aangezien Marta niet echt terecht kan bij haar man, krijgt ze contact met de huisbaas, een vriendelijke kunstenaar, die ook al wat heeft met het melkmeisje. Hij helpt haar, gaat met haar vissen en paardrijden.

Toch vertrouwt Marta haar buurvrouw Julia niet. Heeft ze niet haar man in stukjes gesneden en voert ze zo niet de varkens? Marta raakt steeds meer verward. Ze vindt een verdwaalde schoen in het brandhout, waar je ook een lijkengeur ruikt. ‘s Nachts gaat ze op onderzoek uit en… er valt een dode muis uit de schoen.

El techo de Cristal

De film gaat over hoe paranoia zomaar kan toeslaan. Daarbij neemt de film wel de tijd. Een paar mooie vrouwen maken nog geen film maar tegen het plot krijg je wel voldoening, want dat is best verrassend.

De regisseur hiervan is de intussen overleden Eloy de la Iglesia. Provocerende films waren zijn handelsmerk. Die gingen over drugs (waar hij ook zelf aan verslaafd was). Als je zijn andere films kent (Cannibal Man, The Creature) is dit een zeer kalme, bedaagde film.

Zou hij de vader zijn van de evenzo provocerende en tegendraadse Alex (El Dia de la Bestia)? Ik kan dat nergens bevestigd vinden. Je zou er paranoia van worden.

 

12 oktober 2019


Alle Camera Obscura