Vlaanderen Boven: Waar we Nederland loven

Vlaanderen Boven… waar we Nederland loven

door Wouter Spillebeen

Vlaanderen krijgt de laatste tijd vrij veel Nederlandse cultuur te verduren. Ik zeg verduren omdat ik het niet heb over Vermeer of Mondriaan, maar over Lil’ Kleine & Ronnie Flex. 

Drank & Drugs is de laatste maanden niet meer te vermijden, het duo bracht de hit maar liefst drie keer toen ze in augustus het podium van Pukkelpop betraden. Natuurlijk zijn zij niet de eerste Nederhoppers die Vlaanderen veroveren: De Jeugd van Tegenwoordig en Gers Pardoel zijn al jaren grote namen over de grens. Maar geen van hen hebben met zo’n snelheid en kracht onze ether ingepikt als Lil’ Kleine & Ronnie Flex.

Voor veel Vlamingen (mezelf incluis) bestaat gelukkig geen twijfel dat acts als Drank & Drugs of De Snollebollekes (oh ja, die zijn intussen ook overgewaaid) slechts een kleine minderheid van de Nederlandse cultuur representeren, maar jammer genoeg zijn zij net de Nederlanders die in Vlaanderen een groot publiek krijgen. Neen, Nederland heeft wat popcultuur betreft niet meteen de beste reputatie in Vlaanderen, maar dat heeft meer te maken met de geslotenheid van de Vlaamse markt dan met een gebrek aan kwalitatieve Nederlandse producties.

Loft (2008)

Box office
Zo heeft ook de Nederlandse film geen beste naam over de grens. Wanneer een Vlaamse film als Loft een remake krijgt, is onze pers maar al te happig om te berichten over een zogezegd gebrek aan originaliteit in de Nederlandse cinema. Maar slechts één blik op de internationale opbrengsten van, zeg maar, Van Warmerdams Borgman toont aan dat België amper interesse toont in de kwaliteit die Nederland te bieden heeft. Toegegeven, Vlaanderen kreeg niet bijzonder veel liefde terug voor The Broken Circle Breakdown, maar ik denk dat het tijd is dat we toegeven dat Van Groeningen daarvoor net iets meer lof kreeg dan hij verdiende.

Deze week verschijnt in Vlaanderen Van Warmerdams nieuwe: Schneider vs. Bax. En ondanks de rol voor Vlaamse reus Gene Bervoets (die overigens ook in Borgman acteerde), is de hype hier voorlopig lauwwarm. Affiches in theaterzalen zijn amper te vinden; van de drie filmzalen dicht bij mijn woonplaats is in slechts één ervan een affiche te vinden, ergens achter een zoveelste stand-up van Café Derby. En dat is jammer, want Schneider vs. Bax is net het soort film dat een Vlaams publiek kan introduceren aan de kwalitatieve kant van Nederlandse cultuur.

Onlangs werden vijftien films bekendgemaakt die zullen spelen op het Film Fest Gent, het tien dagen durende festival dat jaarlijks in oktober de hele Gentse binnenstad inpalmt. Voorlopig is Van Warmerdam op de affiche nergens te bespeuren, ook al is de film qua inhoud en releasedatum ideaal om enkele screenings op het festival te verdienen. Het zou niet nieuw zijn dat Nederlandse cinema in Gent genegeerd wordt, maar als Schneider vs. Bax niet aan de affiche wordt toegevoegd in de komende weken, dan is dat een lelijk symptoom van een groter probleem in de Vlaamse filmcultuur.

Schneider vs. Bax

Competitie
Vlaanderen houdt graag een vaandel op voor haar eigen regisseurs. Wanneer Erik Van Looy naar Hollywood trekt om de zoveelste versie van Loft te maken, staat het hele land achter hem. Wanneer die film een flop blijkt te zijn, kan dat enkel aan piraterij liggen, niet aan het feit dat de film gewoonweg niet bijzonder goed is.

Klein Vlaanderen is enorm competitief op filmvlak, wat teruggeleid kan worden tot een rivaliteit met Wallonië, waar de gebroeders Dardenne kind aan huis geworden zijn in Cannes. Die competitiviteit dwingt de gemiddelde Vlaming om de eigen producties hoger te waarderen en zich eerder neerbuigend op te stellen tegenover gelijkaardige filmlanden zoals Nederland. Deze filmzaal is slechts groot genoeg voor één Nederlandstalige film.

Dat Vlaanderen niet ontvankelijk is voor Nederlandse cinema is zeer jammer en een groot gemis. Dat Nederlandse cultuur in Vlaanderen al te vaak gereduceerd wordt tot “Hoofd, schouders, tiet en kont” is een schande. Ik wil niet weten wat onze noorderburen van arm Vlaanderen zouden denken als het West-Vlaamse Preuteleute om het kwartier op de Nederlandse radio gedraaid zou worden.

Noem dit gerust een warm pleidooi voor meer Nederlandse kwaliteitsfilms in de Vlaamse zalen en evenzeer voor meer Vlaams-Nederlandse samenwerkingen. Als een ouwe Antwerpse rot als Gene Bervoets zijn Vlaams accent kan camoufleren voor Van Warmerdam, dan moet onze Wim Opbrouck dat ook maar eens proberen. Misschien kunnen we zo onze eigen culturele blik verruimen en vooral genieten van een paar goede films. Want meer kwaliteit in onze zalen, dat kunnen we zeker goed gebruiken.

21 september 2015

 

Alle columns