Zone of Interest, The

*****
recensie The Zone of Interest
Beter dan andere mensen

door Jochum de Graaf

Tien jaar na Under the Skin komt de Britse regisseur Jonathan Glazer met een nieuw meesterwerk. The Zone of Interest kreeg de Grand Prix in Cannes en is genomineerd voor de Oscar als beste niet-Engelstalige film. Een ijzingwekkend goede film die langzaam maar zeker onder je huid kruipt.

Rudolf Höss loopt licht beneveld door het lege trappenhuis, het feest onder in de balzaal is nog in volle gang. Op de voorafgaande conferentie heeft hij een voor hem uiterst belangrijke opdracht gekregen. Middenin de nacht belt hij euforisch zijn vrouw Hedwig: ‘ik wilde even je stem horen.’

Auschwitz
Hij wordt plaatsvervangend inspecteur van alle kampen en moet daarvoor naar Oranienburg, dichtbij Berlijn, verhuizen. Maar Hedwig voelt er niet zo voor om mee te gaan. Aan de oever van de rivier hebben ze een indringend gesprek, zoals tegenwoordig in ieder geëmancipeerd gezin zou kunnen plaatsvinden. Ze wonen nog niet zo lang in de mooie speciaal gebouwde villa en de kinderen zijn net aan school gewend in de nieuwe omgeving. Het is er zo heerlijk wonen. Ze hebben een paradijselijke tuin, geweldige broeikas met bijzondere groenten, de kinderen doen het goed, veel personeel en een fijne vriendenkring van andere Duitse kampfunctionarissen.   

The Zone of Interest

The Zone of Interest, losjes gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Martin Amis (die opmerkelijk genoeg vlak voor de première in Cannes vorig jaar overleed), volgt het verhaal van Rudolf Höss en zijn gezin die in mei 1940 een speciaal voor hen gebouwde villa bij Auschwitz betrekken. In het vernietigingskamp (79 jaar geleden bevrijd) zouden rond 1,1 miljoen mensen, merendeels Joden, worden omgebracht. Höss stond er goed op bij de nazi-top, maakte snel carrière in de SS en na zijn bevordering naar Oranienburg werd hij in mei 1944 teruggeroepen naar Auschwitz om het transport naar en de verspreiding van 700.000 Hongaarse Joden over de kampen, ‘Aktion Höss’, te leiden. Het is de reden dat hij aan het eind van de film zo euforisch door het trappenhuis doolt.

Verschrikkingen buiten beeld
Van het uitgestrekte kampcomplex krijg je niets te zien; ja, wanneer grootmoeder op bezoek is en door de tuin wordt rondgeleid, valt opeens de wachttoren die uittorent boven de betonnen afscheidingsmuur op. Wanneer een bak met as over een bloemperkje wordt uitgestrooid, is de macabere suggestie van menselijke as onmiskenbaar. De verschrikkingen in de kampen worden echter zorgvuldig buiten beeld gehouden. De familie Höss geniet van het buitenleven, ze mogen graag vissen en zwemmen in de beken en meren van het idyllische Poolse platteland. Als vader Rudolf botresten of zwartgeblakerde deeltjes ontwaart in de rivier die van de kant van het kamp afstroomt, roept hij op stel en sprong de kinderen uit het water en beveelt ze zich snel thuis schoon te wassen.

Op zekere dag komt een hoge delegatie van SS’ers met bouwkundige ingenieurs op werkbezoek in de villa. Op tafel wordt een bouwtekening uitgespreid. Een nieuw revolutionair ontwerp voor verbrandingskamers, ‘ladingen’ kunnen voortaan uiterst efficiënt worden verwerkt. ‘Branden, koelen, ontladen, herladen, continu!’, klinkt het, het lijkt pijnlijk logisch, vanzelfsprekend, heel normaal.

Jonathan Glazer laat heel effectief het beeld en geluid het werk doen. De camera registreert meestal van een afstand, er komt slecht een enkele close-up voorbij. Met het niet vertonen van de wreedheden wordt niet zozeer de nieuwsgierigheid opgewekt, maar bekruipt je meer en meer het unheimische gevoel dat het allemaal van een groteske alledaagsheid was. Hoe kan het dat mensen uiteindelijk zo handelen en functioneren? Het is in optima forma de ‘banaliteit van het kwaad’, in de veelbesproken woorden van Hannah Ahrendt.

The Zone of Interest

Soundscape
Een essentiële rol speelt daarbij ook de soundtrack, beter gezegd de soundscape, waarvoor net als in Under the Skin, Glazers meesterwerk van tien jaar geleden, Mica Levi tekent. Achter de gewone huis-, tuin- en keukengeluiden horen we geblaf van honden, soms ijselijk gegil van mensen, marcherende soldaten, bevelen. En let dan ook eens op het begin van de film. Het beeld nog op zwart en een symfonie van een kleine twee minuten waar heavy metal langzaam overgaat in vogeltjesgefluit. Hel en hemel liggen vlak bij elkaar.

De verbijstering en het ongemak nemen in de loop van de film meer en meer toe, vooral ook door het fenomenale spel van hoofdrolspelers Christian Friedel (hij was de schoolmeester in Das weisse Band) en Sandra Hüller (terecht met een Oscar genomineerd voor Anatomy of a Fall). Ze kleuren hun rol opvallend onopvallend in. Friedel met hoog opgeschoren schedel, vette plak haar, ambitieuze doorsnee-nazi zoals er zovele waren. Hüller met een bundel vlechtjes in het haar, een kapsel dat bij de Bund Deutsche Mädel populair was. Ze geeft Hedwig gestalte als lompe, onbehouwen vrouw, die het personeel afsnauwt, maar tegelijkertijd zorgzaam is voor haar kinderen.

In een interview met Het Parool vertelde Sandra Hüller hoe ze zich voorbereidde op de rol: ‘veel ziel was er niet’. Volgens haar wilde Jonathan Glazer deze vorm van ongemak bereiken. ‘Hij wil dat mensen zich op een vreemde manier met Rudolf en Hedwig kunnen identificeren. Niet door ze menselijk te maken of door ze allerlei gevoelens en drama mee te geven, maar door naar hen te kijken terwijl ze hun leven leiden.’ (…) ‘Zij (Hedwig) en Rudolf namen de beslissing om zichzelf op de eerste plaats te zetten. Ze besloten dat ze beter waren dan andere mensen. Dat ze beter verdienden en dat de anderen moesten sterven. Het is een menselijke keuze en juist dat maakt het zo gevaarlijk.’

 

31 januari 2024

 

ALLE RECENSIES