Dutch Mountain Film Festival 2025 – Preview 1

Dutch Mountain Film Festival 2025 – Preview 1:
Klimtouwen en andere hechte banden

door Paul Rübsaam

Op 4 november gaat in Heerlen, Kerkrade, Vaals en het Duitse Aken de vijftiende editie van het Dutch Mountain Film Festival (DMFF) van start. Met als thema ‘De touwgroep’. Naast dat samenwerkingsverband van alpinisten komen in de films collegiale banden, familiebanden en liefdesbanden aan bod.

In de toelichting van het DMFF op dat thema ‘De touwgroep’ kunnen we onder andere lezen: ”Het ’touw’ is een symbool van onze gedeelde verantwoordelijkheid. Het verbindt ons niet alleen met het verleden, maar ook met de toekomst. In de touwgroep dragen we samen de lasten, maken we samen keuzes, en zorgen we voor elkaar in een constante wisselwerking.”

Het thema reikt volgens de toelichting echter verder dan de grenzen van het alpinisme en het festival. “Het herinnert ons eraan dat we allemaal op deze aarde met elkaar verbonden zijn. Wat we doen heeft invloed op de ander, en onze keuzes hebben gevolgen voor de samenleving en de natuur.”

Dat het trouwens niet eenvoudig is om voor een festival als het DMFF een overkoepelend thema te bedenken, kan ik bevestigen nu ik dit jaar niet alleen de voor het festival uitverkoren films grotendeels kon bezichtigen, maar ook een aanzienlijk deel van de honderden kandidaten voor die uitverkiezing.

Voor een doorsnee filmliefhebber klinkt ‘bergfilm’ al specialistisch, Maar feitelijk valt het genre uiteen in een steeds groter wordend aantal subgenres. Die kunnen betrekking hebben op verschillende soorten van klimmen in de bergen (of in een klimhal), maar ook op andere sporten die in de bergen beoefend worden (bijvoorbeeld mountainbiken en paragliden).

Daarnaast gaan de films over het leven en de cultuur in de bergen, of over de invloed van de klimaatverandering op het hooggebergte. En nog zijn daarmee lang niet alle subgenres benoemd. Het aanbod en de diversiteit zijn groot. Wat tevens tot gevolg heeft dat deze preview zelfs van de ruim dertig films die binnenkort in Zuid-Limburg (en Aken) vertoond gaan worden niet meer dan een selectie kan bevatten.

The Tops

The Tops

The Tops – Taal noch teken in de sneeuw
In The Tops (Les Cimes) van de Franse regisseuse Lucile Prin draait het anders dan de titel doet vermoeden niet om het beklimmen van bergen. Wel is er genoeg reden voor hoogtevrees en is er sprake van een touwgroep. Maar de communicatie tussen de twee leden daarvan laat te wensen over.

Op een dag in de winter ligt een dal in de Franse Alpen bedekt onder een dik pak sneeuw. Dat heeft consequenties voor het bereik van mobiele telefoons, het functioneren van gemeentelijke diensten en dergelijke. Dus moeten onderhoudsmonteurs Lorna (Eveline El Garby Klaï), een vrouw van in de veertig met een Arabisch uiterlijk, en Marius (Jan Hammenecker), een Noord-Europees ogende zestiger, er in hun kleine terreinautootje op uit om herstelwerkzaamheden te verrichten aan de hoge communicatiepalen.

Marius is bezig aan zijn laatste werkdag voor zijn pensioen en zou zich liever niet al te druk meer maken. Lorna, op haar beurt, lijkt zich niet al te lekker te voelen. Als ze gezekerd door Marius in een hoge paal moet klimmen, krijgt ze last van duizelingen. Later, wanneer ze samen weer in het autootje zitten, wrijft ze met haar rechterhand over haar linker bovenarm, als iemand met hartklachten.

Ondertussen verslechtert het weer. Er steekt een sneeuwstorm op en de ruitenwissers moeten overuren maken. Het tweetal krijgt bericht dat het hele dal geen bereik meer heeft en dat er onmiddellijk iets moet gebeuren aan communicatiepaal D3. Maar steeds dikkere pakken sneeuw bedekken ook het asfalt, zodat het een kunst wordt het voertuig op de weg te houden.

Uiteindelijk komt het wagentje vast te zitten in de sneeuw. Contact met hun opdrachtgevers kunnen de twee monteurs niet meer krijgen. Lorna denkt evenwel dat paal D3 vlakbij moet zijn en gaat er alleen op uit. Marius, die haar in een mum van tijd in een witte waas ziet verdwijnen, blijft aanvankelijk in het wagentje zitten. Als echter blijkt dat hij ook met haar telefonisch geen contact meer kan krijgen, besluit hij Lorna te gaan zoeken.

Zonder het geringste levensteken van de ander belanden de twee collega’s in een volslagen witte wereld, waarin niets valt te onderscheiden en onderlinge afstanden onpeilbaar zijn. Wie moet uiteindelijk wie gaan redden? De zich haast onmerkbaar met het geluid van de huilende sneeuwstorm vermengende soundtrack van Jany Kasmi draagt bij aan het gevoel van desoriëntatie waar Marius en Lorna aan ten prooi vallen. Alleen dat al vergoedt ruimschoots de voor de kijker niet altijd even logische keuzes die de protagonisten in hun uur van ontreddering maken.

The Hills of Wrath – Moeder van de wijnranken
Ook in The Hills of Wrath – A Winemaking Epic van Léo Boudet, met als originele Franse titel Les Chaillées d’Enfer (De terrassen van de hel) draait het niet om extreem alpinisme, maar wel om solidariteit die vergelijkbaar is met die van binnen een touwgroep en om kerende kansen op hellingen. We hebben het dan over de terrassen van een immense wijngaard nabij het plaatsje Condrieu, in het Zuidoosten van Frankrijk.

The Hills of Wrath

The Hills of Wrath

Het centrale personage in de documentaire van Boudet met muziek van Alexandre Desplat (The Shape of Water) wordt gevormd door Christine Vernay. In 1996 nam ze van haar fameuze vader Georges Vernay het beheer over van het immense, naar hem vernoemd wijndomein. De oude Georges veronderstelde toen nog dat Christine’s echtgenoot Paul Amsellem, een voormalig producent van babykleertjes, zijn opvolger zou worden. Maar die ambieerde slechts een zakelijke functie in het familiebedrijf. Christine zelf wilde in de voetsporen van haar vader treden. En dat deed ze. ‘De paus heeft een dochter’ heette het vervolgens in de Franse kranten. Later zou die dochter haar sekse ten spijt zelfs tot ‘man van het jaar’ worden verkozen.

Ze streeft naar intimiteit met haar wijnen, vertelt Christine. Ze koestert de momenten dat ze alleen met ze is in haar grote wijnkelders. Alsof het om een moment van bezinning gaat, tapt ze daar wat van het kostbare vocht uit een van de grote vaten, ruikt eraan, neemt een slokje, proeft zorgvuldig en spuugt de wijn volgens de regelen der kunst weer uit.

Die intense betrekking met het product dat ze verbouwt, wil de middelbare Christine geleidelijk gaan overdragen op haar dochter Emma, die uiterlijk op haar lijkt en zelfs op dezelfde manier als haar moeder in haar handen wrijft. Maar voor die tijd moet Emma bij wijze van stage het nodige werk verrichten op de wijngaard zelf. Daar ontdekt ze dat toewijding niet alleen een vereiste is voor mensen in de top van het wijnbouwbedrijf. Maar ook voor mensen als Jean-Luc Vincent, Fatma Kabal en Alain Balas, die al sinds jaren ieder een eigen deel van de wijngaard beheren en daar het werk verdelen. En zelfs voor de leerlingen en seizoenarbeiders. Iedereen die op de wijngaard werkt, maakt als het ware deel uit van één grote familie die één gezamenlijk doel nastreeft.

In het jaar 2021, dat we op het wijndomein bijna van dag tot dag volgen, is de klimaatverandering verantwoordelijk voor de nodige meteorologische uitschieters en stortten insecten als de Drosophila (fruitvlieg) zich op de witte en paarse druiven. Wat allemaal van invloed kan zijn op de kwantiteit en de kwaliteit van de wijnen. Niet alleen in 2021, maar zelfs in de jaren daarna.

Zelden is wat er achter termen als ‘ een goed wijnjaar’ of ‘ een slecht wijnjaar’ schuilgaat zo minutieus en tot in de puntjes van de wijnranken over het voetlicht gebracht als in The Hills of Wrath. Die nauwgezetheid maakt Boudets documentaire tot een bijzondere. Al is de 118 minuten durende film voor een niet vinologisch georiënteerd publiek arm aan enerverende plotwendingen.

Ashima – Uit de schaduw, naar het goud?
Claustrofobie is niet de vorm van angst waar je het eerst aan denkt als je het over rotsklimmen hebt. Toch bekruipt dat gevoel je als in de documentaire Ashima van regisseur (en cameraman) Kenji Tsukamoto de frêle dertienjarige titelheldin Ashima Shiraishi in de donkere holte ziet staan onder een ‘Golden Shadow’ genoemde rotsformatie in Zuid-Afrika. De beklemmende aanwezigheid van de zich als mental coach en drilsergeant manifesterende vader van het Amerikaans-Japanse klimtalent draagt daar niet weinig aan bij.

V-14 is de officiële moeilijkheidsgraad van het klimprobleem ‘Golden Shadow’. Een niveau dat slechts één keer door een (volwassen) vrouw werd gehaald. Het onderste deel van een sterk voorover hellende, op een kleinere rots steunende grotere rots vormt bijna een plafond. Daaraan moet ‘spidergirl’, zoals Ashima door haar fans liefkozend wordt genoemd, de grepen voor haar handen en voeten zien te vinden. Om zich vervolgens nog steeds met haar hoofd en rug naar beneden hangend door een spleet te werken, waarna ze eindelijk het vrije, nog altijd loodrechte deel van de grote rots en de open lucht zou kunnen bereiken.

Dat lukt haar echter niet in één keer, En ook niet in twee, drie of vier keer, Het is zelfs de vraag of het haar hoe dan ook lukken gaat. Maar dag na dag trekken haar vader en zij, met ieder een matrasje op de rug om haar voortdurende kleine valpartijtjes mee te verzachten, door een dor Zuid-Afrikaans landschap naar die donkere, grotachtige plek waar Ashima het opnieuw proberen moet.

We hebben dan reeds kennis kunnen maken met Ashima Shiraishi als een meisje dat als klein kind al gek was op het beklimmen van speeltoestellen. Die voorliefde werd door haar ouders en vooral haar vader prompt dermate gretig ‘gestimuleerd’ dat ze alle prijzen die ze gewonnen heeft ten spijt inmiddels niet goed meer weet of ze het klimmen voor zichzelf doet of voor haar ouders.

Ashima

Ashima

Poppo en Miko Shiraishi, een naar New York geëmigreerd echtpaar van Japanse oorsprong, zijn tien jaar lang onvrijwillig kinderloos geweest, waarna ze de geboorte van Ashima verwelkomden als een godsgeschenk. Vader Poppo had zich lang onderscheiden als danser in Butoh, een Japanse dans- en theatervorm. Hij beëindigde zijn carrière echter toen zijn dochter geboren werd. Moeder Miko ging vervolgens werken om het gezin te onderhouden.

Dat Poppo Shiraishi zijn dochter is toegenegen lijdt geen twijfel. En dat zijn als Butoh-danser opgedane ervaring met lichaamsbeheersing, concentratie en innerlijke aanschouwing Ashima bij het klimmen van dienst zijn evenmin. Wel vraag je je als kijker af of hij zijn opvattingen over wat goed is voor haar niet wat meer zou moeten toetsen aan de voorkeuren van de dertienjarige zelf. Om het voorzichtig uit te drukken.

Want eigenlijk kent hij daar in Zuid-Afrika geen genade. De tranen staan Ashima in de ogen als ze voor de zoveelste keer moet horen dat haar mentale voorbereiding tekort schiet. Of als het haar verboden wordt te klagen over de kou of over haar door de rotsen kapot gescheurde vingers.

De pas op de plaats die het meisje bijna tot gek wordens toe moet maken bij klimprobleem ‘Golden Shadow’ zal nog lang op het netvlies van de kijker blijven branden. Maar ondanks die grote verdienste van zijn documentaire heeft Kenji Tsukamoto’s algemene keuze voor een momentopname in het leven van Ashima Shiraishi ook een keerzijde. Want meer nog dan je wil weten of Ashima uiteindelijk vanuit de duisternis van haar ‘grot’ het goud van het zonlicht bovenop de rots zal bereiken, blijf je je afvragen hoe het verder moet in haar nog jonge leven. Wat als de nog beginnende puber ouder wordt en de relatie met haar ouders en in het bijzonder dei met haar vader – op wie ze in voice-overs slechts milde kritiek uit – gaat veranderen? Zal ze dan nog gelukkig zijn met al haar klimgoud?

K2 Mon Amour

K2 Mon Amour

K2 Mon Amour – Adembenemende liefde
Een hele hechte touwgroep, namelijk een die gevormd wordt door een liefdeskoppel, zien we in K2 Mon Amour van Mathieu Rivoire. De ervaren Franse alpinisten Liv Sansoz en Seb Roche vormen een stel en met zijn tweeën willen ze de K2 beklimmen, de op een na hoogste berg ter wereld. Niet direct een boottochtje over de Seine, zou je zeggen. Voor hen is het echter naast een uitdagend ook een romantisch avontuur, dat ze in stijl willen afronden door als paraglidingtandem van de top van het 8611 meter hoge gevaarte naar beneden te zweven.

De K2, ook wel Mount Godwin-Austen genoemd, is een berg zoals een kind die zou tekenen, zegt men. Dat klinkt geruststellend, maar is het juist niet. Als een immense, bijna volmaakte piramide waarvan de wanden allemaal even steil zijn, verheft hij zich als onderdeel van de bergketen Karakoram op de grens van Pakistan en China uit het laagland. Onder alpinisten geldt hij als veel moeilijker dan de Mount Everest. Zelfs als je de normale route volgt, zoals het alpinistenkoppel zonder het gebruik van zuurstofflessen wil doen. Want die voert nog altijd langs beruchte passages als de House Chimney op 7000 meter, de Pyramide Noir op 7400 meter en last but not least de Bottleneck op 8200 meter, waar je bedolven kan worden onder de sneeuw van omvallende ijstorens.

Zelf de (drone)camera bedienend, doen Seb en Liv de nodige grapjes makend hun best om ondanks hun ontberingen en vermoeidheid op de kijker een opgewekte en nog altijd verliefde indruk te maken. Wat bij die zich soms een beetje een voyeur voelende kijker wel eens wat op de zenuwen kan werken. Op de grote hoogtes beland, kan liefdevol informeren naar elkaars welzijn en belevingswereld evenwel bijzonder nuttig zijn. Door een zuurstoftekort in de hersenen val je daar namelijk gemakkelijk ten prooi aan hallucinaties.

Maar ook zonder zinsbegoocheling zijn de majestueuze K2 zelf, zijn onmetelijk steile sneeuwvelden en het panorama gevormd door de omliggende bergen adembenemend. Voor het oog is er alle inspanningen ten spijt romantiek genoeg te vinden. Ongeacht of het tweetal erin slaagt de top van de berg te bereiken en hun gedroomde zweeftocht naar beneden te maken.

See what I saw: Karakoram Kampvuur versus avondrood
We blijven even in de Karakoram. Het zeventien minuten beslaande See what I saw: Karakoram van de Nederlandse filmmaker Boris Peters is echter geen speelfilm of documentaire, maar een videoproject, waarvan de installatie op het festival op 8 en 9 november doorlopend te zien zal zijn. Gebruikmakend van gesplitst beeld geeft Peters zijn impressies weer van een bijna drie weken beslaande trektocht die hij samen met een groep Pakistaanse dragers maakte over de immense Biafo- en Hispargletsjer.

See what I saw: Karakoram

See what I saw: Karakoram

Dat gesplitste beeld is even wennen. Maar al snel word je meegevoerd door de effecten die Peters ermee weet te bereiken. Er zijn beeldkoppels van een detailbeeld van zware rugzakken en voeten die moeizaam hun weg zoeken tussen hoekige stenen tegenover een wijde wereld van eindeloze sneeuwvelden en tot aan de hemel reikende bergtoppen. Of van panoramische impressies van een hele stoet dragers die over de gletsjer trekt versus close-ups van de karakteristieke, door weer en wind getekende gezichten van ieder van hen.

De beelden die de Nederlandse cineast ons gelijktijdig laat zien, verhouden zich niet uitsluitend tot elkaar als detail tot panorama. Soms is de connectie meer symbolisch van aard en een enkele keer raadselachtig. Een zonsondergang wordt gekoppeld aan een beeld van een knapperend kampvuur met een rode gloed daaromheen. Of we zien een drager turen door een verrekijker en gelijktijdig een kraai die op een rost zit. Bespiedt de drager de kraai, of tuurt de kraai op dezelfde manier in de verte als de drager?

Dat de tocht van Peters zwaar en tegelijkertijd mooi was, is duidelijk. En dat zijn methode om daar verslag van te doen opmerkelijk is eveneens. Wat enigszins ontbreekt is een intentie van de maker om los van die methode een niet te voorspelbaar achterliggend verhaal te vertellen.

The Future of Climbing – Met je vingers in een duivenhol of aan een stuk plastic?
In The Future of Climbing volgen we actuele ontwikkelingen in de klimsport in twee richtingen. De eerste – die van het outdoor klimmen – lijkt wel een doodlopende weg op te leveren. In de tweede – die van het indoor klimmen – zit meer toekomst. Maar heeft die nog iets te maken met de hang naar vrijheid en het verlangen naar de ongerepte natuur van de alpinisten van weleer?

In de drukke, soms bijna manische documentaire waarin naast rotsklimmers en klimhalexploitanten ook geleerden en natuurbeschermers aan het woord komen, laten ervaren bergfilmregisseur Guilaume Broust en de niet van humor gespeende verteller Cédric Lachat (een Zwitserse rotsklimmer) ons zien hoe klimlocaties in Europa als Fontainebleau (Frankrijk), Val Bavona (Zwitserland) en Meschia (Italië) overbevolkt raken met waaghalzen die elkaar via sociale media geïnfecteerd hebben met de klimkoorts.

The Future of Climbing

The Future of Climbing

Het levert een beeld op dat soms lachwekkend, maar ook pijnlijk is. Hun kampvuurtjes veroorzaken bosbranden, hun uitwerpselen liggen overal verspreid door de bosjes, vee wordt schrik aangejaagd en vogels (duiven, maar ook oehoes) op zoek naar een nestplaats in de rotsformaties moeten hun heil elders zoeken door toedoen van de klimmende meute. Om nog maar te zwijgen van de door geologische processen van miljoenen jaren gevormde rotsen zelf, die eroderen en ontsierd worden door de vele krijtstreepjes die goede grepen moeten markeren. Geen wonder dat landeigenaren en natuurbeschermers er meer en meer toe overgaan letterlijk paal en perk te stellen aan het klimgeweld.

Ondertussen schieten – al dan niet als reactie op die beperkende maatregelen – de klimhallen als paddenstoelen uit de grond. Het indoor klimmen is al sinds enige jaren een Olympische sport en wereldwijd zijn er inmiddels dertig miljoen gymklimmers. De meeste van hen laten de echte rotsen welbewust links liggen.

De routes op de klimmuren in een hal zijn door mensen bedacht en uitgezet (soms met behulp van artificiële intelligentie) en worden voortdurend veranderd. Maar verrassend genoeg zou juist dat volgens geïnterviewde indoorklimmers de meest ‘pure’ klimervaringen opleveren.

Toch zullen de onmogelijke routes die de natuur zelf te bieden heeft altijd blijven lonken. De liefhebbers daarvan zullen zich echter meer van die natuur bewust moeten worden, benadrukken Julia Chanourdie en met haar andere gewetensvolle rotsklimmers. Als The Future of Climbing echter iets op indringende wijze laat zien is het dat ons dat met inmiddels acht miljard mensen op Aarde op zijn zachtst gezegd moeilijk afgaat.

 

In het binnenkort te verschijnen tweede deel van deze vooruitblik op DMFF #15 aandacht voor oude tradities, het leven van weleer en het verlangen daarnaar in Spanje, Roemenië en Nepal. Verder het wel een wee van een zwangere hond die schapen moet hoeden en een hermelijn in de winter.

 

31 oktober 2025

 

 

MEER FILMFESTIVAL