Verslag Kaboom Animation Festival 2024

Kaboom Animation Festival 2024:
Rijk en divers

door Ralph Evers

De vijfde editie van het Kaboom Animatie Festival (voorheen bekend als het Holland Animation Film Festival, HAFF) is afgelopen vrijdag van start gegaan in Utrecht. En hoe! Met direct een rijk en divers programma, dat de Nederlandse première van The Peasants (Chłopi) had als afsluiter van de eerste dag.

Het thema van deze editie is ‘Welcome Home’, en omdat de artistiek leider van Kaboom haar wortels in Polen heeft, zijn er enkele shorts-programma’s gewijd aan Polen. Naast haar thuisland is er speciale aandacht voor Iran, een LGBTQI+-programma en de feature film Sultana’s Dream, geïnspireerd op de Bengaalse schrijfster Rokeya Hossain, die in 1905 een verhaal schreef waarin vrouwen aan de macht zijn en niet de mannen.

Kortom, waar animatie in staat is grenzen te overschrijden, onmogelijkheden te beslechten en de verbeelding rechtstreeks en op originele wijze kan aanspreken, doet ze dat deze editie dan ook met verve op zowel aantrekkelijke als uitdagende of veeleisende wijze.

Banquet

Banquet

Polen, Polen
Waar het land cultureel homogeen is, is haar animatie verrassend pluriform. Loodzwaar, diepzinnig, poëtisch, vrolijk, grappig, lichtvoetig, ondeugend, eigenwijs, formeel zijn zo een aantal tekortschietende woorden om de diversiteit van de Poolse animatieshorts in taal proberen te vangen. Er lijkt een nadruk op zintuiglijkheid te liggen. De mens, Pool, in diens al dan niet bedreigende omgeving. De vele close-ups van neuzen, ogen, monden, oren, karakters die zich in vervreemdende omgevingen bevinden, bespied worden, op zoek zijn naar elkaar of als volstrekte vreemden in een eindeloze loop langs elkaar heen leven (Tango, 1980).

Daarnaast de vele transformaties: soms in simpele lijnen die vlakken of rondjes worden en verrassend duidelijk weten weer te geven wat er bedoeld wordt, mede dankzij een effectieve geluidsband. Soms in een strakke lijn de vele gelijkenissen tussen onze – in dit geval – vernietigingsdrang en de geordende chaos van moeder natuur in het uiterst fraai en intelligent weergegeven Airborne van Andrzej Jobczyk.

Ook het experimentele karakter van de Poolse cinema blijft niet onderbelicht. Een iconisch voorbeeld hiervan is A hard-core engaged film van Julian Antonisz, die rechtstreeks op filmtape kliederde met verf. Het resultaat is een chaotische, verfrissende, kinderlijke punk-creatie en natuurlijk een middelvinger naar het beklemmende Sovjetregime met al z’n neurotische verboden. Het even zo subtiel rebelse Banquet (Bankiet) is de moeite waard omdat de rollen tussen het diner en de elitegasten op een verrassende, Svankmajeriaanse wijze worden omgedraaid, met fatale gevolgen! Ichthys van Marek Skrobecki valt op door z’n naargeestige sfeer, prachtige soundtrack en tragische afloop.

Chłopi
Eind 19e eeuw schreef de Poolse Nobelprijswinnaar van de literatuur Władysław Reymont het boerenepos Chłopi (de boeren), waarin hij naast het hoofdverhaal veel aandacht besteedde aan de met de seizoenen samenhangende rituelen van het boerenleven. Reymont verwachtte dat de moderne tijd de rituelen en gebruiken van vroeger zou doen vergeten en dus besloot hij dit vast te leggen in dit boek. Deze gebruiken en rituelen vormen ook het kader van de gelijknamige film.

The Peasants

The Peasants

Van het duo Welchman en Welchman, dat eerder naam maakte met Loving Vincent, komt nu, wederom geheel in olieverf geschilderd, de verfilming van dit verplichte leesvoer in het Poolse onderwijs. Een film over Polen vanuit Polen boordevol prachtige details en knipogen naar de Poolse realisten van die tijd, zoals Józef Chełmoński, Leon Wyczółkowski, Stanisław Masłowski, Władysław Ślewiński, maar ook internationaal bekende schilders als Jean-François Millet, Pieter Breughel de Oudere, Edvard Munch en Johannes Vermeer, zijn een ware lust voor het oog.

Het verhaal van Reymont heeft een paar updates gekregen, waarin meer nadruk komt te liggen op het geweld vanuit het patriarchaat, de vernietigende werking van roddel en achterklap en de hang van de goegemeente, zeker wanneer die in onzekerheid verkeert, naar een vijand. Geen spiegel is meer nodig, want al het kwaad past de vijand zo goed.

In Chłopi valt deze rampspoed de knappe, maar naïeve Jagna ten deel. De mens is niet groots, kent een wankel geciviliseerd evenwicht en weet doorgaans haar kwaad middels allerlei drogredenen, valse voorstellingen van de realiteit en projecties goed te praten. Alle basale menselijke emoties, zoals afgunst, verlangen, hebzucht, haat en angst zijn rauw, onopgesmukt en invoelbaar in beeld gebracht, werkelijk verbluffend en met die heldere kleuren glanst ‘s menschens toorn des te schrijnender. Tel hierbij de traditionele Poolse folkmuziek, die met verve gespeeld wordt, en je stelt jezelf zo voor in dat landschap, met helaas, die mensen. 

Poetry in Motion
Het experimentele blok korte animatiefilms. Verwacht geen gemakkelijke kost, maar laat je geest verruimen met de mogelijkheden en de hedendaagse creaties binnen animatie. Elf films passeerden de revue, variërend van ‘daar wil ik meer van zien’, tot ‘zzz… huh, nog steeds bezig’. Hoewel er werk tussen zat dat qua lengte af voelde, bleef het idee dat we naar ‘proeven van’ kijken. Een proeve van hybride mensen in The Posthuman Hospital, onheilspellend, en smakend naar meer. Een proeve van een ironisch spel met taal, woorden en animatie in Miserable Miracle. Of een uitdaging van wat dit nu weer probeert uit te beelden: The Hour Coat? Waar een leek een oefening in herhaling ziet, zonder dat er ontwikkeling ontvouwt. Waar de ene na de andere interpretatie hout snijdt en op stukloopt. Als animatiesommelier zou ik zeggen dat dit blok goed gedecanteerd moet worden en dat ze vooralsnog te vroeg gedronken is.

Here, Queer and totally Sincere
Een blok kortfilms met een duidelijke boodschap, waarbij de hoop is dat zich ook veel cis gender hetero’s zich melden, want een aantal films heeft een educatieve rol. Voor iemand die zich herkent in de LHBTQI+-beweging is het je anders voelen, zo leren we, een belangrijk deel van je dagelijkse ervaring. Dat perspectief als uitgangspunt van de beleving van een film nemen is dan vooral educatief voor diegenen die de meerderheid en de norm uitmaken. Voor de LHBTQI+’er is dit vooral een bevestiging. De films kenmerken zich door een meer serieuze en heroïsche toon, waar veel ruimte is voor kwetsbaarheid. Gelukkig is er ook voldoende ruimte voor humor, zoals een aloud sprookje waar de prins, geheel in tegenspraak met de verhalenverteller, van de herenliefde is, och arme prinses toch!

Sultana’s Dream

Sultana’s Dream

Sultana’s Dream
De tendens die her en der dit programma al zichtbaar werd, het doorbreken van het patriarchaat, viering van seksuele diversiteit en de keur aan experimentele kortfilms, kent in Utrecht op zondag haar apotheose in de origineel getekende biopic van de Bengaalse feministische schrijfster Rokeya Hossain (1880-1932). In 1905 schrijft ze een utopische roman, Ladyland, waarin vrouwen aan de macht zijn en mannen de huishoudelijke taken op zich nemen. De wereld zou een safe space voor vrouwen zijn.

De Spaanse onderzoekster en kunstenares Inés treft dit boek per toeval en, gefascineerd door de schrijfster en het verhaal, gaat zij op onderzoek naar de oorsprong en nalatenschap van Rokeya Hossain. De kijker wordt hierbij getrakteerd op een animatiestijl die doet denken aan Lotte Reinigers Die Abenteuer des Prinzen Achmed uit 1926. Het verhaal ontvouwt zich gedeeltelijk aan de chronologie van Hossain, waar tal van thema’s aan gehangen worden. Thema’s als de rol van vrouwen in de wereld, vrijheid, machtsstructuren, persoonlijke reflecties, de rol van religie. Hierin valt op het hoge intellectuele niveau van de dialogen die Inés met verschillende vertegenwoordigers rondom deze thema’s spreekt. De manier waarop deze dialogen gevoerd worden, lijken de kijker indirect uit te nodigen mee te praten, of in ieder geval je aan het denken te zetten.

Hoewel een aangename kennismaking met een schrijfster die nauwelijks bekend is, had de film meer mogen dromen om de wereld die Hossain voor ogen had, nader uit te werken. Belangrijk is dat we blijven dromen en scheppen.

Het Kaboom Animation Festival 2024 is nog tot en met 14 april te zien in Utrecht, Amsterdam en online. Lees hier het programma.

 

9 april 2024

 


MEER FILMFESTIVAL

Movies that Matter 2024 – Deel 5: Het lot van advocaten en media in Rusland

Movies that Matter 2024 – Deel 5:
Het lot van advocaten en media in Rusland

door Jochum de Graaf

Van het verzet in Rusland tegen de Oekraïense oorlog komt onder de zware censuur maar weinig naar buiten. Movies that Matter vertoont twee films, onder moeilijke omstandigheden gefilmd, hoe langzaam maar zeker de Russische dictatuur vorm gekregen heeft. Maar ze tonen ook aan dat er ook nog een sprankje perspectief op een ander Rusland is.

 

Russia vs Lawyers

Russia vs Lawyers – Staatspropaganda vs kritiek
Door de straten van Krasnodar, 1.346 kilometer van Moskou, stopt een tram bij een halte. Passagiers stappen in en uit. Op een raam staat een enorme Z met de tekst ‘Voor onszelf, voor de Russische wereld’. De Z is overal in Rusland, op billboards, reclamezuilen, muren, gebouwen, pleinen. Advocaat Mikhail Benyash zit even later achter zijn laptop te kijken hoe een speciaal politieteam met grof geweld de deur van zijn appartement forceert. Zijn eigen advocaat vraagt hen het huiszoekingsbevel te tonen, maar dat hebben ze niet. “Idioten”, sist hij. Later zal hij vertellen dat ze heel eenvoudig de handels naar beneden hadden kunnen doen om binnen toekomen.

Zo gaat het er dus aan toe in het Rusland van vandaag: overal patriottische staatspropaganda en vervolging van alles wat ook maar een beetje kritisch tegenover het Poetinregime staat. We volgen Benyash die al vanaf 2018 als mensenrechtenadvocaat activisten, bloggers en demonstranten verdedigt. Sinds de invasie in Oekraïne februari 2022 zijn daar dienstweigeraars en demonstranten tegen de oorlog bij gekomen. Een half jaar na de inval wordt hij dankzij nieuwe censuurweten al aangemerkt als ‘buitenlands agent’, wat vervolgens weer een half jaar later resulteert in de intrekking van zijn vergunning. Russia vs Lawyers volgt hem in zijn rechtsgang, waarbij hij ondersteund wordt door een bevriende groep mensenrechtenadvocaten die hun werk onder steeds verslechterende omstandigheden moeten doen.

We maken kennis met advocaat Vladimir Vasin die de 14-jarige tiener Nikita uit Krasnojarsk verdedigt. De jongen heeft een pamflet verspreid waarin hij protesteert tegen de vervolging van politieke activisten en de staat en geheime dienst FSB benoemt als terroristen. Enigszins naïef dacht hij dat dit op zijn leeftijd in een kleine stad ver van Moskou niet zou opvallen. Zijn advocaat raadt hem in het bijzijn van zijn overbezorgde moeder aan zich op de vlakte te houden en een beroep te doen op zijn jonge leeftijd. Wanneer hij ook in hoger beroep voor het simpele vergrijp tot 5 jaar gevangenis en een boete van 500.000 roebel wordt veroordeeld, wordt hem aangeraden gratie aan te vragen. Maar hij weigert principieel om zich tot Poetin te wenden: “Ik ben nog een kind, geen terrorist.”

We volgen de zaak van Julia Tsvetkova die beschuldigd wordt van links met LGBT’ers – streng verboden onder Poetin – en het verspreiden van pornografie, omdat ze een onschuldig plaatje uit de Vagina Monologen verspreidde. Irina Barchatova filmde haar eigen arrestatie bij een pro-Navalny demonstratie. Het komt beiden op zware gevangenisstraffen te staan, het hoger beroep met allerlei valse machinaties van aanklagers en rechters haalt niets uit.

Indringend is het portret van Karinna Moskalenko, de belangrijkste mensenrechtenadvocaat van Rusland, in huiselijke omstandigheden zowel als aan het werk bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Moskalenko verdedigde onder meer Poetin-tegenstanders als Mikhail Chodorowski, Gary Kasparov en de vergiftigde Aleksandr Litvinenko. Ook haar wordt het optreden als advocaat meer en meer onmogelijk gemaakt, zeker nu Rusland zich in september 2022 eenzijdig teruggetrokken heeft uit de Europese Raad en er geen aanklachten in Straatsburg meer kunnen worden ingediend.

De al jaren in Amsterdam wonende Masha Novikova was bij het begin van de oorlog in Rusland en maakte indruk met de korte 2Doc-film Niet mijn Moskou. Met Russia vs Lawyers laat ze messcherp zien hoe langzaam maar zeker de Russische rechtsstaat verder ontbonden wordt. Vele advocaten hebben de moed al opgegeven en zijn het land ontvlucht. Mikhail Benyash volhardt echter in zijn overtuiging dat elke actie tegen de dictatuur ertoe doet en blijft in Rusland. “Als ik wegga, is er nog meer duisternis.”

 

Of Caravan and the Dogs

Of Caravan and the Dogs – Kroniek van een aangekondigde dictatuur
De honden in Of Caravan and the Dogs zijn de media Novaya Gazeta, Radio Echo of Moscow, Rain TV en mensenrechtenorganisatie Memorial. Alle vier is hen sinds de Russische invasie in Oekraïne het werken in Rusland feitelijk onmogelijk gemaakt. Ze zijn het land ontvlucht, ontmanteld of proberen er in gedecimeerde vorm en onder sterke tegenwerking nog wat van te maken. De parafrase ‘iets met honden en karavaan’ op het spreekwoord kan ook betekenen dat het ongehinderd voorttrekken van de karavaan toch niet helemaal verzekerd is.

De film begint 138 dagen voor de oorlog wanneer hoofdredacteur Dmitri Moeratov van Novaya Gazeta de Nobelprijs voor de Vrede 2021 in ontvangst neemt en eindigt op dag 39 na de invasie met de openbare veiling van de Nobelprijsmedaille, die ruim 100 miljoen dollar opbrengt voor Oekraïense kinderen die slachtoffer van de oorlog zijn. Hierna zien we nog de emotionele ontmanteling c.q. sluiting van de media.

Of Caravan and the Dogs is een onder moeilijke omstandigheden gemaakte film. Een van de regisseurs, een paar producenten en een tiental andere medewerkers blijven ‘anonymous’. De film laat zich zien als de kroniek van een aangekondigde dictatuur. In zijn rede voor het Nobelprijscomité preludeert Moeratov, een maand of vijf voor de inval, al uitgebreid op de oorlogsdreiging. Gelijk na de invasie werd in een adembenemend tempo een aantal wetten uitgebreid en aangenomen die vrije meningsuiting gingen muilkorven. Iedere verwijzing naar het woord oorlog werd strafbaar gesteld, er mag alleen maar over ‘speciale militaire operatie’ gesproken worden op straffe van draconische straffen. Iedere instelling of persoon kan als ‘buitenlands agent’ worden aangemerkt, wanneer je ook maar in geringe mate steun vanuit het buitenland ontvangt of dat er een vermoeden is dat je onder ‘invloed’ vanuit het buitenland staat.

Centraal staan de redactievergaderingen bij Novaya Gazeta. Bij iedere nieuwe maatregel klinkt er de yell ‘Vstretsja’ (meeting) door het gebouw en geeft een jurist advies hoe ze met de toenemende censuur om moeten gaan. Zouden ze niet alle berichten onder de naam van Roskomnadzor, de censuurorganisatie, publiceren? Wat gebeurt er als ze iemand quoten die ‘njet wojna’ (geen oorlog) roept?

Uiteindelijk wordt de vergunning door een Moskouse rechtbank ingetrokkenen en besluiten ze in de gemeenschappelijke vergadering tot opheffing van het kantoor. Moeratov en een aantal getrouwen zetten het werk vanuit Rusland via een YouTube-kanaal voort. Een deel van de redactie heeft Novaya Gazeta Europe opgezet en publiceert vanuit Riga een eigen internetkanaal. Echo of Moscow en TV Rain, over wier geschiedenis twee jaar geleden op MtM de docu F@ck This Job te zien was, opereren tegenwoordig ook via internet vanuit respectievelijk Riga en Amsterdam.

Treurig en hemeltergend is ook de kneveling van Memorial, de mensenrechtenorganisatie die met onverschrokken moed de misdaden tegen de menselijkheid van het Stalinregime documenteerde en daarvoor in opvolging van Moeratov in 2022 de Nobelprijs voor de Vrede ontving. Ook Memorial zet zo goed en zo kwaad als het kan zijn activiteiten door. In zijn aanvaardingsrede benoemt voorzitter Jan Rachinsky de Nobelprijs niet als een prijs van waardering maar toch vooral als een aanmoedigingsprijs om het werk voort te zetten. En zo blijft er vanuit het buitenland of onder zware omstandigheden vanuit Rusland zelf de hoop leven dat er ook nog een ander Rusland mogelijk is.

 

28 maart 2024

 

Movies that Matter 2024 – Deel 1: Activisten in Irak, Nieuw-Zeeland en Kenia
Movies that Matter 2024 – Deel 2: Je jazz of je leven
Movies that Matter 2024 – Deel 3: Gaza: haat is niet het antwoord
Movies that Matter 2024 – Deel 4: Leren leven met oorlog Oekraïne

 

MEER FILMFESTIVAL

Movies that Matter 2024 – Deel 4: Leren leven met oorlog Oekraïne

Movies that Matter 2024 – Deel 4:
Leren leven met oorlog Oekraïne

door Jochum de Graaf

Over Oekraïne is een behoorlijke productie aan documentaires en een enkele speelfilm op gang gekomen, met als bekroning de Oscar voor 20 Days in Mariupol. Movies that Matter biedt een handvol recente documentaires die als verbindend element het leren leven met de oorlogsomstandigheden hebben.

Kenmerkend voor de documentaires is dat die niet meer zozeer inzoomen op gruwelijkheden van de oorlog, maar ze laten zien hoe de Oekraïners proberen om te gaan met de gevolgen: proberen te overleven en een nieuw leven op te bouwen.

 

Photophobia

Photophobia – Leven onder de grond
Photophobia, de openingsfilm van Movies that Matter 2024, begint sterk met beelden van explosies en granaatvuur rond een half in flarden geschoten kiosk. Door de straat razen auto’s op hoge snelheid. Een man schreeuwt al scheldend en tierend dat iedereen dekking moet zoeken. Een paar mannen steken hun kop boven een luik uit en worden in vuige taal bevolen onmiddellijk het luik te sluiten. Dan dalen we af in de ondergrondse gangen van de metro van Kharkiv. Het is lente 2022, kort na de Russische invasie, en zo’n 1.500 vrouwen, mannen, jongeren, ouderen, zelfs katten en honden, hebben allemaal zo goed als mogelijk hun kamp opgeslagen in de verschillende compartimenten van het station. Het is een wirwar van provisorische slaapplaatsen in een wereld waar het verschil tussen dag en nacht verdwenen is en waar een aparte samenleving ontstaan is.

Nieuwkomers worden op Perron 1 gefouilleerd en ondervraagd waar ze vandaan komen. We maken kennis met de twaalfjarige Nikita, ofwel Niki, die al twee maanden met zijn moeder Yana, zus Anya en stiefvader Yevhenni ondergronds bivakkeert. Niki doodt de tijd door met zijn zus door de lege stations en tunnels te dwalen en wat te chatten met vriendjes die nog bovengronds zijn. De ouders van Niki tobben en dubben over de vraag of ze terug naar ‘daarboven’ moeten gaan; veel mensen komen alleen ‘s nachts naar de metro om in relatieve veiligheid te slapen. ‘Hoe beleven de kinderen dit, hoe zullen ze dit onthouden?’

Leven in het daglicht betekent levensgevaar, ondergronds is er de continue gloed van neonverlichting . Ze verbieden de jongen ten enenmale om het metrocomplex te verlaten.

Moeder Yana gaat met Niki naar de dokter die uitlegt dat hij lijdt aan ‘fotofobie’: zoals vrijwel alle bewoners heeft hij een gebrek aan zonlicht en frisse lucht. De dokter schrijft Niki vitamine D voor en raadt hem aan om een dagboek bij te houden om daarin zijn bezigheden op te schrijven.

Zijn leven wordt een stuk dragelijker wanneer hij de bijna even oude Vika ontmoet, een klein meisje met een muts met op aanraking reagerende konijnenoren. Ze rennen vrolijk door de tunnels, balanceren op de treinrails, spelen met kaartjesautomaten en dromen voor de metroplattegrond van spannende reisjes door de stad. Ze knopen hier en daar een praatje aan, want iedereen hier onder de grond heeft wel een verhaal. Ze spelen met achtergelaten katten en honden, terwijl uit de luidsprekers de oproep klinkt: ‘Mensen, let goed op uw huisdieren!’ Ze maken kennis met “Cowboy”, een oude straatmuzikant die het ondergrondse leven bezingt en Niki en Vika de mooie ballade van het liefdesverhaal van Romeo en Julia toezingt. Hij kan evenwel niet op ieders sympathie rekenen, buiten beeld bijt een toehoorster als hij uitgespeeld is toe: ”Lijden we niet al genoeg?”

De Slowaakse filmmakers Ivan Ostrochovský en Pavol Pekarčík zetten de onschuld van kinderen af tegen de achtergrond van een gruwelijke werkelijkheid. Photophobia laat goed zien hoe de Oekraïners dit surrealistische ondergrondse leven leiden, hoe zij hun vele leed en soms ook lief met elkaar delen, hoe zij over veel veerkracht beschikken en dat er, om het in clichébeelden te zeggen, toch wat hoop aan het eind van de tunnel is. Om het ‘een diep ontroerende fictie-documentaire hybride’ te noemen, zoals de film wordt aangeprezen, gaat echter toch wat ver.

 

Nice Ladies

Nice Ladies – Cheerleaders worden gescheiden
Mariia “Masha” Ponomarova – Oekraïense van oorsprong, na de Maidan-revolutie naar Nederland verhuisd en van de lichting 2016 van de Nederlandse Filmacademie – kwam in de coronatijd op het idee een film te maken over de ‘Nice Ladies’: een bijzondere groep van oudere cheerleaders in Kharkiv, de bevrijde frontstad in Oost-Oekraïne. Charmant gehuld in fleurig rode danspakjes en met witte pompons voeren ze hun gymnastische oefeningen uit.

We horen het verhaal van frontvrouw Valia, al een eindje in de zestig, wier man slachtoffer was van de kernramp van Tsjernobyl. Na het overlijden van haar zoon gaat hij op zoek naar nieuwe bezigheden en komt in het warme bad van de vriendinnenclub terecht. De Ladies doen in 2021 met succes mee aan Ukraine Got Talent, wat ze een korte tournee door het land oplevert.

Maar dan gaat het beeld op zwart en horen we de getuigenis van Sveta van 24 februari 2022. Om 5 uur ’s ochtends wordt ze wakker van de lichtflitsen en explosies van de Russische inval. Sveta heeft vanuit de badkamer contact met Masha Ponomarova in Amsterdam. Ze besluit met haar schoondochter en nog jonge kleinkind (haar zoon moet achterblijven) naar ons land te vluchten. Aanvoerder Valia en coach Nadia blijven achter in het herhaaldelijk onder zwaar vuur liggende Kharkiv. De vrouwen onderhouden op afstand veelvuldig contact. Valia en Nadia wisselen het nieuws uit over de doden en gewonden bij de aanslagen in Kharkiv, Sveta doet mee aan een emotionele demonstratie op de Dam. Ondertussen blijven ze wel hun dagelijkse oefeningen doen.

De Nice Ladies waren al voor de oorlog uitgenodigd voor het Europees Kampioenschap in de Baltische staten, dat zomer 2022 wonderwel toch doorgaat. Vanuit de diverse standplaatsen reizen ze naar Riga. Aan de Baltische kust verblijven ze met elkaar in vakantiehuisjes waar ze lange gesprekken hebben over hun wederzijdse wel en wee. Sveta heeft vooral last van ‘survivor’s guilt’, voelt zich schuldig dat ze in het veilige Nederland ver van de frontlinie is. Heeft ze er wel goed aan gedaan te vluchten, terwijl haar vriendinnen in de dagelijkse ellende achterbleven? Hoe kun je in die oorlogsomstandigheden overleven, hoe lang zal het nog duren, hoe houden ze de hoop op de overwinning levend?

Een enkele keer lopen de emoties wat op, maar over het algemeen blijft het allemaal wat aan de oppervlakte. De documentaire is ook wat traag gefilmd met minutenlang uitgesponnen beelden van de regen in Amsterdam en de groene weiden in Letland die tot nadenken zouden moeten stemmen.

 

Homefront

Homefront – Wens voor een nieuw leven
“Ik ben Anna, en rechts van mij staat ook Anna. Wij zijn de regisseurs van de film, althans dat hebben we geprobeerd. We waren op zoek naar een familie van ontheemde personen en die hebben we zeven maanden gevolgd. We vroegen ons af of ze een nieuw leven konden opbouwen in een afgelegen dorp en een nieuwe omgeving.”

De jonge regisseurs Anna Ilchenko en Anna Yutchenko doen in Homefront op innemend dilettantische wijze verslag van hun onderneming. Het heeft wel iets weg van een uitgebreid item van Metropolis.

Anna en Anna weten contact te leggen met de vijf kinderen van de familie Lymar in het dicht tegen de Russische grens aanliggende Sumy. Vader Victor en moeder Ania verhuizen kort na de invasie met de kinderen en twee chihuahua’s naar het vlakbij Lviv in het uiterste westen liggende dorpje Mshanets. Ze worden door plaatselijke vrijwilligers geholpen bij de bouw van een nieuw huis. Anna en Anna maken een reportage van de dorpsbewoners, de priester, de buurvrouw die meer van het dorp weet dan iedereen, de dorpschroniqueur en de dorpsgek die constant dronken is.

Maar dan blijkt de familie Lymar zomaar ineens verdwenen, met de noorderzon vertrokken, zonder een bericht achter te laten. Anna en Anna gaan op zoek en komen onder andere in Polen terecht, in Krakow waar een grote Oekraïense gemeenschap is neergestreken. Ze spreken met landgenotes over hoe het is om een nieuw leven op te moeten bouwen. Ze maken zich nuttig met het herstellen van camouflagekleding voor het Oekraïense leger.

Ze vragen zich af of hun helden misschien weer terug naar Sumy gegaan zijn, maar daar krijgen ze de vinger niet achter. Uiteindelijk krijgen ze moeder Ania aan de telefoon die toegeeft dat ze inderdaad wel terug had willen gaan, maar eigenlijk niet goed meer weet wat haar thuis is.

Homefront is een innemende korte film over ontheemding en toch ook de wil om een nieuw leven op te willen bouwen.

 

Searching for Nika

Searching for Nika – Onweerstaanbare liefde tussen mens en dier
De Oekraïense filmmaker Stanislav “Stas” Kapralov groeide op met hond Nika in Irpin, voorstad van Kyiv die in het begin van de Russische invasie zwaar getroffen werd. Kapralov was op dat moment op vakantie in Polen en besloot spoorslags terug te keren toen hij het bericht van zijn ouders kreeg dat Nika vermist werd. Kort na de bevrijding van Irpin, toen het Russisch offensief was teruggeslagen, begint hij zijn zoektocht, laverend tussen de autowrakken, in puin geschoten gebouwen en de opgeblazen bruggen, waar drommen mensen op weg zijn naar andere bestemmingen.

Kapralov maakt vooral gebruik van social media, post foto’s en oproepen via Telegram, het veel in Rusland en Oekraïne gebruikte netwerk. Gaandeweg sluit hij zich aan bij een uitdijend netwerk vrijwilligers die allemaal op zoek zijn naar achtergebleven dieren van gevluchte of omgekomen eigenaren. In eerste instantie gaat het vooral om huisdieren, honden en katten. Kapralov filmt vrijwilliger Alec, volgens hem lijkend op een acteur uit The Walking Dead. Op aanwijzing van de vroegere bewoners redt hij onder de bedden en in half in puin geschoten appartementen in kasten of kelders vaak sterk vermagerde katten. Op zeker moment heeft hij er zelfs drie die hij bij elkaar in een bakkie stopt en in de auto meeneemt. Lang niet altijd leidt dat tot een succes en moeten de eigenaren op soortgelijke wijze als de verwanten van gesneuvelde militairen op de hoogte worden gesteld van het overlijden van hun geliefde huisdier.

Maar telkens is er nog geen spoor van Nika. Kapralov gaat steeds verder en maakt een reportage over een struisvogelfarm waarvan de helft van de beesten bij een bombardement is omgekomen. Aangrijpend is ook de paardenstoeterij, de paarden totaal verminkt in een cirkel liggend, zinloos afgeslacht door een bende Tsjetsjenen. De eigenaar noemt de paarden allemaal bij naam terwijl we beelden zien van toen ze nog fris en vrolijk door de wei liepen of aan een concours deelnamen.

Kapralov raakt betrokken bij de reddingsoperatie van de wilde dieren die door vrijwilligers met gevaar voor eigen leven onder zware bombardementen uit het Ecopark worden gered. Hij gaat mee op het transport van leeuwin Ruru die door verzorgster Oleksandra naar Polen wordt gebracht. En onderwijl alsmaar die beelden van de zware verwoestingen die de nietsontziende Russen hebben veroorzaakt.

Toch levert de zoektocht ook weer hoopvolle beelden op met de terugkomst van een dood gewaande stalknecht en de geboorte van tientallen struisvogelkuikens. Searching for Nika belicht met de verkenning van de onweerstaanbare liefde tussen mens en dier een bijzondere kant van de oorlog in Oekraïne.

Kijk hier waar en wanneer deze films nog draaien tijdens het Movies that Matter Festival.

 

25 maart 2024

 

Movies that Matter 2024 – Deel 1: Activisten in Irak, Nieuw-Zeeland en Kenia
Movies that Matter 2024 – Deel 2: Je jazz of je leven
Movies that Matter 2024 – Deel 3: Gaza: haat is niet het antwoord
Movies that Matter 2024 – Deel 5: Het lot van advocaten en media in Rusland

 

MEER FILMFESTIVAL

Movies that Matter 2024 – Deel 3: Gaza: haat is niet het antwoord

Movies that Matter 2024 – Deel 3:
Gaza: haat is niet het antwoord

door Jochum de Graaf

Movies that Matter kan natuurlijk niet heen om de grote conflicten van deze tijd. Over de oorlog en de humanitaire ramp in Gaza toont het festival de Nederlandse première van I Shall Not Hate.

Het is misschien een overschatting van de eigen positie om als Movies that Matter op te roepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren op alle fronten, tot de beëindiging van de belegering van Gaza en tot de onmiddellijke vrijlating van alle gijzelaars in Gaza. Maar het is een goede zaak dat voor een beter begrip van de oorlog tussen Hamas en Israël en voor de bredere context van het Palestijns-Israëlische vraagstuk acht films uit het archief online zijn gezet. Mayor en Arna’s Children waren eerder op IDFA te zien en zijn op InDeBioscoop besproken.

No Other Land

No Other Land

Op het festival was een eenmalige voorvertoning van No Other Land. De Palestijnse activist Basel Adra en de Israëlische journalist Yuval Abraham maakten een protestfilm over de massale verdrijving van Palestijnen uit de bezette gebieden omdat de bewoners plaats moeten maken voor Joodse kolonisten. Zeer waarschijnlijk zal de documentaire op IDFA 2024 breder worden geprogrammeerd. 

I Shall Not Hate – Verdriet en strijd van een gynaecoloog
I Shall Not Hate begint met beelden van de Gazastrook in 2021: het bezoek van de Palestijnse gynaecoloog Izzeldin Abuelaish aan zijn geboortegrond. We horen de stem van Barack Obama die de uitzichtloosheid van het conflict verwoordt en de moed prijst van de man die ondanks een groot persoonlijk verlies blijft volhouden dat haat niet het antwoord is.

De Israëlische filmmaakster Tal Barda toont in de slotbeelden foto’s van de 22 familieleden van Abuelaish die sinds het begin van de Gaza-oorlog zijn omgekomen. Daarna maakt ze een krachtig statement dat vrede alleen bereikt kan worden door rechtvaardigheid, vrijheid, waardigheid, gelijkheid en veiligheid voor iedereen.   

I Shall Not Hate is zowel een indrukwekkend portret van Abuelaish met zijn aangrijpende familiegeschiedenis als van de geschiedenis van Gaza, met onder meer de machtsovername door Hamas na de verkiezingsoverwinning van 2007. Abuelaish spreekt zich hier fel tegen uit.

Izzeldin Abuelaish groeide op in Jabilia, het grootste vluchtelingenkamp in Noord-Gaza, dat al vroeg in de huidige oorlog vrijwel compleet in puin geschoten is. Als student viel hij op en kon in Caïro medicijnen gaan studeren. Daar ontstond ook zijn interesse in gynaecologie. Hij legde contact met Israëlische vakgenoten en werd, als enige Palestijn ooit, uitgenodigd om als medisch specialist te komen werken in een Israëlisch ziekenhuis. Hij trotseert de voortdurende vernederingen bij de Israëlische grensovergangen, zet Palestijns-Israëlische kinderkampen op en organiseert uitwisselingsprogramma’s.

I Shall Not Hate

I Shall Not Hate

De film concentreert zich op de rampjaren 2008 en 2009. In 2008 overlijdt zijn vrouw Nadia aan leukemie en Abuelaish blijft achter met acht kinderen, zes meisjes en twee jongens. Een half jaar later start de vergeldingsoorlog door Israël vanwege raketbeschietingen door Hamas en zien we de beelden van in elkaar stortende gebouwen, tanks door de straten, mensen op de vlucht. Abuelaish wordt een bekend gezicht op de Israëlische tv met commentaar vanuit Gaza. Hij beschrijft half januari 2009 live de belegering van zijn huis, waar de meer dan vijftig leden tellende familie Abuelaish zich schuilhoudt. Een paar dagen later slaat het noodlot toe en komen door Israëlisch tankgeschut drie van zijn dochters plus een nichtje om. Hij komt huilend in de uitzending en schreeuwt zijn verdriet tegen presentator Shlomi uit: “O God, ze hebben mijn dochters gedood. Ik wilde ze beschermen, Shlomi, maar ze zijn dood. Allah, wat hebben we hen aangedaan?”

Hij wijkt met zijn overgebleven gezin uit naar Canada, waar hij zijn medische en humanitaire missie voort kan zetten. In 2012 publiceert hij zijn autobiografie I Shall Not Hate, dat een wereldwijde bestseller wordt. Tegelijkertijd spant hij rechtszaken aan tegen de Israëlische staat om gerechtigheid en excuses te vinden voor de aanslag op zijn geliefden. Tot aan het Israëlisch Hooggerechtshof wordt zijn claim afgewezen. En toch zet hij zijn strijd voort met de oproep tot moedig leiderschap om het Israëlisch-Palestijns conflict niet langer te politiseren, maar humanitair op te lossen.

Voor I Shall Not Hate zijn alleen voor de voorstelling van vrijdag 29 maart nog tickets verkrijgbaar.

 

25 maart 2024

 

Movies that Matter 2024 – Deel 1: Activisten in Irak, Nieuw-Zeeland en Kenia
Movies that Matter 2024 – Deel 2: Je jazz of je leven
Movies that Matter 2024 – Deel 4: Leren leven met oorlog Oekraïne
Movies that Matter 2024 – Deel 5: Het lot van advocaten en media in Rusland

 

MEER FILMFESTIVAL

Movies that Matter 2024 – Deel 2: Je jazz of je leven

Movies that Matter 2024 – Deel 2:
Je jazz of je leven

door Tim Bouwhuis

Twee documentaires uit de programmaselectie van Movies that Matter 2024 delen veel meer dan alleen een plekje in dezelfde competitie. They Shot the Piano Player en Soundtrack to a Coup d’Etat gaan allebei over het verband tussen muziek en politiek, waarbij de vraag steeds is of passievolle, veelgevraagde muzikanten de dans kunnen ontspringen als hun creatieve inspanningen worden bedreigd door onrust en onrecht. Beide films ontmantelen zo een ideaalbeeld: ook de meest vrije artiesten werken in een vogelvrije wereld.

In het kleurrijke They Shot the Piano Player van Fernando Trueba brengen animaties een muzikaal verleden tot leven. Een sleutelterm is bossanova, een bedeesde, maar ritmische stijl die invloeden ontleent aan de Amerikaanse jazz en de Braziliaanse samba. De titel van de film is een dikke knipoog naar het bijna gelijknamige nouvelle vague-drama van François Truffaut. Shoot The Piano Player (Tirez sur le pianiste, 1960) kwam uit in de periode die de muzikale handtekening van veel Braziliaanse jazzmuzikanten bepaalde. Truffauts volgende film Jules et Jim wordt in de animatie gretig bij naam genoemd.

They Shot the Piano Player

They Shot the Piano Player

Vermist en vergeten
Toch is de hoofdpersoon van de film geen jazzmuzikant. They Shot the Piano Player begint met een boekpresentatie van muziekjournalist Jeff Harris, die zich rond 2010 afvraagt hoe het met een vermiste en vergeten jazzpianist is afgelopen. Ténorio jr. was een kompaan van Vinicius de Moraes, een van de artiesten die de Braziliaanse bossanova groot maakte. In 1976 verdween hij plotsklaps, maar niet in Brazilië: de muzikant werd voor het laatst gezien in buurland Argentinië, precies ten tijde van een militaire coup.

Harris’ geanimeerde speurtochten in Rio de Janeiro brengen hem naar lounges, huiskamers en platenwinkels. Verwanten en getuigen brengen de puzzelstukjes bij elkaar. Buenos Aires was in de periode dat Ténorio er speelde een “compleet bezette plek”, en toch speelde hij er graag: de omstandigheden waren er niet per definitie minder grimmig dan in thuisland Brazilië, waar hij door zijn vertrek werd beschouwd als een banneling. “Niemand begreep waarom iemand die het ene land ontvlucht in een ander land om het leven kon worden gebracht”, klinkt het in een van de vele gesprekken. En de precieze verdachtmakingen dan? Die blijven ook vandaag nog vaag en kwalijk onbestemd.

Twee landen, twee dictaturen
Het is jammer dat het They Shot the Piano Player ontbreekt aan een overtuigende vorm. Het is begrijpelijk dat de makers hebben gekozen voor animatie, een detailrijke optie die het ontbreken van geschikt archiefmateriaal maskeert. Daar staat tegenover dat de technische afwerking (voornamelijk waar het de mimiek betreft) soms hapert, en dat de droge voice-over van Jeff Goldblum (de enige echte) te veel overheerst. Stilistische keuzes leiden op die manier een beetje af van de relevante kern: muzikanten die ‘gewoon muziek wilden maken’ konden in een spel van twee dictaturen niet ontsnappen aan de politiek van twee landen.

Soundtrack to a Coup D'Etat

Soundtrack to a Coup d’Etat

Zo’n spel van meer landen zien we ook in Soundtrack to a Coup d’Etat, een documentaire die eveneens onderstreept hoe moeilijk het is om als artiest ‘afzijdig’ te blijven. Louis Armstrong, ontegenzeggelijk een van de beroemdste jazzmuzikanten aller tijden, arriveerde in 1960 in de republiek Congo (heden: DR Congo), die toen nét onafhankelijk was van België. Later kwam de trompettist erachter dat zijn aanwezigheid was gebruikt als rookgordijn. Een belangrijk kind van de rekening was Patrice Lumamba (1925-1961), een partizaan en politiek leider die enkele maanden na Armstrongs komst werd geëxecuteerd.

Politieke wurggreep
Regisseur Johan Grimonprez benadert zijn bronmateriaal met een precisie en ambitie die respect afdwingt. Tientallen geannoteerde academische artikelen en archiefstukken – die opvallend genoeg niet worden bewaard tot de eindcredits – onderbouwen een snijdend betoog: politieke bemoeienis van de Verenigde Staten (lees ook: de CIA), de Verenigde Naties en de staat België moeten vraagtekens plaatsen bij ons historische begrip van ‘onafhankelijkheid’. Grimonprez laat zien hoe de geld- en grondstoffenzucht van een privaat mijnbedrijf (waarvan de aandeelhouders zo hun politieke lijntjes hadden) ook ná 1960 een streep zette door de prioritering van de Congolese bewoners.

Het is niet vreemd als het je tijdens de tweeënhalf uur schaduwpolitiek even duizelt. De montage van de documentaire moet een uiterst taaie klus geweest zijn: breng maar eens duidelijk over hoe een vrouwenprotest bij de Verenigde Naties, een benoeming bij de Belgische ambassade, een trip van Nina Simone naar Nigeria en het vermeende complot tegen Lumamba zich nu exact tot elkaar verhouden.

Een spion met een saxofoon
Hoe treffend is het dan, dat Grimonprez de titel van zijn film vrij letterlijk heeft genomen. De jazz die in Soundtrack to a Coup d’Etat zorgt voor een constante zweem van spanning, is niet alleen een stilistisch middel, maar ook een concreet filmthema. In een zee van informatie behoudt de Belgische maker zo een continu focuspunt. Armstrong, Simone, Gillespie en Ellington; ze passeren stuk voor stuk de revue, en allemaal raakten ze verwikkeld in een politiek spel dat groter was dan hún spel. “Vandaag heeft hij een saxofoon, morgen is hij een spion”, dicteerde de paranoia. Aan zulke logica is ook voor de grootste creatievelingen geen ontsnappen mogelijk.

They Shot the Piano Player en Soundtrack to a Coup d’Etat, beiden te zien op Movies That Matter, worden later dit jaar ook regulier uitgebracht. De release van They Shot the Piano Player staat gepland op 18 april, die van Soundtrack to a Coup d’Etat op 21 november.

 

23 maart 2024

 

Movies that Matter 2024 – Deel 1: Activisten in Irak, Nieuw-Zeeland en Kenia
Movies that Matter 2024 – Deel 3: Gaza: haat is niet het antwoord
Movies that Matter 2024 – Deel 4: Leren leven met oorlog Oekraïne
Movies that Matter 2024 – Deel 5: Het lot van advocaten en media in Rusland

 


MEER FILMFESTIVAL

Movies that Matter 2024 – Deel 1: Activisten in Irak, Nieuw-Zeeland en Kenia

Movies that Matter 2024 – Deel 1:
Activisten in Irak, Nieuw-Zeeland en Kenia

door Cor Oliemeulen

Mensen die strijden tegen onderdrukking, oorlog en onrecht krijgen een podium tijdens het Movies that Matter Festival van 22 tot en met 30 maart in Den Haag. Zo zoomt het programma ‘Camera Justitia’ in op het belang van de rechtsstaat en ‘Dutch Movies Matter’ op mensenrechten. In het eerste deel van ons verslag aandacht voor drie films in het programma ‘Activist’.

 

Mediha

Mediha – Onvoorstelbaar leed
Vaak zijn getuigenissen van onvoorstelbaar leed moeilijk om naar te kijken, maar belangrijk om recht te laten geschieden en om te kunnen helen. De Amerikaanse documentairemaker Hasan Oswald is de eerste die op deze schaal vastlegt hoe de Jezidi’s, een religieuze minderheidsgroep in Koerdistan, gebukt gingen onder het geweld van de Islamitische Staat (IS). Duizenden mannen werden afgeslacht, duizenden vrouwen en meisjes werden meegenomen om als seksslaven te dienen.

“Het is moeilijk om te vertellen wat er gebeurd is. Als ik me douche, durf ik niet naar mijn lichaam te kijken”, zegt de 15-jarige Mediha. Ze woont in een Jezidi-tentenkamp in Noord-Irak, samen met twee jongere broertjes. Oswald heeft Mediha een camera gegeven, zodat we vanuit haar perspectief iets van haar huidige belevingswereld kunnen beleven. Soms zien we dronebeelden van het kamp en de desolate omgeving. Op andere momenten praat Mediha met de oom die haar redde, haar bezoek aan een dokter die haar pillen geeft tegen posttraumatische stressstoornis en vertelt het meisje, dat praat als een volwassen vrouw, over haar verleden en toekomst.

Mediha’s vader is vrijwel zeker dood, net als de meeste andere mannen die in 2014 niet konden vluchten voor de IS-genocide. Haar moeder en haar jongste broertje zijn vermist, net als naar schatting 3.000 andere Jezidi’s. Ze vertelt dat ze op haar negende werd meegenomen en verkocht aan de man van een IS-familie (later zal ze hem herkennen op een foto). Hierna zou ze nog drie keer worden verkocht. Nadat haar broertjes hebben verteld dat ze bij IS leerden autorijden en met een wapen schieten (als kindsoldaten), zegt Mediha dat ze naar executies moest kijken en hoopt ze later nog vrijer over haar ervaringen te kunnen vertellen. Buiten spelen haar broertjes een onthoofding na.

We zijn getuige hoe Mediha en haar broertjes onder begeleiding voor even terugkeren naar Sinjar. Hun geboortestadje ligt nog grotendeels in puin, net als hun ouderlijke woning. Mediha bezoekt een plek waar ze gevangen werd gehouden. Na dit emotionele weerzien krijgt de documentaire een spannende wending als enkele Jezidi-activisten, die proberen om zoveel mogelijk vermisten op te sporen, incognito in een IS-kamp in Syrië belanden omdat Mediha’s moeder er zou wonen. Uiteindelijk zal een van de drie vermiste gezinsleden worden gevonden, in Turkije, waarnaar veel IS-aanhangers zijn gevlucht.

 

I Am the River, The River is Me

I Am the River, The River is Me – De rivier als rechtspersoon
Natuurvolken hebben een krachtige verbondenheid met de plaats waar ze ter wereld kwamen en koesteren alles wat daar leeft. Zo voelen de Maori zich spiritueel verbonden met hun voorouders, wiens geesten resoneren met de bergen en de rivieren. Volgens stamleider Ned Tapa leeft, ademt en luistert een rivier. “Onze levenskracht raakt soms uit balans. Op de rivier kunnen we in evenwicht komen. Elke dag op de rivier maakt ons sterker.”

In de Noors/Nederlandse documentaire I Am the River, The River Is Me van Petr Lom neemt Ned Tapa een groepje vrienden, familieleden, activisten en een filmcrew mee op een vijfdaagse kanotocht op de Whanganui-rivier in Nieuw-Zeeland. Naast het filosofische commentaar en de klanken van traditionele muziekinstrumenten horen we diverse vogelgeluiden en klotsend water, gelardeerd met prachtige natuurbeelden. Het Zen-gevoel wordt een enkele keer onderbroken door voorbij scheurende speedboten met toeristen.

De Whanganui was eeuwenlang van groot belang voor de lokale Maori, die haar gebruikten als voedselbron, waterweg, speeltuin en spiritueel thuis. Met de komst van de kolonisten was het gedaan met het idyllische leven van de tientallen stammen op de oevers van de 290 kilometer lange rivier. De Engelse Kroon stond stoomboten toe om de rivier te bevaren, wat resulteerde in de vernietiging van vissersdammen. Ook werd er riviergrind gewonnen en diende de Whanganui als afvoerputje van fabrieken en riolen. De Maori werden niet betrokken bij het beheer van de rivier, maar streden vanaf het begin van de Engelse overheersing om gerechtigheid. Pas 140 jaar later, op 30 augustus 2012, bereikten ze een overeenkomst die de Whanganui recht gaf op een juridische identiteit. Hiermee was het de eerste rivier ter wereld die door de wet wordt erkend als rechtspersoon en als ‘een levend en ondeelbaar wezen’.

“De Maori zijn de hoeders van de rivier, de niet-Maori voelden zich eigenaar”, zegt Ned Tapa. Hij voelt de plicht om de natuur over te dragen aan de jonge generatie. “Ga straks naar huis, luister naar je eigen rivier en zorg voor die rivier.”

 

Our Land, Our Freedom

Our Land, Our Freedom – Ons land, onze frustratie
Engelse kolonisten waanden zich ook op het Afrikaanse continent heer en meester. In 1895 richtten zij het Oost-Afrikaanse Protectoraat op en koloniseerden het binnenland van Kenia. Ze legden spoorwegen aan en namen bezit van de vruchtbare grond waarop koffie en avocado’s werden verbouwd. De Keniaanse bevolking werd voor een deel ondergebracht in gecreëerde dorpjes waar families een krakkemikkig huisje en een klein stukje grond kregen. Die situatie bestaat vandaag de dag nog steeds, ondanks het feit dat Kenia in 1963 (op papier) onafhankelijk werd.

In de jaren vijftig ontstond de guerrillabeweging Mau Mau, met als belangrijkste leider Dedan Kimathi. De vrijheidsstrijders kwamen in opstand tegen de Britse overheersing die hun aanwezigheid verdedigden “in het belang van de meerderheid van de inwoners en de economische welvaart van het land”. Wegens het bezit van een vuurwapen en munitie werd Kimathi in 1957 opgehangen door de Britse autoriteiten, die zijn lichaam vervolgens dumpten op een vooralsnog onbekende locatie.

In de documentaire Our Land, Our Freedom van Meena Nanji en Zippy Kimundu volgen we Wanjugu, dochter van Dedan Kimathi. In navolging van haar oude moeder, die tijdens de opnamen zal overlijden, probeert zij de plaats van Dedans stoffelijk overschot te achterhalen. Tijdens haar ontmoetingen met veteranen, hun familieleden, getuigen en slachtoffers van de martelpraktijken en andere activisten wordt langzaam pijnlijk duidelijk welke ontberingen een groot deel van de bevolking tijdens de bezetting moest ondergaan. Mensen die destijds werden verjaagd, proberen al 50 jaar lang via allerlei procedures tevergeefs hun grond terug te krijgen. Het feit dat Wanjugu zich bedreigd voelt in haar strijd om gerechtigheid geeft aan hoe corrupt huidige machthebbers nog zijn.

Kijk hier waar en wanneer deze drie films draaien tijdens het Movies that Matter Festival.

 

22 maart 2024

 

Movies that Matter 2024 – Deel 2: Je jazz of je leven
Movies that Matter 2024 – Deel 3: Gaza: haat is niet het antwoord
Movies that Matter 2024 – Deel 4: Leren leven met oorlog Oekraïne
Movies that Matter 2024 – Deel 5: Het lot van advocaten en media in Rusland


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2024 – Deel 2: Over verlies, en dingen die voorbij gaan

CinemAsia 2024 – Deel 2:
Over verlies, en dingen die voorbij gaan

door Tim Bouwhuis

De kenners die het festivalaanbod van CinemAsia programmeren, bestrijken geografisch én filmisch zo’n immens terrein dat het extra prikkelt om zelf naar gedeelde thema’s en andere overeenkomsten te zoeken. Deze editie gaan ten minste vier geselecteerde titels over het vloeibare spectrum van verlies, verval, rouwverwerking en herinnering. Wat hebben films uit India, China, Taiwan en zelfs Costa Rica te zeggen over de dingen van het leven die onherroepelijk voorbij gaan?

“Alles verdwijnt in deze vallei”, zegt een grootvader die in het Indiase Guras een minimaal rolletje speelt. Hoe prachtig het gebied waar de film zich afspeelt er ook uitziet, door de onzekere arbeidsomstandigheden zijn de bergen van Darjeeling – een stuk minder ‘vluchtig’ verbeeld dan in de komedie van Wes Anderson – al even geen weelderige trekpleister meer. De prijs van kardemom, een specerij die verwant is aan gember, is zodanig gedaald dat de bewoners zich zorgen maken.

Guras

Guras

Het water aan de lippen
Dat het water sommigen letterlijk aan de lippen staat, wordt mysterieus uitgedrukt in de langgerekte openingsscène. Een man wordt met een paar volgepakte juten zakken afgezet op een brug, waar hij even lijkt te aarzelen of hij zijn onbestemde plannen ten uitvoer zal brengen. Als het beeld na een minuut of tien op zwart springt, zijn de juten zakken achteloos over de reling gesmeten. De man, zo lijkt het althans, springt er op het laatste moment uit wanhoop achteraan.

Na dit raadselachtige begin verplaatst de actie zich vrij abrupt naar een schoolklas, waar het negenjarige titelpersonage liever uit het raam staart dan dat ze luistert naar de instructies van de onderwijzeres. Vanuit een kinderlijke ooghoek komen de landbouwinspanningen van haar ouders onder toenemende druk te staan. Het gegeven van dalende voedselprijzen mag dan wel degelijk door de actualiteit zijn ingegeven, regisseur Saurav Rei voelt zich verder niet aangetrokken door de wetten van het sociaalrealisme. De belevingswereld van Guras heeft elementen van een sprookje, met een opeenvolging van dromen, geruchten en wonderen.

Dreiging en suggestie
Sluipt er inderdaad een gevaarlijk luipaard door het bos, en heeft die misschien Guras’ dierbare hond meegenomen? Wat gebeurde er nu precies op die brug? En waarom komt de stem die het meisje (spiritueel) leidt uit een volledig afgedekt graf? Het is jammer dat de film er richting het einde niet in slaagt om alle suggestieve lijntjes op een bevredigende manier met elkaar te verbinden, en dat een bij vlagen schelle geluidsband op geforceerde wijze moet zorgen voor extra spanning. Guras onderscheidt zich namelijk wel door concrete thema’s (bestaanstekort, verval en een stukje rouwverwerking) gedeeltelijk te verpakken in magische toespelingen.

All Ears

All Ears

De blik van een buitenstaander
Vergelijkbare thema’s zijn een stuk tastbaarder in All Ears, Guián en Be With Me, stuk voor stuk films die warme herinneringen aan vroeger balanceren met een randje van oprechte melancholie. In elke van de drie films bestrijken de herinneringen een persoonlijk en herkenbaar kader, namelijk de familiesfeer; toch is All Ears alsnog een boeiende uitzondering, omdat hij de banden tussen generaties beschouwt met de blik van een buitenstaander.

De Chinese film gaat over uitvaartspeeches (met een duur woord: eulogieën), de laatste woorden van houvast door de bescheiden Wen Shan op papier worden gezet. Dit verantwoordelijke werk lijkt voor de middelmatige (en na verloop van tijd voormalige) scenarist een welkome uitweg om te ontsnappen aan een lonkende midlifecrisis. Maar wat doe je als de verhalen die je pad kruisen je persoonlijk gaan raken? Blijf je dan een simpele spreekbuis, of kan de tragiek van anderen ook voor onverwachte verandering zorgen in je eigen leven?

Het mag All Ears dan aan een stukje overtuigingskracht ontberen, het drama doet in zijn ernst en aandachtigheid wel mooi denken aan het Japanse Departures (Oscar voor beste niet-Engelstalige film, 2009). Ook in die film zorgt een nieuwe baan voor gevoelens van medeleven en (levens)bestemming.

Guián

Guián

Van China naar Costa Rica
Guián is tussen al het fictiegeweld in dit verslag de enige documentaire. Dat Costa Rica op de filmpagina wordt genoemd als productieland, is voor CinemAsia-begrippen op zijn zachtst gezegd opvallend. Tót je meer weet over de achtergrond: de maker van dit egodocument reist na het overlijden van haar grootmoeder terug naar China, waar ze met de camera in de hand reflecteert op het gewicht van afstand en verschil: afstand in plaats (Nicole Chi Amén woont en werkt in Costa Rica) en verschil in taal (Nicole leerde nooit Chinees, haar grootmoeder nooit Spaans). Gelukkig blijkt dat gewicht relatief, omdat de kleindochter (en maker) haar persoonlijke rondreis aangrijpt om dichterbij het verleden en de belevingswereld van haar grootmoeder te komen.

Améns herinneringen aan toen komen grotendeels tot stand als een dialoog, waarbij na het treffende eerste kwartier wel de vraag rijst hoe wij, als buitenstaanders, los van die intieme woorden ooit grip kunnen krijgen op dit vervlogen verleden. De maakster van Guián lijkt zichzelf die vraag blijvend te stellen. Het beeldende verslag van haar bezoeken en ontmoetingen, onder meer met de broer van haar grootmoeder, is ook een onvolmaakte zoektocht naar de vorm waarin je het verleden als documentairemaker kunt gieten.

Creatieve luxe
Nicole Chi Amén deelt niet de creatieve luxe van Hwarng Wern-ying, de geprezen art director van de Taiwanese regisseur Hou Hsiao-hsien (helaas gepensioneerd door intredende dementie). Hwarng, die in 2015 nog meewerkte aan de vormgeving van kostuumdrama The Assassin, debuteert als filmmaker met de urgentie van iemand die haar persoonlijke verhaal in haar eigen taal wil vertellen. De parallellen tussen haar werk in de filmindustrie en het scenario van Be With Me liggen voor het oprapen: drie keer raden wat het beroep is van de mijmerende hoofdpersoon.

Be With Me

Be With Me

Net als Guras gaat Be With Me over een deels onbestemd gevoel van gemis, over het idee dat er iets mist dat het leven volledig maakt. Waar de film uit India dit haast in het mythische trekt (al was de verdwijning van een hond voor die regisseur wel degelijk een bron van inspiratie), laat dit stemmige drama zien hoe het voor art director Faye moeilijk is om in het heden te leven. Aan de hand van flashbacks krijgen we als kijkers wat grip op haar eerdere relaties, waardoor herinneringen aan vroeger nog meer de boventoon gaan voeren. In het hier en nu lijkt ze verdwaald, geplaagd door een zoektocht naar wat nog ‘echt’ is in een wereld (en werkveld) vol representaties.

Representatie en werkelijkheid
Het meest sprekende moment van de film volgt tijdens een wandeling in de natuur, als de schoonheid van het uitzicht zo tot de verbeelding spreekt dat een klein ‘wauw’-effect (óók door het krappe kader van een tv-scherm) niet kan uitblijven. Faye heeft alle gelegenheid om het vergezicht zelf ook in zich op te nemen, maar haar eerste impuls is een vluchtige foto maken.

“Als ik teveel van mezelf in mijn filmprojecten stop, kan ik niet meer terugkeren naar het normale leven”, zegt ze in een andere scène. Zie daar het gevolg van een constant ontsnappen aan de werkelijkheid, een vluchten in herinnering; voordat je het doorhebt, bestaat het ‘nu’ niet meer, en is het echte leven een slaaf geworden van de verbeelding. Maar oordelen daarover, dat escapisme kritisch terzijde schuiven? Dat doen we ook niet. Daarvoor is cinema ons uiteindelijk te lief.

Alle vier de films uit dit verslag zijn tussen 6 maart en 10 maart nog op het festival te zien. Bezoek de website van CinemAsia voor tijden en extra filminformatie.

 

6 maart 2024

 

DEEL 1: Aziatische misdaadfilms

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2024 – Deel 1: Aziatische misdaadfilms

CinemAsia 2024 – Deel 1:
Aziatische misdaadfilms

door Cor Oliemeulen

CinemAsia brengt al 20 jaar een selectie van Aziatische cinema naar Nederland. Het jubileum wordt gevierd van 5 tot en met 10 maart op drie locaties in Amsterdam. InDeBioscoop brengt in twee artikelen enkele opvallende films van het festival onder de aandacht. Allereerst drie misdaadfilms: uit Indonesië, Hongkong en China.

 

13 Bombs

13 Bombs – Bitcoin als redding
Populaire Indonesische films zijn vooral horror, romantiek en komedie. Als het gaat om misdaadfilms kom je al snel uit bij The Raid (2011) en The Raid 2 (2014). Die hebben een moordend tempo, bloedstollende spanning en prachtig gechoreografeerde martial arts, maar zijn ook intens gewelddadig en bovendien geregisseerd door een Welshman. Enkele jaren geleden verscheen de eerste Indonesische superheldenfilm, Gundala (2019), maar deze verdienstelijke poging voelde wat onbeholpen aan en neigde te veel naar de Amerikaanse Marvel-films. Ook de Indonesische filmmaker Angga Dwimas Sasongko probeert het misdaadgenre nieuw leven in te blazen. 13 Bombs (13 Bom di Jakarta, 2023), naar verluidt de duurste Indonesische film ooit, werd in eigen land bezocht door ruim een miljoen bioscoopgangers.

De film begint spectaculair met een gewelddadige overval op een geldwagen in Jakarta. Opvallend genoeg nemen de overvallers het geld niet mee en zien we hoe burgers met rond dwarrelende bankbiljetten aan de haal gaan. De nationale antiterreurorganisatie ontvangt een videoboodschap van de overvallers. Ze zeggen dat ze dertien bommen in de hoofdstad hebben geplaatst en dat er elke acht uur eentje zal ontploffen. Ze willen 100 bitcoins, gelieve over te maken via het crypto-platform Indodax. Bendeleider Arok (Rio Dewanto) laat de autoriteiten weten dat hun acties zijn gericht tegen de rijken en de corrupte financiële systemen. Dat hun terreurdaden onschuldige slachtoffers treffen, pareert Arok met de opmerking dat er veel meer mensen sterven aan honger en door gebrek aan gezondheidszorg. Zowel Arok als de door hem gerekruteerde handlangers worden in hun daden gedreven door persoonlijk leed of leed van hun naasten, veroorzaakt door het kapitalistische systeem.

Hoe nobel de Robin Hood-gedachte en de aandacht voor sociale leefomstandigheden ook mogen zijn, het kat-en-muisspel tussen de terroristen en de politie volgt bijna tweeënhalf uur lang alle gangbare paden van het misdaadgenre, met een voorspelbaar plot op de koop toe. Frappant is de aanwezigheid van de twee jonge oprichters van Indodax, William en Oscar. Zij worden verdacht van medeplichtigheid en kunnen zich vrijpleiten door hun techno-skills aan te wenden om de terroristen te verhinderen hun bommen te laten ontploffen. Deze twee crypto-nerds zijn ook in het echte leven de oprichters van Indodax én producenten van 13 Bombs. Samen met de kritiek op traditionele financiële instellingen en de schrijfwijze van de letter ‘B’ (het bitcoin-logo) in de filmtitel ligt de reclame voor deze cryptomunt er wel heel dik bovenop.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait.

 

Mad Fate

Mad FateHet lot tarten
Ga maar eens goed zitten voor deze mysterieuze thriller uit Hongkong en probeer daarna maar eens iemand het krankzinnige plot uit te leggen. In Mad Fate (Ming’an, 2023) van Soi Cheang pretendeert een chaotische waarzegger (Ka-Tung Lam) het noodlot van zijn klanten te kunnen veranderen. In de openingsscène zien we een onheilspellend ritueel op een kerkhof waar hij een jonge vrouw zogenaamd begraaft om het universum te foppen. Tijdens de zwarte kunst van de waarzegger barst een onweer los en mislukt het plan. De vrouw rent naar huis en komt daar alsnog aan haar einde door een seriemoordenaar.

Een psychotische pizzabezorger (Lok Man Yeung) loopt de seriemoordenaar tegen het lijf, betreedt het appartement van de jonge vrouw en ziet haar hangen boven een plas bloed. Op dat moment voelt hijzelf de behoefte om iemand te doden, zoals hij dat vanaf zijn jeugd steeds probeert met een zwarte kat (een sinister CGI-schepsel als running gag). Wanneer ook de bezorgde waarzegger in het appartement arriveert, realiseert hij zich dat hij nu het lot van de pizzabezorger moet proberen te veranderen. Er ontvouwt zich een uitzinnig verhaal waarin de paden van de waarzegger, de pizzabezorger, de seriemoordenaar en een politieman elkaar voortdurend kruisen.

Mad Fate, dat vorig jaar zijn wereldpremière beleefde in Berlijn, is een film over lotsbestemming, astrologische voorspellingen en toeval. Het ene moment een donkere neo-noir met psychedelische luchten waaruit bakken regen valt, het andere moment een psychologische thriller over psychische stoornissen en met schokkende plotwendingen waarbij je soms niet meer weet wie de goede en wie de slechte is. Of zoals de waarzegger tegen de pizzabezorger zegt: “Je pad is al uitgestippeld, maar je moet zelf kiezen of je het bewandelt.”

Kijk hier waar en wanneer deze film draait.

 

Only the River Flows

Only the River Flows – Politieman in crisis
Ook de personages in Only the River Flows (He bian de cuo wu, 2023) moeten zich schikken in hun lot. Dit moordmysterie speelt zich af in een Chinees dorp medio jaren 90 als de traditionele samenleving langzaam verandert in een moderne samenleving. Een oude vrouw die vist in de rivier wordt vermoord. De meest voor de hand liggende verdachte is een zwakzinnige jongeman die door de vrouw was geadopteerd. Politie-inspecteur Ma Zhe (Zhu Yilong) blijft twijfelen of hij wel de dader is, zelfs nadat de jongen onder het bloed en met een kapmes wordt aangetroffen.

Deze sterke misdaadfilm van Wei Shujun brengt een aantal lagen aan in het verhaal, dat qua atmosfeer, psychologie en zwarte humor echo’s oproept van de Chinese thriller Black Coal (2014) en het Koreaanse meesterwerk Memories of Murder (2003) waarin ook personages worstelen met zowel de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen als met hun privéleven. Ma Zhe belandt na een schokkende gebeurtenis in een persoonlijke crisis, krijgt zorgen door de zwangerschapscomplicaties van zijn vrouw en kampt met een haperend geheugen. Terwijl de hele film is geschoten op 18mm gebruikt de regisseur voor Ma Zhe’s dromen en nachtmerries een digitale camera om het verschil in beleving tussen waan en werkelijkheid te benadrukken.

Only the River Flows is een origineel en vakkundig gemaakt misdaadmysterie met pingpongende politieagenten, poëzieliefhebbers, fabrieksarbeiders en een kapper die zich als vrouw verkleedt. De kalme muzikale klanken van Howard Shore en Beethoven begeleiden hun verborgen geheimen en persoonlijke tragedies. Een mooie vondst is de verhuizing van het plaatselijke politiebureau naar een bioscoop die vanwege tanende belangstelling de deuren heeft moet sluiten. Nu is het podium de plaats waar Ma Zhe met zijn team het bewijsmateriaal kan presenteren, waar dode varkens hangen om daarop de impact van verschillende steekwapens te kunnen testen en waar de politie-inspecteur zijn eigen voorstellingen kan projecteren.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait.

 

5 maart 2024

 

DEEL 2: Over verlies, en dingen die voorbij gaan

 


MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2024 – Deel 5: Dieven, moordenaars, geesten en weerwolven

IFFR 2024 – Deel 5:
Dieven, moordenaars, geesten en weerwolven

door Bob van der Sterre

Met de special van de gebroeders Manetti is er veel aandacht voor misdaadfilms op IFFR. Het duistere van ons bestaan is sowieso een inspiratiebron voor veel filmmakers. Tijdens deze IFFR waren er geesten, criminelen, moordenaars en zelfs weerwolven te zien.

 

Diabolik

Diabolik – Entertainend maar wel een beetje leeg
De meestercrimineel Diabolik heeft een dure diamant op het oog. Om die te bereiken gaat hij over lijken. Maar niet over dat van Eva Kant, de eigenaresse van de diamant. Ze gaan samenwerken als dieven. Samen overkomen ze de uitdagingen die bij deze levensstijl horen.

Diabolik (deel 1, er zijn nog twee delen gemaakt in 2022 en 2023) is een vlot gemaakte actiefilm van de gebroeders Manetti, van wie een special is tijdens deze IFFR. De film is een remake van Lamberto Bava’s cultklassieker Diabolik uit 1968. Die was weer gebaseerd op een beroemde pulpstrip van Angela Guissani uit 1962. Ging over een killer in de stad ‘Clerville’ (Genève)

Deze Diabolik is een stijlvolle misdaadfilm – beetje noir-achtig – en kijkt makkelijk weg. Diabolik is wel ver verwijderd van de charmante, menselijke crimineel waar we in de loop der jaren zo gewend aan zijn geraakt. Hij is een eng kijkende gast die gretig messen in ruggen werpt. Juist dat badboy-achtige werkt goed bij Eva Kant. Ze is meer van hem gecharmeerd dan van iemand als Caron, die denkt haar hart te winnen met chantagepraktijken.

Van mij had de film nog wel wat rauwer mogen zijn – dus een breuk met de stijl van Diabolik. Of juist een film in de popartstijl van 1968. Het is nu een iets te nette, behoudende misdaadfilm die denk ik niet echt de tand des tijds zal doorstaan.

 

Moscas

Moscas – Verdomd, een lijk in mijn wagen
Alberto Machi is een typische smeerlap. Steenrijk met bouwprojecten. Gemene blik, eng kapsel, eeuwig zakenpak. Familie woont in een groot huis maar houdt niet echt van hem. Hij heeft zelfs iemand in dienst voor de vuile klusjes (‘Cloaca’).

Maar dan. Een lijk in zijn auto. Een hoop vliegen (moscas). Wie heeft dit gedaan? Genoeg kandidaten. Is het zijn businesspartner? ‘Cloaca’? De gast die viel van het gebouw dat ze aan het bouwen zijn en aan zijn lot hebben overgelaten?

Het is niet de meest originele film van IFFR, deze Spaans-Argentijnse productie van regisseur Aritz Moreno. Zo’n type wraakfilm heb ik vaker gezien en veel verrassende wendingen zijn er niet.

Maar het is wel goed vakmanschap. De juiste spanning, de juiste ellendige rol van Ernesto Alterio, het juiste tempo (anderhalf uur) en goed beeldwerk. Moscas heeft onderweg naar het plot ook sterke stukken (de introductie van Cloaca) maar de beste scène is als hij thuiskomt bij zijn familie, het belangrijke cadeau van zijn dochter compleet vergeten is en dan ijzerenheinig zijn steak blijft eten.

 

Dream Team

Dream Team – Charmante weirdness
No en Chase – Interpol-agenten – reizen wat af om te leren over de moorddadige kanten van koraal. Waarom? Een koraalspecialist is overleden en dat kan wel eens door het koraal zelf komen. Dat is raar. Zit er iets achter?

De film speelt zich af in 1997 en er zijn veel knipogen naar die tijd. Van oldskool beeldbellen tot faxmachines (hij faxt ‘Wat heb je aan?’, zij (naakt) stuurt een lege fax terug). De kleding. De paarse tussentitels.

Deze luchtige stijl van Dream Team kun je waarderen als je je openstelt voor wat lowbudget mafheid. Zoals de ontmoeting met de koraaldeskundige die steeds minder kleren overhoudt en met hen eindigt in een jacuzzi. Stagiairs die gaan tennissen. Een basketbalteam bij een wijnproeverij. Een hoop knipogen waar je zonder context op je achterhoofd van gaat krabben. Als er op een gegeven een onzichtbare man genaamd Keith een sigaret opsteekt, verbaast het je niet meer.

Het is ook de stijl die telt. Dromerige sfeer, beelden over elkaar, relaxmuziek en heel veel beelden van luchten en stranden. En een soort antispanningsboog. Interpol-agenten die midden in de film zeggen: ‘Onderzoek naar de moord? Nee, we doen alleen research.’

Het is iets té veel cult wat mij betreft maar regisseurs Lev Kalman en Whitney Horn maakten de film wel echt helemaal in hun eigen stijl. Zoals de vormgeving van een serie, met een zich herhalende intro bij ieder hoofdstuk. En het acteerwerk moet wel opzettelijk zo houterig zijn. Een niet-correcte stijl van acteren is óók een stijlvorm. Het is dan bijna teleurstellend dat achter deze aangename nonchalance tóch stiekem een maatschappijkritisch verhaal schuilt.

 

Blackout

Blackout – Weerwolf in een Volvo
Charley is kunstenaar in een dorp dat wordt gerund door een irritante ondernemer die zich niet schaamt voor zijn vervuilende praktijken. Al rondrijdend in een Volvo probeert Charley te regelen dat de ondernemer ontmaskerd wordt. Waarbij ontdekkingen van zijn overleden vader helpen.

Een probleem: Charley is ook een weerwolf. En dat gaat vaak mis. Zeker als je je Volvo blijft rijden. Je kunt wel beide functies combineren: kunst maken van je weerwolfslachtoffers.

Op zeker moment komt de politie kijken. Maar die raakt niet snel onder de indruk, zelfs niet als hier en daar uit elkaar geripte lijken op de weg liggen. De inwoners van het stadje hebben geen politieonderzoek nodig. Het is toch die ene immigrant, weten zij zeker.

Blackout lijkt zich te presenteren als een indiedrama met een weerwolfthema. Er is wel meer geklets, meer drama, meer animatie, en een redelijk maffe scène waarbij een vriend de transformatie filmt, maar hoe origineel kun je het weerwolventhema maken? Het matige acteerwerk helpt de film van Larry Fessenden ook niet zo, hoewel Alex Hurt (zoon van William Hurt, die in foto’s nog even langskomt als vader van Charley in de film) zich er nog wel aardig doorheen slaat.

 

Adagio

Adagio – Rome met gepensioneerde gangsters
Manuel is de zoon van de oude topcrimineel, de intussen half dementerende Daytona. Als Manuel wordt betrapt bij openbare seks, moet hij in ruil voor de illegaal bijklussende politie naar een feest. Hij moet een bepaalde politicus erbij lappen. Manuel krijgt koudwatervrees, vlucht, krijgt de politieagenten achter hem aan, zoekt hulp bij oude vriendjes van zijn vader. Het is een ouderwetse clusterfuck. Ondertussen komen natuurbranden steeds dichterbij de stad.

Ook al was er na afloop een ovatie (voor het scherm? de projector?), toch is het script van Adagio niet zo heel sterk. Het gaat in feite om een jongen die iets moet doen en dat niet doet. Waarom dan meteen ombrengen als ie wegloopt en je eigen carrière op het spel zetten? Dat is een beetje vreemd voor de kijker. Nota bene in de film vinden ze het ook een slecht plan.

Rooten voor criminelen is altijd een worsteling in cinema. Deze agenten kun je ook niet echt sympathie voor voelen. Overigens ook precies waar ik in Suburra (serie/film) ook moeite mee had. Al die eikels! En dan is Manuel ook nog een reliëfloos karakter – dat helpt niet.

Wat de film van Stefano Sollima (dus ook maker van Suburra) wel interessant maakt, is de erg smaakvolle cinematografie. Die is van Paolo Carnera. Deed ook de cinematografie voor Suburra. Een betonnen Rome. Eenvormige gebouwen, hoge snelwegen, kille trappenhuizen, dakterrassen, enorme stations (Termini en Tiburtina). Er is veel tijd voor de beelden (adagio is de muziekterm voor ‘rustig tempo’).

Ook de aftakeling van de bendeleden van de ooit zo beruchte La Banda della Magliana is mooi weergegeven. Ze dementeren, worden blind, lijden aan kanker. In hen brandt soms nog steeds die hufterige oercrimineel op een laag pitje. Dat werkt dankzij het acteerwerk van Toni Servillo en de onherkenbare Pierfrancesco Favino. En ook Adriano Giannini als agent is een sterke rol.

Als de stroom uitvalt, oogt de stad als een grote desolate, zwarte massa. Dan pas valt op hoe heel de stad wordt bedreigd door een rode vuurzee. Ongetwijfeld een metafoor voor nieuwe toestanden.

 

Hungry Ghost Diner

Hungry Ghost Diner – Geest op zijn Maleisisch
Bonnie heeft een foodtruck genaamd Hungry Ghost Diner. Op een avond heeft ze in de stad waar hij truck staat een ontmoeting met haar oom, van wie ze nog niet weet dat hij gestorven is. Ze keert terug in het dorp van haar familie, ontmoet haar vader met wie ze een moeizame relatie heeft, begraaft haar oom, wil weer weg, maar dan… lockdown.

Ze blijft bij haar vader en ontmoet daar alle geesten: oom, tante, oma, opa en moeder. Wil ze nog terug? Op een of andere manier ligt haar toekomst verborgen in de manier hoe haar vader de ‘hakka mein’ (noedels) maakt. Maar hoe weer op speaking terms te komen met haar vader? ‘De doden maken me niet bang, het zijn de levenden!’

Voor de (enige) film die ons artikel likete op Facebook kunnen we wel wat aandacht geven. En het komt heus niet door dit blijk van support, maar ik vond Hungry Ghost Diner een prettige film om te zien. Allereerst letterlijk. De flink roze en blauw gesatureerde beelden bedwelmen. En het is ook luchtig. De oom die zegt: ‘Het is de eerste keer dat ik sterf, cut me some slack.’ De liedjes van zangeres en hoofdpersoon Keat Yoke Chen passen hier goed bij.

Daarnaast gebruikt de film ook de coronaperiode (lees ook onze corona-aflevering van vorig jaar). Het is best bizar dat zo weinig films iets hebben geprobeerd te doen met dingen als lockdowns en social distancing.

Misschien had ik op nog iets meer mysterie gehoopt, duurt de film iets te lang en miste Chen iets te veel expressie bij bepaalde scènes, maar Hungry Ghost Diner is een vriendelijk verhaal over geesten en eten, en geeft je een goed gevoel bij het kijken. Films over identiteit hoeven niet altijd moeilijk te zijn.

 

4 februari 2024

 

IFFR 2024 – Deel 1: De (ongetwijfeld) beste film uit de Tigercompetitie
IFFR 2024 – Deel 2: Sciencefiction met een mysterieus randje
IFFR 2024 – Deel 3: Stijlvolle risiconemers
IFFR 2024 – Deel 4: Kan cinema nog een vorm van escapisme zijn?
 

MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2024 – Deel 4: Kan cinema nog een vorm van escapisme zijn?

IFFR 2024 – Deel 4:
Kan cinema nog een vorm van escapisme zijn?

door Tim Bouwhuis

Als de wereld in brand staat, kan de filmzaal een plek zijn waar je de zorgen van het moment even kunt vergeten. Het IFFR vormt met zijn groeiende cult- en genreprogrammering (zie verslag 2 en 3 voor enkele voorbeelden) geen uitzondering op die regel, maar ook deze editie komt politiek engagement snel om de hoek kijken. Zelfs filmmakers wiens werk niet eens direct betrekking heeft op de schrijnende actualiteit, voelen de verantwoordelijkheid om zich uit te spreken. Kan cinema in zo’n scenario nog wel puur en alleen een vorm van escapisme zijn?

Ze bestaan nog wel degelijk, de festivaltitels waarin onschuld en onbezorgdheid hoogtij vieren. Het Amerikaanse Dream Team, een ‘absurdistische hommage aan kabeltelevisiethrillers uit de jaren negentig’, zet de toon met speelse tussentitels (Asses to Ashes), lijzige strandwandelingen en suggesties van een samenzwering. “Mensen die de film al zagen, vertelden me dat ze niet stoned waren tijdens het kijken, maar zich wel zo voelden”, zegt coregisseur Lev Kalman voor aanvang van de vertoning. Tijdens de Q & A komt de aap uit de mouw; ver op de achtergrond gaat Dream Team stiekem ook nog een beetje over klimaatverandering.

Dream Team

Dream Team

Lichtvoetig of zwaarbeladen
Hoeveel politiek geladen films je als bezoeker te zien krijgt deze editie, leek op voorhand vooral afhankelijk van je eigen ticketkeuzes. Had je echt even behoefte aan vrijblijvende nonsens, dan was Dream Team een veilige keuze, en ook de lichtvoetige comedy of errors Greice doet de alledaagse beslommeringen even vergeten. Het contrast met een aantal titels uit (bijvoorbeeld) de Tigercompetitie is aanzienlijk: het Iraanse Me, Maryam, the Children and 26 Others trok de negatieve aandacht van de vaderlandse cultuurraad (reden: verschillende actrices dragen geen hoofddoek), en het sombere einde van de Oekraïense tragikomedie Grey Bees speelt rond februari 2022.

Voor aanvang van de wereldpremière van het dystopische Animalia Paradoxa leest een aangeslagen Niles Atallah (zijn vorige film Rey won in 2017 de speciale juryprijs op het festival) een speech voor die hij in het vliegtuig heeft uitgeschreven. Animalia Paradoxa gaat over het einde van de wereld, en toen de film nog in productie was had Atallah niet gedacht dat het verhaal zoveel extra momentum zou krijgen door de noodsituatie in Gaza. Het deed hem zoveel dat hij zich schuldig ging voelen en het nut van zijn beroep in twijfel trok.

Het mensachtige amfibie dat in dit stop-motionsprookje door verlaten ruïnes dwaalt, durft zijn symbolische gasmasker niet zomaar af te zetten. Buiten spuit er iemand Bijbelse teksten door een megafoon, en de komst van een valse verlosser lijkt nabij. Voor het escapisme ga je hier als bezoeker niet zitten, voor een beknellend vakmanschap wel. Hoewel Atallah ten opzichte van het bezwerende Rey wel een jasje heeft uitgedaan, is Animalia Paradoxa nog altijd een van de meer opvallende kunststukjes van deze IFFR-editie.

Animalia Paradoxa

Animalia Paradoxa

Microfoonmoment
De humanitaire crisis in Gaza en andere brandhaarden wordt ook aangekaart tijdens vertoningen waar je niet per se een politieke noot verwacht. De eerste regisseur die tijdens het experimentele kortfilmprogramma Fine Grain zijn werk inleidt, gebruikt zijn microfoonmoment om aandacht te vragen voor de situatie in Gaza; over zijn eigen film zegt hij vrijwel niets. Aan de zijkant van het scherm steekt een collega-filmmaker haar vuist in de lucht.

Het heldere politieke engagement op IFFR 2024 roept de vraag op of de ouderwetse opvatting van cinema als een vorm van zorgeloos escapisme vandaag de dag nog wel standhoudt. Geprogrammeerde films die een loopje nemen met de toekomst (van Schirkoa: In Lies We Trust tot Aire: Just Breathe) vertellen haast zonder uitzondering dystopische verhalen, en áls er dan iets zorgeloos voorbij komt, voelt die titel sneller dan voorheen als een vreemde eend in de bijt.

De wereld van film en de wereld daarbuiten
Direct na de vertoning van Dream Team kan ik door naar de actiethriller One More Shot, waarin het voortbestaan van Washington D.C. wordt bedreigd door een kernbom. Dat deze ‘Call of Duty’-achtige adrenalinetrip, treffend vertoond op de late avond, meer op Videoland te zoeken heeft dan op het IFFR, maakt de misère richting middernacht nog wat groter. Kan cinema nog een vorm van escapisme zijn? Misschien alleen als we erin slagen om ons in te beelden dat de ellende op het filmdoek doorgaans nog altijd groter is dan de ellende in de wereld daarbuiten.

 

2 februari 2024

 

IFFR 2024 – Deel 1: De (ongetwijfeld) beste film uit de Tigercompetitie gaat over de giraffe
IFFR 2024 – Deel 2: Sciencefiction met een mysterieus randje
IFFR 2024 – Deel 3: Stijlvolle risiconemers
IFFR 2024 – Deel 5: Dieven, moordenaars, geesten en weerwolven



MEER FILMFESTIVAL