Modelo 77 opent Amsterdam Spanish Film Festival 2023

Modelo 77 opent Amsterdam Spanish Film Festival 2023:
Roep om amnestie gevangenen

door Cor Oliemeulen

Het gevangenisdrama Modelo 77 is de openingsfilm van de negende editie van het Amsterdam Spanish Film Festival (ASFF), dat wordt gehouden van 24 tot en met 26 november. Deze thriller van Alberto Rodríguez (La isla mínima) speelt zich af na de dood van dictator Franco wanneer Spanje worstelt met de overgang naar een democratische samenleving.

Modelo 77 (Engelse titel: Prison 77) is geïnspireerd op ware gebeurtenissen in La Modelo, de karakteristieke ‘modelgevangenis’ in Barcelona waar de film werd opgenomen. In 1976 belandt de jonge accountant Manuel (Miguel Herrán: La casa de papel, 2017-2021) aldaar omdat hij geld heeft gestolen. Volgens de autoriteiten vele malen meer dan in werkelijkheid, waardoor Manuel een jarenlange gevangenisstraf tegemoet kan zien. Hij komt in een cel met Pino (Javier Gutiérrez: La isla mínima, 2014), die al meer dan de helft van zijn leven zit opgesloten. “Iedereen die Franco niet mag, zit hier”, zegt hij. “Anarchisten, socialisten, communisten.” De rest zit hier vooral vanwege diefstal, want Spanje lijdt niet alleen onder een bestuurscrisis, maar ook een economische crisis.

Modelo 77

Van dictatuur naar democratie
De film speelt zich af tijdens de transitieperiode na de dood van dictator Francisco Franco, die van 1939 tot 1975 Spanje met harde hand regeerde. De overgang van dictatuur naar democratie (1979) leidt tot diepgaande transformaties van de mentaliteit en levensstijl in de Spaanse samenleving. Vrouwen proberen zich te onttrekken aan het patriarchale systeem en de repressie van het nationale katholicisme. Zo ook jongeren, die kunnen gaan worstelen met moraliteit, gender en seksualiteit – al dan niet aangemoedigd door filmmakers als Eloy de la Iglesia en Pedro Almodóvar.

De transitie is niet voor iedereen vanzelfsprekend, want de nieuwe staat erft de structuur van de dictatuur met haar machthebbers, politieagenten en rechters. Ook de grootgrondbezitters en aristocraten menen nog steeds het recht aan hun zijde te hebben, getuige de satirische Nacional-filmtrilogie (1978-1982) van Luis García Berlanga. Zijn parades van uitzinnige personages maken de economische, politieke en morele corruptie in die jaren uiterst zichtbaar. Camada negra (1977) van Manuel Gutiérrez toont hoe rechtse knokploegen politieke bijeenkomsten en ontmoetingsplekken van linkse politici terroriseren. En in 7 días de enero (1979) reconstrueert Juan Antonio Bardem de zeven dagen in januari 1977 die voorafgaan aan de koelbloedige moord door fascisten op vijf communistische arbeidsrechtadvocaten in Madrid.

Modelo 77

Tumult en demonstraties
In Modelo 77 zien we in die week op straat demonstraties voor amnestie van gevangenen, in eerste instantie voor politieke gevangenen. Die actie van sympathiserende burgers is aangewakkerd door het tumult van de gevangenen, die vrij extreme toeren uithalen en oproer kraaien. Sommige gevangenen hebben weliswaar de beschikking over goedwillende advocaten, maar die kunnen niet opboksen tegen de politieke tegenstellingen en onmacht van het nieuwe parlement. Manuel laat zich vooruitschuiven als onderhandelaar met de autoriteiten en als spreekbuis naar de pers. Die rol valt niet goed bij de directe en de cipiers, waardoor Manuel meer dan eens wordt mishandeld en in een isoleercel verdwijnt. Zijn motivatie om door te gaan, komt mede van een meisje dat regelmatig tijdens het bezoekuur achter het glas verschijnt.

Alberto Rodríguez maakte dit enerverende gevangenisdrama met bijna dezelfde crew als van zijn immense succes La isla mínima. Die thriller grijpt ook plaats tijdens de transitieperiode en gaat over twee politiemannen die vanuit Madrid afzakken naar de uitgestrekte moerassen in Andalusië om de verdwijning van twee tienermeisjes te onderzoeken. Modelo 77 speelt zich nagenoeg helemaal binnen af, echter de cinematografie van Alex Catalán over het barre leven in de gevangenis met al haar geweld, verraad en hiërarchische verhoudingen is al even indrukwekkend. De reeks authentieke zwart-witfoto’s aan het eind tonen de betrokkenen die in de film worden geportretteerd.

Bekijk hier het programma van het ASFF 2023.

 

21 november 2023

 


MEER FILMFESTIVAL

Dutch Mountain Film Festival 2023 – Preview 2

Dutch Mountain Film Festival 2023 – Deel 2:
Hoogvlaktes, grotbewoners, artistiek alpinisme en mergelgroeves

door Paul Rübsaam

In Heerlen, Kerkrade en Aken vindt van 31 oktober tot en met 5 november het Dutch Mountain Film Festival (DMFF) plaats. Het thema van de dertiende editie van het festival is ‘Risico’. In het tweede en laatste deel van deze vooruitblik bezoeken we Bolivia, Canada, Nepal en Californië. Maar ook Zuid-Limburg.

Utama

Utama

Droogte en zorgen op de hoogvlakte
Een oude man met grijs haar schept aan de zijkant van een uit lichtbruine stenen opgetrokken, schamele woning zwaar ademend en met trage gebaren water in een bak, wast vervolgens resoluut zijn diep roodbruin verbrande gezicht (alleen zijn gezicht), kijkt omhoog en dan in het water van de bak waarin hij een overvliegende koningsgier weerspiegeld ziet. Vervolgens loopt hij langzaam naar zijn op een uitgedroogde akker werkende vrouw (in poncho en met grijs haar in een staart), gaat naast haar zitten en legt zijn hoofd op haar schoot, waarna zij lichtjes zijn slaap streelt.

Dit is niet de openingsscène van Utama (ons huis), maar wel een van de vele scènes uit de film die je als recensent eigenlijk zonder verdere toevoegingen volledig uit zou willen schrijven. Het in Spaans en Quechua gesproken, op een Boliviaanse hoogvlakte gesitueerde drama van regisseur Alejandro Loayza Grisi bewijst weer eens dat een kalme cameravoering (cinematografie Barbara Alvarez) een indringend landschap, omineuze beelden en onnadrukkelijke, maar veelzeggende gebaren een gevoel van betrokkenheid bij de kijker des te sterker teweeg kunnen brengen.

Het oudere echtpaar Virginio en Sisa (vertolkt door de plaatselijke niet-professionele acteurs José Calcina en Luisa Quispe) blijven het liefst wonen waar ze wonen: in hun huisje op de uitgestrekte, even betoverende als desolate hoogvlakte, met hun lama’s en hun akkertje. Maar het leven wordt er niet eenvoudiger op. Mede onder invloed van de klimaatverandering heeft het op de hoogvlakte al bijna een jaar niet meer geregend. Het gevolg is dat Sisa het benodigde water van steeds verder weg moet halen. Al blijft dat volgens haar man die de lama’s beheert háár taak. Ondertussen ontwikkelt Virginio zelf een steeds verdachter klinkend hoestje.

Sisa is opgetogen, maar Virginio nogal terughoudend als hun met smartphone en koptelefoon gewapende kleinzoon Clever (Santos Choque) op bezoek komt. Het ‘verwende ventje’ in de woorden van zijn grootvader komt vast alleen maar als boodschapper van zijn vader, waar opa Virginio nog een appeltje mee heeft te schillen. Bovendien spreekt Clever geen Quechua en heeft hij geen enkel benul van ‘voortekenen’, of die nu de op handen zijnde regen of iemands gezondheidstoestand betreffen. Laat staan dat hij zou weten hoe condors met hun levenseinde omgaan.

Toch mag Clever met zijn nukkige grootvader op stap. Niet alleen om de witte, lichtbruine en donkerbruine lama’s met hun ‘oormerk’ van als vlaggetjes ogende roze doekjes op de door de droogte gebarsten hoogvlakte te weiden, maar ook om met een groep mannen uit het naburige dorp een tocht naar de bergen te ondernemen op zoek naar water.

Het is de vraag of er einde zal komen aan de droogte. Voor het gehoest van Virginio geldt hetzelfde. Ook is het lang niet zeker of Clevers pogingen om zijn grootouders ertoe over te halen naar de stad te verhuizen, zullen slagen. Subtiele plotwendingen die het serene tempo van de film niet schaden, stellen je in staat langzamerhand te begrijpen waarom Virginio zo hecht aan zijn traditionele levensstijl. Even geleidelijk komt de wederzijdse genegenheid aan de oppervlakte die schuilgaat achter de weerbarstige verhouding tussen Clever en zijn grootvader. Utama is niet alleen een film waarbij zelfs de kijker zich dorstig en stoffig gaat voelen. Hij weet ook zeker te ontroeren.

he Ballad of Caveman Bill

The Ballad of Caveman Bill

‘Shit is good!’
In The Ballad of Caveman Bill portretteert David Curtis de goedlachse, soms wat nerveuze Bill Donaldson, die niet zomaar ergens tussen de bergen woont, maar letterlijk erín. Donaldson (een oudere man met een ruige grijze baard en lang haar in een staartje) heeft aan de oever van een rivier van oude houten planken en andere gebruikte materialen zijn huis gebouwd in de uitsparing van een rots. Dat wil zeggen: de gevel van het huis en het voorste deel ervan. De achterkant van zijn woning wordt gevormd door de vaak vochtige wanden van de grot zelf. Hij is daar in 1996 zonder vast omlijnde plannen ingetrokken en er sindsdien naar eigen zeggen blijven hangen.

We volgen Bill bij zijn dagelijkse bezigheden, bestaande uit het verzamelen van herbruikbaar materiaal op afvalplaatsen in het aan de overkant van de rivier gelegen Noord-Canadese stadje Dawson (Yukon) en daarbuiten. Hij verricht timmerwerkzaamheden en kleine klusjes voor buurtgenoten en vervoert van alles en nog wat per slee en per boot in gezelschap van zijn twee honden.

Zijn identiteit als ‘caveman’ cultiveert Bill naar eigen zeggen opzettelijk een beetje ten behoeve van nieuwsgierige toeristen. Zelf vindt hij het verschil tussen zijn eigen leven en dat van ‘gewone’ mensen niet zo groot. Wie in een appartement woont, woont toch eigenlijk ook in een grot. Maar dan eentje die op, onder of naast andere grotten is gestapeld.

De afvalplaatsen afstruinend, verbaast hij zich erover dat er zoveel zo snel wordt weggegooid, van goed berijdbare fietsen tot nauwelijks defect witgoed. Maar hij wil zichzelf niet al te fanatiek positioneren als een strijder tegen de consumptiemaatschappij. Ook hij gebruikt batterijen. En plastic, geeft hij toe. Zoals dat van zijn bril en zijn fleecejack. Wel is hij nogal trots op de uitvinding van zijn ‘compostable toilet’. De met takjes en houtkrullen gevulde pot kan na het toiletbezoek waarbij doortrekken niet nodig is in zijn geheel worden gebruikt om er gewassen op te laten groeien. ‘Shit is good!’, weet Bill.

Ondanks zijn bescheiden ecologische voetafdruk spaart het veranderende klimaat ook Bill niet. De sneeuw op de rotsen boven zijn woning smelt eerder en het vocht dringt zich door de rotsen naar beneden. Er vallen dan zoveel druppels uit zijn ‘plafond’ dat Bill in zijn eigen woorden het gevoel krijgt een ongenode jazzdrummer op bezoek te hebben. Ook de in de winter bevroren rivier smelt al eerder en het water daarvan komt hoger te staan, wat in Bills grot tot natte voeten kan leiden. Dus moet hij meerdere keren per jaar verkassen naar een hoger gelegen groene tent.

Bill Donaldson is zeker niet bang om voor malle Pietje versleten te worden. Maar de moed die hij daarvoor opbrengt, gebruikt hij soms ook om te maskeren dat hij niet altijd het achterste van zijn tong laat zien. Althans, die indruk krijg je als kijker. Hoe was zijn jeugd werkelijk en hoe zat het precies met zijn drankverleden en dat van zijn vader? Zou zijn moeder er echt trots op zijn dat haar zoon holbewoner is geworden in plaats van een saaie dokter of advocaat? Het zijn vragen waar je mee blijft zitten bij dit niettemin onderhoudende portret van een onalledaagse man met veel gevoel voor humor.

Reinhard Karl - Die Kunst, einen Berg zu besteigen 

Reinhard Karl – Die Kunst, einen Berg zu besteigen 

Alpinisme als kunstvorm
Van het zien van een berg op een foto naar het beklimmen daarvan en vervolgens met behulp van een eigen fototoestel een eigen verhaal over die beklimming vertellen. Tenslotte opnieuw de stap van het driedimensionale naar het tweedimensionale middels een op die foto en dat verhaal gebaseerde linoleumsnede en de inktafdruk daarvan. Dat is de route die in de korte, maar intense documentaire Reinhard Karl – Die Kunst, einen Berg zu besteigen van Tom Dauer door de Duitse alpinist, schrijver en fotograaf Reinhard Karl (1946-1982) in het verleden en de jonge grafische kunstenares Clara Happ in het heden wordt afgelegd.

De indringende werken met veel zwart en fijne witte lijntjes die Happ met gutsmes en inktroller tot stand weet te brengen, zijn naar haar eigen zeggen niet alleen geïnspireerd op Karl’s beeldschone, soms ijzingwekkende en contrastrijke zwart-witfoto’s. Die foto’s van steile hellingen, bergtoppen, eindeloze sneeuwvelden en schijnbaar in het luchtledige aan een touw bengelende alpinisten staan namelijk in het boek “Erlebnis Berg: Zeit zum Atmen” en gaan vergezeld van de vaak filosofisch getinte teksten van de in 1982 op de Cho Oyu in de Himalaya verongelukte alpinist. Ook dat innerlijke leven van Reinhard Karl wil Happ met haar linoleumsneden tot uitdrukking brengen.

Middels citaten uit “Erlebnis Berg”, Karl’s foto’s, archiefbeelden van ondere andere een beklimming van de Mount Everest (1978) en spectaculair vrijklimmen in Yosemite Valley in Californië (1980) en soms weer terugkerend in de studio van Clara Happ verschaft regisseur Tom Dauer ons een inkijkje in de wereld van de man die het leven zelf als ‘een berg zonder top’ omschreef.

Foto’s van adembenemende bergen bekijken. Daar begon het mee voor de jonge Reinhard Karl. Later, toen hij als automonteur nog doen moest wat anderen hem opdroegen, wilde hij zich vooral bewijzen als alpinist. Langzaam maar zeker echter werden pen en fototoestel onontbeerlijke attributen. Het doel was niet meer de beste alpinist te worden, maar de esthetiek van het hooggebergte te vangen. Foto’s kunnen tweedimensionaal als ze zijn weliswaar nooit de angst voor de dieptes en de soms intense kou goed overbrengen, maar leerden de fotograaf naar eigen zeggen zien dat er vanaf de top vele wegen terug naar het dal voeren. Waardoor hij zoals hij dat zelf formuleerde na iedere beklimming weer als iemand beneden kon komen.

‘Hoe meer men beleeft, hoe meer men is’ luidt een van Karl’s andere memorabele aforismen. ‘Men is dan geen zandkorrel meer die door iedere storm weggeblazen kan worden. Men is een steen geworden. Een Rolling Stone, die onafgebroken zijn baan volgt.’ Zo’n man verdient eigenlijk meer grafstenen dan alleen die ene op weg naar de Cho Oyu (8188m), waar Reinhard Karl op 19 mei 1982 op vijfendertigjarige leeftijd het slachtoffer werd van een ijslawine. Gelukkig vormt nu ook het werk van Clara Happ een passend eerbetoon.

Mergel

Mergel

Sfeervolle stillevens in Zuid-Limburg
Een van de hoogtepunten van de elfde editie van het Dutch Mountain Film Festival (2021) was het in Slovenië opgenomen BERG van de Nederlandse cineaste Joke Olthaar. Voor wat betreft de cinematografische stijl is het veel kortere, in Zuid-Limburg opgenomen en daarmee nog Nederlandsere Mergel van Thomas Brand daar zeker mee te vergelijken.

In, op en rond het mergel van de Curfsgroeve nabij Valkenburg verkent Brand evenals Olthaar in zwart-wit de zeggingskracht van geaccidenteerd terrein met veelvuldig gebruik van vaste camerastandpunten. Licht en schaduw, vorm, structuur en kleine toch bewegende details, veroorzaakt door bomen, bladeren, takjes en een veranderende lichtval, komen optimaal tot hun recht en versterken het gevoel van betovering dat het landschap teweeg kan brengen.

Mede door de schaal- en hoogteverschillen tussen Zuid-Limburg en Slovenië spelen registraties van de lucht (al dan niet met traag overtrekkende wolken) in Mergel een veel geringere rol. Enerzijds draagt dit bij aan het verbeelden van de sprookjesachtige, soms sinistere en claustrofobische atmosfeer van de groeve en het omliggende landschap. Anderzijds is het goed dat Mergel niet langer dan een kwartier duurt. Eentonigheid ligt namelijk wel op de loer. Niettemin is het verheugend dat er zich iets als een typisch Nederlandse bergfilm lijkt te ontwikkelen.

En verder…
Andere opmerkelijke films op het festival zijn onder andere de hilarische “Swissploitation’ Mad Heidi (Johannes Hartmann en Sandro Klopfstein), waarin het dit keer buitengewoon weerbare kinderboekenpersonage Heidi zich staande weet te houden in een fascistisch en opzettelijk overdreven bloederig Zwitserland. Voorts De Acht Bergen (Felix van Groeningen en Charlotte Vandermeersch) naar de fameuze roman van Paolo Cognetti over een bergvriendschap, alsmede No Dogs or Italians Allowed, die allebei eerder dit jaar in de bioscoop verschenen.

Meer animatie en stopmotion is te zien in onder andere The Legend of Goldhorn en Egoland, opnieuw aandacht voor de impact van klimaatverandering op ski-ressorts in The Last Skiers en een terugblik op de eerste bijna geslaagde beklimming van de Mount Everest, nu een eeuw geleden in Everest: by those who were there.

Overige activiteiten in het kader van DMFF #13 zijn onder meer de exposities ‘Een gebergte in mijn kamer’ en ‘Steine zum Staunen’, een wandelsafari in het Land van Kalk nabij Heerlen en een interview met Yond Boeke, de Nederlandse vertaler van Paolo Cognetti.

Voor een volledig overzicht van alle zesentwintig films en alle overige activiteiten zie de website van het DMFF.

 

30 oktober 2023

 

Dutch Mountain Film Festival 2023 – Deel 1: Lawines, klimaatverandering en andere gevaren

 


MEER FILMFESTIVAL

Dutch Mountain Film Festival 2023 – Preview 1

Dutch Mountain Film Festival 2023 – Deel 1:
Lawines, klimaatverandering en andere gevaren

door Paul Rübsaam

In Heerlen, het Duitse Aken en dit keer ook in Kerkrade vindt van 31 oktober tot en met 5 november het Dutch Mountain Film Festival (DMFF) plaats. Het thema van deze dertiende (!) editie van het festival is ‘Risico’. In deze tweedelige vooruitblik worden acht van de zesentwintig vertoonde films tegen het licht gehouden.

‘We kunnen zeggen dat de bergen, de natuur of het klimaat ‘gevaarlijk’ zijn, of een ‘bedreiging’ en dat het ‘risico’ ontstaat als mensen, dieren of zaken zich hieraan blootstellen’, aldus de organisatoren van het DMFF in hun toelichting op het gekozen thema. Bergsporters dienen zich er volgens hen van bewust te zijn dat ze willens en wetens gevaren opzoeken, terwijl anderen dat juist willen mijden. ‘Het privilege om risico’s te nemen zie je vooral bij mensen die in hun leven weinig of geen bedreigingen kennen.’

Die verfrissende, zelfkritische houding dient in ogenschouw te worden genomen bij drie op het festival vertoonde, overigens uiteenlopende films waarin lawinegevaar centraal staat. Want die specifieke aandacht voor natuurgeweld in door bergsportliefhebbers vrijwillig opgezocht hooggebergte zou voor een willekeurige bioscoop- of festivalbezoeker iets betrekkelijks kunnen hebben. We leven immers in een tijd waarin ons bijna dagelijks nieuws bereikt over vele duizenden slachtoffers van natuurgeweld die nog nooit zelfs maar gedroomd hebben van een klim- of skivakantie. Je kunt evenwel zeggen dat de drie hierna te bespreken ‘lawinefilms’ toch ieder over hun eigen troefkaart beschikken.

Buried

Buried

Skipiste in dodelijke kom
In Buried van Jared Drake en Steven Siig is die troefkaart de ruime aandacht voor de herinneringen en emoties van mogelijke menselijke verantwoordelijken voor de lawineramp op 31 maart 1982 in het skioord Alpine Meadows in de Sierra Nevada in Californië. Die aandacht in de traditioneel opgezette documentaire, met veel talking heads, dreigende muziek en cliffhangers (of moet je zeggen: ‘avalanche signs’?) is verfrissend. Het gezegde ‘shit happens’ krijgt immers zelden de aandacht die het verdient. Bij menig ramp, van welke aard dan ook, zoekt men vrijwel onmiddellijk met een bijltjesdagmentaliteit naar ‘schuldigen’ van vlees en bloed, die vaak zelf getraumatiseerd zijn.

Zo kan ter verdediging van het personeel van Alpine Meadows bij voorbaat al worden opgemerkt dat de skipistes zelf op de noodlottige dag gesloten waren vanwege het dreigende lawinegevaar. Dat er echter van bovenaf zoveel sneeuwvloedgolven samen zouden komen dat ook de in het dal liggende parkeerplaats, kantoortjes en skilift in één keer onder een meters dik, wit tapijt bedolven zouden worden, had men niet voorzien. Naast drie omgekomen toeristen die zich nabij de parkeerplaats bevonden, waren vier van de in totaal zeven dodelijke slachtoffers werkzaam bij Alpine Meadows.

Onder hun collega’s die in Buried aan het woord komen, vormt ‘avalanche forecaster’ Jim Plehn het centrale karakter. Plehn leefde als een kluizenaar en onderscheidde zich daarin van zijn door de destijds glamourachtige hippiecultus rond het nabije Lake Tahoe gevormde collega’s. Hij was een boeddhist en een man die naar de sneeuw kon luisteren. Als hij daarin iets hoorde ritselen of tinkelen dat verdacht klonk, sloeg hij alarm. Waarna lawines met behulp van explosieven voortijdig uitgelokt en geneutraliseerd zouden kunnen worden. Maar ook Plehn kon de omvang niet voorzien van wat zich op 31 maart 1982 en de dagen daarna zou voltrekken. Iets waar hij anno 2023 zichtbaar nog niet overheen is.

De dagen na die fatale 31 maart woedden er opnieuw stormen en zouden nieuwe sneeuwgolven het dal kunnen overspoelen. Ondertussen had een herdershond van reddingshondentrainster Roberta Huber iets geroken dat zou kunnen wijzen op de aanwezigheid van de mogelijk nog levende skilift-medewerkster Anna Conrad onder het puin van een het door de sneeuw weggevaagd Alpine Meadows-kantoortje.

Moesten alle reddingswerkers nu blijven graven en zoeken terwijl ze zelf onder een nieuwe lawine bedolven zouden kunnen worden? Wat moest Jim Plehn als plaatsvervanger van zijn vermoedelijk verongelukte charismatische chef Bernie Kingerie beslissen? Aan menselijke dilemma’s, vakkundig opgevoerde spanning en hartverscheurende getuigenissen kent Buried geen gebrek.

To the hills & back

To the hills & back

The Rockies en hun keerzijde
To the hills & back van Mike Quigley onderscheidt zich door het lawinegevaar juist niet te belichten in de vorm van een typische rampendocumentaire. In deze eerder educatief opgezette vertelling krijgt het onheil zijn plaats als onderdeel van de bergwereld van de Canadese Rocky Mountains, die tevens garant kunnen staan voor schoonheidservaringen en gelukzalige momenten. De vier voornaamste karakters zijn voormalig berggids en reddingswerker Bradford White, zijn dochter Ginny White die overweegt haar vader op te volgen en de getraumatiseerde skitoeristen Katie Combaluzier en Adam Campbell.

In zijn geriefelijke houten chalet in de Rockies ontvouwt Bradford onder het genot van een goed glas cognac en in bijzijn van zijn dochter met zijn koffiebruine stem zijn inzichten en belevenissen. De berggids kan niet alleen putten uit zijn eigen ervaringen, maar tevens doorgeven wat hijzelf weer heeft gehoord van zijn vader en grootvader, die hetzelfde beroep uitoefenden. De pioniers van vroeger waren meer op zichzelf aangewezen in de bergen, bescheidener en zich meer van de gevaren bewust. Tegenwoordig wordt men vooral gedreven door de adrenalinekick die het bestijgen van toppen of het afdalen op ski’s van grote hoogte teweegbrengt, oordeelt Bradford. Men denkt onkwetsbaar te zijn en dat alles mogelijk is. White adviseert alleen op pad te gaan met iemand die meer ervaring heeft en de gevaren kent, waaronder die van lawines.

Het zijn raadgevingen die Katie Combaluzier en Adam Campbell zich van tevoren meer ter harte hadden willen nemen. Beiden werden het slachtoffer van een lawine, die ze hoewel ze geoefend en voorbereid waren toch te weinig hadden zien aankomen. De razende vloed sleepte Katie honderden meters naar beneden en Adam raakte zijn vijfentwintigjarige vriendin Lara Kosakoski kwijt onder de sneeuw, zoals ze ieder in een aangrijpend relaas uiteenzetten.

Wat Katie en Adam zo aantrok in de bergen etaleert de film eveneens. De steile sneeuwhellingen van de Rocky Mountains met hun immense afmetingen leveren een indrukwekkend schouwspel op. Zelfs een lawine, zolang deze tenminste geen slachtoffers eist, heeft als natuurverschijnsel een zekere schoonheid. Zullen de voor het leven getekende Katie en Adam die fraaie, maar wrede bergwereld blijven haten of is er voor hen toch een mogelijkheid om zich ermee te verzoenen?

Check your Risk

Check your Risk

Rien ne va plus
De ronduit instructieve korte film Check your Risk (Johannes Olszekwski, 2017) durft het aan een parallel te trekken tussen het beoefenen van gevaarlijke (berg)sporten en gokverslaving. Zoals de bank van het casino bij het roulettespel uiteindelijk altijd wint, zo slaat de natuur in de bergen op een dag terug in de vorm van lawines, aardverschuivingen en wat dies meer zij. De roekeloze skiër of klimmer krijgt zijn ‘inzet’ in figuurlijke zin dan niet meer terug…

Het kan echter ook anders. De film volgt een slecht voorbereide, uitgelaten groep jongeren die gaat freeriden in de poedersneeuw van de Duitse Alpen en vervolgens een niet veel minder enthousiaste groep die zich omstandig op de hoogte stelt van weer- en sneeuwomstandigheden. Verstandig gokken heeft misschien iets van een contradictie, maar het gelijknamige project van de jeugdafdeling van de Duitse Alpenvereniging in het kader waarvan Check your Risk werd uitgebracht, schijnt inmiddels zijn vruchten te hebben afgeworpen.

Alpenland

Alpenland

Kaalslag in het Alpengebied
Dat de beschikbaarheid van skigebieden geen vanzelfsprekendheid meer is en er ook een tekort aan sneeuw in de bergen kan zijn, toont de documentaire Alpenland van Robert Schabus. Dat is echter lang niet het enige wat dit weemoedige, soms ontluisterende portret van het hedendaagse Alpengebied ons laat zien.

De film opent met een merkwaardige impressie van een overdekte skipiste in Oostenrijk en laat vervolgens zeker niet na de schoonheid te etaleren van het eigenlijke hooggebergte in de diverse Alpenregio’s die aan bod komen. Het accent ligt echter op de economische en demografische ontwikkelingen die in de dalen daaronder plaatsvinden en zich nog het beste als kaalslag laten typeren.

Een bergboer in het Mölltal in het Oostenrijkse Karinthië en een ijzersmid in het Lombardische dorp Premana lijken nog moedig stand te houden. Ze zijn afkomstig uit de regio zelf en slagen er met de nodige aanpassingen van hun bedrijf en een onzekere toekomst voor de boeg nog enigszins in hun van generatie op generatie overgeleverde beroep uit te oefenen.

Maar op de andere locaties in het Alpengebied is weinig meer wat het lijkt. Garmisch Partenkirchen in de Beierse Alpen spant wat dat betreft misschien wel de kroon. We volgen daar een makelaar in onroerend goed die voor grof geld luxe appartementen met uitzicht op de Alpspitze, Wetterstein en Zugspitze doorverkoopt aan mensen voor wie dat uitsluitend een beleggingsobject is. Een oudere man die al ruim dertig jaar in Garmisch woont volgt de ontwikkelingen daar met lede ogen. Hij zag onder andere hoe een aanzienlijke heuvel volledig werd afgegraven om er een waterbassin in aan te leggen ten behoeve van de vervaardiging van kunstsneeuw. Nu de gemiddelde jaartemperatuur in het toch al niet zo hooggelegen Beierse dal de afgelopen dertig jaar met anderhalve graad is gestegen, krijgt het gebruik van sneeuwkanonnen ten behoeve van wintersporters van de plaatselijke overheid voorrang boven de bouw van sociale huurwoningen. Ook de woningzoekende dochter van de oudere man is daar het slachtoffer van.

Ook in het weliswaar hoger gelegen Zwitserse Zermatt zijn de winters van weleer geen vanzelfsprekendheid meer. De economie van het mondaine oord blijkt tegenwoordig niet in de laatste plaats draaiende te worden gehouden door een omvangrijke gemeenschap van Portugese immigranten, die wonen in omliggende dorpjes waar de huren lager zijn dan in Zermatt zelf. Een van hen werkt in een bakkerij in de hoofdstraat, waar ze onder andere ‘Bergführerbrot’ verkoopt. Een landgenoot van haar is in dienst van de plaatselijke kabelbaanmaatschappij. Hij heeft onder meer tot taak om samen met zijn collega’s de steeds maar slinkende gletsjer aan de voet van de fameuze Matterhorn af te dekken met enorme stukken zeil en zo voor verdere krimp te behoeden.

In Méribel in Les Trois Vallées in Frankrijk leidt de klimaatverandering en de daardoor geringere sneeuwval tot een algehele leegloop. Door het afnemende aantal seizoenarbeiders is zelfs een huisartsenpraktijk daar moeilijk draaiende te houden. Als de huisarts in kwestie bovendien met pensioen gaat, is de kans aanzienlijk dat het vergrijzende dorp in de toekomst van medische zorg verstoken zal zijn.

In het oorspronkelijk lieflijke Vale Sture in Piemonte (Italië) tenslotte domineert tegenwoordig een grote mineraalwaterfabriek de plaatselijke infrastructuur. De vrachtwagens belast met het transport van het mineraalwater veroorzaken hinder en geluidsoverlast in de bergdorpjes op hun route. Maar één chauffeuse blijkt tevens geitenhoedster te zijn. Ze is en blijft een vrouw van de bergen, die hoopt dat er weer mensen met haar mentaliteit terug zullen keren naar Vale Sture. De kijker hoopt het met haar.

In het tweede deel van deze voorbeschouwing van het DMFF 2023 aandacht voor een sprookjesachtige mergelgroeve in Zuid-Limburg, een uitgedroogde hoogvlakte in Bolivia, een Canadese holbewoner en linoleumsneden gebaseerd op foto’s van een verongelukte bergbeklimmer. Voorts een overzicht van alle films op het festival en de overige activiteiten.

 

28 oktober 2023

 


MEER FILMFESTIVAL

Unieke registratie Creedence Clearwater Revival op IN-EDIT 2023

Internationale Muziekdocumentaire Festival IN-EDIT 2023:
Unieke concertregistratie Creedence Clearwater Revival

door Cor Oliemeulen

Van 13 tot en met 23 april wordt in de Melkweg Amsterdam voor de vijfde keer het Internationale Muziekdocumentaire Festival IN-EDIT gehouden. Op het programma staan 24 nieuwe muziekdocumentaires, variërend van films over Thelonious Monk, Little Richard en Metallica. In deze preview bespreken we Travelin’ Band: Creedence Clearwater Revival at the Royal Albert Hall met een unieke registratie van het concert dat CCR gaf op 14 april 1970 in Londen.

Een echte muziekdocumentaire kun je deze film van Bob Smeaton nauwelijks noemen, omdat het reilen en zeilen van Creedence Clearwater Revival slechts in vogelvlucht voorbij komt. Travelin’ Band begint met korte beelden van de bandleden tijdens hun eerste Europese tournee in 1970. John Fogerty (zang en gitaar), Tom Fogerty (gitaar), Stu Cook (bas) en Doug Clifford (drums) ogen als toeristen en kijken hun ogen uit in Kopenhagen, Stockholm, Berlijn, Rotterdam en Parijs. “In Europa is alles minder zwart-wit dan in de States, hier heeft men geen moeite met lang haar en bakkebaarden.”

Travelin' Band: Creedence Clearwater Revival at the Royal Albert Hall

Swamp rock
De band had een zeer vruchtbaar jaar 1969 achter de rug met de lancering van maar liefst drie goed verkochte albums, te weten Bayou Country, Green River en Willy and the Poor Boys. “De beste band na The Beatles”, vertelt de voice-over van Jeff Bridges (waarmee Led Zeppelin en The Rolling Stones voor het gemak even aan de kant worden geschoven). De vier leden speelden samen vanaf begin jaren 60, eerst als The Blue Velvets, daarna als The Golliwogs. Begonnen met voornamelijk rhythm-‘n-bluescovers en geïnspireerd door onder anderen Chuck Berry, Little Richard en Hank Williams ontwikkelde de band, ondanks haar oorsprong in de San Francisco Bay Area, een zuidelijke rockstijl vanaf het moment dat ze in 1967 hadden getekend bij Fantasy Records en hun naam veranderden in Creedence Clearwater Revival. Hun swamp rock-geluid laat zich kenmerken door een mix van rock-‘n-roll, blues en country met vaak teksten over sociaal-politieke thema’s. Zo leveren de songs Who’ll Stop The Rain, Have You Ever Seen The Rain en Fortunate Son kritiek op de Vietnamoorlog.

John Fogerty, die zich had ontpopt als bandleider, tekstschrijver en producer, bepaalde ook met zijn kenmerkende raspende stem en gitaarriffs het geluid van CCR. Het is veelzeggend dat de band, na haar succesvolle optreden op Woodstock, in februari 1970 op de cover van Rolling Stone belandde, maar dat Fogerty als enige aan het woord kwam in het begeleidende interview. Na het vijfde album Cosmos Factory (dat zes weken in Amerika op nummer 1 stond) en het zesde album Pendulum verliet Tom Fogerty de band (hij zou later overlijden aan aids door een bloedtransfusie) en na het zevende album, Mardi Gras, viel CCR door irritatie over artistieke controle en zakelijke spanningen in 1972 uit elkaar. Weinig van dit alles in de documentaire.

Travelin' Band: Creedence Clearwater Revival at the Royal Albert Hall

Strak en zonder poespas
De fan hoeft echter zeker niet te treuren, want iemand was zo slim geweest om een van de twee concerten in de Londense Royal Albert Hall op 14 april 1970 op te nemen. Voor Travelin’ Band zijn de originele multitrack tapes gerestaureerd, gemixt en gemasterd, en het resultaat mag er zijn. Niet alleen is de beeldkwaliteit prima (wel jammer dat je nauwelijks iets van het publiek ziet), het geluid is navenant. De 45 minuten lange registratie van het optreden – het enige concertmateriaal van de originele line-up dat na meer dan een halve eeuw volledig is uitgebracht – is met iconische nummers als Proud Mary, Bad Moon Rising, Green River en Travelin’ Band nostalgische kwaliteit van de bovenste plank. Zonder poespas en met een strakke ritmesectie klinken de songs net zo goed als op de plaat.

 

11 april 2023

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2023 – Preview

CinemAsia 2023 – Preview:
De veelzijdigheid van een rijk filmcontinent

door Tim Bouwhuis

Liefhebbers van Aziatische cinema zijn op hun plaats op het CinemAsia Film Festival, dat van 7 tot en met 12 maart op drie Amsterdamse locaties een uitgemeten selectie van bekroonde festivaldrama’s, genrefilms en geëngageerde documentaires vertoont. De titels komen uit Indonesië, China, Maleisië en elders, maar verwacht van dit festival geen suggestie van (pan-)Aziatische eenvormigheid: CinemAsia behandelt iedere regionale of nationale context als een veelzijdig onderdeel van een rijk filmcontinent.

Zoals artistiek directeur Jia Zhao vorig jaar nog toelichtte in een exclusief interview, wil CinemAsia de geselecteerde films uit Aziatische landen zoveel mogelijk hun eigen podium geven. De onderlinge verschillen tussen culturen moeten gevierd kunnen worden, en de koepelterm ‘Azië’ mag vooral niet de indruk wekken dat we naar een simpele ‘showcase’ van erkende Aziatische filmtitels kijken.

Openingsfilm Return to Seoul

Openingsfilm Return to Seoul

Variatie als uitdaging
De goede bedoelingen vallen niet te benijden, maar het is een uitdaging om de belofte van focus en aandacht voor verschil waar te maken als je zoveel te kiezen hebt. Ook dit jaar komen de films weer uit landen die samen een groot deel van het Aziatische continent bestrijken. Daarbij moet gezegd dat de balans traditioneel wel doorslaat richting Oost- en Zuidoost-Azië, en hoewel Zhao vorig jaar de intentie uitsprak om qua programmeringsfocus gericht te gaan variëren tussen verschillende gebieden, is er op het oog vooral een terugkerende, stabiele aanwas van titels uit China, Japan, Zuid-Korea, Taiwan, Hong Kong en dit jaar met name ook Indonesië.

In het zeventienkoppige ‘Panorama’-programma, gevuld met “bijzondere films uit Azië die in hun thuisland in de prijzen zijn gevallen, enthousiaste reacties van het publiek hebben ontvangen, en die aandacht vragen voor urgente onderwerpen die in de mainstream media niet of nauwelijks aan bod komen”, zijn maar liefst vier films uit Indonesië opgenomen, een aantal dat alleen Zuid-Korea weet te evenaren. Ook de competitie bevat een film uit Indonesië, en dat is bepaald niet de minste.

De erfenis van Soeharto
Autobiography is een zinderend onderhuids drama over een land dat nog altijd wordt geplaagd door de erfenis van dictator Soeharto. Het verhaal volgt een jongeman die onder de hoede van een gepensioneerde generaal komt te werken. Debuterend regisseur Makbul Mubarak verkent op uiterst beheerste wijze de machtsverhoudingen en stelt een beladen vraag: wanneer kunnen nieuwe generaties aan de houdgreep van een politiek schuldverleden ontsnappen?

De documentaire The Exiles is de tweede film in het programma die de invloed en nalatenschap van het Soeharto-regime behandelt. Voormalige leden van de PKI (de Indonesische communistische partij) zijn naar Europa gevlucht in de hoop hier een nieuw leven te kunnen opbouwen. Voor de camera van Lola Amaria vertellen zij hun persoonlijke verhaal. De nieuwe interviews werpen hopelijk een nieuw licht op een oneindig gecompliceerde geschiedenis.

Nederlandse releases op CinemAsia
CinemAsia opent dit jaar met Return to Seoul, de nieuwe film van de Frans-Cambodjaanse regisseur Davy Chou. Chou maakte met Diamond Island (2016) al naam in het festivalcircuit en won in 2017 ook de juryprijs op CinemAsia, maar Return to Seoul is zijn eerste film die (in april) ook regulier in Nederland wordt uitgebracht. Releases voor CinemAsia-films zijn (of waren) er ook voor Decision to Leave, het veelgeprezen nieuwste werk van Chan-Wook Park, de sociaal betrokken documentaire All That Breathes (vorig jaar nog door ons gerecenseerd), tevens de enige titel uit India, en de eigenzinnige animatiefilm Blind Willow, Sleeping Woman, gebaseerd op kortverhalen van Haruki Murakami.

De rij wordt gesloten door Hunt, een Koreaanse spionagethriller die zo hysterisch gemonteerd en geregisseerd is dat de talrijke plotlijntjes en wendingen je al snel onverschillig kunnen laten. Laat je niet weerhouden als je van aangezette Koreaanse pathos houdt en de woorden ‘druk’ en ‘overvol’ je niet op voorhand doen duizelen; Hunt draaide ook al op Imagine en de reguliere release volgt eind maart.

The Exiles

The Exiles

Er is een kleine kans dat het empathische Japanse drama Small, Slow but Steady (vorig jaar op Camera Japan) ook nog in Nederland wordt uitgebracht, maar op het moment van schrijven is dat bepaald niet zeker. De film maakt invoelbaar hoe de wereld van Keiko, een jonge vrouw met een gehoorbeperking, op ingrijpende wijze tot stilstand komt tijdens de covidcrisis. Haar absolute uitlaatklep, boksen, valt weg als de boksclub waar ze fanatiek en krachtig traint moet sluiten door de pandemie. Small, Slow but Steady, een prachtige verkenning van menselijke veerkracht, heeft duidelijke thematische overlap met The Narrow Road, een drama uit Hong Kong. Vervang ‘boksclub’ door ‘eigen schoonmaakbedrijf’ en je begrijpt hoe de hoofdpersoon op de proef wordt gesteld.

Plan je bezoek
Op CinemAsia zie je films die de doorgewinterde filmfestivalbezoeker ook al op het IFFR kon zien (The Abandoned, Demigod: The Legend Begins, Arnold Is A Model Student), maar net als op Camera Japan (doorgaans in september) blijven er altijd films over die in de Benelux exclusief in Amsterdam vertoond worden. Alleen dat gegeven kan een bezoekje al de moeite waard maken. je kunt rustig afwegen of je liever kijkt naar recent werk van de Koreaanse veelfilmer Hong Sang-Soo (The Novelist’s Film), naar een feministische wraakthriller uit Maleisië (Stone Turtle) of naar de seksuele ontdekkingstocht van een Taiwanese tiener (Little Blue).

Ten slotte een bijzondere tip: op vrijdag 10 maart is er een speciaal programma rond de eerder uitgelichte documentaire The Exiles. Een mogelijke must als je meer wilt leren over de geschiedenis en trauma’s van het Soeharto-regime, en het verhaal van één van de politieke vluchtelingen persoonlijk wilt horen.

 

25 februari 2023

 


MEER FILMFESTIVAL

Tapis Rouge: Zeven jaar na de aanslagen in Parijs

Vierde editie Tapis Rouge 10-15 november in Amsterdam
Zeven jaar na de aanslagen in Parijs

door Cor Oliemeulen

De vierde editie van het Franse filmfestival Tapis Rouge wordt gehouden van 10 tot en met 15 november in De Filmhallen in Amsterdam. Focus van het programma ligt op ‘film en literatuur’. In het oog vallen de twee drama’s over de terroristische aanslagen in Parijs op 13 november 2015.

 

Vous n'aurez pas ma haine

Vous n’aurez pas ma haine
‘Je zult mijn haat niet krijgen’, schrijft Antoine Leiris (Pierre Deladonchamps) op zijn Facebookpagina drie dagen nadat zijn vrouw Hélène (Camélia Jordana) omkwam bij de gruwelijke aanslag op de bezoekers van concertzaal Bataclan in Parijs. Zijn bericht blijkt al tienduizenden keren te zijn gedeeld als een redacteur van Le Monde aan Antoine vraagt of ze het bericht integraal op de voorpagina van hun dagblad mogen publiceren. “Als ons zoontje opgroeit met haat wordt hij misschien zelf ook zo”, zegt Antoine later tegen een tv-station. Een jaar later zal hij een boek onder dezelfde titel schrijven.

De onzekerheid op die 13e november van 2015 is gekmakend totdat hij het bericht krijgt dat de liefde van zijn leven een van de 89 doden is. Verdriet, ontzetting en verwarring zijn onbeschrijflijk. Antoine mag Hélène zien, maar heel even en achter glas. Er is steun en hulp van familie, maar ook van enkele moeders van de crèche waar peuter Melvil (Zoé Iorio) vaak overdag verblijft. Hoe goed bedoeld dan ook, het helpt weinig. Na de schok komt het gemis, en later het zwarte gat. Nee, Antoine zal de daders zijn haat niet gunnen, maar mooie herinneringen zijn slechts druppels om zijn radeloosheid en het gemis te verzachten.

De Duitse regisseur Kilian Riedhof introduceert Antoine in Vous n’aurez pas ma haine als een eenling van een collectief trauma. Pierre Deladonchamps vertolkt de rol van rouwende echtgenoot op een geloofwaardige wijze. Vaak door ingehouden emoties met een alleszeggende blik, zoals de zoon die op zoek gaat naar zijn biologische vader in Le fils de Jean en soms wat agressief zoals de stiefvader in Une enfance. Ondertussen zien we in flashbacks hoezeer Antoine en Hélène van elkaar hielden. Ook de kleine Melvil moet erg wennen aan het idee dat hij zijn moeder nooit meer in levende lijve zal zien. Antoine’s bestemming is nu om hun zoontje, dat fantastisch gecast en geregisseerd is, een veilige toekomst te bieden. Zonder haat.

Kijk hier wanneer deze film is te zien tijdens Tapis Rouge.
Vous n’aurez pas ma haine is tevens te zien 19 november in Filmhuis Den Haag.
De film draait vanaf 22 december in de overige bioscopen.

 

Revoir Paris

Revoir Paris
De broer van de Franse filmmaakster Alice Winocour (Maryland, Proxima) was ook aanwezig in Bataclan, maar hij overleefde de moordpartij. “Ik werd geïnspireerd door mijn eigen herinneringen aan die nacht, en ook door de discussies die ik met hem had in de dagen en maanden na de aanval”, zegt ze. “Ik werd gevoed door deze wereld van overlevenden die ik ontdekte dankzij mijn broer. Ik ging op forums en ik was verbaasd om te zien dat iedereen naar elkaar op zoek was: de persoon die naar hen had geglimlacht, die had geholpen, die hun hand vasthield in deze verschrikkelijke barbarij.”

Een van de overledenen van de reeks van zes terroristische aanslagen in Parijs is Mia. De Belgische actrice Virginie Efira verruilde het habijt van de wellustige non in Paul Verhoevens Benedetta voor jeans en rijdt daarmee op een motor door Parijs. Drie maanden na de aanslag in het restaurant, waar zij op die avond getuige was van tientallen andere bezoekers die met een machinegeweer werden neergemaaid, is ze nog getraumatiseerd en kan ze zich nauwelijks iets herinneren. “Vroeger kwamen mensen met hun problemen naar mij”, zegt ze tegen iemand. “Nu willen ze weten hoe ik mijn voel, alsof ik een attractie ben.”

Mia gaat terug naar het restaurant en ontdekt dat daar inmiddels een steungroep bij elkaar komt om ervaringen en gevoelens te delen. Nadat zij door een vrouw ervan wordt beschuldigd dat zij zich direct na de schietpartij had opgesloten op het toilet en niemand binnenliet, probeert Mia te achterhalen wat er met haar op die fatale avond is gebeurd. Ze komt in contact met mensen die treuren om familieleden en collega’s. Sommige overlevenden hebben lichamelijk letsel.

Als één ding duidelijk wordt in dit aangrijpende, maar soms wat onevenwichtige drama van Alice Winocour is dat alleen lotgenoten van een dergelijke tragedie elkaar kunnen begrijpen. Hopelijk voor Mia kan zij de man vinden die haar hand tijdens het bloedbad had vastgehouden.

Kijk hier wanneer deze film is te zien tijdens Tapis Rouge.
Revoir Paris is tevens te zien 13 november in Lumière Maastricht en 20 november in Filmhuis Den Haag.
De film draait vanaf 23 maart 2023 in de overige bioscopen.

 

10 november 2022

 

MEER FILMFESTIVAL

Dutch Mountain Filmfestival 2022 – Deel 2

Dutch Mountain Filmfestival 2022 – Deel 2:
Nog meer nagalm en weerklank

door Paul Rübsaam

De twaalfde editie van het Dutch Mountain Filmfestival (DMFF) kent Heerlen en Aken als de gebruikelijke standplaatsen. Van 1 tot en met 6 november bedient het festival liefhebbers van extreem alpinisme en iedereen die passie voor het berglandschap koppelt aan belangstelling voor eigenzinnige cinema.

‘Echo’ luidt het thema van het DMFF dit jaar. Met het filmaanbod wordt dit uit de bergen bekende akoestische fenomeen niet in de laatste plaats in overdrachtelijke zin benaderd. In termen van bijvoorbeeld de reactie van de natuur op menselijke activiteit. Zo zou je de klimaatcrisis kunnen zien als de nagalm van jarenlange roofbouw en groeidenken. Maar positieve echo’s zijn er ook. Zoals het aanplanten van bomen door mensen, het vergroenen van steden en de herintroductie van dieren die de natuur zouden kunnen herstellen.

Climbing Iran

Climbing Iran

Nieuwe routes in Iran
Extreem klimmen onder extreme omstandigheden wordt ons voorgeschoteld in Climbing Iran (Francesca Borghetti, 2020). Onder die omstandigheden moet dan de onderdrukking van vrouwen worden verstaan in de ‘Islamitische Republiek van Iran’, zoals de Iraanse alpiniste en protagoniste Nasim Eshqi het land noemt waar ayatollah Khamenei de scepter zwaait. Niet ‘Iran’ zonder meer, horen we haar zeggen. Want dat is het land dat ze ondanks alles nog steeds als haar thuis ervaart. Ze laat dat in het begin van de documentaire al doorschemeren tijdens een stekelig onderonsje met de Italiaanse regiseusse in een tent aan de voet van een klimroute.

We krijgen duizelingwekkende filmbeelden te zien van de klimster Eshqi in actie. In haar thuisland, waar ze nieuwe routes ontsluit met opmerkelijke namen als ‘Mr. Nobody’ en ‘A girl for all seasons’. En later in Italië, waar ze in het Val di Sole in gezelschap van de Italiaanse alpinist Gianni Trepin de route ‘Outside in’ op haar naam schrijft. Voorts is er veel fotomateriaal, voorzien van commentaar door Eshqi zelf, haar jongere zuster, vrienden en collega’s, dat ons een inkijkje geeft in haar jeugd en haar wordingsgeschiedenis als alpiniste in een land waar een dergelijke carrière voor vrouwen nauwelijks weg gelegd lijkt te zijn.

Meisjes mogen weinig in Iran. Als ze heel klein zijn valt het nog mee, maar vanaf hun negende worden ze al geacht ‘vrouw’ te zijn. Dan moeten ze een hoofddoek gaan dragen en zijn activiteiten buitenshuis, zeker lichamelijke bijna geheel uit den boze. Het is niet zo verwonderlijk dat de naar eigen zeggen hyperactieve en op het agressieve af fysiek uitbundige jonge Nasim soms liever een jongetje had willen zijn. Terwijl haar jongere zus een konijn als huisdier wilde, dacht ze zelf als kind maar aan een adelaar. En zo zijn er meer symbolen van vechtlust in haar biografie aan te wijzen. Haar carrière als vrouwelijke kickbokser kwam zelfs pas ten einde toen ze weigerde deel te nemen aan internationale wedstrijden, omdat ze dan met haar verplichte hoofddoek te veel als uithangbord van het Iraanse regime zou fungeren.

Daarna pas, op haar 23e ontdekte Eshqi het klimmen. Het verschafte haar een uitweg voor haar tomeloze energie en vrijheidsdrang. Maar gezien de gevaren en de noodzakelijke voorbereidingen voor het klimmen, noopte het ook tot bedachtzaamheid en uiteindelijk tot nadenken over haarzelf. Tevens leerde ze houden van de rotsen als tegenstrever, maar ook als metgezel. De zwaartekracht maakt geen onderscheid en trekt iedereen – man, vrouw, moslim, christen – even hard naar beneden, overpeinst ze. Bergen bezitten zelf een bepaalde energie, denkt Eshqi. ‘Je moet de kracht van de rots gebruiken om te bewegen. Je moet de rots lezen, ermee dansen, je eigen weg vinden.’

Climbing Iran is met zijn 48 minuten een niet al te lange documentaire met relatief veel stilstaand beeld (foto’s) en ingesproken commentaar. Deel van de stilstaande beelden zijn krantenberichten over allerlei vormen van geweld tegen vrouwen in Iran. Daarnaast laten noch de protagoniste, noch de regiseusse er enig misverstand over bestaan hoe ze oordelen over het bewind van Khamenei en zijn handlangers. Toch zou een kijker die de recente dood van de 22-jarige Mahsi Amini, de demonstraties in Iran, de brand in de Evin-gevangenis voor politieke gevangenen en de verwikkelingen rond de Iraanse sportklimster Elnaz Rekabi vers in het geheugen heeft liggen de reeds eerder gemaakte film wat aan de voorzichtige kant kunnen vinden.

Der Schmale Grat zum Eiger

Der Schmale Grat zum Eiger

Zenuwen van een zondagsklimmer
In Der Schmale Grat zum Eiger (The fine Line to Eiger, Matthias Lüscher, 2021) wordt ook geklommen, maar draait het toch om iets anders. Namelijk om de belevenissen van een doodgewone Europese bergliefhebber. Stel, je bent zoals de uit Zürich afkomstige journalist Lüscher een gezonde jonge vader zonder veel kletterervaring op wie namen van toppen uit de roemruchte geschiedenis van het Europese alpinisme een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefenen. Wat is er dan mooier om de 3970 meter hoge Eiger (van de beruchte noordwand) eens via de normale route te proberen? Zeker als je op die door spoorwegen uitgeholde berg al tot op ruim 3.100 meter kunt komen met de trein en er 200 meter hoger een hut ligt waar warme maaltijden worden geserveerd. En dan kun je ook nog eens bij een vrouwelijke berggids aan het touw en wil een bevriende cameraman met meer klimervaring dan jij je stoere avontuur wel filmen. Dan is het toch een eitje? Zeker als je zoals Lüscher al eerder op de aanzienlijk hogere Matterhorn hebt gestaan (ook al berucht vanwege zijn noordwand).

The fine Line to Eiger laat echter zien dat het toch allemaal nog een beetje tegen kan vallen, al staat Lüscher zeker zijn mannetje. Zo voert de wandeling van het treinstation naar de Mittellegihütte over een smal ijspad waarboven vervaarlijk overhangende delen van een gletsjer uitsteken. Die zouden best eens naar beneden kunnen vallen. Dus moet je om de risico’s zo klein mogelijk te houden dat eerste deel van de tocht zo snel mogelijk afleggen, legt Laura Bomio uit, die als vrouwelijke berggids in Zwitserland nog een zeldzaamheid is.

Ondanks de gefixeerde touwen die de vele klimmers van de Eiger langs de nu 100 jaar geleden voor het eerst ontsloten Mittellegigrat te hulp moeten komen, blijft de graad een no go area voor iedereen die ook maar een vleugje hoogtevrees kent. Zelfs de kijker kan een gevoel van misselijkheid maar nauwelijks onderdrukken bij het aanschouwen van de afgrond van 1.000 meter aan de ene kant van de smalle graad en een van 1.500 meter aan de andere kant.

Het neemt niet weg dat ondernemingen als die van Lüscher een integrerend onderdeel zijn van de Zwitserse toeristenindustrie. De gefixeerde touwen zijn er vooral om zoveel mogelijk klimmers te trekken en daarmee de Mittellegihütte draaiende te houden, licht Bomio toe. Niettemin verzekert de Zwitserse hobby-alpinist ons uiteindelijk dat de Matterhorn toch makkelijker was.

Adam Ondra: Pushing the Limits

Adam Ondra: Pushing the Limits

Gymzaalalpinisme
Extreem klimmen vormt weer het onderwerp van de documentaire Adam Ondra: Posunaut hranice (Adam Ondra: Pushing the Limits, 2022) van het Tsjechische regisseursduo Jan Šimánek en Petr Záruba. In dit portret van de Tsjechische rotsklimmer Adam Ondra zien we hoe deze in zijn voorbereiding op de Olympische Spelen van Tokyo van 2020 (2021) de rotsen steeds vaker moet verruilen voor kunststof klimwanden in overdekte ruimtes.

Als je zou zeggen dat Adam Ondra loodrechte en overhangende rotswanden kan bedwingen, doe je hem nog te kort. Met zijn tengere, langwerpige, maar gespierde lichaam dat wel van ijzerdraad vervaardigd lijkt en oerkreten slakend die tot ver in het dal te horen zijn, is hij zelfs in staat zich hangend aan natuurlijke plafonds voort te bewegen. Niet voor niets kreeg de ‘Silence’ geheten klimroute in Noorwegen, door hem als eerste bedwongen, de ongekende moeilijkheidsgraad ‘9c’ toebedeeld.

Niet zozeer zijn passie, die naar eigen zeggen de esthetiek van de beweging van het rotsklimmen betreft, maar eerder prestatiezucht en druk vanuit zijn omgeving drijven Ondra bij zijn wens om te debuteren op de Olympische Spelen. Pijnlijk genoeg is vooral dat naderende evenement in Tokyo van invloed op zijn relatie met zijn aanstaande bruid en klimpartner Iva Vemnolová. Haar eigen veelbelovende klimcarrière komt geheel in de schaduw te staan van de toekomst van Adam. Een gegeven waar ze zich bij neerlegt, maar haar niettemin de nodige tranen ontlokt.

‘Wetenschappelijk’ zou je de voorbereiding van Ondra en zijn begeleiders op de Spelen kunnen noemen. Veel klimmen op de klimmuren, tal van andere oefeningen en voortdurend tests om de ontwikkeling van het fysiek van de welhaast tot turner omgeturnde klimmer in de gaten te houden. Zelfs gezichtsmassages en acupunctuur komen eraan te pas.

Vedette

Vedette

De oude koningin
In Vedette (Claudine Baries, Patrice Chagnard, 2021) keren we terug naar het hooggebergte, of beter gezegd: de alpenweiden. De titel van deze documentaire verwijst namelijk niet naar een bergbeklimmer, maar naar een markante zwarte alpenkoe. Op 6 oktober jongstleden beleefde de film al een separate, door het DMFF georganiseerde voorvertoning in toepasselijk genoeg de koeienstal van boerderij Lubosch Land in het Zuid-Limburgse Ransdaal. Ongetwijfeld zal Vedette echter nog vaker in de bioscopen te zien zijn.

Speelfilms met vertederende boerderijdieren kunnen zich reeds verheugen in een zekere traditie. Denk bijvoorbeeld aan Babe (1995) en sequels en wat runderen betreft aan La Vache (Frankrijk, 2016) en recent nog Lunana: A Yak in the Classroom (Bhutan, 2019). In de documentaire Vedette is het echter aan de kijker zelf om te bepalen of hij of zij bereid is aan de niet voor speelfilmdoeleinden gedresseerde titelheldin met haar immer klingelende koeienbel unieke, al dan niet menselijke eigenschappen toe te kennen.

Voor Elise Fauchère, die samen met haar licht verstandelijk gehandicapte jongere zus Nicole een boerderij runt in het schilderachtige Val d’Herens in Franstalig Zwitserland, staat het in ieder geval vast: haar Vedette is niet zomaar een koe. De zusters kregen al vroeg een bijzondere band met het dier. Eerst omdat het als kalf een zorgenkindje was en extra aandacht nodig had. Later omdat ze als koe in de buiten de regio weinig bekende koeiengevechten (gevechten tussen koeien) haar vrouwtje wist te staan en zo de status van ‘koningin’ verwierf.

De uit de stad afkomstige filmmaakster Claudine Baries en haar buiten beeld blijvende partner en mederegisseur Patrice Chagnard betrekken in de lente en zomer hun buitenhuis in het Val d’Herens en zijn goede buren van de gezusters Fauchère. Met name Claudine en Elise maken regelmatig praatjes met elkaar, bellen elkaar op en zwaaien naar elkaar door het raam. Langzamerhand komt Claudine ook steeds meer over Vedette te weten, die ze naar buiten kijkend al zo vaak langs heeft zien lopen.

De gezusters Fauchère zouden in de nieuwe lente voor hun geliefde prijskoe graag opnieuw een rol als koningin weggelegd zien. Maar Vedette wordt inmiddels wel een dagje ouder. Dat blijkt wel als ze tijdens een voorselectie voor de koeiengevechten menig gevecht verliest. Volgens Elise tast dit Vedette’s gevoel voor eigenwaarde aan. Als we haar moeten geloven verkeert de koe door de nederlagen die ze heeft geleden zo’n beetje in een depressie.

Het brengt de boerin ertoe zich met een opmerkelijk voorstel tot haar buurvrouw te wenden. Zou Vedette een paar maanden op verhaal mogen komen op het stukje grasland en de daarbij behorende kleine stal dat Claudine en haar partner toebehoort?

Claudine laat Vedette naar muziek luisteren en leest haar zelfs voor. Onder andere uit het werk van de zeventiende-eeuwse Franse filosoof René Descartes. Deze beweerde dat dieren door god gemaakte ‘machines’ zijn, die slechts in schijn vreugde en pijn kunnen ervaren. Daar is de regisseuse het natuurlijk niet mee eens. En Vedette uiteraard ook niet. Maar of dat het is wat het dier laat merken als ze tijdens het voorlezen soms haar herkauwarbeid onderbreekt? De stembuigingen van Claudine en het gevoel dat deze in haar voordracht probeert te leggen hebben niettemin een onmiskenbaar effect op de koe met haar zachte bruine ogen.

De soms idyllische logeerpartij van Vedette bij Claudine duurt natuurlijk niet voor eeuwig. En zoals gezegd nadert Vedette’s levensavond. Ze is immers al zestien, wat correspondeert met een mensenleeftijd van tachtig jaar. Hoe moet er met het onvermijdelijke einde van haar leven worden omgegaan? De in de veehouderij opgegroeide zusters Fauchère blijken daar ondanks hun liefde voor Vedette toch andere opvattingen over te hebben dan de al dan niet te sentimentele Claudine. De kijker mag zelf oordelen.

Andere films op het festival zijn onder anderen Höhenrausch, een documentaire van David Pichler op 4554 meter over alles wat je wilde weten over hoogteziekte maar nooit durfde te vragen, de korte animatiefilm What Killed Timmy Benson van Nick Cremers rond een duistere macht in een slaperig, besneeuwd dorpje en The Last Mountain, het aangrijpende verhaal van regisseur Chris Terrill over een moeder en haar zoon die 25 jaar na elkaar in de bergen omkomenOok een aantal speelfilms komen aan bod. Zoals Elisabeth (Caroline Tillette, 2022), waarin een verzetsstrijdster in de Tweede Wereldoorlog een benauwd nachtje beleeft in een berghut op de grens van Zwitserland en Frankrijk, Heidi, de verfilming van Alain Gsponer uit 2015 van de avonturen van het bekende weesmeisje dat bij haar opa in de Alpen gaat wonen en als echo uit het verre verleden de gerestaureerde zwijgende film Der Berg des Schicksals uit 1924 van bergfilmpionier Arnold Fanck.

Naast het vertonen van films organiseert het DMFF de nodige andere activiteiten, zoals Q&A’s, de expositie FurkArt Ephemera, met werk uit de archieven van voormalig kunstenaarsverblijf Hotel Furkablick op de Zwitserse Furkapas en een literatuurwandeling langs de Caumerbeek.

Lees hier het complete overzicht van alle films en activiteiten.

 

28 oktober 2022

 

Dutch Mountain Filmfestival 2022 – Preview 1

 


MEER FILMFESTIVAL

Dutch Mountain Film Festival 2022 – Deel 1

Dutch Mountain Film Festival 2022 – Deel 1:
Nagalm en weerklank

door Paul Rübsaam

De twaalfde editie van het Dutch Mountain Filmfestival (DMFF) kent Heerlen en Aken als de gebruikelijke standplaatsen. Van 1 tot en met 6 november bedient het festival liefhebbers van extreem alpinisme en iedereen die passie voor het berglandschap koppelt aan belangstelling voor eigenzinnige cinema.

‘Echo’ luidt het thema van het DMFF dit jaar. Met het filmaanbod wordt dit uit de bergen bekende akoestische fenomeen niet in de laatste plaats in overdrachtelijke zin benaderd. In termen van bijvoorbeeld de reactie van de natuur op menselijke activiteit. Zo zou je de klimaatcrisis kunnen zien als de nagalm van jarenlange roofbouw en groeidenken. Maar positieve echo’s zijn er ook. Zoals het aanplanten van bomen door mensen, het vergroenen van steden en de herintroductie van dieren die de natuur zouden kunnen herstellen.

En natuurlijk is er de herontdekking van de ongerepte natuur als inspiratiebron voor immer romantische ziel. Ook dat is een vorm van positieve weerklank die op het festival zoals altijd ruim baan krijgt. Vooruitlopend op het festival bekeek ik alvast acht films, die ik bespreek in onze tweedelige voorbeschouwing van het DMFF.

A White Dream

A White Dream

Hoorns in witte nevels
In drie documentaires zijn de onmetelijke witte sneeuw- en ijsmassa’s van het hoge noorden prominent aanwezig. De meest poëtische rol speelt dit decor in A White Dream (Yukon – un rêve blanc). Natuurfotograaf Jérémie Villet onderneemt een zoektocht naar de berggeit, vastgelegd door zijn Franse landgenoot, regisseur en cameraman Mathieu Le Lay. Het betreft een zeldzaam dier dat zich als overlever van de laatste IJstijd terug heeft getrokken in de hoogste regionen van Yukon in het noordwesten van Canada en doet denken aan een ijsbeer met de kop van een antilope die een witte baard draagt.

Er is een onmiskenbare verwantschap tussen A White Dream en het eveneens op het festival te bezichtigen La Panthère des Neiges. In beide documentaires draait het om de passie en het engelengeduld van een natuurfotograaf, die een moeilijk traceerbaar dier wil vereeuwigen in zijn natuurlijke leefomgeving. Voor Jérémie Villet in A White Dream is fotograferen niet een kwestie van toevoegen, maar van weglaten. Om zo tot de essentie van zijn object te komen, gelijk een studiofotograaf die een te portretteren persoon tegen een witte achtergrond plaatst. Fysiek en mentaal spant de natuurfotograaf zich tot het uiterste in om de natuur zelf in zijn meest maagdelijke gedaante die neutraliserende en tevens versterkende rol van die studio over te laten nemen. Het liefst fotografeert hij dieren met een witte vacht of verenpak in een in witte nevels gehuld sneeuwlandschap, zodat het beeld gedeeltelijk vervaagt in de algehele blankheid, met uitzondering van typerende kenmerken als horens, snavels, ogen en oren.

Het contrast tussen de esthetisch werkende, relatieve eenvoud van Villets foto’s en de extreme moeite die hij zich getroost om het beeld dat hij in zijn dromen koestert daadwerkelijk vast te leggen, zou al voldoende zijn om van A White Dream een betoverende documentaire te maken. Maar als toegevoegde waarde is daar nog het gefilmde verslag van zijn tocht, waarin Mathieu Le Lay op zijn manier de verschillende facetten van het natuurlijke wit etaleert. We zien met sneeuw bedekte verlaten autowegen, hoge silhouetten van witte bergen die bijna op lijken te lossen in de lucht, dwarrelende sneeuwvlokken in de duisternis en een daarvan nauwelijks te onderscheiden sterrenhemel. En natuurlijk Villets witte dieren, die zich echter maar moeilijk laten betrappen. De fotograaf zal nog in de sneeuw moeten bivakkeren bij een temperatuur van min dertig graden Celsius en zelfs weer af moeten dalen om een andere helling te bestijgen, in de hoop dat hij eindelijk zijn gedroomde foto zal kunnen maken.

Into the Ice

Into the Ice

De waarheid van de koude grond
De documentaire Into the Ice van de Deense regisseur en cameraman Lars Henrik Ostenfeld speelt zich voor het overgrote deel af op en zelfs ín de grote ijskap die het vasteland van Groenland bedekt. Door de opwarming van de aarde smelt die kap stukje bij beetje. Dat kan een riskante stijging van de zeespiegel als gevolg hebben, zoals de meest mensen inmiddels wel weten. Maar hoe snel dit proces zich zal voltrekken, is lastiger te bepalen dan vaak wordt aangenomen. Om daar meer inzicht in te krijgen, volgt Ostenfeld drie klimaatwetenschappers, die ieder op hun eigen manier en niet zonder risico’s de ijskap zelf en de verschillende smeltprocessen die zich daarin afspelen onderwerpen aan een nauwkeurig onderzoek. ‘Ground truth’ is de gevleugelde term die de wetenschappers Jason E. Box, Dorthe Dahl-Jensen en Alun Hubbard daarbij graag gebruiken. Satellietbeelden en computermodellen volstaan niet om volledig in kaart te brengen wat zich op en in de traag bewegende grote ijsmassa’s van Groenland afspeelt.

Zo veroorzaakt de klimaatverandering een toename van zowel de regen- als de sneeuwval ter plaatse. Regen beschadigt het ijs en versnelt het smeltproces, terwijl verse sneeuw het ijs juist beschermt tegen de warmte van de zon. Hoe die twee invloeden zich tot elkaar verhouden, kan alleen maar ter plaatse worden onderzocht. Dat is het werk van Jason E. Box, terzijde gestaan door de Japanse wetenschapper Masashi Niwano.

Zich verplaatsend met ski’s en sledes voortrekkend, verrichten Box en Niwano hun eerste onderzoek naar de sneeuwval, dat twaalf dagen in beslag neemt. Een hevige storm die even plotseling opsteekt als uiteindelijk weer gaat liggen, houdt de onderzoekers twee dagen vast in hun tent, die ze met een muur van uitgehakte ijsblokken moeten beschermen tegen de wind.

Dorte Dahl-Jensen is van het drietal de wetenschapper in de meest fundamentele zin des woords. Als hoofd van een groep vakgenoten onderzoekt zij al decennia het ijs op Groenland tot op grote diepten, dat zich soms al duizenden jaren geleden heeft gevormd. Met behulp van luchtbubbels in het samengeperste ijs is het tijdstip waarop een fragment daarvan ooit als sneeuw viel tot op het jaar nauwkeurig te bepalen, zelfs als dat jaar in de laatste IJstijd viel. Klimaatveranderingen en de invloed daarop van menselijk handelen zijn met behulp van de door Dahl-Jensen en haar team geconserveerde ijsstaven nauwkeurig af te lezen.

Mogelijk omdat Dahl-Jensens werk zich hoofdzakelijk in overdekte ruimtes afspeelt, wordt het stokje misschien wat al te snel overgedragen aan de stoere glacioloog Alun Hubbard. Het natuurminnende oog van de kijker annex leunstoelavonturier wil immers ook wat en dan zit je bij de in zogeheten ‘moulins’ (gletsjermolens) afdalende Hubbard wel goed. Gelukkig weet regisseur Ostenfeld zich ook bij het in beeld brengen van Hubbards ijzingwekkende capriolen vast te houden aan zijn missie: het aanschouwelijk over het voetlicht brengen van de verschillende smeltprocessen.

Als er zich namelijk onder de ijsmassa’s door hoge druk samengeperst vloeibaar water bevindt, bevordert dit het glijproces en daarmee het smeltproces van de ijsmassa’s. Om uit te vinden of er van zo’n laag water sprake is, moet je afdalen in een moulin: een door smeltrivieren tot een diepe gat in het ijs uitgeholde gletsjerspleet. Hubbard, een man met een zekere doodsverachting, is zo iemand die dat aandurft. Hubbard en zijn expeditieleider Claus Kongsgaard dalen af in de naar blijkt 175 meter diepe verticale ijsgrot. Regisseur en cameraman Ostenfeld mag ter verkenning ook een stukje mee, maar draagt voor de diepste afdaling zijn camera meer opgelucht dan met spijt over aan Kongsfeld. Dat levert adembenemende beelden op van ijspegels en ijssculpturen die aan lichtblauwe, reusachtige bloemkolen doen denken in een eindeloze, blauwachtige diepte. Een LSD-trip, zoals Hubbard het noemt. Hubbard en Kongsgaard landen tenslotte op een opmerkelijk recht en regelmatig sneeuwoppervlak, dat wijst op een bevroren wateroppervlak daaronder. Boringen moeten uit gaan wijzen of zich daar weer onder vloeibaar water bevindt.

Er zijn van die natuurdocumentaires waarin een vleugje wetenschap er met de haren is bijgesleept. In andere wordt ál te veel uitgelegd en te weinig getoond, met verveling bij de kijker als gevolg. Into the Ice slaagt erin een fraai midden te vinden. De documentaire is leerzaam en oogverblindend tegelijkertijd. Maar ook verontrustend.

Big North

Big North

Een rusteloze kluizenaar
In de literaire roaddocumentaire Big North (Sogni di Grande Nord, regie Dario Acacella, 2020) keren we terug naar het hoge noorden van Amerika. De Italiaanse schrijver Paolo Cognetti treedt in gezelschap van de tekenaar en schilder Nicola Magrin in de voetsporen van zijn literaire helden Raymond Carver, Ernest Hemingway, Henry Melville, Henry Thoreau, Jack London en last but not least Chris McCandless, een zowel verguisde als verafgode avonturier die op 24-jarige leeftijd uitgehongerd stierf in een in de wildernis geparkeerde autobus in Alaska. Na een onstuimige ontdekkingsreis van twee jaar door de Verenigde Staten welteverstaan.

Cognetti zelf is een man die gevangen zit in een relatief comfortabele vicieuze cirkel. De uit Milaan afkomstige schrijver voelde zich op zijn dertigste een onbeminde en onbegrepen loser en besloot zich terug te trekken in een hut in de Italiaanse Alpen. Van daaruit schreef hij zijn gelauwerde ‘De acht bergen’. Een debuutroman met autobiografische inslag, die onder andere verhaalt van zijn intense liefde voor de bergwereld en zijn ambivalente gevoelens voor zijn natuurminnende, maar afstandelijke vader. Hierna volgden andere succesvolle romans. Het gaat de inmiddels middelbare Cognetti dus goed, zou je zeggen. Maar hoe zit het met het levensgevoel waar zijn succes op gebaseerd is? Opnieuw eist hij van zichzelf dat hij het onzekere pad gaat afleggen tussen een verlangen naar vrijheid en ongebondenheid aan de ene kant en een behoefte aan liefde en één zijn met de aarde aan de andere kant.

Dus buigt hij zich thuis samen met zijn vriend Nicola Magrin over de kaarten van de Noord-Amerikaanse bestemmingen. Ze pakken tenslotte het vliegtuig en landen aan de Noord-Amerikaanse westkust. Het eerst reisdoel is Port Angeles, in de Amerikaanse staat Washington, waar Raymond Carver ligt begraven op een begraafplaats met uitzicht op zee. Cognetti leest met instemming diens als grafschrift dienende gedicht: ‘Ánd did you get what you wanted from this life, even so? I did. And what did you want? To call myself beloved. To feel myself beloved on the earth.’

Als de twee later in de buurt van het Canadese Port Hardy aan een meer zitten, memoreert Cognetti dat Ernest Hemingway, oorspronkelijk een jongen uit de grote stad, de vaardigheden om te overleven in de natuur had geleerd van zijn vader. Evenals hijzelf. Alle schrijvers die hij bewondert waren tevens vissers, bedenkt hij zich weer later. Misschien is schrijven als vissen: turen in een mysterieuze diepte als die van een meer, eindeloos wachten, tot je uiteindelijk het verhaal dat je zoekt als een vis naar boven kunt halen.

Ondanks het natuurschoon van bossen, meren, bergen, gletsjers en wilde rivieren en ondanks alle schrijvers en andere personages die de revue passeren, krijgt Big North niet in de laatste plaats vorm als een document over Cognetti zelf. Van storende egotripperij is echter geen sprake. Zijn vaak prikkelende, door de natuur geïnspireerde beschouwingen en zijn zachtmoedigheid in de omgang met anderen doen het bijna vanzelfsprekend lijken dat we uiteindelijk allemaal op zoek zijn naar onszelf en slechts aansluiting proberen te vinden bij diegenen die ons op die zoektocht voor kunnen gaan.

Fedchenko, the forgotten glacier

Fedchenko, the forgotten glacier

Verscholen waterreservoir
In Fedchenko, the forgotten glacier (Christophe Raylat, 2022) opnieuw immense, al dan niet smeltende ijsmassa’s. Dit keer niet in het hoge noorden, maar in Centraal Azië. Cédric Gras en Matthieu Tordeur volgen in deze documentaire in omgekeerde richting het ijs- en waterspoor van de Fedchenko-gletsjer in het Pamirgebergte, ondanks zijn geringe naamsbekendheid de langste niet polaire gletsjer ter wereld. Te beginnen bij het sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw goeddeels droog liggende Aralmeer, 2.000 kilometer verder westwaarts in Oezbekistan. De tocht van Gras en Tordeur demonstreert onder andere het belang van de gletsjer als waterbron voor de omliggende landen in Centraal Azië, met hun vaak woestijnachtige klimaat.

Van het met dijken versterkte nog overgebleven deel van het Aralmeer in Kazachstan, waarvan het water zo zout is dat je er min of meer bovenop blijft drijven, vervolgen de twee hun weg langs de Amu Daryarivier en passeren de ooit op de zijderoute gelegen en om zijn Islamitische architectuur fameuze stad Khiva. Water is daar in overvloed. Maar niemand lijkt zich af te vragen waar het vandaan komt. Niet uit de lucht, maar uiteindelijk van die verre verborgen gletsjer.

Voor wat betreft het schouwspel dat hij biedt, kan de uiteindelijk bereikte, tussen meer dan zevenduizend meter hoge bergtoppen gelegen gletsjer de vergelijking met de ijskappen van Groenland en Antarctica doorstaan. Van een zorgwekkende krimp van de Fedchenko en de vele omliggende gletsjers onder invloed van de klimaatverandering is nog geen sprake. Maar dat is een kwestie van tijd. Overstromingen in eerste instantie en vervolgens droogte liggen dan van West-Oezbekistan tot in China op de loer.

Ook Fedchenko, the forgotten glacier biedt veel fraaie natuurbeelden en met de expeditie waarvan verslag wordt gedaan, is zeker niets mis. Voor de door de hiervoor beschreven drie documentaires verwende kijker ontbreekt echter het element verrassing een beetje. De verhalen over de vermoeienissen tijdens de tocht en de gesprekken met de dragers onderscheiden zich te weinig van die in tal van vergelijkbare documentaires. Letterlijk hoogtepunt vormt niettemin het bezoek aan het voormalige Sovjet-weerstation Gorbunov bovenop de gletsjer. Het station werd in 1933 gebouwd en in 1991 na de val van de Sovjet-Unie van de ene op de andere dag verlaten. Hoe daar sindsdien de tijd heeft stilgestaan, is ontegenzeggelijk opmerkelijk.

In het tweede deel van onze voorbeschouwing (lees hier) van het DMFF drie films waarin bergbeklimmingen, rotsbeklimmingen en andere beklimmingen centraal staan. Gesitueerd in Iran, Zwitserland, Tsjechië en zelfs op de Olympische Spelen van Tokyo. Daarnaast aandacht voor een opmerkelijk portret van een zwarte alpenkoe met een sterke persoonlijkheid. Voorts een overzicht van alle films op het festival en de overige activiteiten aldaar.

 

26 oktober 2022

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2022 – Deel 5

CinemAsia 2022 – Deel 5:
Mein Vietnam en Kingmaker

door Jochum de Graaf

In ons vijfde verslag van CinemAsia 2022 maken we kennis met een Vietnamees echtpaar van bootvluchtelingen dat al dertig jaar in Duitsland woont. Ze verdelen hun tijd tussen schoonmaken van kantoorgebouwen, online karaoke en kibbelen. In het Zuid-Korea van de jaren zestig en zeventig weet een dorpsapotheker met valse streken de politieke macht naar zijn hand te zetten.

 

Mein Vietnam

Mein Vietnam – Spagaat van bootvluchtelingen
Er gebeurt niet zoveel in Mein Vietnam. Het echtpaar Tam Mai en Bay Nguyen, Vietnamese bootvluchtelingen, woont al dertig jaar in Duitsland. Ze maken lange dagen als schoonmakers, hallen van grote kantoorpanden aandweilend, vele bureaus afstoffend, onderweg in de Mercedes op de Autobahn vaak zwijgend naast elkaar. Tekenend voor hun anoniem bestaan zijn de lege kantoren bij binnenkomst; ze doen spik en span hun werk, verlaten de gebouwen zonder een spoor achter te laten. De avonden en het weekend worden vooral benut met ‘schermtijd’, een virtueel sociaal leven door afspraken en karaokesessies met Skype via laptop, pc en mobiel met vrienden en familie in Vietnam. Ze hebben een vrij geïsoleerd bestaan, zoals zoveel migranten terugvallend op en vasthoudend aan de cultuur en gewoonten van het thuisland.

Gaandeweg ontwikkelt zich een tegenstelling tussen beiden. Vader Tam maakt zich grote zorgen wanneer hun huis in Vietnam bij een orkaan verwoest wordt en doet verwoede pogingen vanachter de laptop de herbouw te organiseren, beveelt min of meer een familielid om de camera op bouwlieden aan het werk te richten. Na al die jaren spreekt hij nauwelijks Duits, raakt steeds meer aan de drank en het onderwerp  van terugkeer naar Vietnam komt ter sprake. Moeder Bay heeft minder last van nostalgie, doet meer serieuze pogingen een leven in Duitsland op te bouwen. Met hulp van dochter Mai volgt ze taallessen en verheugt zich op de geboorte van het eerste kleinkind. Ze hoeft niet zo nodig terug naar Vietnam. De worsteling tussen terugkeer of blijven, de hang naar het verleden of de blik op de toekomst komt niet tot een oplossing.

In de slotscène zitten ze tegenover elkaar in een restaurant, uiteraard aan een tafel met Vietnamese gerechten, als altijd kibbelend en discussiërend. Het geluid valt langzaam weg, het beeld vervaagt, de film zou nog tijden door kunnen gaan. Regisseurs Tim Ellrich en Thi Hien Mai (dochter van Bay en Mai) hebben er een bij tijd en wijle ontroerend, maar ook tragikomisch portret van een migrantenleven van gemaakt.

Mein Vietnam is aanstaande vrijdag nog te zien, zie link. 

 

Kingmaker

Kingmaker – Wippen tussen Republikeinen en Democraten
Een ‘kingmaker’ is wat we in Nederland een ‘mannetjesmaker’ zouden noemen. In Nederland hadden we in de jaren zestig Ben Korsten, een pr-functionaris die een aantal KVP-politici naar en aan de top begeleidde, goed dramatisch verfilmd in 1983 door Hans Hylkema met een uitstekende hoofdrol voor Gerard Thoolen, de veel te vroeg overleden steracteur van het Werktheater.

In Zuid-Korea hadden ze  Chang-rok Eom de kingmaker, die  in de turbulente politiek van de jaren zestig en zeventig een belangrijke rol speelde bij de rivaliserende opkomst van Dae-jun Kim en Young-sam Kim, van respectievelijk de Democratische en de Republikeinse partij, die decennialang de Koreaanse politiek zouden domineren.

Cahn-rok Eom heet in Kingmaker, de film, Chang-dea Seo, een dorpse apotheker die besluit de politiek in te gaan. Hij kiest de kant van Woon-bum Kim, leider van de Nieuwe Democratische Partij, die al vier verkiezingen op rij verloren heeft. Seo, geslepen intrigant, laat geen middel onbenut, blinkt uit in het voeren van negatieve campagnes. Het ontketenen van een vals schandaal met de bewering dat de tegenkandidaat een buitenechtelijke verhouding heeft, is nog maar een beperkt voorbeeld. Straffer is de methode wanneer hij erachter komt dat de Republikeinse partij gratis kleding en schoeisel uitdeelt, zijn medewerkers in republikeins uniform naar de gelukkige kiezers stuurt om die spullen weer op te halen en ze vervolgens te voorzien van een Democratisch label om aan andere kiezers uit te delen.

Seo gaat ook voor de Democratische partij werken en ontwikkelt gaandeweg de ambitie om ook zelf in het parlement te worden verkozen. Woon-bum Kim vindt hem daarvoor te licht en kiest een andere adviseur, waarop Seo zich aan de kant schaart van een andere presidentskandidaat voor de Democratische partij. Hiermee weet hij zich in een wippositie te manoeuvreren en grote invloed op de uitslag uit te oefenen.

Er ontwikkelt zich een brisante plot, wanneer Seo – na jaren weer deel uitmakend van het team van Kim – veroordeeld wordt van een explosie in het huis van Kim tijdens diens campagnereis in de VS. Na zijn vrijlating wisselt Seo nogmaals van kamp en gaat nu voor de Republikeinse partij werken. Dankzij een lastercampagne helpt hij de republikeinse tegenkandidaat  van Kim aan de overwinning.

In de epiloog kijken Kim en Seo zeventien jaar later nog eens terug op al die turbulente verwikkelingen. Regisseur Sung Hyun-Byun brengt het tijdperk met echte en nagespeelde zwart-witbeelden van de nieuwsgebeurtenissen, zeer sterk tot leven. Kingmaker is een goede introductie in de relatief onbekende geschiedenis van de Zuid-Koreaanse politiek.

Kingmaker is aanstaande vrijdag nog te zien, zie link.

 

11 mei 2022

 

Interview Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 1
CinemAsia 2022 – Deel 2
CinemAsia 2022 – Deel 3
CinemAsia 2022 – Deel 4

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2022 – Deel 4

CinemAsia 2022 – Deel 4:
Leven in de drukte van de moderne wereld

door Tim Bouwhuis

Twee bescheiden filmdrama’s op CinemAsia 2022 verkennen ervaringen van eenzaamheid en de verschillende vormen van verlies die daaraan ten grondslag liggen. De dood van een moeder (Aloners) en het einde van een relatie (The Calming) roeren de emoties van de vrouwelijke hoofdpersonages, die zich uiten in meanderende zoektochten naar een gevoel van verwerking en acceptatie.

Aloners (het regiedebuut van de Koreaanse regisseuse Hong Sung-eun) en The Calming (China, regie Song Fang) omlijsten de gevoelswerelden van hun hoofdpersonages allebei met de reële spanningen en leefomstandigheden van de moderne wereld, maar doen dat op een subtiel tegengestelde manier. Jina (een rol van Gong Seung-Yeon) uit Aloners werkt al geruime tijd als callcentermedewerkster voor een betaalkaartbedrijf. Ze zit voor een computerscherm met een headset op, en in de bus terug naar huis pakt ze haar mobieltje erbij. Ze leeft en (ver)werkt aan de hand van technologie. In The Calming probeert filmmaakster Lin (Xi Qi) digitale middelen op z’n tijd juist te gebruiken om de drukte van de moderne wereld te ontvluchten.

Aloners

Aloners

Een nieuwe naam (?)
Jina en Lin hebben allebei het nodige te verwerken, en de films gaan over de manier waarop zij doorgaan met hun levens terwijl hun pijnlijke (recente) verledens zich aan hun gedachten blijven opdringen. Als Jina in de bus haar mobieltje erbij pakt, twijfelt ze om de naam van haar onlangs overleden moeder uit haar contactgegevens te verwijderen. Scherper gesteld: het mobieltje van haar moeder is nu bij haar vader terechtgekomen, maar kun je de naam van een geliefde wel zomaar wissen om die door een andere naam te vervangen? Bovendien verwijt Jina haar vader fouten uit het verleden, die extra zwaar wegen nu hij er nog wel is maar haar dierbare moeder niet meer.

Filmmaken als therapie
Lin heeft onlangs een relatie beëindigd, en de prille gezondheid van haar vader werpt een lichte schaduw op de warme band die ze met haar ouders onderhoudt. De details van de relatie en het einde daarvan lijken er niet zozeer toe te doen, en Lin’s ex-partner betreedt dan ook nergens het kader. In The Calming draait het om de weg naar innerlijke rust in een drukke wereld, treffend gevat door contemplatief werkende beelden van de Chinese grootstad. Als we voor het eerst met Lin kennis maken, legt ze aan de montagetafel de laatste hand aan een etnografische documentaire. Later is ze te gast bij een screening van haar eigen film en praat ze over haar groeiende verlangen met een camera de natuur in te trekken. Het verband tussen de geleidelijke verwerking van haar emoties en de evolutie van haar werk als filmmaakster is tastbaar. Cinema als een vorm van therapie.

Technologie als gevaar
Het is boeiend om Aloners en The Calming zij aan zij te bekijken, omdat de films psychologische en dramatische parallellen hebben maar thematisch anders zijn ingestoken. In het leven van Jina zijn beelden zo alomtegenwoordig dat ze tegen wil en dank een soort gevangenis voor zichzelf gebouwd heeft. Zo installeerde ze tijdens het ziekteproces van haar moeder een bewakingscamera in het appartement van haar ouders, waarop ze naderhand (machteloos) het moment kan terugkijken waarop haar moeder getroffen werd door een beroerte.

Op haar werk draait ze langzaam door als ze in een staat van mentale afwezigheid tóch een nieuwe werkneemster moet begeleiden en ze de verbindingstoon van haar headset (symbolisch of reëel?) steeds luider begint te horen. Aloners past bij een redelijk continue aanwas van (festival)films die laten zien hoe personages worstelen met de technologische excessen van de moderne wereld. Oververtegenwoordigde schermen leiden in dit verband tot eenzaamheid, verdriet, verval en soms zelfs tot waanzin.

The Calming

The Calming

Technologie en natuur
The Calming laat zich iets lastiger als zo’n soort film kenmerken. Lin’s verhaal gaat óók over digitale middelen en over het leven in een moderne, doorgedraafde wereld, maar het ‘waarschuwende’ effect (“laten we in deze gedigitaliseerde wereld wel blijven omkijken naar elkaar, anders kan het misgaan”) dat de thematische insteek van Aloners in ieder geval ten dele typeert ontbreekt. Waar Jina tot haar schrik wordt geconfronteerd met de achterklapwaardige dood van haar buurman (gevonden tussen een stapel seksblaadjes), zijn er in The Calming juist nog mogelijkheden om de schoonheid en rust van de natuur op te zoeken (sterker nog: ze gebruikt digitale middelen om die schoonheid en rust vast te leggen), bijvoorbeeld in de omgeving van Lin’s ouderlijk huis.

Voor de verandering is er (in tegenstelling tot menig ander drama) eens nauwelijks sprake van conflicten met mensen in haar directe omgeving, en op momenten is de film zelfs prettig onbestemd op zijn geleidelijke route naar emotionele voldoening. The Calming is op die manier zowel dramatisch als thematisch minder nadrukkelijk dan het wel degelijk oprecht gespeelde en geregisseerde Aloners, en maakt daardoor een bijzonder aandachtige, meer gelaagde indruk.

The Calming draait op donderdag 12 mei in Studio/K. Aloners is op zaterdag 14 mei te zien in Rialto de Pijp. Bezoek de festivalwebsite voor tickets.

 

11 mei 2022

 

Interview Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 1
CinemAsia 2022 – Deel 2
CinemAsia 2022 – Deel 3
CinemAsia 2022 – Deel 5

 


MEER FILMFESTIVAL