CinemAsia 2025 – Deel 3: Delinquenten zoeken rechte pad

CinemAsia 2025 – Deel 3:
Delinquenten zoeken rechte pad

door Cor Oliemeulen

Als je jaren in de gevangenis hebt gezeten, zou je moeten snakken naar vrijheid. In dit laatste deel van ons verslag van CinemAsia 2025 drie films die laten zien hoe moeilijk een terugkeer naar de maatschappij kan zijn.

 

Pierce

Pierce – Broederliefde
Eens een crimineel, altijd een crimineel. De moeder van Zijie verbiedt haar jongste zoon contact met haar oudste zoon, Zihan, die na enkele jaren jeugdgevangenis wegens goed gedrag vrijkomt, maar thuis de deur wordt gewezen. Zihan werd veroordeeld vanwege de dood van een tegenstander tijdens een schermwedstrijd. Niemand geloofde zijn verhaal dat zijn degen per ongeluk afbrak, waarna het noodlot toesloeg. Zijie is de enige die geneigd is zijn broer te geloven. Dat komt omdat Zihan hem vroeger van de verdrinkingsdood heeft gered.

Pierce, het speelfilmdebuut van de Singaporese Nelicia Low, begint met die scène. Vage onderwaterbeelden met spartelende armen en benen, afgewisseld door beelden van moeder die roepend en schreeuwend naar het water rent, suggereren die reddingspoging. Aan het eind van de film zien we wat er precies gebeurde.

Het drama neemt veel tijd om het aarzelende weerzien tussen de twee broers vorm te geven. Zijie blijkt een heel zachtaardige jongen, die zijn oudere broer heeft gemist, en neemt het zijn moeder kwalijk dat zij niets meer met Zihan te maken wil hebben. De terugkomst van Zihan levert wel een dilemma op met de nieuwe partner van de moeder, die liegt over het verleden van haar oudste zoon. Zihan speelt het spel meesterlijk mee.

Het belangrijkste deel van Pierce speelt zich af in de schermschool, waar Zijie zich voorbereidt op een toernooi en waar hij wordt genegeerd door andere schermers, die weten dat hij Zihans broer is. Buiten de school krijgt Zijie les van zijn broer, maar ook soms binnen, want schermers hullen zich in identieke outfits en zijn vooral door de maskers onherkenbaar. Regisseur Low speelt met dit gegeven door thrillerelementen aan het verhaal toe te voegen, maar heel overtuigend is het niet. Door het groteske karakter komt de climax zeer onverwacht en met een keiharde twist, die het begrip broederliefde een nieuwe dimensie geeft.

Nog te zien tijdens CinemAsia 2025.

 

Yen and Ai-Lee

Yen and Ai-Lee – Verstopte emoties
De delinquent in het sfeervolle, in zwart-wit geschoten, Taiwanese familiedrama luistert naar de naam Yen. In de openingsscène zien we haar van verre aan komen fietsen, en als ze voor de camera stopt, zien we bloedvlekken op haar shirt en gezicht. Met een mes in de hand loopt ze naar het politiebureau waar ze zichzelf aangeeft.

Acht jaar later keert Yen terug bij haar moeder Ai-Lee, die thuis een winkeltje runt. Yen trekt zich terug in haar kamer en probeert aan de nieuwe situatie te wennen. Ze gaat solliciteren, maar vindt moeilijk een baan. Ondertussen maakt ze contact met een jongen met wie ze vroeger op school zat en krijgt ze te maken met de vriendin van haar vader, die probeert haar zoontje Wei, Yens halfbroertje, naar eigen zeggen voor een maand bij Yen achter te laten. Yen ziet het idee niet zitten, maar heeft uiteindelijk geen keus om voor Wei te zorgen.

In zijn vijfde speelfilm Yen and Ai-Lee behandelt regisseur Tom Lin drie thema’s: huiselijk geweld, moeder-dochterrelatie en identiteit. Yen moest de gevangenis in omdat ze genoeg had van het huiselijke geweld en krijgt bij terugkeer opnieuw hiermee te maken. De fragiele relatie tussen moeder en dochter is subtiel opgebouwd en geloofwaardig neergezet. Vooral in haar precaire relatie met Wei glorieert Yang Kuei-mei, die de rol van moeder Ai-Lee voor haar rekening neemt. Zij is een bekende Aziatische actrice, die al in 1994 een hoofdrol speelde in Eat Drink Man Woman van Ang Lee.

En dan speelt nog het thema identiteit een wezenlijke rol in dit intelligente drama. De regisseur koos voor de rol van Yen zijn vrouw Kimi Hsia, die ook in haar echte leven worstelde met een disfunctionele familie. Zij speelt in Yen and Ai-Lee een dubbelrol: die van dochter Yen én die van Ai-Lee, een jonge vrouw die sterk lijkt op Yen en die zich aanmeldt voor een toneelklas. De keuze voor dit personage geeft niet alleen de filmtitel een extra lading, maar biedt de regisseur een mooie gelegenheid om verstopte emoties tot wasdom te brengen.

Nog te zien tijdens CinemAsia 2025.

 

Black Dog

Black Dog – Twee outsiders worden vrienden
Black Dog van Guan Hu is een sociaal drama dat zich richt op de rauwe realiteit van het hedendaagse China. Net als zijn collega-filmmakers Jia Zhang-ke (A Touch of Sin) en Wang Xiaoshuai (So Long, My Son), heeft Guan Hu een scherp oog voor de gevolgen van economische veranderingen. In een trage, poëtische verteltrant toont Black Dog de eenzaamheid en vervreemding van mensen aan de zelfkant van een snel moderniserende samenleving. Plaats van handeling is een spookstadje aan de rand van de Gobi-woestijn in Noord-China waar roedels zwerfhonden veel overlast veroorzaken.

Het verhaal draait om de mysterieuze dertiger Lang (Eddie Peng) die na een gevangenisstraf terugkeert naar de plaats waar hij opgroeide en (zo vertelt iemand) furore maakte als rockster. Het oude theater zal worden gesloopt, de meeste huizen zijn onbewoond na het verdwijnen van de mijnbouw. Om geld te verdienen, gaat Lang werken bij een team dat zwerfhonden vangt. Hij raakt gefascineerd door een grote, dunne zwarte hond, omdat die gevaarlijk zou zijn. Black Dog focust zich op de ontmoetingen tussen deze twee eenzame outsiders en de band die ze opbouwen. Ondertussen maken we kennis met Langs vader, een alcoholist die in een gesloten dierentuin voor een tijger zorgt, een meisje van een circus dat aan de rand van het stadje is neergestreken en de slangenkweker Hu, die Lang verantwoordelijk houdt voor de dood van zijn neef.

Er is weinig dialoog, de beelden van het vervallen stadje met resten van vergane glorie en de desolate uitgestrektheid van de woestijn geven de film een melancholische sfeer. En dan is er die indrukwekkende magisch realistische scène als Lang op zijn motor met zijn zwarte hond in het zijspan in de woestijn stuit op honderden stilstaande honden op en naast de weg.

Terwijl op de achtergrond bijna voortdurend goederentreinen langs het stadje tuffen en de eerste bulldozers woningen met de grond gelijk maken, ontdoet regisseur Guan Hu zijn protagonist van zijn heldenstatus. Dat het Lang tot tweemaal toe niet lukt om met zijn motor over een gapend gat in de weg te springen, laat zien dat hij een mens van vlees en bloed is. Met een voorliefde voor bijzondere honden. En Pink Floyd.

Nog te zien tijdens CinemAsia 2025.

 

9 maart 2025

 

CinemAsia 2025 – Deel 1: Onmogelijke liefdes
CinemAsia 2025 – Deel 2: Het welzijn van de generaties

 

MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2025 – Deel 2: Het welzijn van de generaties

CinemAsia 2025 – Deel 2:
Het welzijn van de generaties

door Tim Bouwhuis

Je familieleden heb je doorgaans niet voor het uitkiezen, de plaats waar je met hen samenleeft in veel gevallen wél. De laatste jaren besteedt CinemAsia uitgesproken aandacht aan de rijke verschillen tussen culturen, met als gevolg dat familierelaties en golven van migratie in veel van de geselecteerde films centraal staan.

Grasduinend door het programma van 2025 komen er verschillende titels voorbij die verbeelden hoe nauw het welzijn van de generaties samenhangt met een gevoel van ’thuis’. In Mongrels, Tale of the Land en Fly Me to the Moon wordt dit gevoel van toebehoren telkens gecompliceerd door de keuzes die oudere familieleden voor de jongere generatie hebben gemaakt.

Mongrels

Mongrels

Bloed aan de handen
Het warm gefilmde, maar onevenwichtige Mongrels toont hoe een driekoppig gezin het verlies van de moeder probeert te verwerken. In de hoop zijn sterkste rouwgevoelens achter zich te kunnen laten, heeft vader Sonny zijn Koreaanse thuisland verruild voor een idyllisch stukje Canadese natuur. In deze zonovergoten omgeving lijkt het geluk de familie weer toe te lachen, maar vooral Sonny weet zich maar moeilijk open te stellen voor nieuwe gewoonten en sociale contacten.

De eerste ruzies komen om de hoek kijken als tienerzoon Hajoon bevriend raakt met een jongen uit de buurt. “Je komt te dichtbij”, bijt Sonny hem toe als Hajoon zijn sociale plannen voor die dag uit de doeken doet. Ondertussen ontkomt de weduwnaar er zelf ook niet aan om zich naar de gebruiken van de plaatselijke bewoners te schikken. Een baanaanbod om te helpen met de jacht op een stel wilde honden bezorgt hem een ingrijpend schuldcomplex; “vergeef me voor wat ik moet doen”, fluistert Sonny’s voice-over aan het begin van de film. Niet veel later heeft de pater familias daadwerkelijk bloed aan zijn handen.

Debuterend regisseur Jerome Yoo (net als Sonny geboren in Zuid-Korea, maar woonachtig in Canada) haalt zichzelf veel hooi op de vork door het verhaal van de gemigreerde familie een zware symbolische lading mee te geven. Het eerste van de totaal drie hoofdstukjes heet bijvoorbeeld ‘God’, verwijzend naar het menselijke ingrijpen in de cyclus van leven en dood. Het levendige geluidsontwerp poogt in de geplaagde geest van de vader te kruipen. Blaffende bastaardhonden tergen zijn gemoedstoestand, zijn kinderen gooien olie op het vuur. Is dit écht wat hun moeder gewild zou hebben?

Het grotere plaatje
Filmmakers die zich buigen over migratiethematiek en de banden tussen generaties, hebben de uitdaging om invoelbaar drama te balanceren met het ‘grotere’ plaatje: de sociaal-culturele processen en gebruiken die in hun specifieke verhaal een rol spelen. In het dubbelzinnig getitelde Mongrels is dat enerzijds het contrast tussen lokale bewoners en traditiegetrouwe nieuwkomers, en anderzijds de omgang met het dierenrijk. Deze spanningen houden het verloop van de film zodanig bezig dat het nog al eens ten koste gaat van het persoonlijke drama.

Tale of the Land

Tale of the Land

De twee benoemde elementen zijn beter in balans in Tale of the Land, een kalm uitgesponnen drama over een jonge vrouw die met haar opa in een huis op het water woont. Nog voor het eerste filmbeeld te zien is, horen we de golven rond het onderkomen al stormachtig razen. Vroeg in het verhaal vertelt de opa waarom hij May hier onder zijn hoede houdt. Na het overlijden van haar beide ouders verloor de familie ook het eigendomsrecht over een stuk land én zijn binding met de buurtbewoners. “Het zijn allemaal verraders”, benoemt opa een trauma dat alleen terloops wordt aangestipt. May gaat de discussie niet op elk moment even fel aan, maar haar verlangen naar het vasteland groeit.

Nieuw land
Tale of the Land doet met zijn serene beelden van het waterhuis en omgeving regelmatig denken aan de cinema van Kim Ki-Duk, maar de dramatische aanpak van de Indonesische debutant Loeloe Hendra is een stuk gematigder. Met Shenina Cinnamon beschikt hij over een hoofdrolspeelster die juist non-verbaal overtuigt. De angst om het land te betreden, aangezwengeld en versterkt door het bijgeloof van haar grootvader, tekent haar gelaatstrekken in de zoektocht naar haar identiteit en bestemming.

Fly Me to the Moon

Fly Me to the Moon

In Mongrels, in Tale of the Land en ook in slotfilm Fly Me to the Moon nemen de (groot)ouders van de jongere hoofdpersonages steeds weer migratiebeslissingen met een blijvende impact. Het generatiedrama van Sasha Chuk (voor de derde maal in dit verslag een debuut) opent in het Hongkong van 1997, waar twee jonge zusjes uit de Chinese provincie Hunan met hun moeder intrekken bij hun vader. Al snel blijkt dat de man totaal niet bij machte blijkt de verantwoordelijkheid van het vaderschap te dragen. De meisjes zien hun vader vaker op het bezoekuur van de gevangenis dan thuis en worstelen ondertussen met de verschillen tussen hun nieuwe thuis en de provincie waar ze vandaan komen.

Leven in een tussenruimte
Chuk kiest ervoor om op twee momenten tien jaar vooruit in de tijd te springen, wat in dit geval ook betekent dat de zusjes door verschillende actrices worden gespeeld. De drie hoofdstukken sluiten niet zo naadloos op elkaar aan als je bij een dergelijke fragmentarische opzet zou hopen. Tegelijk weet de film stilistisch wel te intrigeren: zo vertrouwt de maakster op de kracht van pianobegeleiding in scènes waar je elders dialoog zou verwachten.

“In Hongkong noemen ze ons vastelanders, in Hunan noemen ze ons Hongkongers”, schetst een van de zusjes de tussenruimte waar ze dagelijks in leeft. Het is dezelfde tussenruimte die het gevoel van toebehoren parten speelt in Mongrels en Tale of the Land, en vooral de jongste generatie voor een keuze stelt. Willen zij de koers blijven volgen die hun (groot)ouders voor hen uitgestippeld hebben of durven zij hun eigen vleugels te spreiden? Migratie is in dit verband geen opgelegd kwaad, maar een doorlopend proces dat per generatie nieuwe bestemmingen blootlegt. Wat dat betreft had de organisatie van deze editie geen treffender slottitel kunnen kiezen.

De drie besproken films in dit verslag staan nog geprogrammeerd.

 

8 maart 2025

 

CinemAsia 2025 – Deel 1: Onmogelijke liefdes
CinemAsia 2025 – Deel 3: Delinquenten zoeken rechte pad

 

MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2025 – Deel 1: Onmogelijke liefdes

CinemAsia 2025 – Deel 1:
Onmogelijke liefdes

door Cor Oliemeulen

CinemAsia – van 6-11 maart in Amsterdam – mag dan niet een van de grootste filmfestivals van het land zijn, het programma biedt de laatste jaren een uitgekiende mix van debuutfilms, recente arthouse-pareltjes, gerestaureerde klassiekers en shorts uit Azië. InDeBioscoop ontdekte in deze editie drie interessante thema’s: onmogelijke liefdes, generaties en delinquenten. In dit eerste deel drie films over onmogelijke liefdes.

 

Bona

Bona – Een warm bad
De Filipijnse regisseur Lino Brocka (1939-1991) werd internationaal bekend door zijn kritische films tijdens de dictatuur van Marcos. Bona (1980) is grotendeels ongezien gebleven, omdat men lange tijd dacht dat er delen uit de film ontbraken. Dit drama is nu prachtig 4K-gerestaureerd en te zien op CinemAsia. Met Engelse ondertiteling, net als alle andere films op het festival.

Met Bona maakte Lino Brocka een van zijn meest gewaardeerde sociaal bewogen films die de onrechtvaardigheid en de problemen van de Filipijnse samenleving aan de kaak stelt. Vanwege zijn activistische inslag kreeg hij regelmatig te maken met censuur en vervolging. Deze film speelt zich af in een krottenwijk van hoofdstad Manilla waar de bewoners worstelen met armoede en troost zoeken in alcohol. Tegen de achtergrond van tradities en sociale normen, toont Brocka de indringende realiteit van het dagelijks leven door innerlijke, en vaak intens emotionele, conflicten van zijn personages.

Het verhaal begint met een religieuze processie met deelname van honderden jonge mannen. Het feit dat hier nauwelijks een vrouw valt te bekennen, zet de toon voor de verhouding tussen mannen en vrouwen in deze samenleving.

We volgen Bona (gespeeld door Nora Aunor, een van de meest geliefde actrices in de Filipijnse filmgeschiedenis), die liever naar filmopnamen in de buurt gaat dan naar school. Bona heeft liefdevolle gevoelens voor wannabee acteur Gardo (Phillip Salvador), die aan het miserabele leven in de krottenwijk wil ontsnappen, maar het moet doen met kleine filmrolletjes. Aan Bona zal het niet liggen. Na elke scène veegt ze zijn voorhoofd af, geeft hem een sigaret en een glas water. Nadat haar vader haar heeft mishandeld, omdat Bona niet naar school gaat en laat thuiskomt, vindt ze onderdak in het huisje van Gardo. Ze begint meteen te schrobben en te poetsen, zorgt voor het eten, wast zijn kleren, haalt water, stopt hem in een provisorisch badje en wast hem. Bona ziet met lede ogen hoe Gardo regelmatig dronken thuiskomt met scharrels om vervolgens een paar meter verder de liefde te bedrijven.

Brocka bouwt Bona’s nieuwe, slaafse leven met haar worstelingen langzaam op naar een onvermijdelijke climax. Want terugkeren naar huis is onmogelijk, net als haar verlangen naar liefde en erkenning. Sterke regie en hoofdrollen.

Nog te zien tijdens CinemAsia 2025.

 

The Glassworker

The Glassworker – Gebroken glas
Een leuk aspect van CinemAsia is de kennismaking met films die je anders waarschijnlijk nooit zult zien. Dat geldt zeker voor The Glassworker (2024), de eerste met de hand getekende Pakistaanse animatiefilm. Regisseur Usman Riaz en een team van tientallen tekenaars werkten bijna tien jaar aan deze sfeervolle film, die werd ingezonden voor de Oscars maar de shortlist niet haalde. De film ontving lovende kritieken voor de visuele pracht en de krachtige anti-oorlogsboodschap.

Het verhaal gaat over Tomas Oliver, een meester-glasblazer die zijn zoon Vincent opleidt om glaskunstwerken te maken. Een oorlog zet het idyllische leven van Vincent op zijn kop. Hij krijgt warme gevoelens voor Alliz, de dochter van de commandant wiens leger het land heeft bezet. Terwijl de meeste inwoners de bezetters met open armen lijken te ontvangen, worden Tomas en Vincent neergezet als pacifisten. Tomas verbiedt Vincent omgang met Alliz, en Vincent sluit zich in tegenstelling tot zijn vriendjes niet aan bij de jeugdbeweging van de bezetters. Ondertussen weten Vincent en Alliz elkaar vluchtig te ontmoeten, en wordt Tomas voor een dilemma geplaatst als hij wordt gedwongen glazen ‘rectifiers’ te maken voor oorlogsmachines.

The Glassworker is het eerste grote project van de Mano Animation Studios en doet door de traditionele handgetekende animatiestijl met de nadruk op natuur, emoties en menselijke relaties denken aan het werk van de beroemde Japanse animatiestudio Ghibli. De Pakistaanse stijl is indrukwekkend, maar mist de vloeiende, gedetailleerde animatie en nuance in beweging die Ghibli kenmerkt. Bovendien is de storytelling en de karakterontwikkeling van de personages minder subtiel.

Toch weet The Glassworker van begin tot eind te betoveren, bijvoorbeeld met twee krachtige overgangen. Eerst zien we een scène met Vincent en Alliz liggend in het gras tussen vlinders en klinkt romantische muziek op de achtergrond, abrupt verstoord door het sombere beeld van zeppelins die bommen op de stad gooien. Dan de scène met Vincent die teleurgesteld een zelfgemaakt glazen beeldje voor Alliz in het vuur van de glasblazerij gooit, gevolgd door de scène waarin Alliz thuis viool speelt voor de openhaard en we het instrument in het vuur zien branden.

Ondanks enkele kleine oneffenheden in het verhaal is The Glassworker een fantastische animatiefilm met een inspirerende boodschap, al even delicaat en liefdevol gemaakt als de glazen objecten van Tomas en Vincent.

Nog te zien tijdens CinemAsia 2025.

 

Salli

Salli – Online romance
In het romantische drama Salli (2023) is de afstand tot liefde nog groter dan in The Glassworker. Debuterend filmmaker Chien-Hung Lien portretteert de 38-jarige Hui-jun op het platteland van Taiwan waar ze een kippenboerderij runt. Haar omgeving vindt dat ze maar eens moet trouwen, maar de enige vent die dicht bij haar in de buurt komt, is haar onafscheidelijke witte haan. Misschien dat haar hippe, moderne tienernichtje het tij kan keren. Zij adviseert haar tante om online te daten en maakt voor haar een account aan met de naam Salli. Binnen mum van tijd zit Salli met behulp van een vertaalapp te chatten met ene Martin in Parijs. Terwijl haar omgeving roddelt over Salli’s online romance, waarschuwen haar tante en haar nichtje haar tegen online oplichters, zeker nadat Martin zegt dat hij met Salli wil trouwen en haar om geld vraagt. Maar in plaats van luisteren, danst ze van geluk tussen de kippen.

Salli draait om het contrast tussen traditie en het moderne leven. Een goed voorbeeld van bijgeloof zien we in de scène met een huwelijksadviseur die de juiste omstandigheden wil creëren voor de bruiloft van Salli’s broer. Salli mag niet op de bruiloft komen, want ze is geboren in 1986, het Jaar van de Tijger, én ze is ongetrouwd. Als ze wél naar de bruiloft komt, zal het stel geen kinderen krijgen. Ondertussen probeert Salli stiekem de lippenstift en nagellak van haar nichtje uit en betreedt ze de online wereld, die leidt naar de wereldstad Parijs, waar een cultuurclash wacht.

Salli is een feelgoodfilm die de grootste clichés van het genre weet te vermijden en eindigt minder voorspelbaar dan je misschien zou verwachten. De charme van hoofdrolspeelster Esther Liu als het naïeve boerenmeisje dat haar hart wil volgen, verliefd wordt op een onbekende, Franse hipsters ontmoet en enkele levenslessen leert, draagt bij aan het onderhoudende karakter van de film, en daar is alles mee gezegd.

Nog te zien tijdens CinemAsia 2025.

 

7 maart 2025

 

CinemAsia 2025 – Deel 2: Het welzijn van de generaties
CinemAsia 2025 – Deel 3: Delinquenten zoeken rechte pad

 

MEER FILMFESTIVAL

Dutch Mountain Film Festival 2024 – Preview 2

Dutch Mountain Film Festival 2024 – Preview 2:
Voetsporen, geesten en meer

door Paul Rübsaam

In het tweede deel van deze preview van editie 14 van het Dutch Mountain Film Festival (DMFF) vormen voetsporen en geesten een leidraad. Onder andere in Noorwegen, de Himalaya en op de Peruaanse hoogvlaktes.

Heimen – Betoverende mysteries
In de korte film Heimen (2023) van regisseur Carmen Maria, die vorig jaar afstudeerde aan de Nederlandse filmacademie, blijft veel onopgehelderd. Maar storend is dat niet. De onbeantwoorde vragen, het onderwerp van de film en de fraaie cinematografie (Boris Peters) met een vaak laag over beboste en bemoste hellingen en stromende beekjes zwevende camera vormen binnen het korte bestek van 25 minuten een prikkelende eenheid.

Heimen

Heimen

Een antropologiestudente doet in het Noorse Trollheimen onderzoek naar de zogeheten Vaettir. Maar van wie is dat oude aantekenboekje met ingeplakte droogbloemen dat ze in haar rugzak heeft gestopt? Is die persoon die blijkbaar eerder in dat gebied is geweest en wiens sporen zij volgt haar overleden moeder, die in haar dromen tot haar spreekt?

Waarom wordt haar zwijgzame begeleider Steinar (geen ‘gids’ naar eigen zeggen) door de lokale bevolking eigenaardig gevonden? Alleen maar omdat hij zo stug is, of is er nog een andere reden?

Duidelijk is dat de antropologiestudente het bestaan van de Vaettir – kleine mythische wezens die als hoeders van de plaatselijke berg met overledenen in contact zouden staan – niet botweg als bijgeloof van de hand wil doen. Juist door haar ontvankelijkheid wint ze stukje bij beetje het vertrouwen van Steinar. En dat alles in het betoverende berglandschap van Trollheimen, waar vormen die je vanuit je ooghoeken waarneemt en het gefluister van het gebladerte een voorgevoel op kunnen wekken. Vooral als je denkt aan iemand die je mist.

Forbidden Pilgrimage Hinderlijke mysteries 
Wél storend zijn de onbeantwoorde vragen in het grootser opgezette Forbidden Pelgrimage (2024) van Ellen Vermeulen. De Vlaamse regisseuse treedt daarin nogal letterlijk in de voetsporen van de getalenteerde Franse alpiniste Marie-Louise Chapelle. Deze mocht in de jaren vijftig van de vorige eeuw van haar mannelijke tochtgenoten niet verder gaan bij een eerste beklimming van de Chaukhamba (7138m) in India. Haar vrouwelijke aanwezigheid op de top zou de prestatie van de heren te veel devalueren.

Forbidden Pilgrimage

Forbidden Pilgrimage

Een saillant gegeven natuurlijk. Maar waarop berust nu precies de identificatie van de ongetrouwde Vermeulen met moeder en huisvrouw Chapelle, die ieder jaar zes maanden de bergen introk? Op het feit dat ze ook een vrouw is? Dat lijkt te weinig om anno 2024 het ‘verboden’ aspect van háár ‘pelgrimstocht’ op te helderen. Ook Vermeulen bereikt de top van de Chaukhamba niet. Niet omdat iemand dat haar verbiedt, maar omdat ze daar de vaardigheden voor mist. Ondertussen geeft haar voice-over weinig uitsluitsel over de achtergrond van de keuzes (tussen gezin en bergen) die Chapelle destijds maakte. De gedragen toon van die voice-over contrasteert ook nog eens pijnlijk met het gevloek van Vermeulen als ze met moeite een lagere top bedwingt.

The Ghosts Above Onopgeloste mysteries 
Wanneer voetsporen of andere manifestaties van vroegere menselijke aanwezigheid en ook de Himalaya al aan de orde zijn, kan één van de grootste mysteries uit de geschiedenis van het alpinisme niet buiten beschouwing blijven. Waar is toch het stoffelijk overschot gebleven van Andrew Irvine? Hij verdween een eeuw geleden na een toppoging op de Mount Everest ondernomen te hebben. Het lichaam van zijn tochtgenoot George Mallory werd vijfentwintig jaar geleden wel gevonden. Heeft de verdwenen Irvine destijds misschien al op de top gestaan?

In de korte documentaire The Ghosts Above (2019) van fotograaf en filmmaker Renan Ozturk wordt verslag gedaan van een expeditie met als bijzonder aspect dat men ‘de zone des doods’ (boven 8000 meter) in de eerste plaats betreedt om een antwoord te vinden op de vragen rond Irvine en niet (of toch?) om de top van de Everest te bereiken.

The Ghosts Above

The Ghosts Above

Zo’n uitgangspunt zal de sherpa’s aanspreken, denken Ozturk en zijn expeditiegenoten nog. Die zien immers van oudsher het betreden van de top van de Chomolungma (Mount Everest) als een ontheiliging van deze goddelijke berg. Men verkijkt zich echter op de prioriteiten van de eenentwintigste-eeuwse sherpa’s. De top van de hoogste berg ter wereld bereiken draagt bij aan de professionele status van de nog altijd onderbetaalde dragers en verhoogt daarmee hun inkomen.

Dat je boven 8000 meter nogal in ademnood kunt komen, is al vaak getoond. De evenmin opbeurende aanblik van eerder gesneuvelde klimmers langs de route naar de top van de Mount Everest eveneens. The Ghosts Above laat echter ook zien hoe onwerkelijk mooi het is rond het dak van de wereld. Jammer genoeg blijkt Ozturk geen ongelijk te hebben gehad toen hij aanvankelijk even had geaarzeld om deze documentaire in opdracht van National Geographic te maken en zich te conformeren aan de redactionele principes van deze hijgerige televisiezender. Te snelle opeenvolgingen van beelden, een overdreven accent op sensatie en al te stoer klinkende voice-overs zijn niet van de ijle lucht.

Through Rocks and Clouds – Alpaca’s in de Andes 
Het voor deze editie van het festival geprogrammeerde Through Rocks and Clouds (oorspronkelijke titel: Raíz, 2024) van Franco García Beccera doet denken aan het drama Utama van Alejandro Loyaza Grisi, dat op het DMFF van vorig jaar flink in de prijzen viel. Alleen al voor wat betreft de locatie (de Peruaanse hoogvlaktes) en de gesproken talen (Spaans en Quechua). Maar ook atmosfeer en verhaallijn tonen sterke verwantschappen. Opnieuw is er aandacht voor de spanning tussen het traditionele leven op de godverlaten maar betoverende hoogvlaktes van Peru en de oprukkende industrialisatie. Voorzien van meer feelgood elementen zou je Through Rocks and Clouds een soort Utama light kunnen noemen. Als zodanig is deze film van regisseur Beccera echter zeker niet te versmaden.

In plaats van lama’s zoals in Utama zien we in Through Rocks and Clouds kuddes van hun kleinere en nog aaibaardere verwanten: de alpaca’s. De achtjarige Feliciano (Alberth Merma) is niet alleen gek op zijn hond Rambo, maar ook een van die alpaca’s, die hij Ronaldo heeft genoemd. Ook voetbal is namelijk een ware passie van hem. Rennend over de hoogvlakte volgt hij met een transistorradio op vol volume de verrichtingen van het Peruaanse nationale elftal, dat zich hopelijk zal gaan kwalificeren voor het WK in Rusland van 2018. Als hij juicht bij een goal voor Peru, lijkt het wel of de Alpaca’s mee juichen.

Through Rocks and Clouds

Through Rocks and Clouds

Jong als hij is mag Feliciano al zelfstandig de kudde begeleiden. Zolang hij maar niet voorbij het meer komt, waarschuwt zijn moeder. Want daar heerst Auki Tayta, een hongerig en griezelig wezen dat rode sporen achterlaat, maar ook de mythische beschermer van de vlaktes zou zijn.

Tijdens een vergadering in het dichtstbijzijnde dorp Antamarca lopen de spanningen hoog op tussen de Alpacaherders en de vertegenwoordigers van het mijnbouwbedrijf dat steeds nadrukkelijker zijn vrachtwagens over de vlaktes laat rijden. De mijnbouw vervuilt de bodem en bedreigt de gezondheid van de Alpaca’s, stellen de herders. Maar lastig genoeg is de woordvoerder van het mijnbouwbedrijf, een zekere Grimaldo, tevens de belangrijkste afnemer van Alpacowol, waar hij steeds minder voor betaalt.

Uiteindelijk blokkeren de herders en hun sympathisanten onder de dorpelingen de weg voor de vrachtwagens. Feliciano heeft ondertussen andere zorgen. Na het gelijkspel tegen Colombia heeft Peru de kwalificatie nog altijd niet afgedwongen. Maar belangrijker nog: waar is Ronaldo gebleven? Die hebben ze toch niet de keel afgesneden, zoals andere alpaca’s is overkomen? Zou Auki Tayta hier een rol bij hebben gespeeld. Of zou hij die nog kunnen spelen?

A ShepherdSchapen in de Alpen 
Oorspronkelijk leven in het hooggebergte krijgt iets dichter bij huis gestalte in A Shepherd (Un pasteur, 2023) van Louis Hanquet. De documentaire gunt ons een inkijkje in het eenzame, harde, maar ook momenten van voldoening schenkende bestaan van de zachtmoedige jonge Franse herder Félix Girard, die tweeduizend schapen onder zijn hoede heeft.

Félix oefent zijn beroep volgens familietraditie uit tussen de kalkstenen bergen van de zuidelijke Franse Alpen. Een oude stenen almhut is zijn verblijfplaats. Hij moet niet alleen de verlatenheid trotseren, maar ook over een uitstekende conditie beschikken. Want om ook maar één van zijn schapen te vangen, ten behoeve van vaccinatie of wondverzorging, moet hij al een flinke sprint kunnen trekken over een met stenen bezaaide helling. En dan nog heeft hij soms de hulp van zijn honden nodig om het dier in te sluiten. ’s Nachts bij het licht van de maan moet hij er nog op uit om de schrikdraadversperringen te controleren die zijn schapen moeten beschermen tegen de wolven. Die laatsten kunnen we gefilmd met een infrarood camera als witte gedaantes in het nachtelijk duister zien naderen.

A Shepherd

A Shepherd

Op gezette tijden leidt Félix zijn schapen naar het dorp. Niet in de laatste plaats om de zwangere ooien in een stal te laten bevallen. Als een daar geboren lammetje niet blijkt te ademen, probeert de jonge herder het met vaderlijke toewijding te reanimeren. Maar het baat niet. Vervolgens doet Félix iets dat de kijker kan doen schrikken, maar toch hartverwarmend is. Hij stroopt de vacht van het dode diertje af en laat dit vervolgens dienen als extra truitje voor een van de nog levende lammetjes.

Ook als Félix in gezelschap van anderen is, zoals dat van zijn vader als die op bezoek komt of dat van collega-schaapherders waarmee hij in het dorp de gezamenlijke zorgen doorneemt, is hij niet één van de spraakzaamste. Zijn ingehouden emoties zijn hem echter van het gezicht te lezen. Bijvoorbeeld als hij een paar van zijn door wolven verscheurde schapen onder keien begraaft en vervolgens veldbloemen op die keien legt. Of als hij zich zorgen maakt over de gevolgen van de klimaatverandering en het daardoor uitdrogende gras op de hellingen, waardoor het bestaan van de schaapherders wordt bedreigd.

De schapen vormen zijn leven. Als die gezond zijn en zich op natuurlijke wijze kunnen uitspreiden over de hellingen en vlaktes is de jonge herder gelukkig. Het is een beeld waar ook de kijker in dit fraaie, ingetogen portret middels lange shots met vaak hoge camerastandpunten ruimschoots van kan meegenieten.

Tot weet ik veul…
Op eigen kompas varend proberen de rode draden van een filmfestival uit te tekenen is als je huis opruimen. Er blijft altijd iets over dat niet op een van de voorbestemde plank of in een voorbestemd laatje thuishoort, maar dat zeker bewaard moet worden.

Dat geldt bijvoorbeeld voor Greylands (Die Graue March, 2023) van Charlotte Waltert en Alvaro Schoeck. De sfeervolle verhalen van de Zwitserse schrijver Meinrad Inglin (1893-1971) vormen in deze korte animatiefilm de inspiratiebron voor een in aquareltinten geverfd berglandschap met simpele, sprekende lijnen. Begeleid door in de werkelijkheid opgenomen geluid zien we verschillende gestaltes uit de mist opdoemen of daarin verdwijnen. Zoals een kudde koeien met hun welluidende bellen, overvliegende roofvogels en hoog op een rots geposteerde gemzen. Maar ook mensen, met hun eigen verhalen, doemen op.

Niet voor een gat te vangen, maar wel kenmerkend voor het DMFF is voorts de documentaire Van Schin op Geul tot… weet ik veul? (2023) van Joris Souren. Volgens goede traditie komt ook het lokale, dat wil zeggen Zuid-Limburgse aspect op het festival aan bod en worden we met een prettig vleugje ironie getrakteerd op impressies van het enige stukje ‘berglandschap’ van Nederland.

In Van Schin op Geul.. (zeg maar: Sjin op Cheul) komt de overstroming van de Geul in 2021 slechts zijdelings aan bod. Eerder kunnen we genieten van het fraaie stroomgebied van Nederlands snelst stromende rivier, die nabij het Duitse Aken ontspringt en zestig kilometer lang door meandert tot aan Maastricht. Dit weliswaar op sommige plaatsen vervuilde gebied biedt onverwachte kleine watervallen, kans op forellenvangst en zelden geziene landschappen.

Van Schin op Geul tot... weet ik veul? 

Van Schin op Geul tot… weet ik veul? 

Naast het autobiografisch geïnspireerde commentaar van de uit Wijnandsrade (Zuid-Limburg) afkomstige Souren horen we onder andere het relaas van een gedreven forellenvisser, een wandelaar die graag grenspalen met vlaggetjes markeert en een uit Noord-Nederland afkomstige vogelaarster die gek is op kraanvogels en ijsvogels. Ze genieten ieder op hun eigen manier van het Geuldal, waarin tevens troost gevonden kan worden voor persoonlijke verliezen die zijn geleden. De Engelse ondertiteling ten behoeve van het internationale festivalpubliek (Engelse titel: Go with the flow) is zelfs voor niet uit Zuid-Limburg afkomstige Nederlanders geen overbodige luxe…

Verder op het festival onder meer de Nederlandse première van Shambhala (Min Bahadur Bam, 2024). Volgens het DMFF een visueel verbluffend epos over een vrouw die hoog in de Himalaya haar karma en lokale tradities volgend op het punt staat met meerdere echtgenoten te trouwen.

Ook In between these Mountains (2024) lijkt het bekijken bij voorbaat waard. De Nederlandse filmmaker Olivier Garcia trekt daarin met zijn Amerikaanse vader en zijn halfbroer Erik door de Verenigde Staten op zoek naar wat ze verbindt en misschien altijd al verbonden heeft. En in Sophie Lavaud – The Final Summit (François Damilano, 2024) legt titelheldin Lavaud de laatste hand aan een indrukwekkend epos: de beklimming van alle veertien achtduizenders in de Himalaya.

Overige activiteiten rond het festival zijn onder andere de opening van de expositie van de Pools-Nederlandse tekenares Agata Siwek en een voordracht vaan Max Hermens uit de nieuwe StauSeeSteig-wandelgids.

Kijk hier voor het volledige filmprogramma, inclusief alle nevenactiviteiten. 

 

31 oktober 2024

 

Preview 1: Bouwwerken en terugblikken

 


MEER FILMFESTIVAL

Dutch Mountain Film Festival 2024 – Preview 1

Dutch Mountain Film Festival 2024 – Preview 1:
Bouwwerken en terugblikken

door Paul Rübsaam

Met als thema ‘Bouwen en bergen’ gaat op 5 november in Heerlen en Aken de veertiende editie van het Dutch Mountain Film Festival (DMFF) van start. Maar op ’toepasselijke locaties’ ontvouwt het filmprogramma zich al iets eerder.

‘Van afstand lijken de bergen onaangetast’, aldus de tekst die het thema van DMFF #14 toelicht, ‘maar komen we dichterbij, dan zien we de bergwegen met haarspeldbochten en lawinehekken, kabelbanen en liftstations, almhutten en bivakken en – zelfs hoog boven de boomgrens – loopgraven, bunkers en forten. Ook op de meest afgelegen bergtoppen heeft de mens zijn stempel weten te drukken.’

Het festival besteedt volop aandacht aan het hoofdthema ‘bouwen en bergen’. Daarnaast is er de nodige plaats ingeruimd voor films die terugblikken op een alpine- en /of cinematografisch verleden en voorts, zoals in deel 2 van deze vooruitblik aan de orde zal komen, voor films (documentaires) waarin iemand in de voetsporen treedt van een illustere voorganger.

Frozen

Frozen

Frozen – Status quo en probleemwolven 
Twee films waar het festival op ’toepasselijke locaties’ mee opent hebben betrekking op het hoofdthema. In het bijzonder op de kenmerkende transportmiddelen die de mens in het hooggebergte voor zichzelf heeft aangelegd.

In de horrorachtige natural survival thriller Frozen (Adam Green, 2010) zitten drie jonge snowboarders (twee jongens en een meisje) op een late zondagavond in een skilift die ineens stil komt te hangen. Er zijn geen andere toeristen die nog gebruik maken van de lift. Het station is al gesloten. Het mankement kan dus niet worden verholpen.

De film weet de koude nacht die het drietal moet doorbrengen overtuigend genoeg te verbeelden. Maar misschien moeten ze nog wel veel langer blijven zitten op dat in de lucht hangende bankje. Pas de eerst volgende vrijdag gaat het skiliftstation namelijk weer open. Als ze gewoon maar zouden doodvriezen, zou dat echter een te statische film opleveren. Dus moeten ze proberen zich uit hun isolement te bevrijden. Wat dan ten behoeve van de spanning niet al te goed mag lukken.

Een roedel ‘probleemwolven’ (om het hedendaags uit te drukken) die het kleumende drietal als potentieel lekker hapje al in de skilift ziet hangen, moet dat probleem oplossen. Een sterke vondst is dat niet. Maar aangezien filmkijkers Frozen op 31 oktober (Halloween) kunnen aanschouwen bij de kabelbaan van Valkenburg en vervolgens als ze het aandurven ook nog eens een ritje met de skilift kunnen maken, belooft de openingsavond van het festival toch een enerverende te worden.

Gondola – Status quo en creatievere oplossingen
Een simpel, in zekere zin statisch gegeven uitwerken, was ook de opdracht waar de Duitse regisseur Veit Helmer zich voor zag gesteld. Maar Helmer weet dat met zoveel creativiteit aan te pakken, dat Gondola (2023, zonder gesproken woord) een erg leuke film is geworden.

Gondola

Gondola

In het hooggebergte van Georgië moeten twee in een conducteursuniform gehesen bevallige jongedames een gondelbaan bevrouwen. Op de aanwijzingen van een norse chef die een karig loon betaalt, dienen ze ieder plaats te nemen in één van de twee gondels (aan een kabelbaan hangende cabinetjes) die de woningen hoog in de bergen verbinden met een lager gelegen dorp. Ten behoeve van passagiers in de eerste plaats. Maar er is meer dat naar boven of beneden moet dan (levende) mensen alleen. Halverwege passeren de in de lucht hangende gondels elkaar steeds. Eerst beperken de conductrices zich tot een collegiaal knikje van herkenning. Maar al gauw besluiten ze de monotonie te doorbreken door een schaakspel te beginnen. Het schaakbord staat opgesteld op het hoger gelegen gondelstation dat ze om beurten aandoen. Tijdens het passeren tonen ze elkaar triomfantelijk de geslagen stukken.

Gevoelens van rivaliteit vormen echter niet het enige dat wordt uitgewisseld. Door zichzelf en hun gondel steeds anders uit te monsteren laten ze de ander delen in hun levensplannen en passies. Zo ontstaat een vriendschap en misschien nog wel meer dan dat. Zelfs een viool en trompet komen eraan te pas, waarna ook nog eens blijkt dat er niet alleen in muziekinstrumenten muziek zit, maar ook in glazen, graankorrels, zagen en nog veel meer zaken.

Op 2 november zal ook deze film bij de kabelbaan van Valkenburg worden vertoond. Hopelijk zal Gondola later nog de landelijke bioscopen aandoen. Want de kaartjes voor de vertoning in Valkenburg zijn al uitverkocht.

Im Kampf mit dem Berge – Bergsymfonie 
Anders dan Gondola, een moderne film met omgevingsgeluid zonder gesproken woord, stamt de echte openingsfilm van DMFF (d.w.z. de eerste vertoning in een van de standaardlocaties in Heerlen en Aken) daadwerkelijk uit het tijdperk van de zwijgende film.

Im Kampf mit dem Berge uit 1921,of beter gezegd het eerste deel getiteld: In Sturm und Eis van deze oorspronkelijk als drieluik geplande film van Arnold Fanck vormt een mijlpaal in de vroege geschiedenis van de bergfilm. De geromantiseerde beklimmingsdocumentaire is een voorganger van de latere speelfilms van bergfilmpionier Fanck, zoals Der heilige Berg (1925) en Die weisse Hölle von Piz Palü (1929), waarin hij onder andere samenwerkte met de actrice en roemruchte latere regisseuse Leni Riefenstahl.

Im Kampf mit dem Berge

Im Kampf mit dem Berge

Zo heel groot blijkt het verschil tussen deze documentaire (‘Eine Alpensymphonie in Bildern’ in Fancks eigen woorden) en zijn latere bergspeelfilms met eenvoudige verhaallijnen niet te zijn. Zoals later zou gebeuren met de Piz Palü in die Die weisse Hölle worden in Im Kampf mit dem Berge de in de film overschreden Lyskamm (‘der Menschenfresser’) en andere zogenoemde reuzen van Zermatt als de Matterhorn en de Monte Rosa welhaast als personages aan ons voorgesteld. Ook de door cameraman Sepp Allgeier vereeuwigde gletsjers, ijstorens, lawines, wolkenzeeën, misflarden en stormen figureren bijna als bezielde identiteiten. In de tussentitels is al sprake van een beetje dialoog tussen de als zichzelf ‘acterende’ klimmers Hannes Schneider (met pijp) en Ilse Rohde (aanvankelijk met een rok aan), die elkaar volgens afspraak in de eenvoudige Betempshütte ontmoeten, waarna ze zich voor dag en dauw als door een touw met elkaar verbonden kleine zwarte figuurtjes een weg omhoog beginnen te banen door de labyrintische witte wereld rond de Lyskamm.

Het gerestaureerde In Kampf mit dem Berge (In Sturm und Eis) zal in Aken van een inleiding worden voorzien door Matthias Fanck, de kleinzoon van de regisseur en live worden begeleid door muzikant en filmcriticus Kevin Toma, die voor de gelegenheid een passende nieuwe soundtrack componeerde.

Elevated Art – Verheven bouwwerken? 
Ik was helaas niet in de gelegenheid de op het festival vertoonde documentaires uit de serie ‘Bouwen in de bergen’ te zien, over respectievelijk de Italiaanse architect Matteo Thun en nieuwe architectuur in Zwitserland, Oostenrijk en Zuid-Tirol. Voor meer informatie over deze ook weer op bijzondere locaties vertoonde documentaires kan ik dus slechts verwijzen naar de uitgebreide site van het DMFF zelf (zie hieronder).

Wel zag ik de documentaire Elevated Art van Timian Hopf (2024). Onderwerp is de Biennale Arte Dolomiti, een expositie van beeldende kunst in het hooggebergte van de Dolomieten, in combinatie met een portret van de gedreven uit het Zuid-Tiroolse dorp Sankt Martin in Thurn afkomstige festivalleider Michael Moling.

Elevated Art

Elevated Art

Misschien deel ik de mening van een aantal lokale bewoners en boeren die in Elevated Art aan het woord komen. Volgens hen ontsieren de vaak gezochte kunstwerken het berglandschap eerder dan dat ze het versterken. Wat bijvoorbeeld te denken van een metershoge injectiespuit die met de naald naar beneden in een besneeuwde bergtop is gestoken, om aan te geven dat de Aarde ziek is, of iets dergelijks?

Tegelijkertijd verdenk ik regisseur Hopf er een beetje van dat hij te vooropgezet de kijker een conclusie als de mijne heeft willen opdringen. Hij doet meer moeite om het Dolomitische berglandschap in al zijn luister te vereeuwigen dan dat hij de daar opgestelde kunstwerken een vergelijkbare kans geeft. Die zie je vooral opgebouwd worden, met het soms bureaucratische gedoe eromheen. Vervolgens kun je die kunstwerken doorgaans alleen aanschouwen als ze maar af half zijn, of gefilmd worden vanuit een ongunstige hoek.

Wondrous Kiental – Heimatfootage
Terug in de tijd gaan we opnieuw met Wondrous Kiental (Wundersames Kiental, 2022) van Christina Zurbrügg en Michel Hudecek. We belanden in de sfeer van de beroemde en door hun al dan niet vermeend nazistische ondertoon ook verguisde Heimatfilms uit de jaren vijftig. Maar dit keer gaat het om echte in dat tijdperk vervaardigde amateurbeelden van het goede leven in het dorpje Kiental (en het gelijknamige dal) in het Zwitserse Berner Oberland.

Die beelden werden jodelzangeres en regisseuse Zurbrügg, wier grootouders destijds een bakkerij in het dorp runden, ter hand gesteld door haar vroegere buurman. Deze Albert Landtwing leek als amateurfilmer een volledige dorpskroniek te hebben vervaardigd.

Wondrous Kiental

Wondrous Kiental

Alleen al de tikje donkere kleurzweem van Landtwings met een 16 millimeter camera vervaardigde beelden doen je terugverlangen naar vroeger. Toen kleine meisjes nog vlechten droegen of een strik in het haar en kinderen nog lopend naar de dorpsschool gingen, waar met krijt op een schoolbord werd geschreven. De tijd ook waarin korte grijze postautobussen zowel post als reizigers afleverden, een warme kop cichoreikoffie een traktatie was en hout hakkende en andere noeste handarbeid verrichtende mannen glimlachend aan een fraai gevormde pijp lurkten of kauwden op een dikke sigaar.

Het wel en soms een beetje wee van de hooiende, of schapen en koeien weidende boerenfamilies en de diverse middenstanders van het ook toen al voor een aanzienlijk deel op toerisme ingestelde dorp komen aan bod. Alsmede de traditionele dorpsfeesten, die niet zelden tot vrijages leiden en uiteindelijk tot in de dorpskerk voltrokken huwelijken. En dat alles tegen een decor van Zwitsers hooggebergte dat zou passen in een reclame voor Toblerone-repen.

Zurbrügg en Hudecek weten de uitbundige oubolligheid van een effectief contrapunt te voorzien met behulp van een eigenzinnige soundtrack met onder andere moderne (!) jodelmuziek en Zurbrüggs dichterlijke, maar met gevoel voor ironie opzettelijk kneuterig ingesproken commentaar in een voice over. Het gevolg is dat Wondrous Kiental een vermakelijke, prikkelende en toch ook beeldschone kijkervaring oplevert.

The Great White Whale – Een berg op zee
The Great White Whale (Michael Charles Dillon, 2023) noopt tot een intensief speurtochtje op je wereldkaart. Want het vulkaaneiland Heard Island in de Indische Oceaan, ergens tussen Zuid-Afrika en Australië en dan een flink eind in de richting van Antarctica, is heel klein. Maar niet als je er met je schip aan land wilt gaan. Dan vormt die als een witte walvis uit zee oprijzende bol een enorm en vooral onherbergzaam gevaarte.

Sinds 1947 hoort Heard Island bij Australië. Daarmee vormt de top (Mawson Peak, oftewel ‘Big Ben’) van de 2745 meter uit zee oprijzende vulkaankegel tevens de hoogste berg van dat continent. Die moest natuurlijk beklommen worden. In 1965 lukte dat na een eerdere mislukte poging. Maar zonder slag of stoot ging dat opnieuw niet.

Als weliswaar traditioneel opgezette documentaire is The Great White Whale een heerlijk huiveringwekkend, maar ook oogstrelend visueel jongensboek geworden, waarin ondanks hun gevorderde leeftijd nog altijd krasse kerels op meeslepende wijze verhalen van wat destijds een combinatie was van een gevaarlijke zeereis en een beklimming onder Antarctische omstandigheden. Onder hen expeditieleider Warren Deacock (alias Greasy Deak the Cook), schrijver en entomoloog Philip Temple en niet in de laatste plaats verhalenverteller en zanger John Crick, die de archiefbeelden van de expeditie opluistert met poëtische teksten en fraaie zeemansliederen.

The Great White Whale

The Great White Whale

Vanaf Sidney via Albany in Zuid-Oost Australië zet het schip ‘Patanela’ (dat op en latere tocht spoorloos zou verdwijnen) koers richting de Kerguélen-eilanden en uiteindelijk Heard Island. De onvoorspelbare weersomstandigheden die zich voor plegen te doen tussen de veertigste en vijftigste graad zuiderbreedte zijn berucht. Gelukkig staat het schip met zijn benauwend kleine ruimen onder leiding van de zwijgzame, mythische en Three Nuns-pijptabak rokende kapitein H.W. (Bill) Tilman (1898-1977), die wel weggelopen lijkt te zijn uit Herman Melville’s beroemde roman Moby Dick. Maar met rubber boten veilig aan land komen op dat witte vulkaaneiland is weer een andere zaak. Zeker voor insectenkenner Philip Temple, die nog nooit eerder gevaren heeft en niet zwemmen kan.

Toch blijkt Heard Island met zijn zeldzame mossoorten en kolonies van keizerspinguïns en zeeolifanten ook beeldschone kanten te hebben Maar koud is het er wel. Gedwongen door snel verslechterende weersomstandigheden moet het zwaar bepakte gezelschap anderhalve week lang bivakkeren in een tentje bovenop een twee jaar daarvoor bij een eerdere expeditie uitgegraven kuil in de sneeuw. Met meegenomen vaatjes rum, kaartspelletjes en toepasselijk genoeg boeken van schrijvers Robert Frost en C.P. Snow proberen de mannen het moreel op peil te houden.

Gelukkig breekt de zon tenslotte door en weten ze door dikke pakken sneeuw wadend de top van de vulkaan te bereiken. Op de terugreis hebben ze nog de tijd voor wetenschappelijk onderzoek en om van de flora en fauna van het wonderbaarlijke eiland te genieten. Ook de zeereis terug lijkt zonder grote ongelukken te verlopen Maar dan duikt er vlakbij de haven van Albany nog een grote, met auto’s beladen veerboot op….

In het tweede deel van deze vooruitblik aandacht voor films waarin iemand de voetsporen volgt van een al dan niet illustere voorganger in de bergen, uitputtende ondernemingen in de zone des doods, een Peruaans jongetje dat gek is van voetbal, een ingetogen portret van een ingetogen schaapsherder en meer.

Kijk het overzicht van alle films op het DMFF 2024.

 

29 oktober 2024

 

Voetsporen, geesten en meer

 


MEER FILMFESTIVAL

Verslag Kaboom Animation Festival 2024

Kaboom Animation Festival 2024:
Rijk en divers

door Ralph Evers

De vijfde editie van het Kaboom Animatie Festival (voorheen bekend als het Holland Animation Film Festival, HAFF) is afgelopen vrijdag van start gegaan in Utrecht. En hoe! Met direct een rijk en divers programma, dat de Nederlandse première van The Peasants (Chłopi) had als afsluiter van de eerste dag.

Het thema van deze editie is ‘Welcome Home’, en omdat de artistiek leider van Kaboom haar wortels in Polen heeft, zijn er enkele shorts-programma’s gewijd aan Polen. Naast haar thuisland is er speciale aandacht voor Iran, een LGBTQI+-programma en de feature film Sultana’s Dream, geïnspireerd op de Bengaalse schrijfster Rokeya Hossain, die in 1905 een verhaal schreef waarin vrouwen aan de macht zijn en niet de mannen.

Kortom, waar animatie in staat is grenzen te overschrijden, onmogelijkheden te beslechten en de verbeelding rechtstreeks en op originele wijze kan aanspreken, doet ze dat deze editie dan ook met verve op zowel aantrekkelijke als uitdagende of veeleisende wijze.

Banquet

Banquet

Polen, Polen
Waar het land cultureel homogeen is, is haar animatie verrassend pluriform. Loodzwaar, diepzinnig, poëtisch, vrolijk, grappig, lichtvoetig, ondeugend, eigenwijs, formeel zijn zo een aantal tekortschietende woorden om de diversiteit van de Poolse animatieshorts in taal proberen te vangen. Er lijkt een nadruk op zintuiglijkheid te liggen. De mens, Pool, in diens al dan niet bedreigende omgeving. De vele close-ups van neuzen, ogen, monden, oren, karakters die zich in vervreemdende omgevingen bevinden, bespied worden, op zoek zijn naar elkaar of als volstrekte vreemden in een eindeloze loop langs elkaar heen leven (Tango, 1980).

Daarnaast de vele transformaties: soms in simpele lijnen die vlakken of rondjes worden en verrassend duidelijk weten weer te geven wat er bedoeld wordt, mede dankzij een effectieve geluidsband. Soms in een strakke lijn de vele gelijkenissen tussen onze – in dit geval – vernietigingsdrang en de geordende chaos van moeder natuur in het uiterst fraai en intelligent weergegeven Airborne van Andrzej Jobczyk.

Ook het experimentele karakter van de Poolse cinema blijft niet onderbelicht. Een iconisch voorbeeld hiervan is A hard-core engaged film van Julian Antonisz, die rechtstreeks op filmtape kliederde met verf. Het resultaat is een chaotische, verfrissende, kinderlijke punk-creatie en natuurlijk een middelvinger naar het beklemmende Sovjetregime met al z’n neurotische verboden. Het even zo subtiel rebelse Banquet (Bankiet) is de moeite waard omdat de rollen tussen het diner en de elitegasten op een verrassende, Svankmajeriaanse wijze worden omgedraaid, met fatale gevolgen! Ichthys van Marek Skrobecki valt op door z’n naargeestige sfeer, prachtige soundtrack en tragische afloop.

Chłopi
Eind 19e eeuw schreef de Poolse Nobelprijswinnaar van de literatuur Władysław Reymont het boerenepos Chłopi (de boeren), waarin hij naast het hoofdverhaal veel aandacht besteedde aan de met de seizoenen samenhangende rituelen van het boerenleven. Reymont verwachtte dat de moderne tijd de rituelen en gebruiken van vroeger zou doen vergeten en dus besloot hij dit vast te leggen in dit boek. Deze gebruiken en rituelen vormen ook het kader van de gelijknamige film.

The Peasants

The Peasants

Van het duo Welchman en Welchman, dat eerder naam maakte met Loving Vincent, komt nu, wederom geheel in olieverf geschilderd, de verfilming van dit verplichte leesvoer in het Poolse onderwijs. Een film over Polen vanuit Polen boordevol prachtige details en knipogen naar de Poolse realisten van die tijd, zoals Józef Chełmoński, Leon Wyczółkowski, Stanisław Masłowski, Władysław Ślewiński, maar ook internationaal bekende schilders als Jean-François Millet, Pieter Breughel de Oudere, Edvard Munch en Johannes Vermeer, zijn een ware lust voor het oog.

Het verhaal van Reymont heeft een paar updates gekregen, waarin meer nadruk komt te liggen op het geweld vanuit het patriarchaat, de vernietigende werking van roddel en achterklap en de hang van de goegemeente, zeker wanneer die in onzekerheid verkeert, naar een vijand. Geen spiegel is meer nodig, want al het kwaad past de vijand zo goed.

In Chłopi valt deze rampspoed de knappe, maar naïeve Jagna ten deel. De mens is niet groots, kent een wankel geciviliseerd evenwicht en weet doorgaans haar kwaad middels allerlei drogredenen, valse voorstellingen van de realiteit en projecties goed te praten. Alle basale menselijke emoties, zoals afgunst, verlangen, hebzucht, haat en angst zijn rauw, onopgesmukt en invoelbaar in beeld gebracht, werkelijk verbluffend en met die heldere kleuren glanst ‘s menschens toorn des te schrijnender. Tel hierbij de traditionele Poolse folkmuziek, die met verve gespeeld wordt, en je stelt jezelf zo voor in dat landschap, met helaas, die mensen. 

Poetry in Motion
Het experimentele blok korte animatiefilms. Verwacht geen gemakkelijke kost, maar laat je geest verruimen met de mogelijkheden en de hedendaagse creaties binnen animatie. Elf films passeerden de revue, variërend van ‘daar wil ik meer van zien’, tot ‘zzz… huh, nog steeds bezig’. Hoewel er werk tussen zat dat qua lengte af voelde, bleef het idee dat we naar ‘proeven van’ kijken. Een proeve van hybride mensen in The Posthuman Hospital, onheilspellend, en smakend naar meer. Een proeve van een ironisch spel met taal, woorden en animatie in Miserable Miracle. Of een uitdaging van wat dit nu weer probeert uit te beelden: The Hour Coat? Waar een leek een oefening in herhaling ziet, zonder dat er ontwikkeling ontvouwt. Waar de ene na de andere interpretatie hout snijdt en op stukloopt. Als animatiesommelier zou ik zeggen dat dit blok goed gedecanteerd moet worden en dat ze vooralsnog te vroeg gedronken is.

Here, Queer and totally Sincere
Een blok kortfilms met een duidelijke boodschap, waarbij de hoop is dat zich ook veel cis gender hetero’s zich melden, want een aantal films heeft een educatieve rol. Voor iemand die zich herkent in de LHBTQI+-beweging is het je anders voelen, zo leren we, een belangrijk deel van je dagelijkse ervaring. Dat perspectief als uitgangspunt van de beleving van een film nemen is dan vooral educatief voor diegenen die de meerderheid en de norm uitmaken. Voor de LHBTQI+’er is dit vooral een bevestiging. De films kenmerken zich door een meer serieuze en heroïsche toon, waar veel ruimte is voor kwetsbaarheid. Gelukkig is er ook voldoende ruimte voor humor, zoals een aloud sprookje waar de prins, geheel in tegenspraak met de verhalenverteller, van de herenliefde is, och arme prinses toch!

Sultana’s Dream

Sultana’s Dream

Sultana’s Dream
De tendens die her en der dit programma al zichtbaar werd, het doorbreken van het patriarchaat, viering van seksuele diversiteit en de keur aan experimentele kortfilms, kent in Utrecht op zondag haar apotheose in de origineel getekende biopic van de Bengaalse feministische schrijfster Rokeya Hossain (1880-1932). In 1905 schrijft ze een utopische roman, Ladyland, waarin vrouwen aan de macht zijn en mannen de huishoudelijke taken op zich nemen. De wereld zou een safe space voor vrouwen zijn.

De Spaanse onderzoekster en kunstenares Inés treft dit boek per toeval en, gefascineerd door de schrijfster en het verhaal, gaat zij op onderzoek naar de oorsprong en nalatenschap van Rokeya Hossain. De kijker wordt hierbij getrakteerd op een animatiestijl die doet denken aan Lotte Reinigers Die Abenteuer des Prinzen Achmed uit 1926. Het verhaal ontvouwt zich gedeeltelijk aan de chronologie van Hossain, waar tal van thema’s aan gehangen worden. Thema’s als de rol van vrouwen in de wereld, vrijheid, machtsstructuren, persoonlijke reflecties, de rol van religie. Hierin valt op het hoge intellectuele niveau van de dialogen die Inés met verschillende vertegenwoordigers rondom deze thema’s spreekt. De manier waarop deze dialogen gevoerd worden, lijken de kijker indirect uit te nodigen mee te praten, of in ieder geval je aan het denken te zetten.

Hoewel een aangename kennismaking met een schrijfster die nauwelijks bekend is, had de film meer mogen dromen om de wereld die Hossain voor ogen had, nader uit te werken. Belangrijk is dat we blijven dromen en scheppen.

Het Kaboom Animation Festival 2024 is nog tot en met 14 april te zien in Utrecht, Amsterdam en online. Lees hier het programma.

 

9 april 2024

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2024 – Deel 2: Over verlies, en dingen die voorbij gaan

CinemAsia 2024 – Deel 2:
Over verlies, en dingen die voorbij gaan

door Tim Bouwhuis

De kenners die het festivalaanbod van CinemAsia programmeren, bestrijken geografisch én filmisch zo’n immens terrein dat het extra prikkelt om zelf naar gedeelde thema’s en andere overeenkomsten te zoeken. Deze editie gaan ten minste vier geselecteerde titels over het vloeibare spectrum van verlies, verval, rouwverwerking en herinnering. Wat hebben films uit India, China, Taiwan en zelfs Costa Rica te zeggen over de dingen van het leven die onherroepelijk voorbij gaan?

“Alles verdwijnt in deze vallei”, zegt een grootvader die in het Indiase Guras een minimaal rolletje speelt. Hoe prachtig het gebied waar de film zich afspeelt er ook uitziet, door de onzekere arbeidsomstandigheden zijn de bergen van Darjeeling – een stuk minder ‘vluchtig’ verbeeld dan in de komedie van Wes Anderson – al even geen weelderige trekpleister meer. De prijs van kardemom, een specerij die verwant is aan gember, is zodanig gedaald dat de bewoners zich zorgen maken.

Guras

Guras

Het water aan de lippen
Dat het water sommigen letterlijk aan de lippen staat, wordt mysterieus uitgedrukt in de langgerekte openingsscène. Een man wordt met een paar volgepakte juten zakken afgezet op een brug, waar hij even lijkt te aarzelen of hij zijn onbestemde plannen ten uitvoer zal brengen. Als het beeld na een minuut of tien op zwart springt, zijn de juten zakken achteloos over de reling gesmeten. De man, zo lijkt het althans, springt er op het laatste moment uit wanhoop achteraan.

Na dit raadselachtige begin verplaatst de actie zich vrij abrupt naar een schoolklas, waar het negenjarige titelpersonage liever uit het raam staart dan dat ze luistert naar de instructies van de onderwijzeres. Vanuit een kinderlijke ooghoek komen de landbouwinspanningen van haar ouders onder toenemende druk te staan. Het gegeven van dalende voedselprijzen mag dan wel degelijk door de actualiteit zijn ingegeven, regisseur Saurav Rei voelt zich verder niet aangetrokken door de wetten van het sociaalrealisme. De belevingswereld van Guras heeft elementen van een sprookje, met een opeenvolging van dromen, geruchten en wonderen.

Dreiging en suggestie
Sluipt er inderdaad een gevaarlijk luipaard door het bos, en heeft die misschien Guras’ dierbare hond meegenomen? Wat gebeurde er nu precies op die brug? En waarom komt de stem die het meisje (spiritueel) leidt uit een volledig afgedekt graf? Het is jammer dat de film er richting het einde niet in slaagt om alle suggestieve lijntjes op een bevredigende manier met elkaar te verbinden, en dat een bij vlagen schelle geluidsband op geforceerde wijze moet zorgen voor extra spanning. Guras onderscheidt zich namelijk wel door concrete thema’s (bestaanstekort, verval en een stukje rouwverwerking) gedeeltelijk te verpakken in magische toespelingen.

All Ears

All Ears

De blik van een buitenstaander
Vergelijkbare thema’s zijn een stuk tastbaarder in All Ears, Guián en Be With Me, stuk voor stuk films die warme herinneringen aan vroeger balanceren met een randje van oprechte melancholie. In elke van de drie films bestrijken de herinneringen een persoonlijk en herkenbaar kader, namelijk de familiesfeer; toch is All Ears alsnog een boeiende uitzondering, omdat hij de banden tussen generaties beschouwt met de blik van een buitenstaander.

De Chinese film gaat over uitvaartspeeches (met een duur woord: eulogieën), de laatste woorden van houvast door de bescheiden Wen Shan op papier worden gezet. Dit verantwoordelijke werk lijkt voor de middelmatige (en na verloop van tijd voormalige) scenarist een welkome uitweg om te ontsnappen aan een lonkende midlifecrisis. Maar wat doe je als de verhalen die je pad kruisen je persoonlijk gaan raken? Blijf je dan een simpele spreekbuis, of kan de tragiek van anderen ook voor onverwachte verandering zorgen in je eigen leven?

Het mag All Ears dan aan een stukje overtuigingskracht ontberen, het drama doet in zijn ernst en aandachtigheid wel mooi denken aan het Japanse Departures (Oscar voor beste niet-Engelstalige film, 2009). Ook in die film zorgt een nieuwe baan voor gevoelens van medeleven en (levens)bestemming.

Guián

Guián

Van China naar Costa Rica
Guián is tussen al het fictiegeweld in dit verslag de enige documentaire. Dat Costa Rica op de filmpagina wordt genoemd als productieland, is voor CinemAsia-begrippen op zijn zachtst gezegd opvallend. Tót je meer weet over de achtergrond: de maker van dit egodocument reist na het overlijden van haar grootmoeder terug naar China, waar ze met de camera in de hand reflecteert op het gewicht van afstand en verschil: afstand in plaats (Nicole Chi Amén woont en werkt in Costa Rica) en verschil in taal (Nicole leerde nooit Chinees, haar grootmoeder nooit Spaans). Gelukkig blijkt dat gewicht relatief, omdat de kleindochter (en maker) haar persoonlijke rondreis aangrijpt om dichterbij het verleden en de belevingswereld van haar grootmoeder te komen.

Améns herinneringen aan toen komen grotendeels tot stand als een dialoog, waarbij na het treffende eerste kwartier wel de vraag rijst hoe wij, als buitenstaanders, los van die intieme woorden ooit grip kunnen krijgen op dit vervlogen verleden. De maakster van Guián lijkt zichzelf die vraag blijvend te stellen. Het beeldende verslag van haar bezoeken en ontmoetingen, onder meer met de broer van haar grootmoeder, is ook een onvolmaakte zoektocht naar de vorm waarin je het verleden als documentairemaker kunt gieten.

Creatieve luxe
Nicole Chi Amén deelt niet de creatieve luxe van Hwarng Wern-ying, de geprezen art director van de Taiwanese regisseur Hou Hsiao-hsien (helaas gepensioneerd door intredende dementie). Hwarng, die in 2015 nog meewerkte aan de vormgeving van kostuumdrama The Assassin, debuteert als filmmaker met de urgentie van iemand die haar persoonlijke verhaal in haar eigen taal wil vertellen. De parallellen tussen haar werk in de filmindustrie en het scenario van Be With Me liggen voor het oprapen: drie keer raden wat het beroep is van de mijmerende hoofdpersoon.

Be With Me

Be With Me

Net als Guras gaat Be With Me over een deels onbestemd gevoel van gemis, over het idee dat er iets mist dat het leven volledig maakt. Waar de film uit India dit haast in het mythische trekt (al was de verdwijning van een hond voor die regisseur wel degelijk een bron van inspiratie), laat dit stemmige drama zien hoe het voor art director Faye moeilijk is om in het heden te leven. Aan de hand van flashbacks krijgen we als kijkers wat grip op haar eerdere relaties, waardoor herinneringen aan vroeger nog meer de boventoon gaan voeren. In het hier en nu lijkt ze verdwaald, geplaagd door een zoektocht naar wat nog ‘echt’ is in een wereld (en werkveld) vol representaties.

Representatie en werkelijkheid
Het meest sprekende moment van de film volgt tijdens een wandeling in de natuur, als de schoonheid van het uitzicht zo tot de verbeelding spreekt dat een klein ‘wauw’-effect (óók door het krappe kader van een tv-scherm) niet kan uitblijven. Faye heeft alle gelegenheid om het vergezicht zelf ook in zich op te nemen, maar haar eerste impuls is een vluchtige foto maken.

“Als ik teveel van mezelf in mijn filmprojecten stop, kan ik niet meer terugkeren naar het normale leven”, zegt ze in een andere scène. Zie daar het gevolg van een constant ontsnappen aan de werkelijkheid, een vluchten in herinnering; voordat je het doorhebt, bestaat het ‘nu’ niet meer, en is het echte leven een slaaf geworden van de verbeelding. Maar oordelen daarover, dat escapisme kritisch terzijde schuiven? Dat doen we ook niet. Daarvoor is cinema ons uiteindelijk te lief.

Alle vier de films uit dit verslag zijn tussen 6 maart en 10 maart nog op het festival te zien. Bezoek de website van CinemAsia voor tijden en extra filminformatie.

 

6 maart 2024

 

DEEL 1: Aziatische misdaadfilms

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2024 – Deel 1: Aziatische misdaadfilms

CinemAsia 2024 – Deel 1:
Aziatische misdaadfilms

door Cor Oliemeulen

CinemAsia brengt al 20 jaar een selectie van Aziatische cinema naar Nederland. Het jubileum wordt gevierd van 5 tot en met 10 maart op drie locaties in Amsterdam. InDeBioscoop brengt in twee artikelen enkele opvallende films van het festival onder de aandacht. Allereerst drie misdaadfilms: uit Indonesië, Hongkong en China.

 

13 Bombs

13 Bombs – Bitcoin als redding
Populaire Indonesische films zijn vooral horror, romantiek en komedie. Als het gaat om misdaadfilms kom je al snel uit bij The Raid (2011) en The Raid 2 (2014). Die hebben een moordend tempo, bloedstollende spanning en prachtig gechoreografeerde martial arts, maar zijn ook intens gewelddadig en bovendien geregisseerd door een Welshman. Enkele jaren geleden verscheen de eerste Indonesische superheldenfilm, Gundala (2019), maar deze verdienstelijke poging voelde wat onbeholpen aan en neigde te veel naar de Amerikaanse Marvel-films. Ook de Indonesische filmmaker Angga Dwimas Sasongko probeert het misdaadgenre nieuw leven in te blazen. 13 Bombs (13 Bom di Jakarta, 2023), naar verluidt de duurste Indonesische film ooit, werd in eigen land bezocht door ruim een miljoen bioscoopgangers.

De film begint spectaculair met een gewelddadige overval op een geldwagen in Jakarta. Opvallend genoeg nemen de overvallers het geld niet mee en zien we hoe burgers met rond dwarrelende bankbiljetten aan de haal gaan. De nationale antiterreurorganisatie ontvangt een videoboodschap van de overvallers. Ze zeggen dat ze dertien bommen in de hoofdstad hebben geplaatst en dat er elke acht uur eentje zal ontploffen. Ze willen 100 bitcoins, gelieve over te maken via het crypto-platform Indodax. Bendeleider Arok (Rio Dewanto) laat de autoriteiten weten dat hun acties zijn gericht tegen de rijken en de corrupte financiële systemen. Dat hun terreurdaden onschuldige slachtoffers treffen, pareert Arok met de opmerking dat er veel meer mensen sterven aan honger en door gebrek aan gezondheidszorg. Zowel Arok als de door hem gerekruteerde handlangers worden in hun daden gedreven door persoonlijk leed of leed van hun naasten, veroorzaakt door het kapitalistische systeem.

Hoe nobel de Robin Hood-gedachte en de aandacht voor sociale leefomstandigheden ook mogen zijn, het kat-en-muisspel tussen de terroristen en de politie volgt bijna tweeënhalf uur lang alle gangbare paden van het misdaadgenre, met een voorspelbaar plot op de koop toe. Frappant is de aanwezigheid van de twee jonge oprichters van Indodax, William en Oscar. Zij worden verdacht van medeplichtigheid en kunnen zich vrijpleiten door hun techno-skills aan te wenden om de terroristen te verhinderen hun bommen te laten ontploffen. Deze twee crypto-nerds zijn ook in het echte leven de oprichters van Indodax én producenten van 13 Bombs. Samen met de kritiek op traditionele financiële instellingen en de schrijfwijze van de letter ‘B’ (het bitcoin-logo) in de filmtitel ligt de reclame voor deze cryptomunt er wel heel dik bovenop.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait.

 

Mad Fate

Mad FateHet lot tarten
Ga maar eens goed zitten voor deze mysterieuze thriller uit Hongkong en probeer daarna maar eens iemand het krankzinnige plot uit te leggen. In Mad Fate (Ming’an, 2023) van Soi Cheang pretendeert een chaotische waarzegger (Ka-Tung Lam) het noodlot van zijn klanten te kunnen veranderen. In de openingsscène zien we een onheilspellend ritueel op een kerkhof waar hij een jonge vrouw zogenaamd begraaft om het universum te foppen. Tijdens de zwarte kunst van de waarzegger barst een onweer los en mislukt het plan. De vrouw rent naar huis en komt daar alsnog aan haar einde door een seriemoordenaar.

Een psychotische pizzabezorger (Lok Man Yeung) loopt de seriemoordenaar tegen het lijf, betreedt het appartement van de jonge vrouw en ziet haar hangen boven een plas bloed. Op dat moment voelt hijzelf de behoefte om iemand te doden, zoals hij dat vanaf zijn jeugd steeds probeert met een zwarte kat (een sinister CGI-schepsel als running gag). Wanneer ook de bezorgde waarzegger in het appartement arriveert, realiseert hij zich dat hij nu het lot van de pizzabezorger moet proberen te veranderen. Er ontvouwt zich een uitzinnig verhaal waarin de paden van de waarzegger, de pizzabezorger, de seriemoordenaar en een politieman elkaar voortdurend kruisen.

Mad Fate, dat vorig jaar zijn wereldpremière beleefde in Berlijn, is een film over lotsbestemming, astrologische voorspellingen en toeval. Het ene moment een donkere neo-noir met psychedelische luchten waaruit bakken regen valt, het andere moment een psychologische thriller over psychische stoornissen en met schokkende plotwendingen waarbij je soms niet meer weet wie de goede en wie de slechte is. Of zoals de waarzegger tegen de pizzabezorger zegt: “Je pad is al uitgestippeld, maar je moet zelf kiezen of je het bewandelt.”

Kijk hier waar en wanneer deze film draait.

 

Only the River Flows

Only the River Flows – Politieman in crisis
Ook de personages in Only the River Flows (He bian de cuo wu, 2023) moeten zich schikken in hun lot. Dit moordmysterie speelt zich af in een Chinees dorp medio jaren 90 als de traditionele samenleving langzaam verandert in een moderne samenleving. Een oude vrouw die vist in de rivier wordt vermoord. De meest voor de hand liggende verdachte is een zwakzinnige jongeman die door de vrouw was geadopteerd. Politie-inspecteur Ma Zhe (Zhu Yilong) blijft twijfelen of hij wel de dader is, zelfs nadat de jongen onder het bloed en met een kapmes wordt aangetroffen.

Deze sterke misdaadfilm van Wei Shujun brengt een aantal lagen aan in het verhaal, dat qua atmosfeer, psychologie en zwarte humor echo’s oproept van de Chinese thriller Black Coal (2014) en het Koreaanse meesterwerk Memories of Murder (2003) waarin ook personages worstelen met zowel de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen als met hun privéleven. Ma Zhe belandt na een schokkende gebeurtenis in een persoonlijke crisis, krijgt zorgen door de zwangerschapscomplicaties van zijn vrouw en kampt met een haperend geheugen. Terwijl de hele film is geschoten op 18mm gebruikt de regisseur voor Ma Zhe’s dromen en nachtmerries een digitale camera om het verschil in beleving tussen waan en werkelijkheid te benadrukken.

Only the River Flows is een origineel en vakkundig gemaakt misdaadmysterie met pingpongende politieagenten, poëzieliefhebbers, fabrieksarbeiders en een kapper die zich als vrouw verkleedt. De kalme muzikale klanken van Howard Shore en Beethoven begeleiden hun verborgen geheimen en persoonlijke tragedies. Een mooie vondst is de verhuizing van het plaatselijke politiebureau naar een bioscoop die vanwege tanende belangstelling de deuren heeft moet sluiten. Nu is het podium de plaats waar Ma Zhe met zijn team het bewijsmateriaal kan presenteren, waar dode varkens hangen om daarop de impact van verschillende steekwapens te kunnen testen en waar de politie-inspecteur zijn eigen voorstellingen kan projecteren.

Kijk hier waar en wanneer deze film draait.

 

5 maart 2024

 

DEEL 2: Over verlies, en dingen die voorbij gaan

 


MEER FILMFESTIVAL

Modelo 77 opent Amsterdam Spanish Film Festival 2023

Modelo 77 opent Amsterdam Spanish Film Festival 2023:
Roep om amnestie gevangenen

door Cor Oliemeulen

Het gevangenisdrama Modelo 77 is de openingsfilm van de negende editie van het Amsterdam Spanish Film Festival (ASFF), dat wordt gehouden van 24 tot en met 26 november. Deze thriller van Alberto Rodríguez (La isla mínima) speelt zich af na de dood van dictator Franco wanneer Spanje worstelt met de overgang naar een democratische samenleving.

Modelo 77 (Engelse titel: Prison 77) is geïnspireerd op ware gebeurtenissen in La Modelo, de karakteristieke ‘modelgevangenis’ in Barcelona waar de film werd opgenomen. In 1976 belandt de jonge accountant Manuel (Miguel Herrán: La casa de papel, 2017-2021) aldaar omdat hij geld heeft gestolen. Volgens de autoriteiten vele malen meer dan in werkelijkheid, waardoor Manuel een jarenlange gevangenisstraf tegemoet kan zien. Hij komt in een cel met Pino (Javier Gutiérrez: La isla mínima, 2014), die al meer dan de helft van zijn leven zit opgesloten. “Iedereen die Franco niet mag, zit hier”, zegt hij. “Anarchisten, socialisten, communisten.” De rest zit hier vooral vanwege diefstal, want Spanje lijdt niet alleen onder een bestuurscrisis, maar ook een economische crisis.

Modelo 77

Van dictatuur naar democratie
De film speelt zich af tijdens de transitieperiode na de dood van dictator Francisco Franco, die van 1939 tot 1975 Spanje met harde hand regeerde. De overgang van dictatuur naar democratie (1979) leidt tot diepgaande transformaties van de mentaliteit en levensstijl in de Spaanse samenleving. Vrouwen proberen zich te onttrekken aan het patriarchale systeem en de repressie van het nationale katholicisme. Zo ook jongeren, die kunnen gaan worstelen met moraliteit, gender en seksualiteit – al dan niet aangemoedigd door filmmakers als Eloy de la Iglesia en Pedro Almodóvar.

De transitie is niet voor iedereen vanzelfsprekend, want de nieuwe staat erft de structuur van de dictatuur met haar machthebbers, politieagenten en rechters. Ook de grootgrondbezitters en aristocraten menen nog steeds het recht aan hun zijde te hebben, getuige de satirische Nacional-filmtrilogie (1978-1982) van Luis García Berlanga. Zijn parades van uitzinnige personages maken de economische, politieke en morele corruptie in die jaren uiterst zichtbaar. Camada negra (1977) van Manuel Gutiérrez toont hoe rechtse knokploegen politieke bijeenkomsten en ontmoetingsplekken van linkse politici terroriseren. En in 7 días de enero (1979) reconstrueert Juan Antonio Bardem de zeven dagen in januari 1977 die voorafgaan aan de koelbloedige moord door fascisten op vijf communistische arbeidsrechtadvocaten in Madrid.

Modelo 77

Tumult en demonstraties
In Modelo 77 zien we in die week op straat demonstraties voor amnestie van gevangenen, in eerste instantie voor politieke gevangenen. Die actie van sympathiserende burgers is aangewakkerd door het tumult van de gevangenen, die vrij extreme toeren uithalen en oproer kraaien. Sommige gevangenen hebben weliswaar de beschikking over goedwillende advocaten, maar die kunnen niet opboksen tegen de politieke tegenstellingen en onmacht van het nieuwe parlement. Manuel laat zich vooruitschuiven als onderhandelaar met de autoriteiten en als spreekbuis naar de pers. Die rol valt niet goed bij de directe en de cipiers, waardoor Manuel meer dan eens wordt mishandeld en in een isoleercel verdwijnt. Zijn motivatie om door te gaan, komt mede van een meisje dat regelmatig tijdens het bezoekuur achter het glas verschijnt.

Alberto Rodríguez maakte dit enerverende gevangenisdrama met bijna dezelfde crew als van zijn immense succes La isla mínima. Die thriller grijpt ook plaats tijdens de transitieperiode en gaat over twee politiemannen die vanuit Madrid afzakken naar de uitgestrekte moerassen in Andalusië om de verdwijning van twee tienermeisjes te onderzoeken. Modelo 77 speelt zich nagenoeg helemaal binnen af, echter de cinematografie van Alex Catalán over het barre leven in de gevangenis met al haar geweld, verraad en hiërarchische verhoudingen is al even indrukwekkend. De reeks authentieke zwart-witfoto’s aan het eind tonen de betrokkenen die in de film worden geportretteerd.

Bekijk hier het programma van het ASFF 2023.

 

21 november 2023

 


MEER FILMFESTIVAL

Dutch Mountain Film Festival 2023 – Preview 2

Dutch Mountain Film Festival 2023 – Deel 2:
Hoogvlaktes, grotbewoners, artistiek alpinisme en mergelgroeves

door Paul Rübsaam

In Heerlen, Kerkrade en Aken vindt van 31 oktober tot en met 5 november het Dutch Mountain Film Festival (DMFF) plaats. Het thema van de dertiende editie van het festival is ‘Risico’. In het tweede en laatste deel van deze vooruitblik bezoeken we Bolivia, Canada, Nepal en Californië. Maar ook Zuid-Limburg.

Utama

Utama

Droogte en zorgen op de hoogvlakte
Een oude man met grijs haar schept aan de zijkant van een uit lichtbruine stenen opgetrokken, schamele woning zwaar ademend en met trage gebaren water in een bak, wast vervolgens resoluut zijn diep roodbruin verbrande gezicht (alleen zijn gezicht), kijkt omhoog en dan in het water van de bak waarin hij een overvliegende koningsgier weerspiegeld ziet. Vervolgens loopt hij langzaam naar zijn op een uitgedroogde akker werkende vrouw (in poncho en met grijs haar in een staart), gaat naast haar zitten en legt zijn hoofd op haar schoot, waarna zij lichtjes zijn slaap streelt.

Dit is niet de openingsscène van Utama (ons huis), maar wel een van de vele scènes uit de film die je als recensent eigenlijk zonder verdere toevoegingen volledig uit zou willen schrijven. Het in Spaans en Quechua gesproken, op een Boliviaanse hoogvlakte gesitueerde drama van regisseur Alejandro Loayza Grisi bewijst weer eens dat een kalme cameravoering (cinematografie Barbara Alvarez) een indringend landschap, omineuze beelden en onnadrukkelijke, maar veelzeggende gebaren een gevoel van betrokkenheid bij de kijker des te sterker teweeg kunnen brengen.

Het oudere echtpaar Virginio en Sisa (vertolkt door de plaatselijke niet-professionele acteurs José Calcina en Luisa Quispe) blijven het liefst wonen waar ze wonen: in hun huisje op de uitgestrekte, even betoverende als desolate hoogvlakte, met hun lama’s en hun akkertje. Maar het leven wordt er niet eenvoudiger op. Mede onder invloed van de klimaatverandering heeft het op de hoogvlakte al bijna een jaar niet meer geregend. Het gevolg is dat Sisa het benodigde water van steeds verder weg moet halen. Al blijft dat volgens haar man die de lama’s beheert háár taak. Ondertussen ontwikkelt Virginio zelf een steeds verdachter klinkend hoestje.

Sisa is opgetogen, maar Virginio nogal terughoudend als hun met smartphone en koptelefoon gewapende kleinzoon Clever (Santos Choque) op bezoek komt. Het ‘verwende ventje’ in de woorden van zijn grootvader komt vast alleen maar als boodschapper van zijn vader, waar opa Virginio nog een appeltje mee heeft te schillen. Bovendien spreekt Clever geen Quechua en heeft hij geen enkel benul van ‘voortekenen’, of die nu de op handen zijnde regen of iemands gezondheidstoestand betreffen. Laat staan dat hij zou weten hoe condors met hun levenseinde omgaan.

Toch mag Clever met zijn nukkige grootvader op stap. Niet alleen om de witte, lichtbruine en donkerbruine lama’s met hun ‘oormerk’ van als vlaggetjes ogende roze doekjes op de door de droogte gebarsten hoogvlakte te weiden, maar ook om met een groep mannen uit het naburige dorp een tocht naar de bergen te ondernemen op zoek naar water.

Het is de vraag of er einde zal komen aan de droogte. Voor het gehoest van Virginio geldt hetzelfde. Ook is het lang niet zeker of Clevers pogingen om zijn grootouders ertoe over te halen naar de stad te verhuizen, zullen slagen. Subtiele plotwendingen die het serene tempo van de film niet schaden, stellen je in staat langzamerhand te begrijpen waarom Virginio zo hecht aan zijn traditionele levensstijl. Even geleidelijk komt de wederzijdse genegenheid aan de oppervlakte die schuilgaat achter de weerbarstige verhouding tussen Clever en zijn grootvader. Utama is niet alleen een film waarbij zelfs de kijker zich dorstig en stoffig gaat voelen. Hij weet ook zeker te ontroeren.

he Ballad of Caveman Bill

The Ballad of Caveman Bill

‘Shit is good!’
In The Ballad of Caveman Bill portretteert David Curtis de goedlachse, soms wat nerveuze Bill Donaldson, die niet zomaar ergens tussen de bergen woont, maar letterlijk erín. Donaldson (een oudere man met een ruige grijze baard en lang haar in een staartje) heeft aan de oever van een rivier van oude houten planken en andere gebruikte materialen zijn huis gebouwd in de uitsparing van een rots. Dat wil zeggen: de gevel van het huis en het voorste deel ervan. De achterkant van zijn woning wordt gevormd door de vaak vochtige wanden van de grot zelf. Hij is daar in 1996 zonder vast omlijnde plannen ingetrokken en er sindsdien naar eigen zeggen blijven hangen.

We volgen Bill bij zijn dagelijkse bezigheden, bestaande uit het verzamelen van herbruikbaar materiaal op afvalplaatsen in het aan de overkant van de rivier gelegen Noord-Canadese stadje Dawson (Yukon) en daarbuiten. Hij verricht timmerwerkzaamheden en kleine klusjes voor buurtgenoten en vervoert van alles en nog wat per slee en per boot in gezelschap van zijn twee honden.

Zijn identiteit als ‘caveman’ cultiveert Bill naar eigen zeggen opzettelijk een beetje ten behoeve van nieuwsgierige toeristen. Zelf vindt hij het verschil tussen zijn eigen leven en dat van ‘gewone’ mensen niet zo groot. Wie in een appartement woont, woont toch eigenlijk ook in een grot. Maar dan eentje die op, onder of naast andere grotten is gestapeld.

De afvalplaatsen afstruinend, verbaast hij zich erover dat er zoveel zo snel wordt weggegooid, van goed berijdbare fietsen tot nauwelijks defect witgoed. Maar hij wil zichzelf niet al te fanatiek positioneren als een strijder tegen de consumptiemaatschappij. Ook hij gebruikt batterijen. En plastic, geeft hij toe. Zoals dat van zijn bril en zijn fleecejack. Wel is hij nogal trots op de uitvinding van zijn ‘compostable toilet’. De met takjes en houtkrullen gevulde pot kan na het toiletbezoek waarbij doortrekken niet nodig is in zijn geheel worden gebruikt om er gewassen op te laten groeien. ‘Shit is good!’, weet Bill.

Ondanks zijn bescheiden ecologische voetafdruk spaart het veranderende klimaat ook Bill niet. De sneeuw op de rotsen boven zijn woning smelt eerder en het vocht dringt zich door de rotsen naar beneden. Er vallen dan zoveel druppels uit zijn ‘plafond’ dat Bill in zijn eigen woorden het gevoel krijgt een ongenode jazzdrummer op bezoek te hebben. Ook de in de winter bevroren rivier smelt al eerder en het water daarvan komt hoger te staan, wat in Bills grot tot natte voeten kan leiden. Dus moet hij meerdere keren per jaar verkassen naar een hoger gelegen groene tent.

Bill Donaldson is zeker niet bang om voor malle Pietje versleten te worden. Maar de moed die hij daarvoor opbrengt, gebruikt hij soms ook om te maskeren dat hij niet altijd het achterste van zijn tong laat zien. Althans, die indruk krijg je als kijker. Hoe was zijn jeugd werkelijk en hoe zat het precies met zijn drankverleden en dat van zijn vader? Zou zijn moeder er echt trots op zijn dat haar zoon holbewoner is geworden in plaats van een saaie dokter of advocaat? Het zijn vragen waar je mee blijft zitten bij dit niettemin onderhoudende portret van een onalledaagse man met veel gevoel voor humor.

Reinhard Karl - Die Kunst, einen Berg zu besteigen 

Reinhard Karl – Die Kunst, einen Berg zu besteigen 

Alpinisme als kunstvorm
Van het zien van een berg op een foto naar het beklimmen daarvan en vervolgens met behulp van een eigen fototoestel een eigen verhaal over die beklimming vertellen. Tenslotte opnieuw de stap van het driedimensionale naar het tweedimensionale middels een op die foto en dat verhaal gebaseerde linoleumsnede en de inktafdruk daarvan. Dat is de route die in de korte, maar intense documentaire Reinhard Karl – Die Kunst, einen Berg zu besteigen van Tom Dauer door de Duitse alpinist, schrijver en fotograaf Reinhard Karl (1946-1982) in het verleden en de jonge grafische kunstenares Clara Happ in het heden wordt afgelegd.

De indringende werken met veel zwart en fijne witte lijntjes die Happ met gutsmes en inktroller tot stand weet te brengen, zijn naar haar eigen zeggen niet alleen geïnspireerd op Karl’s beeldschone, soms ijzingwekkende en contrastrijke zwart-witfoto’s. Die foto’s van steile hellingen, bergtoppen, eindeloze sneeuwvelden en schijnbaar in het luchtledige aan een touw bengelende alpinisten staan namelijk in het boek “Erlebnis Berg: Zeit zum Atmen” en gaan vergezeld van de vaak filosofisch getinte teksten van de in 1982 op de Cho Oyu in de Himalaya verongelukte alpinist. Ook dat innerlijke leven van Reinhard Karl wil Happ met haar linoleumsneden tot uitdrukking brengen.

Middels citaten uit “Erlebnis Berg”, Karl’s foto’s, archiefbeelden van ondere andere een beklimming van de Mount Everest (1978) en spectaculair vrijklimmen in Yosemite Valley in Californië (1980) en soms weer terugkerend in de studio van Clara Happ verschaft regisseur Tom Dauer ons een inkijkje in de wereld van de man die het leven zelf als ‘een berg zonder top’ omschreef.

Foto’s van adembenemende bergen bekijken. Daar begon het mee voor de jonge Reinhard Karl. Later, toen hij als automonteur nog doen moest wat anderen hem opdroegen, wilde hij zich vooral bewijzen als alpinist. Langzaam maar zeker echter werden pen en fototoestel onontbeerlijke attributen. Het doel was niet meer de beste alpinist te worden, maar de esthetiek van het hooggebergte te vangen. Foto’s kunnen tweedimensionaal als ze zijn weliswaar nooit de angst voor de dieptes en de soms intense kou goed overbrengen, maar leerden de fotograaf naar eigen zeggen zien dat er vanaf de top vele wegen terug naar het dal voeren. Waardoor hij zoals hij dat zelf formuleerde na iedere beklimming weer als iemand beneden kon komen.

‘Hoe meer men beleeft, hoe meer men is’ luidt een van Karl’s andere memorabele aforismen. ‘Men is dan geen zandkorrel meer die door iedere storm weggeblazen kan worden. Men is een steen geworden. Een Rolling Stone, die onafgebroken zijn baan volgt.’ Zo’n man verdient eigenlijk meer grafstenen dan alleen die ene op weg naar de Cho Oyu (8188m), waar Reinhard Karl op 19 mei 1982 op vijfendertigjarige leeftijd het slachtoffer werd van een ijslawine. Gelukkig vormt nu ook het werk van Clara Happ een passend eerbetoon.

Mergel

Mergel

Sfeervolle stillevens in Zuid-Limburg
Een van de hoogtepunten van de elfde editie van het Dutch Mountain Film Festival (2021) was het in Slovenië opgenomen BERG van de Nederlandse cineaste Joke Olthaar. Voor wat betreft de cinematografische stijl is het veel kortere, in Zuid-Limburg opgenomen en daarmee nog Nederlandsere Mergel van Thomas Brand daar zeker mee te vergelijken.

In, op en rond het mergel van de Curfsgroeve nabij Valkenburg verkent Brand evenals Olthaar in zwart-wit de zeggingskracht van geaccidenteerd terrein met veelvuldig gebruik van vaste camerastandpunten. Licht en schaduw, vorm, structuur en kleine toch bewegende details, veroorzaakt door bomen, bladeren, takjes en een veranderende lichtval, komen optimaal tot hun recht en versterken het gevoel van betovering dat het landschap teweeg kan brengen.

Mede door de schaal- en hoogteverschillen tussen Zuid-Limburg en Slovenië spelen registraties van de lucht (al dan niet met traag overtrekkende wolken) in Mergel een veel geringere rol. Enerzijds draagt dit bij aan het verbeelden van de sprookjesachtige, soms sinistere en claustrofobische atmosfeer van de groeve en het omliggende landschap. Anderzijds is het goed dat Mergel niet langer dan een kwartier duurt. Eentonigheid ligt namelijk wel op de loer. Niettemin is het verheugend dat er zich iets als een typisch Nederlandse bergfilm lijkt te ontwikkelen.

En verder…
Andere opmerkelijke films op het festival zijn onder andere de hilarische “Swissploitation’ Mad Heidi (Johannes Hartmann en Sandro Klopfstein), waarin het dit keer buitengewoon weerbare kinderboekenpersonage Heidi zich staande weet te houden in een fascistisch en opzettelijk overdreven bloederig Zwitserland. Voorts De Acht Bergen (Felix van Groeningen en Charlotte Vandermeersch) naar de fameuze roman van Paolo Cognetti over een bergvriendschap, alsmede No Dogs or Italians Allowed, die allebei eerder dit jaar in de bioscoop verschenen.

Meer animatie en stopmotion is te zien in onder andere The Legend of Goldhorn en Egoland, opnieuw aandacht voor de impact van klimaatverandering op ski-ressorts in The Last Skiers en een terugblik op de eerste bijna geslaagde beklimming van de Mount Everest, nu een eeuw geleden in Everest: by those who were there.

Overige activiteiten in het kader van DMFF #13 zijn onder meer de exposities ‘Een gebergte in mijn kamer’ en ‘Steine zum Staunen’, een wandelsafari in het Land van Kalk nabij Heerlen en een interview met Yond Boeke, de Nederlandse vertaler van Paolo Cognetti.

Voor een volledig overzicht van alle zesentwintig films en alle overige activiteiten zie de website van het DMFF.

 

30 oktober 2023

 

Dutch Mountain Film Festival 2023 – Deel 1: Lawines, klimaatverandering en andere gevaren

 


MEER FILMFESTIVAL