Jonge vriendinnetjes

Jonge vriendinnetjes

door Bob van der Sterre

La Noia ♦ Girl with Green Eyes ♦ Bob le flambeur

 

Wat is er in de cinema gebeurd met de zeer jonge vriendinnetjes? Door de politiek correcte wind die er waait zijn vriendinnetjes in films tegenwoordig stoere vrouwen van dik in de dertig. Saai. Vroeger deden ze er minder moeilijk over. Afgezien van beroemde films als Lolita (1962) en Manhattan (1979) zijn er nog wel wat meer films waarin de vriendinnetjes maar net (en soms net niet) meerderjarig zijn. 

Groot drama. Balestrieri, een kunstenaar, sterft in de armen sterft van Cecilia, een meisje van zeventien. Dino bezoekt het huis van Balestrieri en ontmoet daar Cecilia. Ze is het type dat je verstand doet verliezen, jaloers doet maken. Alsof het haar beroep is, muze, zo gedraagt ze zich. En ook Dino, een kunstenaar met een painter’s block, en een steenrijke moeder, raakt door haar gefascineerd.

Dino en Cecilia krijgen een affaire. Het duurt niet lang voor hij ook al zo verzot is geworden op Cecilia dat hij zijn fortuin voor haar zou willen opgeven. Wat kun je nog meer doen dan haar van top tot teen bedekken met geld en een vleugel van een kasteel en een supersnelle auto aanbieden?

De sensualiteit proef je tussen de beelden
Maar ze is na alle cadeaus nog steeds te verveeld om ja te zeggen voor een huwelijk. Nog sterker, ze vraagt Dino zelfs om geld voor haar andere vriendje, Luciani. ‘We hebben het nodig voor ons tripje naar Capri.’ Ze snapt niet wat jaloezie voor een hartstochtelijke man betekent. Het interesseert haar ook niet.

Vermakelijke film, La Noia (1963, naar een boek van Alberto Moravia). De explosieve Horst Bucholtz is namelijk erg passend als de geobsedeerde man, en Catherine Spaak is echt dat meisje dat niet weet wat ze wil, maar in elk geval moet het steeds iets anders zijn dan wat ze ervoor deed. ‘Je hoeft niet te wachten’, zegt ze als ze er weer eens vandoor gaat, of, ook zo’n mooie: ‘Ik weet niet, ik heb gewoon niet zo’n zin om te trouwen.’

Dan is er dus nog de moeder van Dino, die zo ver gaat om huishoudsters te betalen om haar zoon te verleiden, om hem maar onder haar vleugels te krijgen. Een verrassende rol van Betty Davis (het dubben van Italiaanse stemmen doet wonderen). Terwijl Cecilia hem zo om haar vinger windt, krijgt zijn moeder het met alle geld van de wereld niet voor elkaar om hem zijn beslissingen te laten overdenken.

Een warme, rustige film over liefde en seks, gemaakt door de minder bekende regisseur Damiano Damiani. Allemaal heel kuis, zoals het gewoon nog kon in 1963. De sensualiteit is iets wat je tussen de beelden door proeft.

Cynisme van de ouderdom en romantiek van de jeugd
Een minder gevaarlijk meisje is Kate, een jonge, dromerige, romantische verkoopster in een drogisterij in Dublin, met mooie, onschuldige ogen. Ze woont samen met een vriendin, een type dat een boekhandel omschrijft als een mortuarium.

Kate zoekt een speciale man. Op een uitje met vrienden komt ze de schrijver Eugene Gaillard tegen. Hij is twee keer zo oud maar dat kan haar niet schelen, ze vindt hem interessant. In een boekhandel ziet ze hem opnieuw. Ze drinken thee. Aldus begint een rustige, vriendelijke, schattige affaire in Girl with Green Eyes (1964).

De dialogen tussen de twee zijn heerlijk. Zij: ‘Als ik naar je luister, is het alsof ik een boek van je lees.’ Hij: ‘Je doet me denken aan een lemur. Een mooi nachtdier met grote, hongerige ogen.’ Hij: ‘Jonge meisjes maken me verdrietig. Ze willen zoveel.’ Zij: ’Ik wil niets.’

Hij is net zo gemeen als lief tegen haar. ‘Er is geen altijd  in menselijke relaties’, waarschuwt hij haar al. ‘Je bent gesteld op mensen maar je wilt ze niet altijd ontmoeten. Niets is permanent.’ En als ze dan eindelijk de deur van zijn slaapkamer open doet: ‘Als moeder overste je nu eens kon zien.’

De relatie van Eugene en Kate beschrijft mooi hoe het cynisme van de ouderdom nauwelijks met de romantiek van de jeugd te verenigen valt. ‘Je hebt nooit iets gedaan om te laten zien dat je van me houdt.’ ‘Wat moet ik doen, de Hongaarse opera voor je zingen?’

Het is de combinatie van Eugenes ervaring en Kates gevoeligheid die de film zo ongelooflijk schattig maakt. Je kunt zeggen dat Rita Tushingham de rol geweldig speelt. Ze is inderdaad een zeldzaam charmante actrice – een jaar later zou ze iets minder verliefd maar iets grappiger zijn in The Knack …or How to Get It. Maar dat zou Peter Finch als laconieke schrijver te kort doen. Zijn schrijverskarakter loopt eens niet over van de clichés, en lijkt Michael Caines koele karakters van een paar jaar later te hebben beïnvloed (The Ipcress File, Alfie, Gambit).

Bovendien, dit is 1964, katholiek Ierland. Alleen al de omgang met een oudere, gescheiden vent is recept voor een schandaal. ‘Die man is gevaarlijk!’ Het maakt Kate alleen maar koppiger.

Geen seks maar bescherming
Zéér jong is Anne, Bob Montagné’s vriendinnetje in Bob le flambeur, een misdaaddrama uit 1956. Te jong zelfs om de film te maken; nog geen zestien lentes. Er is gesmokkeld met haar leeftijd om het uiteindelijk voor elkaar te krijgen. Geen wonder, dit dilemma, want hier en daar moet ze nogal sensueel zijn.

Dat was niet het enige probleem voor Melville, regisseur van de film. Hij had grotendeels geen geld en kon zijn acteurs amper betalen. Roger Duchesne, de hoofdrolspeler, had bovendien een drankprobleem (dus dat acteert ie niet). Maar het is hem toch gelukt.

Bob ‘le flambeur’, de hoofdrolspeler van de film, is een drinkende gokker. Hij is dikke maatjes met de politie. Hij is al jaren een crimineel buiten dienst en doet wat zulke lui doen: spelletjes kaart spelen, slempen in bars en soms rondrijden met zijn mooie auto. Pigalle, Montmartre, toen nog een ranzige achterbuurt, is zijn wijk. Niet voor niets is hij ‘le flambeur’, de speler.

Als zich een gelegenheid voordoet om een grote slag te slaan (een koffer met 800 miljoen franc van een casino in Dauville) kan hij mooi gebruikmaken van zijn goede reputatie. Niemand die hem ervan verdenkt. En hij stelt een team samen. Hoe verbazingwekkend in 1956 een overval werd voorbereid: je oefende gewoon op een grasveldje.

In een van de bars in Montmartre komt hij Anne tegen. Waar Cecilia mannen bespeelt, Kate een gevoelig typje is, is Anne het naïeve gansje. Bob is een krachtig, besluitvaardig type. Ze krijgt een sandwich bij de bar aangereikt. ‘Laat die sandwich’, zegt hij, ‘kom bij ons zitten voor een echte maaltijd.’

Maar Bob is geen minnaar en ook geen schurk. Hun verhouding draait niet om seks, maar om bescherming. Ze vraagt: ‘Wat gaan we doen?’ ‘We? Het is tijd om te slapen.’ ‘En? Slaap ik bij jou vanavond?’ Hij stopt geld in haar tasje. ‘Neem een hotel.’

Vanaf het begin schitteren hun dialogen in absurditeit. ‘Wat doe je hier in Montmartre? Heb je geen werk?’ ‘Ik had werk. Maar de baas beantwoordde niet aan mijn ideaal van mannelijkheid.’ ‘En wat doet een meisje als jij om vijf uur ’s nachts op straat? Ik zag je laatst in Pigalle met een Amerikaan. Jullie aten friet.’ ‘Ik hou van friet.’ Bob, geïrriteerd: ‘Maar wat doet een meisje als jij hier?’ Ze haalt haar schouders op.

Is het wel zo slim om zo’n meisje te willen beschermen? Al snel duikt ze het bed in met Paolo, het hulpje van Bob, en trekt bij hem in. Ze verveelt zich natuurlijk al snel met zijn romantiek. ‘Zie je niet hoe gek ik op je ben?’, zegt Paolo. ‘Niemand heeft je iets verplicht.’ ‘Wat heb jij dan nodig?’ ’Grote dingen.’ ‘Zoals?’ ‘Geef me de maan cadeau.’

Is het een goed idee om bij zo’n gansje op te scheppen over koffers met miljoenen? De hele nobele daad van Bob zou wel eens flink kunnen terugslaan. Waarmee de cirkel met Cecilia en Kate rond is: jonge vriendinnetjes, die brengen alleen maar ellende.

 

8 juli 2014

 

Bob le flambeur

 

Alle Camera Obscura