***
recensie Hokwerda’s kind
Hunkeren naar liefde en geborgenheid
door Jochum de Graaf
De beginscène van de film is dezelfde als de beginzin van het boek: ‘Die avond wierp Hokwerda keer op keer zijn dochtertje over de rietkraag in de Ee.’ Het meisje kraait het eerst uit van plezier, maar is allengs de uitputting nabij en kijkt toch weer op naar die strenge vader. Het is een scène die haar leven zal tekenen.
In het boek, de gelijknamige bestseller van Oek de Jong uit 2002, is Lin Hokwerda een tafeltennisster die onder het straf regime van een autoritaire coach topsport bedrijft. Ze heeft meerdere gepassioneerde relaties met wat je foute mannen zou kunnen noemen, mannen waarbij ook een haakje los is. Eerst met de drugsverslaafde Markus, vervolgens met de brute macho Henri, die haar bedriegt. Haar relatie met de meer zachtaardige Jelmer wordt verbroken als ze weer contact krijgt met grootste liefde Henri. Er komt verkrachting, zwangerschap, abortus en moord aan te pas. Lin komt in de gevangenis.
Onstuimige liefdesverwikkelingen
De onstuimige liefdesverwikkelingen spelen zich af tegen de achtergrond van het grote trauma uit Lins jeugd, de scheiding van haar ouders en het verbreken van het contact met haar vader, wiens oogappel ze is. Op haar tiende vertrekt ze met haar moeder en zusje naar Amsterdam, vader Hokwerda blijft achter op het platteland van Friesland. Er gaan jaren overheen voor ze weer contact met hem heeft.
Hokwerda’s kind is een meeslepend verhaal over (de hunkering naar) liefde en geborgenheid, over bedrog, zelfbedrog, jaloezie, het uiten van emoties en het met jezelf in het reine proberen te komen.
Regisseur Boudewijn Koole – hij kreeg de nodige lof voor Beyond Sleep (2016), naar W.F. Hermans onverfilmbaar geachte Nooit meer slapen – heeft het verhaal ingedikt, zoomt in op de verhouding met Henri en het gemis van de vader. Het verhaal wordt in ‘trage, lange slagen’ naar analogie van de telkens herhaalde trainingsopdracht van Lins coach opgediend. Weidse beelden van de training in het zwembad, de open zee, landschappen in de mist, avondlijke autoritten. Ook over de scènes in restaurants, bars en huiskamers hangt gedempt licht.
Eenzame ziel
Lin (Sanne Samina Hanssen) is een eenzame ziel, wordt dicht op de huid met veel close-ups in beeld gebracht. Een monomaan leven, ze trekt haar verplichte baantjes, moet op tijd naar bed en weer in het zwembad zijn, al eist haar coach dat ze meer discipline moet opbrengen. Met haar moeder heeft ze een weinig liefdevolle relatie. Thuis op de bank horen we die moeder voor een tv-reportage geïnterviewd worden over de fenomenale zwemprestaties van haar dochter. ’Waar komt haar drive toch vandaan?’ is de vraag. ‘Dat moet u aan haar zelf vragen’ is het antwoord, Lin blijft onbewogen strak voor zich uit kijken.
Er komt meer vaart in haar leven wanneer ze Henri ontmoet, onderwaterlasser van beroep. Gespierd lijf, zelfbewuste uitstraling, serieuze blik, direct in de omgang. Hij heeft zijn zinnen op Lin gezet. Ze draaien om elkaar heen, eten, drinken wat en vrij snel gaan ze met elkaar naar bed. Hun verhouding is impulsief en intuïtief, soms teder, liefdevol, maar bij tijd en wijle gewelddadig. Hun aantrekkingsgracht is eerst en vooral lichamelijk, er komen weinig woorden aan te pas. De seksscènes worden stijlvol in beeld gebracht, rauw en ongekunsteld, een continu machtsspel van aantrekking en afstoting. Henri neemt haar mee in zijn losbandig leven, drijft haar in de armen van een paar vrienden, en gaat zelf ook regelmatig vreemd.
Heftige emoties zoals op de terugweg uit Friesland na een bezoek aan haar vader. Lin is woedend op Henri dat hij haar zo onvoorbereid de confrontatie heeft opgedrongen. Ze begint op hem in te slaan, wat dan zoals vaker uitloopt op een wilde vrijpartij.
Gissen
De voorafgaande scène is sterk. Henri besluit impulsief om samen naar Auto Hokwerda te gaan. Vanuit de auto op de dijk, vanwaar haar vader haar vroeger in het water gooide, kijkt Lin toe hoe Henri de garage binnengaat. Het is een soort schimmenspel waarbij de emoties lijken op te lopen. Lin voegt zich bij hen en er ontstaat een korte dialoog. ‘Je dacht: nu moet het maar eens wezen’, zegt Hokwerda. ‘Ja, nu moet het maar eens wezen’, zegt Lin. Veel verder komt het niet aan toenadering. ‘Kinderen vergeten snel’, zegt Hokwerda. ‘O ja?’, zegt Lin. ‘Niet dan?’ is de reactie, en dan is het stil. Diep ontgoocheld vlucht ze weg, uit haar frustratie tegen Henri.
Het acteerwerk is prima, al kruipt Lin niet echt onder je huid, de film is goed van sfeer, de soundtrack van Alex Simu is uitstekend. Minder sterk is dat er nogal wat aan verstilling in de film zit, weinigzeggende scènes, waarvan de betekenis wat al te opengelaten wordt. Zo moet je maar een beetje gissen naar de motieven van Lin om halverwege haar recordpoging op te geven. Waarom bijfiguur Alex zelfmoord pleegt, wordt niet goed duidelijk, hij komt karakterologisch niet goed uit de verf. En ook de slotbeelden bieden maar weinig context. Hoewel ook het boek een open einde kent, zit er toch te weinig drama in Hokwerda’s kind om het tot een meer dan goede verfilming te bestempelen.
23 oktober 2024