Nick Broomfield over The Stones and Brian Jones

Nick Broomfield, regisseur The Stones and Brian Jones:
“Het einde van de romantische droom van de jaren zestig”

door Jochum de Graaf

Documentairemaker Nick Broomfield (Londen, 1948) kan bogen op een rijk oeuvre met een kleine veertig films sinds hij in 1971 met een geleende camera zijn eerste film Who Cares maakte. Hij werkt doorgaans met een minimale crew, een of twee camera’s, doet zelf het geluid. Broomfield ontwikkelde zijn eigen filmstijl, ‘direct cinema’, wat je docudrama zou kunnen noemen, waarbij hij niet-acteurs hun eigen rollen liet naspelen op basis van een scenario.

Broomfield maakte films over een seriemoordenaar, over Margaret Thatcher, over prostitutie, over Zuid-Afrika voor en na de apartheid en de nodige muziekdocu’s als Kurt & Courtney, Whitney Houston’s Can I Be Me, (de moord op) Biggie & Tupac, Marianne & Leonard: Words of Love. Op het In-Edit Festival beleefde The Stones and Brian Jones de Nederlandse première.

Nick Broomfield

Nick Broomfield

Aan het begin van de film vertelt Nick Broomfield dat hij als veertienjarige scholier Brian Jones in de trein ontmoette. “Een aardige gast met wie ik aan de praat raakte. Hij was treinspotter, het was 1963. Ik herinner me ook natuurlijk de dag hoe geschokt ik was, toen ik hoorde van zijn tragische dood, zes jaar later.”

Losbandig leven
“Ik had in 2019 de film Marianne & Leonard: Words of Love gemaakt. Vervolgens een film over mijn vader, die fotograaf was, Me and my Father. Als je jong bent, kun je dit soort films niet maken, naarmate ik ouder word heb ik meer de neiging om terug te kijken op belangrijke episodes in mijn leven. Ik wilde deze film maken omdat die ging over de sixties, dat opwindende tijdperk dat ik intensief beleefd heb. Brian Jones is de verpersoonlijking daarvan. Hij was een rebel, leidde een losbandig leven. Hij rebelleerde tegen alles wat autoriteit was, zijn ouders voorop.”

Het is een universeel, bijna bijbels verhaal. Brian werd verstoten door zijn familie, aanbeden door een grote schare fans. Hij was in het begin de meest populaire Rolling Stone, ontving met afstand de meeste fanmail, was vooral geliefd onder vrouwelijke fans. Hij verzon de bandnaam naar een nummer van Muddy Waters. Brian was als muzikant zeer invloedrijk, hij stond aan de wieg van wat de grootste rock-‘n-rollband ter wereld zou worden.

The Stones waren de eerste grote rocksterren. Brian was die eerste jaren erg belangrijk, maar moest het in een muzikaal conflict afleggen tegen Mick Jagger en Keith Richards. Hij was ook niet bestand tegen de enorme roem die op hem afkwam. Hij leidde een zeer losbandig leven, raakte fiks aan de drank en drugs, vereenzaamde ook, kwam niet opdagen bij concerten en werd uit de band gezet. Kort daarna, in juli ’69, stierf hij een tragische dood, verdronken in zijn zwembad.

Je vertelt zijn levensverhaal vooral aan de hand van de vele liefdes in zijn leven, de vrouwen met wie hij meestal een kortstondige relatie had en bij wie hij minimaal vijf kinderen verwekte.

“Het waren er misschien wel zes of nog meer. Linda Lawrence, zijn eerste vriendin, zegt: ‘Wij waren de liefdesgeneratie’. Dan had hij weer een nieuwe vlam, ze kregen een onstuimige verhouding, trok bij haar en haar ouders in, maakte haar zwanger en verbrak dan de relatie om met een andere liefde weer van voren af aan te beginnen. Hij was een zeer goede minnaar. Al die vrouwen die ik sprak, zeiden dat hij geweldig de liefde kon bedrijven, de beste sekservaring ooit. Dawn Molly, moeder van zijn vijfde kind, vertelt in de film dat hij haar bevrijdde van haar katholieke schaamtegevoel voor haar lichaam: ‘Hij zorgde ervoor dat ik me geliefd en speciaal voelde’. En het waren niet de minsten: Marianne Faithfull, Anita Pallenberg, model en actrice, absolute sekssymbolen in die tijd. Marianne Faithfull was ook de vriendin van Mick Jagger. Anita Pallenberg legde het aan met Keith Richards en gaf Brian daarmee een koekje van eigen deeg.”

“Ik koos ervoor ze allemaal buiten beeld te houden; hoe ze er nu uitzien, die oude verlopen koppen leidden toch maar af van wat ze te vertellen hebben over toen. Ik wilde de film in de sixties houden. Ik heb maar een enkeling opnieuw gefilmd: Bill Wyman zie je zoals hij er nu uitziet. Ze waren goede vrienden. Bill stond aan Brians kant in het conflict met Mick en Keith, maar besloot uiteindelijk toch in de band te blijven. Bill geeft aan hoe belangrijk Brian was als arrangeur, hoe hij slide gitaar speelde en als eerste de sitar introduceerde, voor The Beatles.”

The Stones and Brian Jones

The Stones and Brian Jones

Je hebt Mick Jagger en Keith Richards niet opnieuw geïnterviewd.

“Nee, dat leek me niet nodig, maar dat is wel wat iedereen vroeg. Ik ken Mick wel persoonlijk, maar ik had er helemaal geen zin in. Als ik de film bij een van de streamingsdiensten had aangeboden, hadden ze zijn medewerking waarschijnlijk wel als voorwaarde gesteld. Ze willen altijd totale controle over de film en eisen dan dat je afspraken maakt met al die personen die je interviewt, ze willen absoluut geen gedonder. Netflix en dat soort willen worden gevrijwaard van alle mogelijke claims. Ik prijs me gelukkig dat ik altijd met Britse opdrachtgevers als BBC en Channel 4 heb kunnen werken. Die zijn goed kritisch op je scenario, maar laten je als je eenmaal goedkeuring voor het budget hebt, vrij in de uitvoering.”

“Er zijn honderden, zo niet duizenden opnamen van de Stones die ze zelf niet eens gezien hebben, waar je uit kunt putten. De scène dat Brian, ik meen ergens in ’67, eerst geïnterviewd wordt en het antwoord schuldig moet blijven – terwijl Mick en Keith vol flair vertellen over de mooie nieuwe nummers die ze maken en Brian bedremmeld achterlatend – zit er natuurlijk wel in. Dat was een omslag voor de Stones.”

Ondergang
“Kijk, bij The Beatles had je Brian Epstein als manager, die altijd de lieve vrede wilde bewaren wanneer ze bij elkaar waren. Bij The Stones kwam het tot een conflict dat min of meer publiekelijk werd uitgevochten. Brians hart lag bij jazz, blues en zwarte muziek. Andrew Loog Oldham, de manager die The Stones tot grote hoogte bracht, wilde dat The Stones meer populaire rocknummers maakten en koos keihard voor Mick en Keith die daaraan voldeden. Loog Oldham had eigenlijk de pest aan Brian en dat leidde mede zijn ondergang in. Hij maakte zich meer en meer schuldig aan uitspattingen met drank en drugs, was volgens Mick en Keith niet meer te handhaven en werd uit de band gezet.”

Je gaf de film het motto van biograaf Stanley Booth: ‘Brian was a casualty of the war between two generations’.

“Brian had een zacht middle class accent toen ik hem sprak in die trein destijds. Hij was van goede komaf, zijn beide ouders waren zeer muzikaal, zijn moeder was een concertpianiste. Maar ze waren ook zeer conservatief, hielden strak vast aan de naoorlogse waarden en normen. Brian was al vroeg opstandig, zeer intelligent, maar maakte zijn school niet af. Had allerlei baantjes, liftte met weinig geld door Scandinavië, zat in allerlei bandjes. Zijn ouders konden maar niet geloven dat hun zoon niet gewoon een decent job zocht. Brian was zelden thuis, nam geen deel aan het gezinsleven, ze hadden stevige conflicten. Op z’n zestiende werd hij het huis uit gezet, toen hij 20 was had hij al drie relaties achter de rug en drie kinderen verwekt.”

“Die ouders hadden helemaal niets met het ruige rock-‘n-rollleven dat hun zoon leidde. Brians vader haatte zwarte muziek. Ze lazen de tabloids natuurlijk niet maar kregen tot hun afgrijzen genoeg te horen van alle seks-, drugs- en rock-‘n-rollschandalen waar hun zoon bij betrokken was. Ze waren wel op zijn begrafenis, diep geschokt en rouwend. De dominee hield een preek waarin hij Brian beschreef als iemand met weinig ontzag voor autoriteit, conventie en traditie. Hij was zoals zovelen in die tijd een vertegenwoordiger van de generatie die in The Rolling Stones het levensgevoel van die tijd zag.”

“Veertig jaar na Brians dood werd bij Linda Lawrence, Brians eerste grote liefde, op zolder een brief van zijn vader gevonden, waarin hij schrijft dat ze ongelukkige tijden hebben beleefd samen, dat hij in veel opzichten een zeer matige en intolerante vader was. ‘Je groeide zoveel anders op dan ik verwachtte. Ik kan me niet voorstellen dat je me ooit zult vergeven maar ik hoop dat je een beetje de genegenheid die je ooit voor me had op kunt brengen’.”

Gimme Shelter

Gimme Shelter

In de film wordt gesteld dat de dood van Brian Jones het eind van de sixties was. Gimme Shelter – de film over het concert van The Rolling Stones in Altamont, 1970, dat volkomen uit de hand liep met de moord van Hells Angels op een zwarte fan en die nu weer in geremasterde versie in de bioscoop te zien is – wordt anders ook altijd aangemerkt als het einde van het flowerpower-optimisme.

“Tja, Brian was de eerste rockster die aan drugs en alcohol ten onder ging in die tijd. Hij was het eerste lid van de Club van 27, de rocksterren die op die leeftijd dood gingen: Janis Joplin, Jimi Hendrix, Jim Morrison. Het was het eind van een tijdperk, dat positieve levensgevoel dat het goed zou komen met de wereld. Je voelde toen dat er grote veranderingen aan zaten te komen.”

Gimme Shelter, dat was een jaar later toch? Mijn vrouw was bij de opnamen betrokken: de verhalen over de Hells Angels backstage, de gewelddadigheid van die gasten, de enorme hoeveelheden drank en drugs die daar rondgingen. Op een gegeven moment zat er acid in de koffie. Het was een complete nachtmerrie. Dus ja, Gimme Shelter was voor Amerika het eind van de lieflijke jaren zestig. De euforie van Woodstock was in Altamont wel voorgoed voorbij. Maar voor ons in Groot-Brittannië was dat het herdenkingsconcert van The Stones in Hyde Park, 5 juli 1969, het was een soort massale begrafenis. Dat was het einde van de romantische droom van de jaren zestig.”

The Stones and Brian Jones draait vanaf 25 april in de bioscoop.

 

24 april 2024

 

 

MEER INTERVIEWS

Back to Black

****
recensie Back to Black
Grote ellende blijft buiten beeld

door Jochum de Graaf

Grote vraag bij Back to Black, Sam Taylor-Johnsons speelfilm over Amy Winehouse, is of die zich kan meten met de Oscar winnende documentaire Amy (2015) van Asif Kapadia. En komt hoofdrolspeelster Marisa Abela in de buurt van de echte Amy?

Taylor-Johnson was een persoonlijke vriendin van Amy Winehouse en maakte met Nowhere Boy (2009) een film over muzieklegende John Lennon en met A Million Little Pieces (2019) een film over verslaving. Geknipt voor een biopic over Amy Winehouse zou je zeggen.

In de Britse pers is Back to Black afgebrand. De film zou niet laten zien wat voor bijzondere artiest Amy was en de duistere kanten van haar leven matig in beeld brengen. Tyler James, naar eigen zeggen haar beste vriend, stelde in The Sun dat Amy zelf woedend zou zijn geweest over de film. ‘Ze had veel beter verdiend’.

Back to Black

Jeugd
Inderdaad, Amy’s getroebleerde jeugd (met vader Mitch die er een langdurige buitenechtelijke verhouding op nahield en op Amy’s negende het huis verliet, de leeftijd waarop ze voor het eerst aan zelfmutilatie deed), de boulimia op wat latere leeftijd, haar bipolaire stoornis en de zware drank- en drugsverslaving worden weinig expliciet in beeld gebracht. Net als de zich aankondigende ondergang, de dronken optredens en dat ontluisterende concert in Belgrado een kleine maand voor haar dood juli 2011.

Daarin zal zeker meegespeeld hebben dat de erven van Amy, haar naaste familie, hun medewerking aan de film hebben verleend. Mitch Winehouse (Eddie Marsan), in Amy  afgeschilderd als nogal proleterige patser die van zijn dochters roem trachtte te profiteren, komt in Back to Black naar voren als de liefhebbende vader die zijn dochter weliswaar niet vaak zag, maar op cruciale momenten haar in zijn taxi naar belangrijke concerten of onderhandelingen met platenmaatschappijen bracht en haar beschermde tegen de almaar toenemende paparazzi.

Grote liefde
Maar een speelfilm hoeft zich natuurlijk niet aan de keiharde letterlijke waarheid te houden. Back to Black concentreert zich op het hartstochtelijk meeslepende en tegelijkertijd ontluisterende verhaal tussen Amy en haar grote liefde Blake Fielder-Civil. Jack O’Connell maakt een gelaagd portret van de man die haar weliswaar aan de heroïne bracht, maar haar ook op eigenzinnige wijze inspireerde. Ze hadden een onstuimige knipperlichtrelatie, zetten na iedere goedmaking een bijzondere nieuwe tattoo, trouwden zonder dat de familie op de hoogte was hals over kop in Miami en scheidden na twee jaar. Blake keerde terug naar zijn oude liefde, Amy wilde opnieuw trouwen, maar uiteindelijk was het niet meer te redden. Amy was larger than life geworden, onbereikbaar voor Blake en betaalde de tol van de roem met haar vroegtijdige dood.

Back to Black

Er is die mooie scène waarin ze elkaar voor het eerst ontmoeten in de The Good Mixer-pub in Camden Town, de plek van de Britpop in de jaren 90 met bands als Blur. Blake is zijn gokwinst bij de paardenraces aan het verbrassen, Amy valt bij binnenkomst als een blok voor hem, daagt hem uit voor een spelletje pool, terwijl hij veinst haar niet te kennen als de grote opkomende ster in die tijd. Hij troeft haar af in muzikale kennis door Shangri-Las’ Leader of the Pack in de jukebox op te zetten en extravagant het nummer te playbacken.

Muzikale ontwikkeling
Een ander interessant spoor van de film is Amy’s muzikale ontwikkeling tot superster. Op haar 18e tekent ze een contract bij 19 Entertainment, de muziekstal van Simon Fuller die de meiden van The Spice Girls bij elkaar zet en later binnenloopt met het concept voor Idols. Het zijn de tijden van de girlpower, maar  Amy is wars van dit in haar ogen pseudofeminisme en zet zich af tegen de in haar ogen al te commerciële aanpak. Ze is meer jazz en soul dan rock-‘n-roll, kiest haar eigen weg en groeit tot ongekende hoogte.

We zijn getuige van de ontmoeting met sterproducer Mark Ronson, wat leidde tot het iconische album Back to Black, een van de best verkochte albums ooit. Ze heeft dan al het kenmerkende suikerspinkapsel, geïnspireerd door de Shangri-Las, en krijgt in 2008 vijf Grammy Awards die haar via de satelliet worden uitgereikt tijdens een concert in Londen, omdat ze vanwege alle drugsschandalen de VS niet in mag.

Gaandeweg groeit Marisa Abela in haar rol en ga je meer en meer geloven in haar gloedvolle maar ook tedere vertolking van de onstuimige opkomst en de tragische neergang van Amy Winehouse. Geweldig is ook de door haar gezongen veelzeggende titels als What Is It About Men, Stronger Than Me, Love Is A Losing Game en Tears Dry on Their Own van Amy zelf, het ook al zo toepasselijke All of Me door Billie Holiday en als toegift het door Nick Cave en Warren Ellis speciaal voor de film geschreven nieuwe nummer Song for Amy.

 

15 april 2024

 

ALLE RECENSIES

Movies that Matter 2024 – Deel 5: Het lot van advocaten en media in Rusland

Movies that Matter 2024 – Deel 5:
Het lot van advocaten en media in Rusland

door Jochum de Graaf

Van het verzet in Rusland tegen de Oekraïense oorlog komt onder de zware censuur maar weinig naar buiten. Movies that Matter vertoont twee films, onder moeilijke omstandigheden gefilmd, hoe langzaam maar zeker de Russische dictatuur vorm gekregen heeft. Maar ze tonen ook aan dat er ook nog een sprankje perspectief op een ander Rusland is.

 

Russia vs Lawyers

Russia vs Lawyers – Staatspropaganda vs kritiek
Door de straten van Krasnodar, 1.346 kilometer van Moskou, stopt een tram bij een halte. Passagiers stappen in en uit. Op een raam staat een enorme Z met de tekst ‘Voor onszelf, voor de Russische wereld’. De Z is overal in Rusland, op billboards, reclamezuilen, muren, gebouwen, pleinen. Advocaat Mikhail Benyash zit even later achter zijn laptop te kijken hoe een speciaal politieteam met grof geweld de deur van zijn appartement forceert. Zijn eigen advocaat vraagt hen het huiszoekingsbevel te tonen, maar dat hebben ze niet. “Idioten”, sist hij. Later zal hij vertellen dat ze heel eenvoudig de handels naar beneden hadden kunnen doen om binnen toekomen.

Zo gaat het er dus aan toe in het Rusland van vandaag: overal patriottische staatspropaganda en vervolging van alles wat ook maar een beetje kritisch tegenover het Poetinregime staat. We volgen Benyash die al vanaf 2018 als mensenrechtenadvocaat activisten, bloggers en demonstranten verdedigt. Sinds de invasie in Oekraïne februari 2022 zijn daar dienstweigeraars en demonstranten tegen de oorlog bij gekomen. Een half jaar na de inval wordt hij dankzij nieuwe censuurweten al aangemerkt als ‘buitenlands agent’, wat vervolgens weer een half jaar later resulteert in de intrekking van zijn vergunning. Russia vs Lawyers volgt hem in zijn rechtsgang, waarbij hij ondersteund wordt door een bevriende groep mensenrechtenadvocaten die hun werk onder steeds verslechterende omstandigheden moeten doen.

We maken kennis met advocaat Vladimir Vasin die de 14-jarige tiener Nikita uit Krasnojarsk verdedigt. De jongen heeft een pamflet verspreid waarin hij protesteert tegen de vervolging van politieke activisten en de staat en geheime dienst FSB benoemt als terroristen. Enigszins naïef dacht hij dat dit op zijn leeftijd in een kleine stad ver van Moskou niet zou opvallen. Zijn advocaat raadt hem in het bijzijn van zijn overbezorgde moeder aan zich op de vlakte te houden en een beroep te doen op zijn jonge leeftijd. Wanneer hij ook in hoger beroep voor het simpele vergrijp tot 5 jaar gevangenis en een boete van 500.000 roebel wordt veroordeeld, wordt hem aangeraden gratie aan te vragen. Maar hij weigert principieel om zich tot Poetin te wenden: “Ik ben nog een kind, geen terrorist.”

We volgen de zaak van Julia Tsvetkova die beschuldigd wordt van links met LGBT’ers – streng verboden onder Poetin – en het verspreiden van pornografie, omdat ze een onschuldig plaatje uit de Vagina Monologen verspreidde. Irina Barchatova filmde haar eigen arrestatie bij een pro-Navalny demonstratie. Het komt beiden op zware gevangenisstraffen te staan, het hoger beroep met allerlei valse machinaties van aanklagers en rechters haalt niets uit.

Indringend is het portret van Karinna Moskalenko, de belangrijkste mensenrechtenadvocaat van Rusland, in huiselijke omstandigheden zowel als aan het werk bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Moskalenko verdedigde onder meer Poetin-tegenstanders als Mikhail Chodorowski, Gary Kasparov en de vergiftigde Aleksandr Litvinenko. Ook haar wordt het optreden als advocaat meer en meer onmogelijk gemaakt, zeker nu Rusland zich in september 2022 eenzijdig teruggetrokken heeft uit de Europese Raad en er geen aanklachten in Straatsburg meer kunnen worden ingediend.

De al jaren in Amsterdam wonende Masha Novikova was bij het begin van de oorlog in Rusland en maakte indruk met de korte 2Doc-film Niet mijn Moskou. Met Russia vs Lawyers laat ze messcherp zien hoe langzaam maar zeker de Russische rechtsstaat verder ontbonden wordt. Vele advocaten hebben de moed al opgegeven en zijn het land ontvlucht. Mikhail Benyash volhardt echter in zijn overtuiging dat elke actie tegen de dictatuur ertoe doet en blijft in Rusland. “Als ik wegga, is er nog meer duisternis.”

 

Of Caravan and the Dogs

Of Caravan and the Dogs – Kroniek van een aangekondigde dictatuur
De honden in Of Caravan and the Dogs zijn de media Novaya Gazeta, Radio Echo of Moscow, Rain TV en mensenrechtenorganisatie Memorial. Alle vier is hen sinds de Russische invasie in Oekraïne het werken in Rusland feitelijk onmogelijk gemaakt. Ze zijn het land ontvlucht, ontmanteld of proberen er in gedecimeerde vorm en onder sterke tegenwerking nog wat van te maken. De parafrase ‘iets met honden en karavaan’ op het spreekwoord kan ook betekenen dat het ongehinderd voorttrekken van de karavaan toch niet helemaal verzekerd is.

De film begint 138 dagen voor de oorlog wanneer hoofdredacteur Dmitri Moeratov van Novaya Gazeta de Nobelprijs voor de Vrede 2021 in ontvangst neemt en eindigt op dag 39 na de invasie met de openbare veiling van de Nobelprijsmedaille, die ruim 100 miljoen dollar opbrengt voor Oekraïense kinderen die slachtoffer van de oorlog zijn. Hierna zien we nog de emotionele ontmanteling c.q. sluiting van de media.

Of Caravan and the Dogs is een onder moeilijke omstandigheden gemaakte film. Een van de regisseurs, een paar producenten en een tiental andere medewerkers blijven ‘anonymous’. De film laat zich zien als de kroniek van een aangekondigde dictatuur. In zijn rede voor het Nobelprijscomité preludeert Moeratov, een maand of vijf voor de inval, al uitgebreid op de oorlogsdreiging. Gelijk na de invasie werd in een adembenemend tempo een aantal wetten uitgebreid en aangenomen die vrije meningsuiting gingen muilkorven. Iedere verwijzing naar het woord oorlog werd strafbaar gesteld, er mag alleen maar over ‘speciale militaire operatie’ gesproken worden op straffe van draconische straffen. Iedere instelling of persoon kan als ‘buitenlands agent’ worden aangemerkt, wanneer je ook maar in geringe mate steun vanuit het buitenland ontvangt of dat er een vermoeden is dat je onder ‘invloed’ vanuit het buitenland staat.

Centraal staan de redactievergaderingen bij Novaya Gazeta. Bij iedere nieuwe maatregel klinkt er de yell ‘Vstretsja’ (meeting) door het gebouw en geeft een jurist advies hoe ze met de toenemende censuur om moeten gaan. Zouden ze niet alle berichten onder de naam van Roskomnadzor, de censuurorganisatie, publiceren? Wat gebeurt er als ze iemand quoten die ‘njet wojna’ (geen oorlog) roept?

Uiteindelijk wordt de vergunning door een Moskouse rechtbank ingetrokkenen en besluiten ze in de gemeenschappelijke vergadering tot opheffing van het kantoor. Moeratov en een aantal getrouwen zetten het werk vanuit Rusland via een YouTube-kanaal voort. Een deel van de redactie heeft Novaya Gazeta Europe opgezet en publiceert vanuit Riga een eigen internetkanaal. Echo of Moscow en TV Rain, over wier geschiedenis twee jaar geleden op MtM de docu F@ck This Job te zien was, opereren tegenwoordig ook via internet vanuit respectievelijk Riga en Amsterdam.

Treurig en hemeltergend is ook de kneveling van Memorial, de mensenrechtenorganisatie die met onverschrokken moed de misdaden tegen de menselijkheid van het Stalinregime documenteerde en daarvoor in opvolging van Moeratov in 2022 de Nobelprijs voor de Vrede ontving. Ook Memorial zet zo goed en zo kwaad als het kan zijn activiteiten door. In zijn aanvaardingsrede benoemt voorzitter Jan Rachinsky de Nobelprijs niet als een prijs van waardering maar toch vooral als een aanmoedigingsprijs om het werk voort te zetten. En zo blijft er vanuit het buitenland of onder zware omstandigheden vanuit Rusland zelf de hoop leven dat er ook nog een ander Rusland mogelijk is.

 

28 maart 2024

 

Movies that Matter 2024 – Deel 1: Activisten in Irak, Nieuw-Zeeland en Kenia
Movies that Matter 2024 – Deel 2: Je jazz of je leven
Movies that Matter 2024 – Deel 3: Gaza: haat is niet het antwoord
Movies that Matter 2024 – Deel 4: Leren leven met oorlog Oekraïne

 

MEER FILMFESTIVAL

Movies that Matter 2024 – Deel 4: Leren leven met oorlog Oekraïne

Movies that Matter 2024 – Deel 4:
Leren leven met oorlog Oekraïne

door Jochum de Graaf

Over Oekraïne is een behoorlijke productie aan documentaires en een enkele speelfilm op gang gekomen, met als bekroning de Oscar voor 20 Days in Mariupol. Movies that Matter biedt een handvol recente documentaires die als verbindend element het leren leven met de oorlogsomstandigheden hebben.

Kenmerkend voor de documentaires is dat die niet meer zozeer inzoomen op gruwelijkheden van de oorlog, maar ze laten zien hoe de Oekraïners proberen om te gaan met de gevolgen: proberen te overleven en een nieuw leven op te bouwen.

 

Photophobia

Photophobia – Leven onder de grond
Photophobia, de openingsfilm van Movies that Matter 2024, begint sterk met beelden van explosies en granaatvuur rond een half in flarden geschoten kiosk. Door de straat razen auto’s op hoge snelheid. Een man schreeuwt al scheldend en tierend dat iedereen dekking moet zoeken. Een paar mannen steken hun kop boven een luik uit en worden in vuige taal bevolen onmiddellijk het luik te sluiten. Dan dalen we af in de ondergrondse gangen van de metro van Kharkiv. Het is lente 2022, kort na de Russische invasie, en zo’n 1.500 vrouwen, mannen, jongeren, ouderen, zelfs katten en honden, hebben allemaal zo goed als mogelijk hun kamp opgeslagen in de verschillende compartimenten van het station. Het is een wirwar van provisorische slaapplaatsen in een wereld waar het verschil tussen dag en nacht verdwenen is en waar een aparte samenleving ontstaan is.

Nieuwkomers worden op Perron 1 gefouilleerd en ondervraagd waar ze vandaan komen. We maken kennis met de twaalfjarige Nikita, ofwel Niki, die al twee maanden met zijn moeder Yana, zus Anya en stiefvader Yevhenni ondergronds bivakkeert. Niki doodt de tijd door met zijn zus door de lege stations en tunnels te dwalen en wat te chatten met vriendjes die nog bovengronds zijn. De ouders van Niki tobben en dubben over de vraag of ze terug naar ‘daarboven’ moeten gaan; veel mensen komen alleen ‘s nachts naar de metro om in relatieve veiligheid te slapen. ‘Hoe beleven de kinderen dit, hoe zullen ze dit onthouden?’

Leven in het daglicht betekent levensgevaar, ondergronds is er de continue gloed van neonverlichting . Ze verbieden de jongen ten enenmale om het metrocomplex te verlaten.

Moeder Yana gaat met Niki naar de dokter die uitlegt dat hij lijdt aan ‘fotofobie’: zoals vrijwel alle bewoners heeft hij een gebrek aan zonlicht en frisse lucht. De dokter schrijft Niki vitamine D voor en raadt hem aan om een dagboek bij te houden om daarin zijn bezigheden op te schrijven.

Zijn leven wordt een stuk dragelijker wanneer hij de bijna even oude Vika ontmoet, een klein meisje met een muts met op aanraking reagerende konijnenoren. Ze rennen vrolijk door de tunnels, balanceren op de treinrails, spelen met kaartjesautomaten en dromen voor de metroplattegrond van spannende reisjes door de stad. Ze knopen hier en daar een praatje aan, want iedereen hier onder de grond heeft wel een verhaal. Ze spelen met achtergelaten katten en honden, terwijl uit de luidsprekers de oproep klinkt: ‘Mensen, let goed op uw huisdieren!’ Ze maken kennis met “Cowboy”, een oude straatmuzikant die het ondergrondse leven bezingt en Niki en Vika de mooie ballade van het liefdesverhaal van Romeo en Julia toezingt. Hij kan evenwel niet op ieders sympathie rekenen, buiten beeld bijt een toehoorster als hij uitgespeeld is toe: ”Lijden we niet al genoeg?”

De Slowaakse filmmakers Ivan Ostrochovský en Pavol Pekarčík zetten de onschuld van kinderen af tegen de achtergrond van een gruwelijke werkelijkheid. Photophobia laat goed zien hoe de Oekraïners dit surrealistische ondergrondse leven leiden, hoe zij hun vele leed en soms ook lief met elkaar delen, hoe zij over veel veerkracht beschikken en dat er, om het in clichébeelden te zeggen, toch wat hoop aan het eind van de tunnel is. Om het ‘een diep ontroerende fictie-documentaire hybride’ te noemen, zoals de film wordt aangeprezen, gaat echter toch wat ver.

 

Nice Ladies

Nice Ladies – Cheerleaders worden gescheiden
Mariia “Masha” Ponomarova – Oekraïense van oorsprong, na de Maidan-revolutie naar Nederland verhuisd en van de lichting 2016 van de Nederlandse Filmacademie – kwam in de coronatijd op het idee een film te maken over de ‘Nice Ladies’: een bijzondere groep van oudere cheerleaders in Kharkiv, de bevrijde frontstad in Oost-Oekraïne. Charmant gehuld in fleurig rode danspakjes en met witte pompons voeren ze hun gymnastische oefeningen uit.

We horen het verhaal van frontvrouw Valia, al een eindje in de zestig, wier man slachtoffer was van de kernramp van Tsjernobyl. Na het overlijden van haar zoon gaat hij op zoek naar nieuwe bezigheden en komt in het warme bad van de vriendinnenclub terecht. De Ladies doen in 2021 met succes mee aan Ukraine Got Talent, wat ze een korte tournee door het land oplevert.

Maar dan gaat het beeld op zwart en horen we de getuigenis van Sveta van 24 februari 2022. Om 5 uur ’s ochtends wordt ze wakker van de lichtflitsen en explosies van de Russische inval. Sveta heeft vanuit de badkamer contact met Masha Ponomarova in Amsterdam. Ze besluit met haar schoondochter en nog jonge kleinkind (haar zoon moet achterblijven) naar ons land te vluchten. Aanvoerder Valia en coach Nadia blijven achter in het herhaaldelijk onder zwaar vuur liggende Kharkiv. De vrouwen onderhouden op afstand veelvuldig contact. Valia en Nadia wisselen het nieuws uit over de doden en gewonden bij de aanslagen in Kharkiv, Sveta doet mee aan een emotionele demonstratie op de Dam. Ondertussen blijven ze wel hun dagelijkse oefeningen doen.

De Nice Ladies waren al voor de oorlog uitgenodigd voor het Europees Kampioenschap in de Baltische staten, dat zomer 2022 wonderwel toch doorgaat. Vanuit de diverse standplaatsen reizen ze naar Riga. Aan de Baltische kust verblijven ze met elkaar in vakantiehuisjes waar ze lange gesprekken hebben over hun wederzijdse wel en wee. Sveta heeft vooral last van ‘survivor’s guilt’, voelt zich schuldig dat ze in het veilige Nederland ver van de frontlinie is. Heeft ze er wel goed aan gedaan te vluchten, terwijl haar vriendinnen in de dagelijkse ellende achterbleven? Hoe kun je in die oorlogsomstandigheden overleven, hoe lang zal het nog duren, hoe houden ze de hoop op de overwinning levend?

Een enkele keer lopen de emoties wat op, maar over het algemeen blijft het allemaal wat aan de oppervlakte. De documentaire is ook wat traag gefilmd met minutenlang uitgesponnen beelden van de regen in Amsterdam en de groene weiden in Letland die tot nadenken zouden moeten stemmen.

 

Homefront

Homefront – Wens voor een nieuw leven
“Ik ben Anna, en rechts van mij staat ook Anna. Wij zijn de regisseurs van de film, althans dat hebben we geprobeerd. We waren op zoek naar een familie van ontheemde personen en die hebben we zeven maanden gevolgd. We vroegen ons af of ze een nieuw leven konden opbouwen in een afgelegen dorp en een nieuwe omgeving.”

De jonge regisseurs Anna Ilchenko en Anna Yutchenko doen in Homefront op innemend dilettantische wijze verslag van hun onderneming. Het heeft wel iets weg van een uitgebreid item van Metropolis.

Anna en Anna weten contact te leggen met de vijf kinderen van de familie Lymar in het dicht tegen de Russische grens aanliggende Sumy. Vader Victor en moeder Ania verhuizen kort na de invasie met de kinderen en twee chihuahua’s naar het vlakbij Lviv in het uiterste westen liggende dorpje Mshanets. Ze worden door plaatselijke vrijwilligers geholpen bij de bouw van een nieuw huis. Anna en Anna maken een reportage van de dorpsbewoners, de priester, de buurvrouw die meer van het dorp weet dan iedereen, de dorpschroniqueur en de dorpsgek die constant dronken is.

Maar dan blijkt de familie Lymar zomaar ineens verdwenen, met de noorderzon vertrokken, zonder een bericht achter te laten. Anna en Anna gaan op zoek en komen onder andere in Polen terecht, in Krakow waar een grote Oekraïense gemeenschap is neergestreken. Ze spreken met landgenotes over hoe het is om een nieuw leven op te moeten bouwen. Ze maken zich nuttig met het herstellen van camouflagekleding voor het Oekraïense leger.

Ze vragen zich af of hun helden misschien weer terug naar Sumy gegaan zijn, maar daar krijgen ze de vinger niet achter. Uiteindelijk krijgen ze moeder Ania aan de telefoon die toegeeft dat ze inderdaad wel terug had willen gaan, maar eigenlijk niet goed meer weet wat haar thuis is.

Homefront is een innemende korte film over ontheemding en toch ook de wil om een nieuw leven op te willen bouwen.

 

Searching for Nika

Searching for Nika – Onweerstaanbare liefde tussen mens en dier
De Oekraïense filmmaker Stanislav “Stas” Kapralov groeide op met hond Nika in Irpin, voorstad van Kyiv die in het begin van de Russische invasie zwaar getroffen werd. Kapralov was op dat moment op vakantie in Polen en besloot spoorslags terug te keren toen hij het bericht van zijn ouders kreeg dat Nika vermist werd. Kort na de bevrijding van Irpin, toen het Russisch offensief was teruggeslagen, begint hij zijn zoektocht, laverend tussen de autowrakken, in puin geschoten gebouwen en de opgeblazen bruggen, waar drommen mensen op weg zijn naar andere bestemmingen.

Kapralov maakt vooral gebruik van social media, post foto’s en oproepen via Telegram, het veel in Rusland en Oekraïne gebruikte netwerk. Gaandeweg sluit hij zich aan bij een uitdijend netwerk vrijwilligers die allemaal op zoek zijn naar achtergebleven dieren van gevluchte of omgekomen eigenaren. In eerste instantie gaat het vooral om huisdieren, honden en katten. Kapralov filmt vrijwilliger Alec, volgens hem lijkend op een acteur uit The Walking Dead. Op aanwijzing van de vroegere bewoners redt hij onder de bedden en in half in puin geschoten appartementen in kasten of kelders vaak sterk vermagerde katten. Op zeker moment heeft hij er zelfs drie die hij bij elkaar in een bakkie stopt en in de auto meeneemt. Lang niet altijd leidt dat tot een succes en moeten de eigenaren op soortgelijke wijze als de verwanten van gesneuvelde militairen op de hoogte worden gesteld van het overlijden van hun geliefde huisdier.

Maar telkens is er nog geen spoor van Nika. Kapralov gaat steeds verder en maakt een reportage over een struisvogelfarm waarvan de helft van de beesten bij een bombardement is omgekomen. Aangrijpend is ook de paardenstoeterij, de paarden totaal verminkt in een cirkel liggend, zinloos afgeslacht door een bende Tsjetsjenen. De eigenaar noemt de paarden allemaal bij naam terwijl we beelden zien van toen ze nog fris en vrolijk door de wei liepen of aan een concours deelnamen.

Kapralov raakt betrokken bij de reddingsoperatie van de wilde dieren die door vrijwilligers met gevaar voor eigen leven onder zware bombardementen uit het Ecopark worden gered. Hij gaat mee op het transport van leeuwin Ruru die door verzorgster Oleksandra naar Polen wordt gebracht. En onderwijl alsmaar die beelden van de zware verwoestingen die de nietsontziende Russen hebben veroorzaakt.

Toch levert de zoektocht ook weer hoopvolle beelden op met de terugkomst van een dood gewaande stalknecht en de geboorte van tientallen struisvogelkuikens. Searching for Nika belicht met de verkenning van de onweerstaanbare liefde tussen mens en dier een bijzondere kant van de oorlog in Oekraïne.

Kijk hier waar en wanneer deze films nog draaien tijdens het Movies that Matter Festival.

 

25 maart 2024

 

Movies that Matter 2024 – Deel 1: Activisten in Irak, Nieuw-Zeeland en Kenia
Movies that Matter 2024 – Deel 2: Je jazz of je leven
Movies that Matter 2024 – Deel 3: Gaza: haat is niet het antwoord
Movies that Matter 2024 – Deel 5: Het lot van advocaten en media in Rusland

 

MEER FILMFESTIVAL

Movies that Matter 2024 – Deel 3: Gaza: haat is niet het antwoord

Movies that Matter 2024 – Deel 3:
Gaza: haat is niet het antwoord

door Jochum de Graaf

Movies that Matter kan natuurlijk niet heen om de grote conflicten van deze tijd. Over de oorlog en de humanitaire ramp in Gaza toont het festival de Nederlandse première van I Shall Not Hate.

Het is misschien een overschatting van de eigen positie om als Movies that Matter op te roepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren op alle fronten, tot de beëindiging van de belegering van Gaza en tot de onmiddellijke vrijlating van alle gijzelaars in Gaza. Maar het is een goede zaak dat voor een beter begrip van de oorlog tussen Hamas en Israël en voor de bredere context van het Palestijns-Israëlische vraagstuk acht films uit het archief online zijn gezet. Mayor en Arna’s Children waren eerder op IDFA te zien en zijn op InDeBioscoop besproken.

No Other Land

No Other Land

Op het festival was een eenmalige voorvertoning van No Other Land. De Palestijnse activist Basel Adra en de Israëlische journalist Yuval Abraham maakten een protestfilm over de massale verdrijving van Palestijnen uit de bezette gebieden omdat de bewoners plaats moeten maken voor Joodse kolonisten. Zeer waarschijnlijk zal de documentaire op IDFA 2024 breder worden geprogrammeerd. 

I Shall Not Hate – Verdriet en strijd van een gynaecoloog
I Shall Not Hate begint met beelden van de Gazastrook in 2021: het bezoek van de Palestijnse gynaecoloog Izzeldin Abuelaish aan zijn geboortegrond. We horen de stem van Barack Obama die de uitzichtloosheid van het conflict verwoordt en de moed prijst van de man die ondanks een groot persoonlijk verlies blijft volhouden dat haat niet het antwoord is.

De Israëlische filmmaakster Tal Barda toont in de slotbeelden foto’s van de 22 familieleden van Abuelaish die sinds het begin van de Gaza-oorlog zijn omgekomen. Daarna maakt ze een krachtig statement dat vrede alleen bereikt kan worden door rechtvaardigheid, vrijheid, waardigheid, gelijkheid en veiligheid voor iedereen.   

I Shall Not Hate is zowel een indrukwekkend portret van Abuelaish met zijn aangrijpende familiegeschiedenis als van de geschiedenis van Gaza, met onder meer de machtsovername door Hamas na de verkiezingsoverwinning van 2007. Abuelaish spreekt zich hier fel tegen uit.

Izzeldin Abuelaish groeide op in Jabilia, het grootste vluchtelingenkamp in Noord-Gaza, dat al vroeg in de huidige oorlog vrijwel compleet in puin geschoten is. Als student viel hij op en kon in Caïro medicijnen gaan studeren. Daar ontstond ook zijn interesse in gynaecologie. Hij legde contact met Israëlische vakgenoten en werd, als enige Palestijn ooit, uitgenodigd om als medisch specialist te komen werken in een Israëlisch ziekenhuis. Hij trotseert de voortdurende vernederingen bij de Israëlische grensovergangen, zet Palestijns-Israëlische kinderkampen op en organiseert uitwisselingsprogramma’s.

I Shall Not Hate

I Shall Not Hate

De film concentreert zich op de rampjaren 2008 en 2009. In 2008 overlijdt zijn vrouw Nadia aan leukemie en Abuelaish blijft achter met acht kinderen, zes meisjes en twee jongens. Een half jaar later start de vergeldingsoorlog door Israël vanwege raketbeschietingen door Hamas en zien we de beelden van in elkaar stortende gebouwen, tanks door de straten, mensen op de vlucht. Abuelaish wordt een bekend gezicht op de Israëlische tv met commentaar vanuit Gaza. Hij beschrijft half januari 2009 live de belegering van zijn huis, waar de meer dan vijftig leden tellende familie Abuelaish zich schuilhoudt. Een paar dagen later slaat het noodlot toe en komen door Israëlisch tankgeschut drie van zijn dochters plus een nichtje om. Hij komt huilend in de uitzending en schreeuwt zijn verdriet tegen presentator Shlomi uit: “O God, ze hebben mijn dochters gedood. Ik wilde ze beschermen, Shlomi, maar ze zijn dood. Allah, wat hebben we hen aangedaan?”

Hij wijkt met zijn overgebleven gezin uit naar Canada, waar hij zijn medische en humanitaire missie voort kan zetten. In 2012 publiceert hij zijn autobiografie I Shall Not Hate, dat een wereldwijde bestseller wordt. Tegelijkertijd spant hij rechtszaken aan tegen de Israëlische staat om gerechtigheid en excuses te vinden voor de aanslag op zijn geliefden. Tot aan het Israëlisch Hooggerechtshof wordt zijn claim afgewezen. En toch zet hij zijn strijd voort met de oproep tot moedig leiderschap om het Israëlisch-Palestijns conflict niet langer te politiseren, maar humanitair op te lossen.

Voor I Shall Not Hate zijn alleen voor de voorstelling van vrijdag 29 maart nog tickets verkrijgbaar.

 

25 maart 2024

 

Movies that Matter 2024 – Deel 1: Activisten in Irak, Nieuw-Zeeland en Kenia
Movies that Matter 2024 – Deel 2: Je jazz of je leven
Movies that Matter 2024 – Deel 4: Leren leven met oorlog Oekraïne
Movies that Matter 2024 – Deel 5: Het lot van advocaten en media in Rusland

 

MEER FILMFESTIVAL

Promised Land, The

***
recensie The Promised Land
Degelijk Deens drama

door Jochum de Graaf

Onder de licht misleidende titel The Promised Land levert regisseur Nikolaj Arcel een mooi historisch epos over het Deense koninkrijk in de 18e eeuw. Het drama is de Deense inzending voor de Oscar en won diverse European Film Awards, al is het een wel wat mindere film dan Riders of Justice waarvoor Arcel coscenarist was. Maar wel weer een briljante rol van Mads Mikkelsen.

De filmwereld heeft de gewoonte om films uit een niet-Engelstalig land van een zogenaamd pakkende commerciële internationale titel te voorzien. In het geval van The Promised Land van Nikolaj Arcel (A Royal Affair, 2012) pakt dat verkeerd uit. Met een Beloofd Land zoals we dat kennen uit het Oude Testament, heeft de film niets van doen. ‘De Kapitein en Ann Barbara’, de titel van Ida Jessens bestseller, waarop de film gebaseerd is, zou de lading al wat meer dekken. De zich ontwikkelende liefde tussen de eenzame pionier Kahlen en de weduwe van een gevluchte lijfeigene die voor hem komt werken, is een tweede voorname verhaallijn. Maar waarom wordt de originele titel Bastarden, Deens voor ‘bastaard’, niet gehandhaafd? Onvertaald spreekt die veel meer tot de verbeelding.

The Promised Land

De ongetemde heide
De queeste van legerkapitein Ludvig Kahlen (Mads Mikkelsen) is de ontginning van een onherbergzaam heidelandschap, waarin nog niemand geslaagd is. In ruil voor het voldoen aan de opdracht van de Deense koning bedingt Kahlen persoonlijke rijkdom en vooral een adellijke titel als beloning. En dat is het eigenlijke thema van de film, de ontworsteling aan zijn povere achtergrond, de wil om erbij te horen, toe te treden tot de elite van het nog feodale Denemarken van de 18e eeuw.

‘De heide laat zich niet temmen’ is het credo waarmee de film begint en we zien de indringende beelden van een haast bijbels woest en ledig landschap waar geen gewas lijkt te kunnen groeien. De Deense koning Frederik V verordonneert dat dit deel van Jutland gekoloniseerd moet worden.

Wanneer de vaderloos opgegroeide Ludvig Kahlen, waarschijnlijk bastaardzoon van een hoge Deense edelman, net afgezwaaid als kapitein in het leger van Holstein in 1755 aan het hof in Kopenhagen arriveert, reageren de adviseurs van de koning nogal sceptisch op zijn plan. Na de moeizame toestemming sticht Kahlen een primitief huis op de hei, dat hij Kongenhus noemt, van waaruit  hij het land in cultuur probeert te brengen. Onder barre omstandigheden – nu eens is de aarde kurkdroog dan weer jagen storm, regen, sneeuw of hagel over het weidse land – neemt hij met zijn handboor monsters uit de bodem en probeert hij gewassen uit.

In het belendende bos leeft verscholen een groep vogelvrijen die zich aan de maatschappij onttrokken hebben. Kahlen betrapt een inheems meisje dat in opdracht van de groep een kip uit zijn kippenhok steelt, later in de film neemt hij deze Anmai Mus in huis. Gaandeweg weet hij een bestaan op te bouwen, in eerste instantie geholpen door gevluchte lijfeigenen, boerenknecht Johannes Eriksen en zijn vrouw Ann Barbara (sterke rol Amanda Collin).  Als de zaken goed gaan, kan hij een groot aantal vogelvrijen inhuren. Wanneer die om politieke redenen het veld moeten ruimen, kan hij een groep kolonisten uit Duitsland laten overkomen die het land definitief kunnen ontginnen.

Wreedaardige landeigenaar
Maar al die tijd wordt Kahlen dwarsgezeten door zijn grote tegenstrever, de excentrieke wreedaardige landeigenaar Frederik de Schinkel (Simon Bennebjerg, goed contrapunt tegenover Mikkelsen), die zijn claim op het land kracht bijzet met allerlei strapatsen. Hij laat de van hem gevluchte lijfeigene Johannes Eriksen gevangen nemen en martelt hem in het openbaar met heet water. Hij weet te bewerkstelligen dat de vogelvrijen ophouden met hun werk voor Kahlen, en ook rond de komst van de Duitse kolonisten spint hij een intrige, die hen doet besluiten zich een tijdje terug te trekken van het land.

The Promised Land

Op zeker moment nodigt De Schinkel Kahlen uit voor een groot bal op zijn kasteel. Wanneer de gast op zijn paasbest op het feest verschijnt, maakt De Schinkel een snerende opmerking over diens pruik: “Ik zie de vlooien over je hoofd lopen” en dwingt hem een pruik van zijn bediende op te zetten: “Zo je ziet er een stuk aantoonbaarder uit.” Het zijn soms groteske scènes met de nodige humor, maar toch ontbeert de film de finesse en humor van Riders of Justice, waarvoor Nikolaj Arcel het scenario schreef.

Rigide sociale hiërarchie
The Promised Land is een mooi gemaakt, degelijk historisch drama over het veranderende Denemarken in de 18e eeuw waar de rigide sociale hiërarchie van een in luxe badende rijke elite tegenover ‘kleine mensen’ die nog praktisch in staat van lijfeigenschap leven, wordt doorbroken.

Het is vooral de rol van Mads Mikkelsen die de film boven het gemiddelde uittilt. Kahlen blijft in eerste instantie stoïcijns onder de tegenstand en tegenslagen, de vernederingen door De Schinkel, maar ontdooit wanneer hij een relatie met weduwe Ann Barbara aangaat en uiteindelijk de bescherming van verschoppeling Anmai Mus op zich neemt. Dan zien we het sterke spel van Mikkelsen, die met een ingehouden gebaar, een verandering van gelaatstrek zijn diepste emoties kan tonen.

 

7 maart 2024

 

ALLE RECENSIES

Bob Marley: One Love

**
recensie Bob Marley: One Love
Persoonsverheerlijking verdient beter

door Jochum de Graaf

Van het leven van reggaesuperster Bob Marley had een geweldige biopic gemaakt kunnen worden. One Love is een nogal tegenvallend hagiografisch portret dat geen recht doet aan zijn boeiende, complexe persoonlijkheid.

Eind 1976 staat Jamaica op de rand van een burgeroorlog. De linkse Peoples National Party (PNP) en de meer rechtse Jamaica Labour Party (JLP) strijden om de verkiezingswinst in een campagne die met veel geweld en aanslagen gepaard gaat. Om het excessieve geweld tegen te gaan, wordt begin december een vredesconcert, Smile Jamaica, georganiseerd. Ook de dan al wereldster in wording Bob Marley (in de VS is sprake van een regelrechte reggae-mania), wil meedoen. Hij ziet zichzelf als onafhankelijke apolitieke verbinder tussen de partijen.

Bob Marley: One Love

Rainbow Theatre en Exodus
Enkele dagen voor het concert worden Marley en zijn familie in zijn huis overvallen. Zijn vrouw Rita en zijn manager Don krijgen meerdere schotwonden. Marley zelf wordt in zijn buik en zijn arm geraakt maar is toch in staat om een kort optreden te geven. Vrijwel gelijk na het concert besluit hij dat het beter is om een tijdje Jamaica te verlaten en vliegt hij naar Londen. Marley en zijn begeleidingsgroep The Wailers verzorgen een iconisch optreden op in het Rainbow Theatre, toeren door een aantal West-Europese landen en nemen het legendarische album Exodus op.

Na ruim anderhalf jaar keert hij in ’78 terug naar Jamaica en geeft een concert op het One Love Peace Concert waar hij de aartsrivalen Manley (PNP) en Seaga (LJP) weet te bewegen elkaar ten overstaan van het uitzinnige publiek de hand te schudden, waarmee een wapenstilstand bezegeld wordt.

Een jaar later maakt Marley een uitgebreide tour door de VS en weer een jaar later, september 1980, geeft hij zijn allerlaatste concert in Pittsburgh. Drie jaar eerder had hij een wond aan zijn teen gekregen. In eerste instantie dacht hij dat het om een voetbalblessure ging, maar toen de wond maar niet genas, werd een melanoom, een zeldzame vorm van huidkanker, vastgesteld. Vanwege zijn Rastafari-geloof weigerde hij amputatie, de kanker woekerde door en mei 1981 overleed Bob Marley, 36 jaar oud.

Inspirerende levenshouding
Er had een prachtige, misschien niet Oscar winnende, maar toch zeker prima film gemaakt kunnen worden over de imposante carrière van Bob Marley. Hij groeide op in armoede in de achterbuurt Trenchtown van Kingston en groeide uit tot het gezicht van reggae, Rastafari en Jamaica. Geroemd om zijn muzikale genialiteit, zijn blijvende betekenis voor de popmuziek en zijn voor velen inspirerende levenshouding. Zijn boodschap van ascese, geloof, hoop en liefde maar ook van revolutie, verzet en vrede. Bob Marley, The King of Reggae, liet een oeuvre na dat in de loop van de tijd alleen maar monumentaler is geworden.

Maar One Love van Reinaldo Marcus Green raakt slechts heel licht aan dit beeld. Je ziet Marley in de studio of voor aanvang van een concert wat mompelen over een akkoord dat gespeeld moet worden, een drumpartij die wat strakker moet, een refrein dat korter of langer kan, hardop twijfelen wat het beginnummer van het concert moet worde. De muzikanten volgen serviel de opdrachten van de grote leider, hem steevast met zijn bijnamen Tuff Gong of Nesta aansprekend.

Bob Marley: One Love

De megahits, War, I shot the Sheriff, Three Little Birds, Stir it up, No Woman No Cry, Redemption Song, Trenchtown Rock, Get up, Stand Up, Lively up yourself, One Love/ People Get Ready, we krijgen ze allemaal te horen. Maar in de versies van hoofdrolspeler Kingsley Ben-Adir komt de impact van de songs nauwelijks over. De enige keer dat je echt de neiging hebt om keihard mee te swingen, is wanneer de jonge Wailers, Bob Marley, Peter Tosh en Burny Wailer in 1963 de platenstudio van Jamaica Records binnendringen en met een geweldige uitvoering van Simmer Down hun eerste platencontract weten binnen te slepen.

Gemis van charisma
Ben-Adir schijnt de mimiek en motoriek van Marley nauwlettend bestudeerd te hebben. Hij komt qua stem en intonatie een behoorlijk eind in de richting maar hij mist ten enenmale diens charisma, zoals pijnlijk duidelijk wordt wanneer we bij de aftiteling de energieke beelden van de echte Bob te zien krijgen.

Ook het opgroeien in achterbuurt Trenchtown met zijn alleenstaande moeder, de afwezigheid van zijn (blanke) vader, zijn eerste zelfgemaakte houten gitaar, de eerste opnamen en het latere immense succes, zijn heilige Rastafari-geloof (bijna geen scène met muzikanten zonder spliff), de ring die hij van de erven van keizer Haile Selassi ontving, het komt allemaal in beeld zonder enig reliëf. De vele buitenechtelijke verhoudingen (Marley liet 11 kinderen bij 5 vrouwen na), de confrontatie met opkomend racisme in Engeland, het gevoel belazerd te worden door blanke platenbazen, de gefnuikte wens om in Afrika te toeren, de strijd tegen zijn ziekte, de inzet voor vrede, het wordt allemaal opgediend in een platgeslagen scenario. Het zal zeker meegespeeld hebben dat er maar liefst vier scenaristen aan te pas kwamen en dat de productie voor een groot deel in handen was van zoon Ziggy en zijn vrouw Orly plus vrouw Rita en dochter Cedella Marley.

Bob Marley was een complexe, boeiende persoonlijkheid die veel beter verdient dan de in literaire termen hagiografische film, gericht op persoonsverheerlijking, die One Love is.

 

15 februari 2024

 

ALLE RECENSIES

Mutiny in Heaven: The Birthday Party

***
recensie Mutiny in Heaven: The Birthday Party
Onstuimige opkomst en ondergang

door Jochum de Graaf

Een jaar of drie duurde het, de onstuimige opkomst en ondergang van The Birthday Party, de Australische band rond hedendaags rockicoon Nick Cave, toen was het wel op. Vanaf eind 1983 kwam de carrière van de tegenwoordige superrockster Nick Cave met zijn nieuwe band The Bad Seeds echt in een stroomversnelling.

Mutiny in Heaven: The Birthday Party vertelt het voorafgaande verhaal en behandelt ook even de jaren weer daaraan voorafgaand toen ze nog The Boys Next Door heetten. Maar zo ‘next door’ waren ze niet, verre van. Jongens waren het, maar aardig? Gitarist/drummer/toetsenist Mick Harvey is er kort over: “We hebben niets gedaan om aardig te zijn.”

Mutiny in Heaven: The Birthday Party

Mix van gothic en postpunk
De bandleden leerden elkaar kennen in de scene van St Kilda, een voorstad van Melbourne. Bezorgde autoriteiten omschreven deze gemeenschap van kunstenaars, die zich buiten de samenleving opstelden en zich afkeerden van het systeem, als ‘gevaarlijk’ en ‘gestoord’. Gitarist Rowland Howard vertelt hoe hij bij hun eerste ontmoeting Nick Cave in het toilet van een populaire club een wastafel van de muur zag slopen, vervolgens hem bij de strot greep en toebeet: “Are you punk or pufter.” Cave liet zich in die dagen door medebandlid Tracy Pew rondrijden, hij zat dan op het dak van de auto. Terwijl het toch zo’n ‘middle class’ jongen was, keurig opgevoed, zijn vader was nota bene dominee.

Begin jaren tachtig zijn het de nadagen van de punk en new wave, vlak voor de opkomst van de synthesizerpop. The Birthday Party veroverde zich een eigen plaats in dit sterk meanderende poplandschap met een mix van gothic en postpunk; sombere, onheilszwangere soundscapes, anarchistisch en eclectisch puttend uit de blues, free jazz en rockabilly-traditie. Muziekkrant Oor omschreef de band destijds als een ‘demente kruising tussen Captain Beefheart en The Stooges’.

Roemruchte optredens
Roemrucht waren de liveoptredens. Gelijk in de beginbeelden van deze Australische documentaire zien we Cave in een somber blauw blacklight podiumverlichting. Hij strijkt de hand door de zwarte hanenkam en raadt het publiek aan om in het vervolg niet op de eerste rij te gaan zitten. Verderop zien we hem menigmaal in de meest idiote poses, achterover vallend op het toneel, wilde kreten uitslaand, maltraiteren van de microfoon, hopeloos in gevecht met de snoeren. Er wordt het nodige op het podium gesmeten en weer terug: flessen, peuken, drugs. Stagediven was een onmiskenbaar onderdeel van de show. Spelen doe je met een fikse joint of tenminste sigaret in de hand en steevast een fles sterke drank onder handbereik.

Niet zelden werd een optreden voortijdig afgebroken. Bij het eerste optreden in New York in ‘81 werden ze gedwongen na drie nummers op te houden. In de volgende tent ging al na tien minuten de stekker eruit en bij het derde optreden in de Ritz werden ze na twintig minuten gevraagd om te stoppen.

Kijk dan ook eens met een mengeling van afgrijzen en fascinatie naar de beelden van het nummer Nick the Stripper, de enige videoclip van de band die integraal in de film is opgenomen. Nick Cave springt op een lendendoek naakt zoals ook Jezus in zijn laatste uren, wild in het rond in een circustent, in grote letters HELL op zijn torso. Dan rolt hij het tentdoek omhoog en zien we smeulende vuren van een vuilnisbelt en Jeroen Bosch-achtige taferelen. De muzikanten lopen tussen verwilderd rondlopende gothic-types en psychiatrische patiënten die speciaal waren opgetrommeld. We zien kruisbeelden, varkenskoppen op stokken. De nog steeds halfnaakt rondspringende Cave heeft in grote letters PORCA DIO – ‘God is een varken’ op zijn borst staan en kust een levende geit vol op de bek.

Mutiny in Heaven: The Birthday Party

‘God sprak via mij en zijn adem stonk’
Je ziet Cave zich in de loop van de film als performer en tekstschrijver ontwikkelen, zijn fascinatie voor het christendom en de Bijbel, speciaal het boek Job. Ergens halverwege komt hij tot de uitspraak: “God sprak niet alleen tegen mij, maar via mij, en zijn adem stonk.”

Het verhaal van de band met al zijn verwikkelingen, de verhuizing naar Londen in ’80, weer terug naar Melbourne in ’81, dan weer naar Londen, een tijdje New York, het met z’n zessen in een krap bemeten appartement wonen, nauwelijks optredens, dagen van lethargie, honger soms, en het gebruik van speed, veel speed, is eigenlijk niet zo bijzonder in vergelijking met andere bandjesdocu’s. Maar de gesprekken, dialogen en commentaren over de onderlinge verhoudingen winnen beduidend aan impact doordat de pratende hoofden in beeld gebracht worden met prachtige zwart-wit graphics van de Duitse kunstenaar Reinhard Kleist die ook tekende voor geweldige graphic novel Nick Cave Mercy on Me uit 2017.

In Australië en Engeland had de groep maar weinig aansluiting met andere groepen. Dat veranderde met de verhuizing naar West-Berlijn in ’82, waar ze bevriend raakten met mentaliteitsgenoten als Die Haut en Einstürzende Neubauten. Cave ontbond The Birthday Party en vormde met een paar partygangers en Blixa Bargeld, frontman van de Neubauten, The Bad Seeds, een stevige stap naar wereldroem.

Het debuut van regisseur Ian White is een aardig tijdsdocument van de woelige postpunk-periode begin jaren tachtig en biedt ook al een glimp op de carrière van Nick Cave die later zoveel moois zou opleveren.

 

14 februari 2024

 

ALLE RECENSIES

Zone of Interest, The

*****
recensie The Zone of Interest
Beter dan andere mensen

door Jochum de Graaf

Tien jaar na Under the Skin komt de Britse regisseur Jonathan Glazer met een nieuw meesterwerk. The Zone of Interest kreeg de Grand Prix in Cannes en is genomineerd voor de Oscar als beste niet-Engelstalige film. Een ijzingwekkend goede film die langzaam maar zeker onder je huid kruipt.

Rudolf Höss loopt licht beneveld door het lege trappenhuis, het feest onder in de balzaal is nog in volle gang. Op de voorafgaande conferentie heeft hij een voor hem uiterst belangrijke opdracht gekregen. Middenin de nacht belt hij euforisch zijn vrouw Hedwig: ‘ik wilde even je stem horen.’

Auschwitz
Hij wordt plaatsvervangend inspecteur van alle kampen en moet daarvoor naar Oranienburg, dichtbij Berlijn, verhuizen. Maar Hedwig voelt er niet zo voor om mee te gaan. Aan de oever van de rivier hebben ze een indringend gesprek, zoals tegenwoordig in ieder geëmancipeerd gezin zou kunnen plaatsvinden. Ze wonen nog niet zo lang in de mooie speciaal gebouwde villa en de kinderen zijn net aan school gewend in de nieuwe omgeving. Het is er zo heerlijk wonen. Ze hebben een paradijselijke tuin, geweldige broeikas met bijzondere groenten, de kinderen doen het goed, veel personeel en een fijne vriendenkring van andere Duitse kampfunctionarissen.   

The Zone of Interest

The Zone of Interest, losjes gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Martin Amis (die opmerkelijk genoeg vlak voor de première in Cannes vorig jaar overleed), volgt het verhaal van Rudolf Höss en zijn gezin die in mei 1940 een speciaal voor hen gebouwde villa bij Auschwitz betrekken. In het vernietigingskamp (79 jaar geleden bevrijd) zouden rond 1,1 miljoen mensen, merendeels Joden, worden omgebracht. Höss stond er goed op bij de nazi-top, maakte snel carrière in de SS en na zijn bevordering naar Oranienburg werd hij in mei 1944 teruggeroepen naar Auschwitz om het transport naar en de verspreiding van 700.000 Hongaarse Joden over de kampen, ‘Aktion Höss’, te leiden. Het is de reden dat hij aan het eind van de film zo euforisch door het trappenhuis doolt.

Verschrikkingen buiten beeld
Van het uitgestrekte kampcomplex krijg je niets te zien; ja, wanneer grootmoeder op bezoek is en door de tuin wordt rondgeleid, valt opeens de wachttoren die uittorent boven de betonnen afscheidingsmuur op. Wanneer een bak met as over een bloemperkje wordt uitgestrooid, is de macabere suggestie van menselijke as onmiskenbaar. De verschrikkingen in de kampen worden echter zorgvuldig buiten beeld gehouden. De familie Höss geniet van het buitenleven, ze mogen graag vissen en zwemmen in de beken en meren van het idyllische Poolse platteland. Als vader Rudolf botresten of zwartgeblakerde deeltjes ontwaart in de rivier die van de kant van het kamp afstroomt, roept hij op stel en sprong de kinderen uit het water en beveelt ze zich snel thuis schoon te wassen.

Op zekere dag komt een hoge delegatie van SS’ers met bouwkundige ingenieurs op werkbezoek in de villa. Op tafel wordt een bouwtekening uitgespreid. Een nieuw revolutionair ontwerp voor verbrandingskamers, ‘ladingen’ kunnen voortaan uiterst efficiënt worden verwerkt. ‘Branden, koelen, ontladen, herladen, continu!’, klinkt het, het lijkt pijnlijk logisch, vanzelfsprekend, heel normaal.

Jonathan Glazer laat heel effectief het beeld en geluid het werk doen. De camera registreert meestal van een afstand, er komt slecht een enkele close-up voorbij. Met het niet vertonen van de wreedheden wordt niet zozeer de nieuwsgierigheid opgewekt, maar bekruipt je meer en meer het unheimische gevoel dat het allemaal van een groteske alledaagsheid was. Hoe kan het dat mensen uiteindelijk zo handelen en functioneren? Het is in optima forma de ‘banaliteit van het kwaad’, in de veelbesproken woorden van Hannah Ahrendt.

The Zone of Interest

Soundscape
Een essentiële rol speelt daarbij ook de soundtrack, beter gezegd de soundscape, waarvoor net als in Under the Skin, Glazers meesterwerk van tien jaar geleden, Mica Levi tekent. Achter de gewone huis-, tuin- en keukengeluiden horen we geblaf van honden, soms ijselijk gegil van mensen, marcherende soldaten, bevelen. En let dan ook eens op het begin van de film. Het beeld nog op zwart en een symfonie van een kleine twee minuten waar heavy metal langzaam overgaat in vogeltjesgefluit. Hel en hemel liggen vlak bij elkaar.

De verbijstering en het ongemak nemen in de loop van de film meer en meer toe, vooral ook door het fenomenale spel van hoofdrolspelers Christian Friedel (hij was de schoolmeester in Das weisse Band) en Sandra Hüller (terecht met een Oscar genomineerd voor Anatomy of a Fall). Ze kleuren hun rol opvallend onopvallend in. Friedel met hoog opgeschoren schedel, vette plak haar, ambitieuze doorsnee-nazi zoals er zovele waren. Hüller met een bundel vlechtjes in het haar, een kapsel dat bij de Bund Deutsche Mädel populair was. Ze geeft Hedwig gestalte als lompe, onbehouwen vrouw, die het personeel afsnauwt, maar tegelijkertijd zorgzaam is voor haar kinderen.

In een interview met Het Parool vertelde Sandra Hüller hoe ze zich voorbereidde op de rol: ‘veel ziel was er niet’. Volgens haar wilde Jonathan Glazer deze vorm van ongemak bereiken. ‘Hij wil dat mensen zich op een vreemde manier met Rudolf en Hedwig kunnen identificeren. Niet door ze menselijk te maken of door ze allerlei gevoelens en drama mee te geven, maar door naar hen te kijken terwijl ze hun leven leiden.’ (…) ‘Zij (Hedwig) en Rudolf namen de beslissing om zichzelf op de eerste plaats te zetten. Ze besloten dat ze beter waren dan andere mensen. Dat ze beter verdienden en dat de anderen moesten sterven. Het is een menselijke keuze en juist dat maakt het zo gevaarlijk.’

 

31 januari 2024

 

ALLE RECENSIES

Indië verloren… (Selling a Colonial War)

***
recensie Indië Verloren… (Selling a Colonial War)
Onmisbare impuls debat koloniaal verleden

door Jochum de Graaf

Indië Verloren … (Selling a Colonial War) werd met de Beeld & Geluid IDFA Reframe Award beloond. De bioscoopversie is drie kwartier ingekort. Met zijn eerste grote documentaire levert In-Soo Radstake een onmisbare en uitermate sterke impuls aan het debat over het Nederlands koloniaal verleden. Een urgente film met een klein minpuntje.

Met de stotterexcuses van Willem-Alexander mei 2020 voor het ‘buitensporig geweld’ van Nederlandse militairen in Indonesië kwam er na meer dan zeventig jaar iets van genoegdoening voor de slachtoffers van de koloniale oorlog in de jaren 1945-1949. Een maand later kwam onder invloed van de Black Lives Matter-beweging de antiracistische beeldenstorm met bekladding, vernieling van standbeelden van ‘foute figuren’ uit de koloniale tijd op gang.

Indië Verloren… (Selling a Colonial War) begint sterk met de intussen iconische beelden van  een woedende, opgewonden menigte die onder luid gejuich het standbeeld van de Britse slavenhandelaar Edward Colston omver trok en in de haven van Bristol dumpte. In Nederland kreeg de al jarenlange discussie over het prominente beeld van Jan Pieterszoon Coen, de ‘slager van de Banda-eilanden’, verantwoordelijk voor zo’n 150.000 doden in de Indonesische archipel, op het centrale plein van Hoorn een nieuwe impuls.

Indië verloren… (Selling a Colonial War)

‘Indië Verloren, rampspoed geboren’
‘Indië Verloren, rampspoed geboren’, was de nostalgische slogan waarmee Nederland na de Tweede Wereldoorlog de (poging tot) bevrijding van Indonesië rechtvaardigde. Het door de oorlog uitgeputte en beschadigde land kon de grondstoffen en specerijen uit het wingewest waar ze al vierhonderd jaar over heerste, goed gebruiken. Toch is Indië Verloren… (Selling a Colonial War) geen poging tot herschrijving van de geschiedenis met terugwerkende kracht.

Het sterke en interessante aan de doorwrochte documentaire van In-Soo Radstake is de brede context, de gelaagdheid, het naast elkaar bestaan van de verschillende waarheden van de vele gedupeerden, de perspectieven van waaruit het koloniale conflict belicht wordt.

Met een rijke hoeveelheid onbekend onthullend beeld en geluid uit nationale en internationale archieven, behandelt de film in vogelvlucht het koloniale tijdperk, de Japanse inval, het uitroepen van de republiek door Soekarno in september 1945, de Bersiap-tijd, de verscheping van de Nederlandse militairen om de orde te gaan herstellen, de onafhankelijkheid en wat er daarna kwam, de komst van honderdduizenden ‘Indo’s’, Molukkers niet te vergeten, naar Nederland, de nasleep met de kwestie Nieuw-Guinea.

De nadruk ligt op de ‘politionele acties’, waarvoor in twee opeenvolgende periodes zo’n 120 duizend dienstplichtige militairen werden ingezet. Eenvoudige jongens uit alle delen van het land die vol geloof in het goede van hun opdracht dachten net als de geallieerde bevrijders enthousiast onthaald te worden, en niet of nauwelijks beseften dat ze in een guerrillaoorlog verzeild waren geraakt. En zich vervolgens schuldig maakten aan oorlogsmisdaden waarover ze bij terugkeer in Nederland niet konden, wilden of mochten praten. 

Beeldvorming
Indië Verloren… gaat over beeldvorming, ‘framing’ zoals we dat tegenwoordig noemen, hoe ‘verkoop’ je zoiets als een oorlog. In het vaderland werd het in de bioscoopjournaals als een nobele actie voorgesteld. Je zag dan zo’n blonde hospik in een kampong die zorgzaam de voet van een ‘inlander’ verzorgt. Hij is er een hele meneer, “toean dokter”, en ook nog eens “een ambassadeur voor Nederland”.

Van Kleffens verschijnt in beeld. De stijve, kraak- noch smaakloze minister van Buitenlandse Zaken, die al in 1946 de term ‘politionele actie’ muntte. Dat politioneel klonk natuurlijk al een stuk minder krijgshaftig dan militair, en de associatie met een politiecorps dat de orde komt handhaven, is veel geruststellender dan een legermacht die bij tijd en wijle plunderend en brandstichtend door de kampongs raasde. De vergelijking met Poetins ‘speciale militaire operatie’ in Oekraïne dringt zich op. Onthullend en verbijsterend is hoe de Nederlandse overheid, afgezien van een enkele klokkenluider: de affaire Hueting, de onthullingen over de wandaden van Raymond Westerling, decennialang nauwelijks moeite hoefde te doen dat eufemistische beeld overeind te houden.

Indië verloren… (Selling a Colonial War)

Verbijsterend is ook het pas enkele jaren geleden bekend geworden verhaal van fotograaf Hugo Wilmar, die in de oorlogsjaren in dienst van de Marine Voorlichtingsdienst in de voorste linies opereerde en al in 1946 aantoonde dat er een volwaardige oorlog tussen Nederland en Indonesië aan de gang was. Wilmars foto’s verschenen wel in Australische kranten, maar werden in Nederland zorgvuldig buiten de publiciteit gehouden, omdat ze mogelijk een ‘een misplaatste stemming ontketenen tegen het Nederlandse beleid in Indonesië’.  Het briefje dat hij ontving: “Ik heb de eer u mede te delen dat u bent gestraft met zeven dagen arrest.”

Moeite met excuses
Onderzoeksjournalist Maurice Swirc, hij schreef het boek De Indische Doofpot (2021), vertelt dat in 1971 de Verjaringswet werd ingevoerd waardoor eventuele oorlogsmisdrijven door Nederlandse soldaten onbestraft zouden blijven. Brisant is ook de opmerking van oud-diplomaat en -minister van Buitenlandse Zaken, Ben Bot, die zich voor kan stellen dat de Nederlandse overheid moeite had met het maken van excuses. Hij vertelt hoe hij samen met premier Balkenende en minister van Financiën, Gerrit Zalm, eens heeft berekend hoeveel het zou kosten om herstelbetalingen te doen aan alle gedupeerden. “Honderd miljard! Dat is niet te doen.”

Zorgvuldig en afgewogen met commentaar van Nederlandse en Indonesische veteranen, van perspectief voorzien door een reeks aan Nederlandse, Indonesische, Amerikaanse, Australische wetenschappers en onderzoekers, licht Radstake de beer- en doofpot van de pijnlijke koloniale geschiedenis. Minpunt is evenwel dat met de quasi-hippe soundtrack en een tamelijk aparte introductie van de sprekers krampachtig geprobeerd wordt de aandacht van ook de jonge kijker vast te houden. “Staat de speaker al aan”, vraagt Ben Bot. “Loopt de camera al, oh ben ik al in beeld”, zegt de Utrechtse historicus Louis Zweers. Kunstgrepen die nergens voor nodig zijn. Het is allemaal al onthullend, onthutsend, ontluisterend en ontstellend genoeg van zichzelf.

 

10 januari 2024

 

ALLE RECENSIES