***
recensie Maria
Ondergang van een opera-diva
door Jochum de Graaf
Angelina Jolie speelt een sterke hoofdrol. Maar Pablo Larraíns Maria over de laatste dagen van Maria Callas, de grootste operadiva aller tijden, overtuigt niet echt door de onsamenhangende verhaallijnen.
Het is september 1977, twaalf jaar nadat ze in de Covent Garden in Londen voor de laatste keer op een podium stond. Operadiva Maria Callas was 41 toen haar stem haar in de steek liet en haar carrière zo goed als over was. Ze zegde steeds vaker op het laatste moment concerten af, verbond van de weeromstuit exorbitante eisen aan haar optredens, waardoor het publiek haar misplaatste sterallures begon te verwijten.
Haar deconfiture betekende niet dat ze in de anonimiteit verdween. Callas was eind jaren zestig, begin jaren zeventig een wereldberoemde stijl-icoon, deed een aantal afscheidstournees, speelde een imposante titelrol in Pasolini’s Medea (1969). Maar vooral vanwege haar melodramatische liefdesrelatie met de puissant rijke Griekse reder Aristoteles Onassis was ze niet uit de schandaalpers weg te slaan.
In de tweede helft van de jaren zeventig trok ze zich terug in een luxueus appartement in Parijs. 16 september 1977 stierf ze aan een hartaanval. Ze was pas 53.
Verval
Maria begint met de laatste weken die ze in dat grote appartement doorbrengt, omringd door haar trouwe bedienden Bruna en Ferruccio en haar hondjes. Ze komt zelden het huis uit, draait rond in haar herinneringen, de triomfen, de neergang. Ze is verslaafd aan drank en pillen, een leven in groteske eenzaamheid en pijn.
Af en toe heeft ze een opleving. ‘Ik ben in de stemming voor adoratie’, zegt ze op een zonnige dag tegen haar bedienden. Het is een even grappige als meelijwekkende opmerking van de grote diva, gevangen in de schaduw van haar eigen iconische status.
Belangrijk thema in de film is de achteruitgang van haar stem. Met een autoritaire, nogal pedante stemcoach probeert ze aan een comeback te werken. Op een gegeven moment dwingt ze haar butler Ferruccio om een bandrecorder aan te schaffen zodat ze haar vroegere met de huidige opnamen kan vergelijken. Maar de recitals laten vooral zien dat het verval onmiskenbaar is ingezet.
Callas is bijzonder eigengereid, slaat alle goed bedoelde adviezen van de weinige naasten, zoals zus Yanika die nog in de buurt zijn, in de wind en krijgt steeds meer last van een vervagend geheugen. Obsessief probeert ze vast te houden aan haar sterrenstatus.
Ferruccio krijgt vrijwel dagelijks de opdracht om de piano net weer in een andere hoek van de kamer te zetten, zodat de zoninval haar gezicht beter laat uitkomen, mocht er iemand komen om haar te fotograferen of te filmen.
Mandrax
Het verhaal wordt vooral verteld aan de hand van een in scène gezet tv-interview met een zekere Mandrax, een jonge journalist die verliefd op haar is. Mandrax is de naam van het slaapmiddel waaraan Callas verslaafd raakte en dat hallucinaties en waandenkbeelden veroorzaakt.
Het interview is een kunstgreep die de gelegenheid biedt tot vage flashbacks met de suggestie van opgelopen jeugdtrauma’s in het door de nazi’s bezette Griekenland. Callas raakt in trance van haar meest fameuze optredens in La Scala in Milaan, de New Yorkse Met, Covent Garden in Londen. Het is een ratjetoe van aan elkaar geplakte gebeurtenissen die niet verder gaan dan wat je al weet en niet bijdragen tot een nieuw of dieper inzicht in de psyche van Callas.
Mandrax gaat met Callas uitgebreid in op de ontmoeting met en de onstuimige verwikkelingen in haar gepassioneerde maar ook giftige verhouding met grote liefde, Onassis. En de brute verbreking daarvan die volgens menigeen haar vroege dood inluidde.
We zien de brisante scène in een restaurant. John F Kennedy verschijnt aan haar tafel en Callas beweert dat hij een opzichtige toenaderingspoging deed onder het voorwendsel dat hun wederzijdse echtgenoten Onassis en Jackie er ook een publiek geheime relatie op nahielden. Maar het ontstijgt niet het niveau van een verzonnen pikante anekdote.
‘Diva-trilogie’
Het is wel een omineuze scène omdat regisseur Pablo Larraín ook het leven van Jackie Kennedy verfilmde. Na Jackie (2015) en Spencer (2021), over Lady Di, is Maria het slot van zijn ‘diva-trilogie’, de verfilming van drie iconische vrouwenlevens: over glorie, ondergang en de zware tol van de roem. Maria is van die drie de minst geslaagde aflevering.
En dat ligt niet aan Angelina Jolie, die uit eigen ervaring met het turbulente leven in de schijnwerpers kan putten. Ze heeft maandenlang haar zangtechniek geoefend en benadert mede door AI-techniek het origineel van Callas zeer dicht. Het diva-gedrag – zowel de glamourkant als de paranoiakant – gaat haar goed af. Ze oogt alleen wat minder kwetsbaar dan de echte Maria Callas, die we zoals in alle biopics van tegenwoordig in slotbeelden te zien krijgen.
Maar het is vooral de kunstgreep met ‘Mandrax’ die de film parten speelt. Op zich creatief bedacht maar in zijn uitwerking wordt het langdradig en weinig samenhangend.
12 februari 2025