The Teacher Who Promised the Sea

***
recensie The Teacher Who Promised the Sea
Het belang van mogen dromen

door Cor Oliemeulen

Als je zelf op school geen leraar hebt gehad die jou op een verfrissende manier kon enthousiasmeren voor een bepaald onderwerp, ken je vast wel een leraar uit verhalen die zijn leerlingen op een bevlogen manier wist te inspireren. De Spaanse boekverfilming The Teacher Who Promised the Sea is zo’n voorbeeld, dat bovendien speelt in een tijd dat je je leven niet zeker was.

Enkele jaren geleden maakte Pedro Almodóvar met Madres Paralelas (2021) een drama over de verwisseling van twee pasgeboren baby’s tegen de achtergrond van het openen van massagraven waarin tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) meer dan honderdduizend mensen verdwenen. Pas vanaf 2007 mogen de naar schatting 2.500 massagraven (voor zover de locaties bekend zijn) worden geopend, maar het identificeren van de slachtoffers is een lastige kwestie. Op dit moment zijn nog maar zo’n 12.000 mensen opgegraven.

The Teacher Who Promised the Sea

Massagraf
Ook Almodóvars collega Patricia Font (vooral bekend als regisseur van tv-series) verweeft haar hoofdthema – een leraar die zijn jonge leerlingen inspireert – met de Spaanse Burgeroorlog en het openen van een massagraf. In The Teacher Who Promised the Sea is Ariadna (Laia Costa) op zoek naar de resten van de vader van haar grootvader, die altijd heeft gezwegen over het verleden en ook zijn kinderen verbood om erover te praten. Nu haar grootvader ziek is en niet meer lang te leven heeft, gaat Ariadna op zoek naar antwoorden. Ze vertrekt naar de provincie Burgos, waar een massagraf is geopend en ontdekt daar het (waargebeurde) verhaal van Antoni Benaiges (Enric Auquer), de leraar die zijn leerlingen de zee beloofde.

Voor de meeste inwoners van het conservatieve dorpje is het wennen als de progressieve onderwijzer Antoni in 1935 het vervallen schoolgebouwtje nieuw leven inblaast. Mondjesmaat melden kinderen tussen pakweg 6 en 12 jaar zich in zijn klaslokaal. Het kruisbeeld gaat van de muur, een drukpers doet zijn intrede. ‘Jullie worden schrijvers, of journalisten’, lacht Antoni het klasje toe. De kinderen mogen samen boekjes schrijven én drukken – uiteindelijk een boekje over de zee, want zijn leerlingen hebben nog nooit de zee gezien.

Waarschuwing
Het is geen verrassing dat lang niet alle ouders zich kunnen vinden in de werkwijze van de nieuwe leraar. Maar ja, die oude pastoor (die tijdens een bezoekje aan de klas door Antoni resoluut de deur wordt gewezen) was ook niet alles. En terwijl de nieuwe onderwijzer het klaarspeelt om zijn bevlogenheid met zijn leerlingen te delen, wuift hij een enkele waarschuwing over een veranderend politiek klimaat met een glimlach weg.

The Teacher Who Promised the Sea

The Teacher Who Promised the Sea is zeker een inspirerende film over een leraar die weet hoe hij zijn leerlingen kan begeesteren. Enric Auquer is geloofwaardig, net als de kinderen, die uit meer dan duizend leeftijdsgenootjes werden gecast. De schokkende afloop geeft het drama een extra dimensie, met echo’s van de Spaanse filmklassieker La lengua de las mariposas (1999) – dat zich ook afspeelt aan de vooravond van de burgeroorlog, maar meer uitblinkt door de landelijke atmosfeer, een scenario dat de historische context beter duidt en de relatie tussen leraar en leerling intiemer neerzet.

Desondanks maakte Patricia Font met The Teacher Who Promised the Sea een verhaal dat verteld moet worden. Ze laat niet alleen zien hoe zelfs nog de huidige generatie lijdt onder de gevolgen van de Spaanse Burgeroorlog, maar toont vooral de onverwoestbare kracht van vrijheid in een wereld die haar probeert te onderdrukken.

 

9 juni 2025

 

ALLE RECENSIES

Festen

*****
recensie Festen
Klinken op een moordenaar

door Bert Potvliege

In 2025 is het dertig jaar geleden dat enkele Deense regisseurs het Dogma 95-manifest ondertekenden, een verzameling regels die hun filmmaken moest terugsturen naar de wortels van storytelling. Die beginselverklaring mag misschien een spelletje zijn geweest, de exploten van die beweging leverden wel enkele parels op. Zo brak in 1998 de ondertussen wereldwijd gevierde cineast Thomas Vinterberg door met het bijzondere Festen. We schrijven vele jaren later en die film staat nog steeds als een huis.

De sensationalisering van mainstreamcinema zette Vinterberg en consoorten aan tot het formuleren van die enkele geboden, die tegen het ‘aankleden’ van een film waren: geen make-up, geen muziek, geen extra belichting, geen geconstrueerde sets, geen rekwisieten – het ging allemaal overboord. Bij Festen liep de cameraman rond met een klein digitaal toestel in de handen en kon hij vrijelijk bewegen in het drama dat zich afspeelde op locatie.

Festen

Gouden dogma
Dat het manifest vooral een stoeierige oefening was en geen ideologische koerscorrectie die cinema ingrijpend veranderde, is duidelijk aan het traject dat deze regisseurs sinds die befaamde intentieverklaring hebben afgelegd. Vinterberg en die andere bekende Dogma-95-cineast Lars von Trier (Dancer in the Dark, The Idiots) zijn weg geëvolueerd van die strikte regels en hebben elk op hun eigen manier dure en pompeuze cinema gemaakt, met films zoals Kursk en Melancholia. Hun ideologie bleek niet onwrikbaar voor de tand des tijds. Dat hoefde ook niet.

Vinterberg meende aanvankelijk dat hij gefaald had met Festen, met dat merkwaardig evenwicht tussen onuitsprekelijk drama in de taboesfeer en fenomenale humor van de gortdroge soort. Dat zijn film tegen de verwachtingen in genomineerd werd voor een Gouden Palm in Cannes deed de regisseur plots inzien dat hij goud in handen had. De film werd een groot succes en maakt ondertussen deel uit van de canon van de Europese cinema.

Het grote ongemak
Door de Dogma 95-films te ontdoen van alle versiersels wou men een grotere nadruk leggen op de narratieve laag: het waren het verhaal en de personages die het publiek moesten engageren. Je kan dat gerust omschrijven als een streven om film te herleiden tot zijn verhalende essentie, als je ervan overtuigd bent dat verhaal en personages de kern zouden zijn van cinema. Wij menen van niet. Het medium film overlapt evenzeer met de narratieve kwaliteiten van literatuur als met de ritmische dimensie van muziek – betekenis en ervaring zijn van een even groot belang.

De intentie van de Denen mist ook doel, want door dat franjeloos voorkomen zijn de vormelijke aspecten van hun werk juist aandachttrekkend. De Dogma-films zijn bekend net omdat het Dogma-films zijn. De waarde en impact van hun stellingen bleek uiteindelijk eerder beperkt en velen zouden uit het oog verliezen waarom Festen zo’n succes was. Het was een triomf die geen gevolg was van de bevlogen vormelijke restricties, maar wel vanwege het uitstekende verhaal dat gepresenteerd wordt op een hilarisch nonsensicale maar tegelijkertijd uitgekiende verteltoon.

Patriarch Helge (Henning Moritzen) viert zijn zestigste verjaardag in het familiehotel. Zijn vrouw, zijn zoons Christian (Ulrich Thomson) en Michael (Thomas Bo Larsen), dochter Helene (Paprika Steen) en tal van genodigden verzamelen zich in het statige landhuis voor het grote familiefeest. Het hete hangijzer is dat dochter Linda recent zelfmoord pleegde. Tijdens het diner zal Christian tot ontsteltenis van iedereen een speech brengen waarin hij zijn vader beschuldigt van incestueuze verkrachting vele jaren terug, wat een aanleiding geweest zou zijn voor de zelfdoding van zijn zus. Het plan om zijn vader op deze manier ten val te brengen blijkt aanvankelijk onsuccesvol, maar Christian geeft niet snel op. Het feest verzandt stelselmatig in een chaos, terwijl de genodigden steeds moeilijker het duister verleden van Helge kunnen negeren.

Vechten voor een lach
Je mag Festen gerust klasseren als een hoogtepunt in de rijke geschiedenis van de tragikomedie (van Charlie Chaplin tot Wes Anderson), waarbij weemoedige en donkere thema’s gekoppeld worden aan een humoristische insteek. Vinterbergs film is een formidabel genrevoorbeeld, een ontzettend delicaat onderwerp gebracht met niet aflatende en groteske humor. Gezien het onderwerp lijkt die komische benadering ongepast, maar de onfatsoenlijke aard van de humor maakt de film net doeltreffender. Vinterberg vond die komedie de grootste uitdaging, maar ook vitaal voor de film die hij voor ogen had. Hij heeft moeten vechten voor de grappen, niet in het minst tegen de acteurs die wegens het precaire onderwerp vaak dwarslagen. Blij dat hij het pleit gewonnen heeft, want wij hebben een film lang politiek incorrect liggen bulderlachen.

De absurditeit van deze situatie, waarbij donkere familiegeheimen blootgelegd worden in een sociaal onwennige setting, geeft een immense hoeveelheid zuurstof aan de vertelling. Dat de film met de nodige gewaagdheid thema’s als incest en racisme naar voren schuift, creëert een ongemak dat ontzettend prikkelend is. De kijker wordt naar het scherm gezogen want we willen zien hoe Christian dit aanpakt, we willen weten hoe Helge gaat reageren en we wachten met plezier de ongetwijfeld bruuske uitbarsting van broer Michael af.

Festen

Disfunctionele families
Een kijker beseft snel dat er een meer dan een kink in de kabel zit bij deze familie, maar dan trek je plots grote ogen wanneer je onder ogen komt dat de dynamiek tussen de kinderen en ouders bij vlagen iets te herkenbaar lijkt. Dat zus Helene nog geen tien minuten na de beschuldigende speech haar broer Michael voor vuile nazi staat uit te maken op de parking, omdat hij haar zwarte vriend wandelen stuurt, is als een overtreffende trap in deze familiale vechtscheiding. Het racistische lied dat de hele familie zingt, is de schaamte voorbij. De voortdurend borreltjes drinkende kok is ook een giller.

Maar Michael spant de kroon. Gezegend met een korte lont en een ongezonde zelfrechtvaardiging, is broerlief een hilarische mislukkeling. Wanneer hij zijn schoenen niet vindt in de koffers, scheldt hij zijn zongebruinde vrouw de huid vol omdat ze die vergat mee te doen (“Zal ik jou eens wat vertellen?!”). Het is een koppel dat teert op bitsige ruzies, want het dispuut zet hen vrijwel direct aan tot goedmaakseks. Na de ongetwijfeld liefdevolle beurt glijdt Michael uit in de douche, waarna hij ogenblikkelijk zijn vrouw terug begint uit te kafferen – het is als een automatisme waarin hij verglijdt – omdat ze de zeep op de grond zou laten liggen hebben.

Disfunctionele families zijn allesbehalve grappig in de werkelijkheid, maar in de bioscoop kan je er al eens mee op de loop gaan. Vinterberg slaat een prachtig evenwicht tussen het donkere en het entertainende. Festen was zodanig impactvol dat hij er een loopbaan lang op kon teren.

 

3 juni 2025

 

ALLE RECENSIES

Soft Leaves

**
recensie Soft Leaves
Van de ladder tuimelen

door Bert Potvliege

Een debutant krijgt de kans een langspeelfilm te maken en waagt zich aan een persoonlijke portretschets, een risicovolle onderneming die vaak verzandt in melodrama. Toch waagt de Belgische cineaste Miwako Van Weyenberg zich in Soft Leaves aan iets wat onbeleefd misery porn wordt genoemd. 

Het bij ons vorig jaar verschenen Milano (u ziet aan welk soort projecten het Vlaams Filmfonds middelen toekent) bracht al een uiterst grauw en troosteloos beeld van een ontwricht gezin, waarbij de tragische afloop het dieptepunt vormde. Soft Leaves gaat niet zo ver, maar bevindt zich in hetzelfde vaarwater.

Soft Leaves

Zacht gekabbel
Elfjarige Yuna heeft een Belgische vader en Japanse moeder. Ze woont gelukkig samen met haar vader in België, terwijl moeder enige jaren geleden naar Japan trok om er een nieuw leven op te bouwen. Wanneer haar vader onhandig in een coma sukkelt, staat Yuna er alleen voor. Haar broer keert terug naar huis om er te zijn voor zijn kleine zus. Ook haar moeder stapt op een vlucht terug naar België, met Yuna’s stiefzus in haar zog, om mee zorg te dragen voor haar vervreemde dochter.

Wat volgt is een portretschets die je mag omschrijven als ‘Yuna gaat op zoek naar haar eigen identiteit’. Van Weyenberg streeft ernaar op zachte en lieflijke toon kleine Yuna uit de doeken te doen. Het is een schets die een aaneenrijging van scènes brengt met spaarzame pieken en dalen: Yuna gaat naar het grootwarenhuis met haar moeder. Yuna tekent in haar schetsboek, terwijl moeder een videochat heeft met haar man in Tokio. Yuna verblijft even bij haar broer, maar verveelt er zich. Yuna en haar halfzusje zitten samen te kleuren.

De cineaste laat het aan de kijker om de intentie van die momenten zelf te achterhalen, maar dit betekent geenszins dat we met weldoordachte cinema te maken hebben.

Blik op de navel
Soft Leaves wil schrander verbeelden, maar doet wat zovele gelijkaardige films reeds duizend keer deden. Een kind verliest een ouder en ziet daarmee de grond onder de voeten verdwijnen. Wat volgt, is een zoektocht naar zichzelf in een wereld waarin hij of zij steeds meer op zichzelf wordt teruggeworpen. Elke scène onthult gaandeweg iets meer over het innerlijke van het kind en toont hoe het, met vallen en opstaan, langzaam leert om sterker in het leven te staan.

Het vorige maand verschenen Vingt Dieux deed exact hetzelfde – ook daar vormt het verlies van een ouder, tien minuten ver in de film, het startschot voor een ontvoogdingsverhaal. Het vorig jaar uitgebrachte Il pleut dans la maison bewandelde een gelijkaardig pad, maar deed dat minder expliciet en met meer bedachtzaamheid in zijn observaties. 

Van Weyenberg toont niet de maturiteit om op verantwoordelijke wijze om te gaan met haar voorrecht een langspeelfilm te maken. De cineaste is zelf een kind van een Japans-Belgisch gezin en haar film is zodoende zeer persoonlijk en te therapeutisch – een probleem dat de cinema regelmatig teistert. De navelstaarderij is vlakbij. De hier onderzochte thematiek kwam bovendien al aan bod in haar kortfilms.

We hekelen het immens gebrek aan narratieve verbeeldingskracht. Het beste voorbeeld hiervan is het ongeluk van Yuna’s vader, waarbij Van Weyenberg een manier zoekt om ervoor te zorgen dat de jongedame alleen achterblijft. Vader zet een ladder tegen de boom om er een bal uit te halen maar die tuimelt onderuit, waarbij de arme stakker een hoofdtrauma oploopt. Dit is een ongemotiveerde verbeelding die ons doet beseffen dat het blijkbaar geen zier uitmaakt wat hem overkomt, zolang hij maar scenariogewijs in die coma sukkelt. De ingreep is bij de haren getrokken.

Soft Leaves

De ontmaskering
Het acteerspel oogt regelmatig lamentabel. Geert Van Rampelberg is sterk als de vader, maar de meeste acteurs gaan de mist in. We willen die voornamelijk debuterende spelers daarvoor niet schandvlekken, want de dialoog waarmee ze aan de slag moeten is ongeloofwaardig. Let op de interactie tussen Yuna en haar broer. Geen broer en zus ter wereld spreken zo tegen elkaar. Dit alles klinkt geschreven en niet geleefd.

Soft Leaves blijft steken in zijn narratieve laag en spendeert onvoldoende aandacht aan een poëtische dimensie. De film is te weinig cinema – iets waar de openingsscène wél in slaagt. We lazen iets over zorgvuldig gekozen warme kleuren, maar dat is een schraal statement. Hier en daar speelt Van Weyenberg wel met klank om de interne onrust van Yuna te verbeelden – de poetsmachine in het ziekenhuis is een voorbeeld – maar visueel is dit alles verschroeiend mager. Dat de film stuurt naar een einde waar een traan gewrongen wordt, is als achter de schermen turen bij een halfbakken goochelaar.

Als dit het soort cinema is waar filmmakers menen dat een publiek nood aan heeft, dan laten wij het hoofd hangen. Hopelijk slaat Van Weyenberg bij haar volgende project de vleugels uit en richt ze haar blik naar buiten in plaats van naar binnen.

 

22 mei 2025

 

ALLE RECENSIES

Good One

****
recensie Good One
De impact van een wandeltocht

door Zoë van Leeuwen

De debuutfilm Good One van India Donaldson is een bescheiden, maar veelzeggend ‘slice of life’-verhaal. Een simpel ogend drama over de strijd om te communiceren en een verkenning van wat er in een korte tijd kan veranderen tussen mensen.

Na het regisseren van een aantal korte films komt schrijver en regisseur India Donaldson nu met een indiefilm over een 17-jarig meisje dat met haar vader en zijn beste vriend op een kampeertrip gaat. Good One ging vorig jaar in première op het Sundance Film Festival. De film kreeg lovende kritieken en werd door de National Board of Review uitgeroepen tot een van de tien beste onafhankelijke films van 2024.

Good One

Sam (Lily Collias) en haar vader Chris (James Le Gros) vertrekken vanuit hun huis in New York City naar het Catskillgebergte in de Amerikaanse staat New York voor een driedaagse wandeltocht. Chris’ beste vriend Matt en Matts zoon Dylan zouden ook meegaan. Maar Dylan, die boos is op zijn vader, weigert te gaan, waardoor alleen het trio overblijft en het niet helemaal duidelijk is wie van de drie het ‘derde wiel’ is.

Eenzijdig
De universiteit komt dichterbij voor de 17-jarige, die in haar laatste jaar van de middelbare school zit, en daarmee ook de onafhankelijkheid. Iets waar Sam perfect geschikt voor lijkt. Ze is slim, denkt te weten wat ze wil en deinst er niet voor terug om anderen te vertellen hoe het zit. De twee mannen vragen haar zelfs om advies over hun scheidingen. De 17-jarige lijkt de meer volwassenen van de groep.

Chris lijkt de perfecte vader, lief, accepteert haar seksualiteit zonder problemen en maakt veel grappen. Maar toch klopt er iets niet helemaal. Door de afwezigheid van Dylan ontstaat er meteen een onbalans in de groep. Sam moet achterin de auto zitten terwijl de twee mannen praten. Wanneer ze vraagt om te rijden, wordt ze genegeerd en wanneer ze bij het hotel aankomen voor de nacht, moet Sam op de grond slapen.

Wanneer het drietal zich een weg baant door het bos, lijkt de sfeer gemoedelijk. Er wordt gegrapt en gelachen, maar alles is eenzijdig. Het duurt zelfs een hele dag voordat een van de mannen iets aan Sam vraagt wat niet over hun zeer volwassen problemen gaat.

Subtiel
In een tijdsbestek van slechts 89 minuten laat Donaldson ons een scherp verhaal zien, waarin geen minuut wordt verspild. De film is verre van dialoogrijk en is zelfs gevuld met veel b-roll van de prachtige bergen, het bosterrein en de riviertjes. Toch voelt elk gesproken woord betekenisvol aan. Alles aan Good One is subtiel. Het is duidelijk dat Sam niet over de universiteit wil praten, maar als kijker wordt nooit verteld waarom. En dat hoeven we ook niet te weten, want het verhaal concentreert zich op de trip. Wat daarvoor was en wat daarna komt, is grotendeels onbelangrijk.

Good One

Het wordt vanaf het begin heel duidelijk dat Sam en haar vader een goede band hebben (voor zover een vijftigjarige man en een tiener die kunnen hebben). Maar zodra Matt erbij komt, wordt Sam naar de achtergrond gedrongen. Als het te confronterend wordt, kappen ze haar af.

Openbaring
De subtiele verhaallijn gaat verder wanneer Matt na een avond bij het kampvuur dronken Sam probeert te versieren. We kunnen het ongemak in haar ogen zien, wat actrice Lily Collias heel goed speelt. Het moment is ongemakkelijk en je voelt de spanning bijna door het scherm heen. Wanneer Sam haar vader probeert te vertellen over de rare opmerking die zijn vriend maakte, wordt ze afgewimpeld.

Good One is slechts een momentopname van de levens van de personages; wat er na de trip gebeurt, weten we niet. Wel is het duidelijk dat er iets in Sam veranderd is. Het einde is dan misschien ook wat terughoudend, maar je ziet heel goed wat er kan gebeuren wanneer je je realiseert dat de mensen om je heen niet zijn wie je dacht dat ze waren.

 

14 mei 2025

 

ALLE RECENSIES

Son Hasat

***
recensie Son Hasat
Gevangen als geweven riet

door Tim Bouwhuis

Wie op een afgelegen plek woont, heeft zijn arbeidskansen lang niet altijd voor het uitkiezen. Verlaat in Son Hasat het onderkomen van de hardwerkende Ali, en je stuit op een labyrint van waterwegen en uitgestrekte rietvelden. De eerste aanblik van het natuurschoon is behoorlijk sereen. Dan treft de introverte arbeider de onderdrukkende types die in dit Turkse laagland de dienst uitmaken. Ineens werkt het oprijzende riet verstikkend, en staat het water hem tot aan de lippen.

De dagroutine van rietwerkers in het getoonde deel van Anatolië volgt een beproefd patroon. Ali en zijn lotgenoten gebruiken eigen bootjes om op plekken te komen waar het riet metershoog staat. Terug op het vasteland controleert een opzichter of ze voldoende oogst hebben binnengebracht. Bij deze bitsige checks regeert het wantrouwen: houden de arbeiders niets voor zichzelf? Verkopen ze niets door aan een ander?

Son Hasat

Juk van gezag
Om de krappe geldpot van het gezin wat bij te vullen, weeft de vrouw van de hardwerkende Ali rieten matten. De metafoor werkt naadloos: eens die rieten stengels met geweld gebonden zijn, kunnen ze geen kant meer op. Op gelijkaardige wijze gaan Ali en andere arbeiders gebukt onder de grillen van het opgelegde gezag. Vroeg in de film vangt de hoofdpersoon barmhartig een uitgekafferde rietplukker op. De boot van de man wordt door de opzichter lekgeslagen, zodat hij zijn heen-en-weer morgen niet kan herhalen.

Hoewel Ali duidelijk het lijdend voorwerp is van stelselmatig onrecht, blijkt het niet eenvoudig om tot zijn psyche door te dringen. In een twistgesprek met zijn vrouw Aysel laat hij duidelijk doorschijnen dat hij zich niet met zijn lot kan verzoenen, maar zijn vervolgstappen blijven door zijn ingetogen, onberekenbare karakter gespeend van diepgravende motivaties. Het zorgt ervoor dat een aantal latere plotontwikkelingen zich abrupt aankondigen, als donderslagen bij heldere hemel.

Geestverwant
Weidse opnames van het oogstlandschap contrasteren in Son Hasat op sterke wijze met de benarde situaties waar Ali in verstrikt raakt. De film blijft wel achter in de uitwerking van de verschillende nevenpersonages; die doen zonder uitzondering vlak aan. Net als de Turkse grootmeester Nuri Bilge Ceylan (die zijn beste films maakte in hetzelfde grote gebied) is regisseur Cemil Agacikoglu geïnteresseerd in de maatschappelijke kiem van onrecht en wantrouwen, en verkent hij die thematiek mede door zijn hoofdpersoon voor morele dilemma’s te stellen. Het verschil is dat bij Ceylan de menselijke en daarmee dramatische diepgang nooit verloren gaat, terwijl Son Hasat te sterk als een allegorische schets aandoet.

Son Hasat

De lome, maar toch strak getimede beeldregie is een prettige plus van een film die je het best ziet op een zo groot mogelijk doek. Het eensgezinde opstijgen van een vlucht vogels imponeert in Son Hasat meer dan de inhoudelijke kern, die kraakhelder wordt gepresenteerd (in de nachtmerrieachtige openingsscène slaat Ali overboord terwijl zijn vrouw al in het water ligt) maar in het vervolg te weinig prikkelt.

Je schepen verbranden
Sluit Son Hasat misschien te vrijblijvend aan bij andere (Turkse) films over wantrouwen en onrecht, en over de strijd tussen het individu en het ‘systeem’? Wat dat betreft geeft het te denken dat het indringende Hesitation Wound (in 2024 op het Movies That Matter Festival) en het meer lichtvoetige One of Those Days When Hemme Dies (onlangs op het MOOOV Film Festival) (nog) níet in Nederland zijn uitgebracht.

In laatstgenoemde film, schatplichtig aan het werk van Abbas Kiarostami, staat een onrechtvaardig behandelde arbeider op het punt om zijn baas om het leven te brengen. Tot hij afdwaalt tijdens een wandeling en langzaam tot bedaren komt. De wonderlijke de-escalatie zou de ultieme ‘double bill’ vormen met Son Hasat. Waar de zon in One of Those Days When Hemme Dies langzaam weer gaat schijnen, ziet Ali geen andere optie dan zijn schepen (letterlijk) achter zich te verbranden. De krachtige beeldtaal van zijn innerlijke reis maakt de zit van twee uur nog altijd het aanschouwen waard.

 

7 mei 2025

 

ALLE RECENSIES

Quisling – The Final Days

****
recensie Quisling – The Final Days
Erik Poppe’s nieuwe drama over de Noorse geschiedenis

door Jochum de Graaf

De meeste Tweede Wereldoorlog-films gaan over helden, bevrijders, verzetsstrijders en slachtoffers. Met The Zone of Interest, Führer und Verführten en Riefenstahl lijkt er zich, rond tachtig jaar herdenking van de WOII, een verschuiving naar films over daders af te tekenen. Quisling – The Final Days is een nieuw hoogtepunt in deze trend. Erik Poppe maakte dit indrukwekkende biografische drama over de Noorse fascist en premier van 1942-1945, de man die synoniem werd met verraad en collaboratie.

Er zijn maar weinig mensen wiens naam een soortnaam geworden is. Vidkun Quisling, leider van de Nasjonal Samling, de Noorse nazipartij, probeerde al direct na de Duitse inval in Noorwegen door middel van een coup aan de macht te komen, maar  Hitler benoemde in eerste instantie net als in Nederland een Reichskommissar. Pas twee jaar later werd Quisling, onder strenge controle van de Duitse bezetter, benoemd tot minister-president en installeerde een marionettenregime dat verantwoordelijk was voor de Jodenvervolging en onderdrukking van het Noorse verzet. De naam ‘quisling’ werd in veel talen, waaronder het Nederlands, synoniem voor de absolute collaborateur en verrader.

Quisling – The Final Days

Dagboek van een pastor
Quisling – The Final Days begint met de overgave 9 mei 1945 van Vidkun Quisling en de overbrenging naar het hoofdbureau van politie in Oslo. Het proces tegen hem begon augustus datzelfde jaar en leidde tot het doodvonnis; de executie werd in oktober voltrokken.

De laatste maanden van zijn leven in een krap bemeten cel kreeg Quisling vanuit de evangelisch-lutherse Kerk van Noorwegen bijstand toegewezen door pastor Peder Olsen. Olsens dagboek, dat volgens de kerkregels vertrouwelijk had moeten blijven, werd in 2015 gevonden door diens kleinzoon en is nu het uitgangspunt van de indrukwekkende verfilming van Quislings laatste dagen door regisseur Erik Poppe.

Poppe zoomt in op de gecompliceerde persoonlijkheid van Quisling. Begin jaren twintig was hij als lid van een hulpmissie van de Volkerenbond, voorganger van de VN, assistent van de beroemde ontdekkingsreiziger Fridtjof Nansen, in het kader van een hongersnood in de Wolga-regio. Daar werd de kiem gelegd voor zijn grote afkeer van het bolsjewisme, en zeker na de Stalinterreur in de jaren dertig zag hij vervolgens in het fascisme van Hitler de enige macht die dat zou kunnen stoppen.

Vergeving vragen?
Hoofdrolspeler Gard B. Eidsvold, zelf kind van Noorse verzetsstrijders, zet sterk inlevend de man neer die het ene moment grote woede-uitbarstingen heeft en het andere moment kalm, rationeel en met overtuiging zijn onschuld wil aantonen. Hij heeft wel enige deemoed met zijn slachtoffers maar wordt anderzijds gehinderd door een enorm messiascomplex.

Quisling beweert in de rechtszaal dat als er iemand is die weet hoeveel de Joden geleden hebben, hij dat is. In Oekraïne heeft hij de lijken opeengestapeld tot manshoogte gezien. Hij had geen weet dat zijn medewerking aan het op transport stellen van een groep Joden naar Polen neerkwam op deportatie en een wisse dood in de concentratiekampen. Hij heeft altijd het belang van het Noorse volk voor ogen gehad. Zijn advocaat beveelt hem aan zich psychisch te laten onderzoeken, maar hij wil daar niets van weten. Hij is zich niet van enig kwaad bewust.

Tegenspeler Anders Danielsen Lie (The Worst Person in the World), in de rol van predikant Peder Olsen, is daarentegen een man van twijfel, over zijn roeping als pastor, over zijn geloofsovertuiging, zijn eigen positie en daden tijdens de bezetting.

Allengs ontstaat een soort vertrouwensband tussen beide mannen. Hun gesprekken gaan niet zozeer over goed en kwaad, maar spitsen zich toe op spijt, vergiffenis, boetedoening. Peder Olsen houdt Quisling de Bijbelse gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar uit het Nieuwe Testament voor. Essentie van deze parabel is dat wie nederig is, vergeving van God krijgt.

Quisling bijt Olsen toe: ‘Ik ben zeker de hautaine farizeeër, die er slecht vanaf komt.’ Olsens bekentenis dat hij zich geplaagd voelt door wroeging omdat hij de arrestatie van een ouder Joods echtpaar dat bij hem en zijn vrouw ondergedoken zat niet heeft weten te verhinderen, doet hem uitroepen dat hij misschien zelf de farizeeër is. Het brengt Quisling, telg uit een predikantenmilieu en erudiet Bijbelkenner, al is het voor even, aan het twijfelen. Zal hij boete doen en vergeving voor zijn zonden vragen?

Quisling – The Final Days

De echtgenotes
Het scenario schakelt fascinerend tussen de gevangenis, de rechtszaal, Olsens huis en dat van Quislings Oekraïense vrouw Maria (Lisa Carlehed). Het maakt dat je, ondanks de bekendheid met de afloop, geboeid blijft kijken. Dat Olsen in eerste aanleg in Quislings onschuld ten aanzien van de Jodenvervolging gelooft, levert hem thuis problemen met zijn  vrouw Heidi op. Net als een groot deel van het Noorse volk minacht ze Quisling. Ze gelooft dat hij wist wat hij deed en wil dat hij op zijn knieën om vergeving smeekt voordat hij wordt neergeschoten. Hoewel ze aanvankelijk uiterst kritisch is op de meegaande taakopvatting van haar man, betuigt ze hem uiteindelijk haar steun.

Maria Quisling daarentegen moedigt de donkerste opvattingen en het verwrongen wereldbeeld van haar man aan en raadt hem aan nooit zijn fouten toe te geven of zijn overtuigingen op te geven. Het geeft de tegenstelling tussen Quisling en Olsen een imposant reliëf. Begrip is niet het juiste woord, maar een voorstelling hoe het allemaal zo ver heeft kunnen komen, komt toch zeer dichtbij.

Met The King’s Choice (2016) over de oude Noorse koning Haakon VII die zich manhaftig verzet tegen de nazi’s en met Utøya: July 22, (2018) over de massamoord van neonazi Anders Breivik op 69 sociaaldemocratische jongeren verfilmde regisseur Erik Poppe al eerder de meest dramatische gebeurtenissen uit de Noorse geschiedenis. Met Quisling – The Final Days  voegt hij daar een nieuw magistraal hoofdstuk aan toe.

 

1 mei 2025

 

ALLE RECENSIES

Black Dog

****
recensie Black Dog
Blaffend het verval ontvluchten

door Bert Potvliege

Black Dog, de nieuwe film van de succesvolle Chinese cineast Guan Hu, staat al een tijdlang op de radar van filmfans wereldwijd. Hu won met dit portret over de vriendschap tussen mens en dier de hoofdprijs in de Cannes-nevensectie Un Certain Regard. 

Guan Hu is niet de meest klinkende naam in onze contreien – Black Dog was zijn eerste film in Cannes – maar in zijn thuisland oogst de man al 15 jaar succes. Hij kwam op de proppen met onder meer het indrukwekkende oorlogsepos The Eight Hundred en zijn films deden de kassa’s rinkelen. Hu’s nieuwe film lijkt wat gas terug te nemen en brengt in alle sereniteit en met een knappe visuele stijl een sterk verteld relaas over een naar elkaar toegroeiende ex-bajesklant en een zwerfhond. 

Black Dog

Hondsdol China
De film speelt zich af aan de rand van de Gobiwoestijn, aan de vooravond van de Olympische Spelen van 2008 in Peking. De introverte Lang (een sterke Eddie Peng heeft nauwelijks dialoog in de hoofdrol) keert na zijn gevangenschap terug naar zijn wegdeemsterende heimat, Chixia. Het is een stad in verval, terwijl het moderne China volop in ontwikkeling is – wat ook prominent aan bod kwam in het recent verschenen Caught by the Tides.

Lang sluit zich aan bij de hondenpatrouille, die met het nakende sportevenement de zwerfhonden uit de stad wil verdrijven. Hij heeft een dikke kluif aan een zwarte hond die hij probeert te vangen. De hele stad is op zoek naar het dier, dat aan hondsdolheid zou lijden. Maar Lang haalt in het geniep de hond in huis. Het duurt niet lang eer een bijzondere band ontstaat tussen beide. De vriendschap die zich vormt, vertedert.

Maar de zondes uit het verleden komen bovendrijven. Lang moet zijn vroeger gemaakte fouten met zich meezeulen in dit nieuwe bestaan. Enkele louche figuren duiken op met een openstaande rekening. Hij wenst ook de relatie met zijn vervreemde vader – nu een dronkaard die in de vervallen dierentuin verblijft – te herstellen. In het leren vrede nemen met wat hij op zijn kerfstok heeft, vindt de solitaire Lang verlossing in het zorgdragen voor zijn nieuwe huisdier. Zoals het een symbolisch verhaal als dit betaamt, zal niet enkel hij de hond redden maar de hond ook hem.

De Grote Narratieve Verlossing
Hu presenteert met Black Dog een solide portret. Vooral in de eerste helft van de film komt de verhaaltechniek best uit de hoek, met sterke scènes en een doorwrocht ritme dat de nodige ademruimte toelaat. Een eind verderop verliest het geheel wat van zijn pluimen met een te nadrukkelijke symbolische afwikkeling, onvoldoende zin voor risico en een hapklare catharsis. Dat mens en hond – twee verloren gelopen dieren – elkaar zouden verlossen, stond in de narratieve sterren geschreven.

Een verhaal aanvangen met een door het verleden getroebleerd personage dat naar zijn thuis terugkeert, is een beproefde aanzet voor een plot – het vorige jaar verschenen La Chimera deed hetzelfde (ook met een ex-gevangene als hoofdpersonage). De insteek van het scenario zal geen potten breken, maar Hu slaagt erin om het deugdelijk te vertalen naar het scherm. De openingsscène is een binnenkopper. De setting krijgt ruimschoots welverdiende aandacht. De plot wordt op heerlijk eenvoudige manier op gang getrokken met dialogen als “als we hier fabrieken willen, moeten we die honden afmaken”. De vele zwerfhonden in beeld hebben een mooie thematische lading en doen vaagweg denken aan die in Jacques Tati’s Mon Oncle, maar dan in overdrive.

Black Dog

Visuele zuurstof
De ware rijkdom van de film schuilt echter niet in het scenario, maar in de vormelijke kwaliteit van het geheel. Black Dog is een indrukwekkende breedbeeldfilm, met knappe beeldkaders die spreken over een desolaatheid en verpaupering – alsof de setting, net als de protagonist, verlossing verdient. Wat een verademing om een film te zien die het aandurft op voldoende afstand van de personages te blijven (er zit geen enkele close-up in de film) zodat de locaties alle zuurstof krijgen en alle figuren in beeld deelachtig voelen aan die achtergrond. Anders gezegd: de achtergrond is een personage op zich en wordt deel van de voorgrond.

De audiovisuele klasse van Black Dog bedekt met een kleine mantel der liefde de terechte muggenzifterij over de afwikkeling van de plot, dat iets te laag mikt. De film is inhoudelijk en thematisch zonder meer in orde, maar het is de cinematografische presentatie die Hu’s film naar een hoger niveau tilt.

Tot slot wijzen we erop dat Black Dog een zoveelste recente film is die toont dat het verbeelden van de band tussen mens en dier een geliefd filmonderwerp is. Eerder verscheen hierover een artikel bij InDeBioscoop, dat je hier kunt lezen.

 

23 april 2025

 

ALLE RECENSIES

The Last Showgirl

***
recensie The Last Showgirl
“We waren net als filmsterren”

door Zoë van Leeuwen

Wat doe je als je droomcarrière na 38 jaar aan diggelen valt? Gia Coppola toont in een compacte 85 minuten het Las Vegas achter het gordijn van glitter en glamour en vertelt een aangrijpend en vooral sentimenteel verhaal over een danseres die er alles aan doet om haar dromen na te jagen. Pamela Anderson pakt in The Last Showgirl voor het eerst sinds 1996 de hoofdrol en geeft een verfrissend emotioneel optreden.

The Last Showgirl ging vorig jaar in première op het Toronto International Film Festival, waar vooral hoofdrolspeelster Pamela Anderson werd geprezen voor haar terugkeer naar het grote doek. Na haar regiedebuut Palo Alto uit 2013 en de geflopte Mainstream uit 2020, komt regisseur Gia Coppola nu met nog een indiefilm. Deze keer een portret, waarin ze het leven van een doorgewinterde Vegas-showgirl onderzoekt. Voor de film, die in 18 dagen is gefilmd, werd Coppola geïnspireerd door het Las Vegas achter luxe casino’s en de neonverlichte Strip.

The Last Showgirl

Als lid van de Coppola-familie heeft Gia veel te bewijzen in Hollywood. En hoewel ze misschien (nog) niet de legendarische status van haar opa, Francis Ford Coppola, kan evenaren, of zich kan meten aan haar tante Sofia Coppola, de eerste vrouwelijke regisseur die genomineerd werd voor een Oscar, doet Gia met haar emotionele en rauwe verhaal over de ‘echte Amerikaanse Showgirls’ de familienaam zeker eer aan. Hoewel ze nog veel van haar familieleden kan leren.

Sentimenteel
Shelly Gardner is een 57-jarige showgirl die al meer dan dertig jaar dagelijks optreedt in Le Razzle Dazzle, een show in Franse stijl in een casinoresort op de Las Vegas Strip. Als Shelly en de andere dansers van producent Eddie (Dave Bautista) te horen krijgen dat de show over twee weken stopt en wordt vervangen door een moderner circus, stort haar hele wereld in. Want voor haar is Le Razzle Dazzle haar leven. Terwijl de andere vrouwen zoals Jodie (Kiernan Shipka) en Mary-Anne (Brenda Song) auditie doen voor andere shows, houdt Shelly vast aan het verleden en vindt ze de nieuwe shows op de Strip te seksueel. “Vroeger behandelden ze ons als filmsterren. We waren ambassadeurs voor stijl en elegantie, de iconische Amerikaanse showgirl”, vertelt Shelly trots wanneer haar wordt gevraagd waarom ze de nieuwe shows niet ziet zitten.

Haar leven als danseres is zo belangrijk voor haar dat haar carrière haar relatie met haar dochter Hannah (Billie Lourd) heeft verwaterd. Ook al is ze niet veel in haar dochters leven, toch probeert ze haar dochter te steunen. Als Hannah haar vertelt dat ze niet weet of ze de juiste studiekeuze heeft gemaakt, omdat het moeilijk is om werk te vinden als fotograaf, antwoordt Shelly met: “Een baan hebben waar je niet echt van houdt, dat is pas moeilijk.” Ook verwijzend naar haar eigen baan, waar ze meer van lijkt te houden dan van haar eigen kind. 

De film verkent thema’s die we de afgelopen tijd vaker zien in Hollywood. Met films als The Substance, die hoewel in een ander genre, ook thema’s verkent van de maatschappelijke houding tegenover vrouwen in de entertainmentindustrie en hoe ze eruit gegooid kunnen worden als men vindt dat ze over hun topjaren heen zijn. Shelly wordt hier keer op keer mee geconfronteerd, ook als ze ziet dat haar beste vriendin en voormalig showgirl Anette (Jamie Lee Curtis) nu gedegradeerd is tot cocktailserveerster in een casino. Hoewel Shelly veel liefde heeft voor haar vriendin, wil ze absoluut niet in hetzelfde schuitje terechtkomen.

Moeder-dochterrelatie
Hoofdrolspeelster Pamela Anderson vindt zichzelf opnieuw uit als Vegas Showgirl Shelly en kreeg daarvoor een welverdiende Golden Globe-nominatie. Vooral in de emotionele momenten tussen Shelly en haar dochter komt het talent van de acteurs naar boven. Want wanneer Hannah, op verzoek van haar moeder, eindelijk naar een van de shows komt kijken, voelt het als een stomp in de maag voor Hannah. Waar Shelly de show ziet als stijlvol, noemt Hannah het ‘maar een nudieshow’ en vraagt of het de moeite waard was om haar als kind iedere avond achter te laten op de parkeerplaats van het casino.

Shelly kan het niet laten om haar keuzes te verdedigen en hamert op de kunst en traditie van de showgirls, zonder zich bewust te zijn van de pijn die ze bij haar dochter heeft veroorzaakt. Aan de keerzijde daarvan staan Jodie en Mary-Anne, die als jonge danseressen Shelly als mentor en moederfiguur beschouwen en regelmatig bij haar over de vloer komen als een soort bij elkaar geraapt gezin. Maar haar vermogen om alleen om zichzelf te geven komt ook naar voren in haar relatie met de dansers. Als Jodie op een avond huilend voor haar deur staat, doet Shelly de deur dicht, omdat ze een dans aan het oefenen is voor een aankomende repetitie.

The Last Showgirl

Maar terwijl het prachtig is om Pamela Anderson terug te zien op het witte doek in de rol van haar leven, lijkt ze niet op te kunnen boksen tegen het acteerwerk van Bautista en Hollywoodveteraan Curtis. Vooral Bautista, die toch bekend is als grote sterke actieheld, laat in The Last Showgirl echt zien dat hij meer in zijn mars heeft. Ook Shipka lijkt eindelijk haar rollen in tienerfilms achter zich te laten en is overtuigend als jonge danseres wiens familie haar carrière niet goedkeurt.

Gevoel over verhaal
The Last Showgirl werd met een 16mm-camera gefilmd om een ​​ruwe, korrelige kwaliteit vast te leggen. Dit zorgt voor mooie beelden die echt dat indiefilm-gevoel geven. Maar wanneer het einde van de film nadert, verdwijnt het verhaal naar de achtergrond en verandert de film meer in een verzameling van gevoel en b-roll. De film begint leeg aan te voelen, alsof ze alleen aan het oppervlak blijven van wat had kunnen zijn. Als Shelly uiteindelijk naar een auditie voor een andere show gaat, krijgt ze te horen dat haar techniek niet geweldig is en dat als ze jonger was geweest, dat niet uitgemaakt zou hebben. Maar op dit thema van ouder worden in de showbizz gaat de film nooit echt in.

In een van de laatste scenes zien we voor het eerst een optreden van Le Razzle Dazzle. De show waar al de hele film met veel lof over wordt gesproken, voelt wat teleurstellend aan voor de kijker, wat wellicht ook de bedoeling was. Want na een laatste keer stralen op het podium is het misschien ook wel tijd dat de dansers worden vervangen door iets eigentijds.

 

10 april 2025

 

ALLE RECENSIES

Vingt dieux

***
recensie Vingt dieux
Op zoek naar een bestaansreden

door Bert Potvliege

Films die slagen in hun opzet zitten dwars wanneer die opzet een matige ambitie vertoont. Een boeiende visie of frisse kijk is waar het om zou moeten draaien. Met Vingt dieux brengt debutante Louise Courvoisier een geslaagde en publieksvriendelijke coming of age-film, maar de afwezigheid van originaliteit en enig zin voor risico is een verarming.

Met de Youth Prize op het filmfestival van Cannes op zak mag filmmaakster Courvoisier met geheven hoofd haar langspeeldebuut presenteren. Nauwelijks 31 jaar oud en met slechts twee kortfilms onder de arm is ze erin geslaagd zichzelf te lanceren als een naam om in de gaten te houden. Met Vingt dieux neemt ze de kijker mee naar haar heimat, waar ze inzoomt op enkele sombere figuren zoals ze er ongetwijfeld vele kende in haar jeugdjaren.

Vingt dieux

Met gemak naar een eindmeet
Clément Faveau speelt de 18-jarige Totone, zoon van een kaasboer in het Franse Bourgogne. De jongeman slijt zijn dagen met optrekken met de vrienden, meisjes versieren, sigaretten roken en te veel bier drinken – een iets te evidente karakterschets van adolescentie. Na het overlijden van zijn vader, dat uit het niets komt en de plot in gang moet steken, moet Totone zorg dragen voor kleine zus en de zaak van vader overnemen. Hij ziet zijn kans schoon om wat broodnodig geld te verdienen met een kaaswedstrijd maar hiervoor steelt hij goede melk bij een jonge boerin. Op een vermakelijke negentig minuten onderzoekt Courvoisier hoe dit verloren jong schaap een goede vriend, partner, voogd en zaakvoerder wordt. Kortom: Totone wordt stap per stap een man.

Vingt dieux is een geslaagd portret waarbij de cineaste een op zich geloofwaardige karakterschets verbeeldt en een fraai beeld schetst van haar milieu. De cast bestaat uit niet-professionele acteurs, wat de waarachtigheid van de schets verhoogt en nergens valt iemand door de mand. Faveau zet een degelijke hoofdrol neer. De jongeman heeft een engelachtige uitstraling die doet denken aan Eden Dambrine (Close), maar toont tegelijkertijd een jeugdige furie zoals die van Anthony Bajon in La prière. Maïwene Barthelemy levert een charmante bijrol als boerin Marie-Lise en ook de vrienden van Totone doen onvervalst aan. Dit leidt tot een oprechte empathie van de kijker voor de lotgevallen van onze weifelende protagonist en zijn leeftijdsgenoten.

Goedkoop succes
Op stilistisch vlak perst Courvoisier er een breedbeeldfilm uit die een aantrekkelijke, zomerse ontspanning ademt. Het lijkt alsof de keuze voor deze sfeer een gevolg is van haar geromantiseerde kijk op haar opgroeien. De sociaal-realistische dimensie van haar vertelling vertaalt zich – gelukkig – niet in een sombere grauwheid. De film is aangenaam om te zien en getuigt van een professionele enscenering, wat soms kan sputteren in een debuut waarbij de beginneling op zoek is naar een eigen stem. De regisseuse levert een debuut af dat werkt.

Maar wat ze etaleert in professionalisme, ontbreekt haar in creativiteit. Courvoisier brengt het verhaal van een egoïstische losbol die door barre omstandigheden verantwoordelijk leert zijn. Dit is een karakterschets en een kentering met weinig om het lijf. Je kan gerust zeggen dat er een waarheid schuilt in dergelijke typering – het zijn platgetreden paden voor een reden – maar het is geen verhaalconstructie die de aandacht verdient. Die plot werd reeds kapot verteld in duizend gelijkaardige films. Dat deze hier met succes herkauwd wordt, leidt nauwelijks tot een meerwaarde.

Vingt dieux

Clichés in het DNA
Het Bourgondië dat in de film aan bod komt, spookt duidelijk in het DNA van de cineaste. Je voelt haar haat-liefdeverhouding met het Frankrijk waarin ze opgroeide. De nostalgische kijk toont hoe haar thuis haar na aan het hart ligt, maar ze grijpt evenzeer kansen om de mistroostigheid ervan onder de aandacht te brengen: de dronken figuren, de stoerdoenerij, de mannenwereld die het is. Allemaal best, maar de frisse ideeën ontbreken. De verbeelding van dit milieu toont torenhoge clichés want elke creatieveling die een kleingeestig plattelandsbestaan ontvlucht, kijkt erop terug met minachting en koestering door elkaar. Dat is bij Courvoisier niet anders.

Een ander voorbeeld om de gebrekkige originaliteit te schetsen: er zit zowaar een montagescène in de film – een snedige song lijmt een aantal losse beelden bijeen tot een scène waarin de tijd snel vooruitgaat en we de personages vooruitgang zien boeken (in elke Rocky-film zit een montagescène waarin Stallone zich klaarstoomt voor het finale gevecht). In de montagescène van Vingt dieux zien we Totone beter worden in het maken van kaas, we zien hem een meelevende surrogaatvader worden voor kleine zus en we zien hem zijn nieuwe liefje graag zien. Een kijker met enige feeling voor deze bij de haren getrokken filmtechnische ingreep kan het hier gerust op een schaterlachen zetten. Het is functioneel maar bespottelijk.

Vingt dieux is een film voor mensen die weinig cinema kijken. Dat publiek zal zich heus wel vermaken. Wij voelden ons enkel in tune met het beeld van de jonge snaak die op de brommer snort, met een kaasbol op de rug gegespt, langs de zonovergoten weilanden vol koeien. Dat is nostalgische romantiek.

 

1 april 2025

 

ALLE RECENSIES

The Seed of the Sacred Fig

****
recensie The Seed of the Sacred Fig

Opnieuw vernietigende aanklacht tegen Iraanse ayatollah-regime

door Jochum de Graaf

Met There is No Evil, een caleidoscopische verkenning van de doodstrafpraktijk in Iran, won Mohammad Rasoulof in 2020 de Gouden Beer. Het kostte hem een jaar gevangenisstraf. The Seed of the Sacred Fig, juryprijs Cannes, werd voor een Oscar genomineerd. Vlak voor de première in Cannes 2024 kon Rasoulof ontsnappen aan een veroordeling tot acht jaar gevangenis, plus lijfstraf en een hoge boete; hij leeft tegenwoordig in Duitsland. The Seed of the Sacred Fig, misschien wel Rasoulofs belangrijkste film, is opnieuw een vernietigende aanklacht tegen het Iraanse ayatollah-regime.

Vader Iman is een ambitieuze advocaat die net is gepromoveerd tot onderzoeksrechter. Dat is nog maar één stap verwijderd van rechter in het revolutionaire hof, een zeer vooraanstaande positie in de Islamitische Republiek Iran. Daar hoort een aardige salarisverhoging en betere huisvesting, misschien wel een huis met voor de dochters een eigen kamer, bij. Maar de promotie heeft ook een keerzijde: Iman wordt nu nog meer een radertje in het gewelddadige rechtssysteem van de Islamitische Republiek. Tot zijn verontrusting ontdekt hij dat hij nu doodstraffen zonder vorm van proces moet gaan afstempelen.

The Seed of the Sacred Fig

Protesten worden hard neergeslagen
Tienerdochters, studente Rezvan en schoolgaande Sana, zitten urenlang met stijgende verbijstering op hun telefoons te kijken naar de gruwelijke beelden, het niets ontziende geweld waarmee het ayatollah-regime probeert de ‘Woman Life Freedom’-beweging die vanaf september 2022 door Iran raast, neer te slaan. Het is een voor Iran ongekende felle, omvangrijke  protestbeweging, ontstaan vanwege de dood van de 22-jarige Mahsa Amini, die was opgepakt omdat ze haar hijab verkeerd droeg.

Moeder Najimeh krijgt daar ook het een en ander van mee, maar volgt het nieuws via de staatstelevisie, die een zeer negatief beeld van de demonstranten schetst. Ze leeft met een loyaliteitsconflict, schipperend tussen haar plicht en liefde voor haar man en haar instinct om haar dochters te beschermen. Het gezin kan in deze rolverdeling gezien worden als een microkosmos van het huidige Iran.

Het nieuws van Mahsa Amini’s dood komt als een schok. Iman houdt stevig vast aan de officiële lezing en zegt dat het meisje duidelijk een beroerte heeft gehad. Maar Rezvan en Sana geloven het geen seconde. Op een avond, als het gezin aan het eten is en de tv het officiële nieuws uitzendt, gromt Rezvan: ‘Leugens, allemaal leugens.’ Iman barst tegen haar uit, beschuldigt hen ervan dat ze in de propaganda van vijanden en buitenlandse elementen trappen. ‘Welke buitenlandse elementen?’, vragen zijn dochters – maar Iman weigert nors nadere uitleg. Voortaan blijft de tv uit tijdens het eten.

De verhoudingen worden ernstig beproefd wanneer Sadaf, vriendin van Rezvan, het appartement wordt binnengebracht. Ze is bij de rellen fiks mishandeld, haar gezicht is aan een kant nogal bloederig, ze zal mogelijk een oog moeten missen. Moeder Najmeh weet zich in eerste instantie niet goed raad met de situatie. Onder geen beding mag Iman hier iets van te weten komen, de mogelijke betrokkenheid van Rezvan bij de rellen kan zijn reputatie ernstig schaden. Maar ze besluit toch achter de schermen hulp te zoeken en Sadaf te verzorgen. In een breed uitgesponnen scène verwijdert ze minutieus met een pincet de hagelkogeltjes uit Sadafs gezicht. Stuk voor stuk belanden ze in de gootsteen, er komt nogal wat bloed aan te pas.

The Seed of the Sacred Fig

Van drama naar thriller
En dan is er de plot rond een pistool, dat Iman bij zijn promotie kreeg uitgereikt. Het is voor zijn bescherming, zo wordt hem verteld. Hem wordt aangeraden niet al te openlijk over zijn werk te zijn. Er zijn talloze dissidenten in de straten van Teheran die een van de belangrijkste functionarissen van de theocratie willen uitschakelen. Als hij het wapen verliest of het gestolen wordt, riskeert hij een gevangenisstraf van minimaal drie jaar en is zijn carrière over.

Wanneer het pistool op zekere dag zoekraakt, wordt de film een thriller. Het tempo gaat omhoog, de gebeurtenissen volgen elkaar sneller op, de muziek zwelt aan, er volgt een spannend spel met telkens wisselende perspectieven.

Voor Iman begint en eindigt de lijst met verdachten met zijn directe verwanten, eventjes een collega, een broer die thuis op bezoek komt, maar vooral zijn vrouw, zijn dochters. Hij denkt de zaken beter onder controle te krijgen met een vlucht naar zijn geboortedorp, honderd kilometer buiten Teheran. Hij zet zijn gezin in de auto. Rezvan en Sana kijken naar familiefilmpjes uit hun jeugd, de vakanties waar ze met hun vader nog konden lachen en spelen, gezellig praten en discussiëren, maar nu zijn de verhoudingen stevig verstoord.

Vader Iman wordt steeds meer paranoïde, zeker wanneer hij door een stel reizigers gefilmd wordt die hem menen te herkennen en bedreigen. Achtervolging, opsluiting, gijzeling, verhoren in de beste c.q. slechtste traditie van de staatsveiligheidsdienst, de dreiging van een shoot out in een adembenemend decor van rotsen en spelonken leiden tot een opera-achtige apotheose.

De filmtitel verwijst naar een soort vijg waarvan de jonge scheuten zich om een andere boom wikkelen en deze uiteindelijk wurgen, een metafoor voor het theocratische regime, die je zou kunnen opvatten als wens of hoop op een einde van de Islamitische Republiek. Maar The Seed of the Sacred Fig is vooral zo sterk als toonbeeld van hoe de tentakels van een autoritair regime woekeren en wroeten in alle geledingen van de Iraanse samenleving. Masoulof maakte er opnieuw een vernietigende aanklacht van.

 

19 maart 2025

 

ALLE RECENSIES