La Cocina

****
recensie La Cocina
Je kunt niet dromen in een keuken

door Zoë van Leeuwen

In de eerste Engelse speelfilm van de Mexicaanse regisseur Alonso Ruizpalacios jagen de koks en serveerders van het drukke restaurant The Grill de ‘American dream’ na. La Cocina toont op een soms theatrale wijze hoe slopende dagelijkse routines het vermogen om te dromen kunnen vernietigen.

Ruizpalacios vierde speelfilm ging afgelopen voorjaar in wereldpremière op het filmfestival van Berlijn en werd daar genomineerd voor een Gouden Beer. La Cocina werd in zijn thuisland genomineerd voor Ariel-award, de belangrijkste filmprijs van Mexico. En waar zijn eerdere films verschillende spanningen in Mexico onder de loep namen, neemt hij de kijker in La Cocina letterlijk en figuurlijk mee naar Hell’s Kitchen in New York.

Losjes gebaseerd op het toneelstuk The Kitchen van Arnold Wesker uit 1957, duikt Ruizpalacios halsoverkop in thema’s als kapitalisme, liefde en het verlangen naar een betere toekomst. Inclusief een grote dosis sociale kritiek op de harde realiteit waar veel arbeidsmigranten mee te maken krijgen.

La Cocina

Chaos in de keuken
La Cocina volgt het verhaal van jonge kok Estella (Anna Díaz), die haar weg baant door het drukke Times Square en uiteindelijk terechtkomt bij het restaurant The Grill. Wanneer Estella, die geen sollicitatiegesprek heeft, door de chaos toch maar aan het werk wordt gezet, ontmoeten we de rest van de kleurrijke cast. De meeste van hen zijn immigranten zonder papieren die hopen op een beter leven, buiten het werk in het restaurant. Ondanks dat het werk tegen kan vallen, weten velen dat het voor hen niet beter wordt dan dit. Vooral niet voor de velen die zonder verblijfsvergunning hun geld verdienen.

Pedro (Raúl Briones) is een kok met een kort lontje die ervan droomt om vrij te zijn. Als serveerster Julia (Rooney Mara), met wie Pedro een gecompliceerde liefdesrelatie heeft, hun kind wil laten aborteren, stort zijn hele wereld in.

De druk wordt verder opgevoerd als er meer dan 800 dollar lijkt te missen uit de kassa en de manager op zoek gaat naar de dader. En laat dat bedrag nu net de hoeveelheid zijn die Pedro en Julia nodig hebben voor de abortus. Als Pedro er na de lunch achter komt dat Julia in haar pauze naar de kliniek is gegaan, kookt de pan over. Met een chaotisch einde als gevolg.

Kleurrijke cast
Ruizpalacios weet, in een tijdspan van bijna tweeënhalf uur, één enkele dag in de hectische keuken van The Grill te tonen. En hoewel het tempo van de film soms iets te snel aanvoelt, is die ene dag ook alles wat Ruizpalacios nodig heeft om een goed en compleet verhaal te vertellen met meerdere verhaallijnen en uiteenlopende personages.

Dat is dan ook een van de sterkste punten van de film: het kleurrijke bij elkaar geraapte stelletje koks, die aan de lopende band bier drinken en roken. De personages in La Cocina voelen als echte mensen, ieder met een eigen verhaal en verlangens. 

La Cocina

Het zwart-wit-filter en het gebrek aan contrast maakt het eten soms onsmakelijk. Zelfs het broodje, dat Pedro maakt als liefdesgebaar naar Julia, mist een appetijtelijke uitstraling. Het constante gerook en gezuip van de koks helpt daar niet aan mee. Het laat aan de kijker zien dat al het ‘mooie’ eten in het restaurant midden op Times Square helemaal niet zo mooi is als je een kijkje achter de schermen neemt.

Maar de film is niet geheel ontdaan van kleur en contrast. Want zowel in een romantische scène tussen Pedro en Julia, als in de laatste scène waarin we de nasleep zien van Pedro’s ravage, zien we een beetje kleur. Een lichtpuntje in de grijze en grauwe wereld van La Cocina.

Het einde van de film is wat theatraal en beweegt weg van het realistische gevoel van de rest van het verhaal, maar de boodschap blijft duidelijk: je kunt niet dromen in een keuken. Of zoals Ruizpalacios zegt: ‘Productiviteit doodt de verbeelding’. 

La Cocina is een eerbetoon aan de onzichtbare helden in de keuken en een keiharde realiteitscheck van de huidige situatie waarin veel arbeidsmigranten zich bevinden.

 

2 december 2024

 

ALLE RECENSIES

Bird

***
recensie Bird
Een straatjochie met vleugels

door Bert Potvliege

Met haar nieuwe film, Bird, breit de Britse regisseur Andrea Arnold een volgend hoofdstuk aan een carrière-lang verhaal, waarin zij zich buigt over ontvoogding en coming of age in gemarginaliseerde milieus. De waarachtigheid van die in het leven geroepen wereld is tastbaar, maar de narratieve constructie voelt herkauwd. Dit verhaal en deze boodschap kreeg het publiek al talloze keer eerder voorgeschoteld, waardoor het potentieel van Arnolds cinema beperkt blijkt.

Twintig jaar geleden brak de cineaste door toen ze de Oscar voor beste kortfilm won met Wasp. Enkele jaren later was er dat eerste grote succes met de langspeelfilm Fish Tank, over een getroebleerd tienermeisje (tevens een van de doorbraakfilms van Michael Fassbender). Later volgde nog American Honey, een bevestiging van Arnolds talent. Dit jaar maakte ze met Bird terug furore in Cannes, ook al viel de film niet in de prijzen.

Bird

Afwezige roze tijden
Het twaalfjarige, zwarte meisje Bailey (Nykiya Adams) woont samen met haar broer en vader in een kraakpand in het Zuidoost-Engelse Kent. Het leven is er niet gemakkelijk. Haar onbezonnen en onrustige vader kondigt doodleuk aan dat hij komende zaterdag in het huwelijksbootje stapt. Haar broer verwekt een kind bij een veertienjarig meisje uit de buurt. Bailey maakt deel uit van een gang, een stoere jongensbende waarin haar jonge leeftijd en zwarte baggy kledij haar vrouwelijkheid nog verbergt. Er wordt al eens ingebroken, iemand haalt een mes boven en de tint van de toekomst blijkt niet rooskleurig.

Het verhaal schetst de week tot aan het huwelijk van haar vader, een narratieve constructie die het kader schept waarbinnen Bailey een ontluiking meemaakt. De jongedame eist met immer groeiende drang haar eigen plaats op. Doorheen het verhaal komt ze steeds vrouwelijker voor de dag, met kleurrijke kledij, het ontdekken van make-up, maar ook in het etaleren van een traditioneel aan vrouwelijkheid gelinkte zorgzaamheid. Daarnaast staat ze ook haar mannetje – een gedateerde zegswijze – wanneer de vriend van haar moeder zich agressief opstelt.

Dit opeisen van haar bestaansrecht als vrouw komt nadrukkelijker aan bod met het imaginaire personage Bird (een alweer fantastische Franz Rogowski), die Bailey verdedigt waar nodig. De magische figuur, met die speelse blik en dat balanceren op de randen van daken, is uiteraard een narratieve metafoor voor de emancipatie van de jongedame. Dat de vogel ook vrijheid representeert is een tot vervelens toe gebruikte symbolische constructie, die goedkoop smaakt om de thematiek te visualiseren.

Bird

Spelen om tot leven te komen
De sterkte van Arnold als cineaste situeert zich in het recreëren van een waarachtige setting, een wereld die door de degelijke casting van de vele bijrollen tot leven geroepen wordt. Het belang van het milieu in de film toont hoe Arnold haar verhalen over ontvoogding altijd binnen harde leefomstandigheden positioneert. Die benadering werkt in cinema, maar de meerwaarde van Bird voor de sociaal-realistische stroming in film lijkt troebel. Wat de cineaste doet, is origineel noch gewaagd.

De opgeroepen wereld mag een hoog realiteitsgehalte hebben, zonder acteurs om deze tot leven te doen komen, zou het finale werk een eind voor de finish stranden. Ronduit knap hoe Arnold de jonge actrice Nykiya Adams naar een succesvolle hoofdrol regisseert. Bird is het soort film die staat of valt met het empathisch vermogen van de kijker voor de hoofdfiguur. Arnold en Adams mogen zichzelf op de schouder kloppen voor de vlotheid waarmee ze dit voor de dag krijgen. Franz Rogowski is niet meer van onze radar weg te slaan sinds zijn glansrol in Passages. Hij lijkt elke dag meer op een Europese Joaquin Phoenix en het is een acteur met een uitstraling die van het scherm spat, zo ook in Bird. Ook de immens populaire Barry Keoghan, in de (te kleine) rol als Bailey’s vader, is een meerwaarde voor de film.

Met Bird slaagt Arnold in haar opzet, maar het verbaast dat net dit materiaal haar voldoende enthousiasmeerde om er een langspeelfilm mee te maken. De daadkracht van de film is minimaal, de bijdrage ervan in de filmografie van Arnold beperkt. De film slaagt heus wel in zijn opzet en sluit netjes aan bij haar ander werk, maar wild kan je er niet van worden. Deze bescheiden succesformule voor eeuwig herhalen, lijkt ons niet het te volgen pad voor Arnold. Misschien is het tijd om, net als Bird, haar vleugels uit te slaan.

 

26 november 2024

 

ALLE RECENSIES

In Restless Times: The Music of Paul Simon

****
recensie In Restless Times: The Music of Paul Simon
Groots muzikaal monument

door Jochum de Graaf

In zijn huisstudio met windmolen op het platteland van Wimberley, Texas pakt Paul Simon (inmiddels 83) een percussie-instrument uit de kast, zet het even aan zijn oor en dan weer terug. Ja, dit is een geluidje dat hij wel kan gebruiken. Het is voorjaar 2023 en hij is zijn vijftiende soloalbum Seven Psalms aan het opnemen. De scène staat symbool voor de muzikale levenshouding van Paul Simon: vrijwel rusteloos, altijd op zoek naar een nieuw geluid, nieuwe muziek.

De opnamen voor Seven Psalms zijn de kapstok voor In Restless Times, het drie en een half uur durende filmportret van Paul Simon, waar zijn ruim zestig jaar omspannende carrière aan wordt opgehangen.

In Restless Times: The Music of Paul Simon

Songbook
Vanuit Wimberley gaan we hinkstapspringend met jeugd- en schoolfoto’s, krantenkoppen, tv-interviews, liveopnamen van concerten, studio-opnamen, tv- en filmfragmenten, interviews met producers en studiotechnici door zijn muzikale leven. Die carrière met al die iconische nummers valt te zien als een songbook maar het is ook een geschiedenis van de popmuziek die Simon in hoge mate mede heeft vormgegeven.

Uiteraard komt zijn persoonlijke leven aan de orde en zijn drie huwelijken: met Peggy Harper, Carrie Fisher en meest recent zangeres Edie Brickell, die met name in het tweede deel van de film aan het woord komt. Opvallend detail is dat de relatie met de in juli overleden actrice Shelley Duvall, die Simon voorstelde aan zijn tweede vrouw Carrie Fisher, niet aan de orde komt. Al die relaties lieten met songs als Homeward Bound, 50 Ways to Leave Your Lover, Hearts and Bones en het pas veel later op plaat gezette Graceland hun sporen na in zijn muzikale erfenis.

Art Garfunkel
Maar de belangrijkste persoon in Paul Simons leven was natuurlijk Art Garfunkel. Ze kenden elkaar vanaf hun eerste highschooljaren, 1953, Garfunkel woonde een paar blocks verder in Queens, New York. In eerste instantie traden ze voor de grap als Tom & Jerry op, brachten een singletje uit en nadat ze in 1964 tekenden bij Columbia Records maakten ze als Simon and Garfunkel een jaar later met The Sound of Silence hun eerste wereldwijde hitalbum. Doorslaand succes is ook het optreden op het legendarische Monterey Pop Festival 1969.

Paul Simon benoemt als grootste muzikale inspiratie in zijn tienerjaren eind vijftig Elvis Presley. Maar het is onmiskenbaar dat The Everly Brothers de grootste invloed hadden, die fraaie vocalen, de zoetgevooisde stemmen die zo kenmerkend waren voor het succesduo Simon en Garfunkel.

In Restless Times: The Music of Paul Simon

Echt rock-’n-roll kun je Paul Simon natuurlijk niet noemen, hij staat vooral in de traditie van de Amerikaanse folkmuziek. Simon en Garfunkel waren vooral keurig nette jongens met een wat rebelse, of beter gezegd een ‘maatschappijkritische’ inslag. The Graduate – de taboe doorbrekende film in 1967 over de heimelijke romance tussen de jonge adolescent, student Benjamin Braddock (grote doorbraak voor acteur Dustin Hoffman) en een oudere getrouwde vrouw, Mrs. Robinson (Oscar voor Anne Bancroft) – zou zonder Simons soundtrack met The Sound of Silence, Scarborough Fair en Mrs. Robinson niet zo’n groot succes geweest zijn.

Tegelijkertijd werd The Graduate ook de indirecte aanleiding voor de eerste breuk van Simon and Garfunkel. Het was een ongelijkwaardige samenwerking; Paul Simon (zo wordt een aantal keer benadrukt) was de enige componist van het duo. Art Garfunkel, de betere zanger,  wilde zich als acteur verder ontwikkelen, nam een rol aan in Catch-22 en tekende achter Paul Simons rug om een contract voor de vervolgfilm van Mike Nichols Carnal Knowledge. Ondanks het gigantische succes van Bridge Over Troubled Water, nog steeds een van de meest verkochte popalbums aller tijden, kwam in 1970 de vriendschap na zeventien jaar tot een einde.

Nieuwe muziek
Op gezette tijden kwam het dan weer tot een reünie en daar volgde dan weer een niet zelden openlijk in de media uitgevochten nieuwe breuk op. Juni 1981 was er een gigantisch openluchtreünieconcert in Central Park New York, een doorslaand succes, dat enigszins ontsierd werd toen een losgeslagen fan het podium opsprong en Paul Simon belaagde. Art Garfunkel stond erbij en keek er niet eens naar, tot grote woede van Paul Simon. Het was een jaar na de moord op John Lennon.

Voor Paul Simon was dat het althans voorlopig definitieve einde. Hij trok zich terug en ging in de luwte op zoek naar nieuwe muziek. Eind jaren zestig had hij zich in Londen in de Britse folkscene ondergedompeld. Nu vond hij zichzelf opnieuw uit, maakte kennis met de ska en vervolgens de reggae op Jamaica, ontmoette Jimmy Cliff die een wereldhit had met Vietnam. Hij scoorde, toch weer met Garfunkel, een wereldhit met de bewerking van het Peruaanse volksliedje El cóndor pasa.

We zien hem op zoek naar bijzondere klanken luisteren naar Les Voix Bulgares, een wonderschoon vrouwenkoor van kopstemmen uit de Bulgaarse bergen. En hij vertelt hoe hij op een achternamiddag in een cassettebandje met accordeonmuziek van de Boyoyo Boys in handen kreeg waar hij enorm enthousiast over raakte en alles vanaf wilde weten. Het spoor leidde hem uiteindelijk in 1985 naar Johannesburg, waar hij om kort te gaan in aanraking kwam met het fameuze Ladysmith Black Mambazo-koor en uiteindelijk in vijf studio’s op twee continenten het legendarische album Graceland werd opgenomen, het absolute doorbraakalbum voor de Afrikaanse muziek. En de rest is geschiedenis zou je kunnen zeggen.

In Restless Times: The Music of Paul Simon

Afrika
Er ontstond in eerste aanleg ondanks de lovende muzikale ontvangst behoorlijk wat controverse over Graceland omdat Simon in de tijd van apartheid naar Zuid-Afrika was gegaan en de culturele boycot had doorbroken. Maar dankzij het album braken Zuid-Afrikaanse artiesten Hugh Masekela en Miriam Makeba door. We zien een geweldig stadionconcert in Harare, Zimbabwe waar zwart en wit door elkaar een saamhorig publiek vormden. En niet uitgesloten moet worden dat het album een rol speelde in de vrijlating van Nelson Mandela en het einde van de apartheid in 1989.

Voor Paul Simon volgt dan nog weer een zoveelste muzikaal leven: soloalbums, compilatiealbums, op tournee met Bob Dylan, met Sting, om de zoveel jaar een reünie met Garfunkel, tot twee keer toe opgenomen in de Rock & Roll Hall Of Fame, de uitreiking van een Lifetime achieve Award, een fiks aantal Grammy Awards, een wereldtournee in 2010 en 2011, het is te veel om op te noemen. En dan tenslotte de opnamen voor Seven Psalms in 2023.

209 minuten duurt de film. Dat is een forse zit en bij menige film van die lengte, zoals voor mij Scorsese’s Killers of the Flower Moon, had het zonder problemen een uur korter gekund. In de VS is de documentaire in twee delen, Verse One en Verse Two, op tv uitgezonden. Met In Restless Times is er echter geen sprake van een slaapverwekkende lengte. Regisseur Alex Gibney dient de uitgebreide verhaallijn in hapklare brokken op, de vele livenummers worden op goede lengte in beeld en ten gehore gebracht en werken als aangename rustpunten. Het is mooi, het is veel en het is goed. Een groots muzikaal monument.

 

6 november 2024

 

 

ALLE RECENSIES

Blitz

**
recensie Blitz
Het afwezige hart

door Bert Potvliege

Net als het vorig jaar verschenen Maestro, kondigt Blitz zich aan als een film die gemaakt werd om Oscars binnen te rijven: een peperdure prestigeprent van een gelauwerd cineast over een donkere periode uit de geschiedenis van de twintigste eeuw, met in de hoofdrol een wereldwijd gerespecteerde jonge actrice. Het resultaat heeft niet het verhoopte effect: Blitz is een holle bedoening, een film waarin de identiteit van de maker in geen velden of wegen te bespeuren valt.

De Britse filmmaker Steve McQueen greep van bij zijn debuut de kijker ongenadig bij het nekvel. Zijn eerste twee films, Hunger en Shame (beide met Michael Fassbender), waren nietsontziende onderzoeken naar lichamelijke ondergang. Die prenten creëerden een ongemak door een confronterende thematiek en waren met hun meedogenloze beeldvoering visueel indrukwekkend. Typerend voor McQueen waren protagonisten als zelfdestructieve martelaars, gemotiveerd door onwrikbare overtuigingen en verlangens.

Blitz

Die narratieve focus op lichamelijk lijden was aanwezig in opvolger 12 Years A Slave, maar McQueen maakte met die film een bocht richting Hollywood. Strakke beeldkaders en een harde montage werden vervangen door soepel glijdende camerabewegingen en een alomtegenwoordige score van Hans Zimmer. Het vervolg van McQueens carrière toonde nog enkele stappen weg van dat wat hem typeerde. We schrijven tien jaar na zijn prijswinnende prent over slavernij en van die oorspronkelijke McQueen blijkt volgens Blitz geen spaander meer heel. 

Zoektocht door het puin
De blitz als onderwerp leent er zich door haar dramatiek toe er een verhaal in te situeren, maar de plot over een moeder en zoon die gescheiden raken tijdens het bombardement is te hapklaar en stroperig. Tijdens die befaamde aanval op Londen van 1940-1941 stuurt jonge moeder Rita (Saoirse Ronan) haar zwarte zoon George (Elliott Heffernan) wegens het gevaar de stad uit. De jongen raakt algauw verloren tijdens de uittocht. De film zal hun beider verhaal, waarbij moeder en zoon terug op zoek gaan naar elkaar, uit de doeken doen.

McQueen mag dan wel evenzeer aandacht besteden aan de lotgevallen van Rita als aan die van George, het verhaal van de moeder is richtingloos. George beleeft nog een kleinschalig avontuur, waarbij hij onder meer uit de handen wil blijven van een roversbende. Wat Rita meemaakt, voegt weinig toe aan de film. De evidente afloop van hun herenigingsverhaal verveelt.

George is een zwart kind, een thematisch element dat tot nadenken aanzet. Aangezien McQueen zelf een zwarte man is, lijkt hij met deze ingreep te spreken over het vrijgeleide racisme in een periode van maatschappelijke instabiliteit. De opvallende bijrol van Benjamin Clementine als Ife, een zwarte soldaat die George even onder zijn hoede neemt, is een aanvulling hierop. Welk fris inzicht McQueen precies wenst mee te geven aan de kijker, blijft vaag. Dat moraliteit in tijden van oorlog naar de achtergrond verdwijnt, waardoor racisme welig kan tieren, is een vreselijk neveneffect van maatschappelijke onrust. Dit is geen les die de kijker nog moet leren in de cinema.

Blitz

Te mooi voor een eigen smoel
De grootste bekommernis bij Blitz is dat de eigenheid van McQueen als cineast volledig verdwenen lijkt, alsof de film geconstrueerd werd door een AI. Weg is de protagonist als martelaar. Weg zijn de harde beelden en visuele confrontatie. Die eerder genomen bocht richting Hollywood wordt resoluut doorgetrokken. Het resultaat is dat McQueens film wegdrijft van de filmmaker en aansluiting vindt bij het werk van de formele en beleefde cinema van Sam Mendes. Vele kijkers zullen bij Blitz moeten denken aan Mendes’ Empire Of Light, dat een soortgelijke thematiek onderzocht.

Blitz is cinema die hyperprofessioneel in elkaar zit, maar waarbij het hart afwezig blijkt te zijn. De geromantiseerde look van platgebombardeerde wijken doet denken aan heroïsche oorlogscinema van vervlogen tijden en niet op een goede manier. Oorlog is te mooi in deze film, alsof Anthony Minghella (The English Patient) in de regiestoel zat en dit het jaar 1995 was. Wanneer een bom een nachtclub treft, krijgen we de lijken te zien in de nasleep. Geen van die lijken mist ledematen of heeft een verwrongen gelaat. Ze werden enkel bedekt met stof en puin, met hooguit een straaltje bloed uit de mondhoek.

McQueens film komt in een gedateerde vorm. Een goed verteld verhaal zou dit nog kunnen toedekken, maar doordat de film twee verhaallijnen simultaan presenteert, wordt de kijker belemmerd in het volop meeleven met Rita of George. Uiteraard eindigt dit alles met een epische grandeur: moeder en zoon die in elkaars armen vallen, terwijl de camera omhoog stijgt en je de moederliefde kan gadeslaan met op de achtergrond de vernielde stad. De wijken liggen in duigen. De film ook.

 

5 november 2024

 

ALLE RECENSIES

Waarom Wettelen?

**
recensie Waarom Wettelen?
Ja, waarom eigenlijk?

door Bert Potvliege

Er gaat een gezonde argwaan gepaard met het nieuws dat een prozaschrijver een film gaat regisseren. De filmgeschiedenis biedt onderdak aan vele voorbeelden van creatievelingen die over de grenzen van hun medium heen morsen, waarbij de slotconclusie ‘schoenmaker, blijf bij je leest’ vaak op het rapport belandt. Vlaming Dimitri Verhulst, schrijver van De helaasheid der dingen, waagt zich aan het grote doek en valt door de mand met debuut Waarom Wettelen?.

Films die blijken te falen in hun opzet, kunnen ondanks de initiële teleurstelling fascinerende prenten zijn om van naderbij te bekijken. Opsporen waar films de mist ingaan, is autodidactiek van de cinefiel. Vrijwel alle onderdelen van het filmmaken in Waarom Wettelen? vertonen fouten, van een gebrekkige controle over de toon tot een niet te negeren amateurisme. Wat werkt, houdt de film drijvende, maar het is in zijn struikelen dat de film boeiend is om te evalueren. 

Waarom Wettelen?

Op sleeptouw met een lijk
Waarom Wettelen? heeft een reddende engel in de vorm van gortdroge dialogen, die het aanwezige publiek tot luid schateren zullen aanzetten. Het is een meevaller die te verwachten viel, aangezien dit onderdeel nauwst aansluiting vindt bij de achtergrond van Verhulst als auteur. De humoristische toon van de schrijver grenst aan het absurde en het is er heerlijk in wentelen. Peter Van den Begin in de hoofdrol is gelukkig een acteur die weet in wat voor soort film hij zit en als rouwende echtgenoot slaat hij de juiste komische toon. Zijn lichaamstaal – niet in het minst zijn blikken – biedt de juiste ondersteuning om de ondeugende dialogen te doen uitblinken.

Tijdens de begrafenisplechtigheid van zijn echtgenote Christine, komt een notaris weduwnaar Bas (Van den Begin) doodleuk melden dat het de laatste wens was van de overledene om begraven te worden in Wettelen. Niemand weet waarom of waar het überhaupt ligt. Een verbitterde begrafenisondernemer beweert te weten waarheen ze moeten. Met zijn afgekeurde lijkwagen neemt hij de rouwende familieleden mee op sleeptouw voor een dagenlange rouwstoet door het Vlaamse platteland, richting het onbekende Wettelen. Het mag duidelijk zijn dat we in de licht surreële, gezapige wereld van Verhulst terechtgekomen zijn.

De film roept naar zijn maker
Waarom Wettelen? is een komedie van het kolderieke soort, een film die teruggrijpt naar de eenvoudige en laagdrempelige Vlaamse cinema van eind vorige eeuw. Of dit een gevolg is van een nostalgische drang bij Verhulst of van het onvermogen om de film op maat van een hedendaags publiek te snijden, blijft in het midden. Het overgrote deel van de aandacht gaat naar grappen en grollen die verscholen zitten in de dialogen, waardoor de film de pagina en niet het beeld benadrukt. De aandacht houden op het knipogen naar een publiek met taalgrappen, toont dat de lat te laag ligt.

Waarom Wettelen?

De motivatie om film te gebruiken als medium om dit verhaal te vertellen, lijkt op weinig gestoeld. Aangezien film niet het communicatiekanaal blijkt waarmee Verhulst de meest solide affiniteit heeft, stokken een aantal van de verhoopte grappen. Visuele gags, zoals het zonnebaden op het dak van de lijkwagen, blijken vaak maar half te landen. Een woordmopje dat verwijst naar een lokale politicus – en dus enkel werkt in Verhulsts contreien – toont een ondoordacht rekening houden met het publiek.

Het onvermogen van de film om een uniform tonaal geheel te vormen, staat als een paal boven water. Vrij vroeg in de film stond het ons voor de ogen dat Verhulst niet doorheeft dat zijn eigen film schreeuwt naar hem. Terwijl de rouwende familieleden zich over de bochtrijke plattelandswegen voortslepen, krijgen we in de achtergrond een aandoenlijk geromantiseerd Vlaanderen in breedbeeld te zien. Die warme, zachte gloed van zonnige velden vloekt hard met de vaak platvloerse aard van Verhulsts dialoog, alsof het om twee films door elkaar gaat. De rouwende familie slentert door een dorpsstraat, door Verhulst aangevuld met een vlammende song van Zweedse band The Knife op de soundtrack – een onbegrijpelijke keuze en een ingreep die door de film wordt afgestoten. Andere elementen, zoals de poëtische conclusie met de danser bij het graf, slaan als een tang op een varken. Een stap achteruit zetten om de uniformiteit van zijn film te overschouwen en in te grijpen waar nodig, is een talent dat Verhulst niet in zijn arsenaal heeft.

Waarom Wettelen? is geen goede film, maar dat betekent geenszins dat er geen genot uit te halen valt. Wanneer Bas zijn familie inlicht dat ze kunnen overnachten bij de paters, merkt hij tegen de vrouwen fijntjes op dat “sommige paters in geen vijftig jaar een vrouw gezien hebben, dus probeer daar alsjeblief rekening mee te houden”. Het zijn de glooien in het gelaat van Van den Begin die het hem deden, maar wij lagen dubbel bij de zinloze aanbeveling. De schoenmaker achter de camera ongetwijfeld ook.

 

30 oktober 2024

 

ALLE RECENSIES

Hokwerda’s kind

***
recensie Hokwerda’s kind
Hunkeren naar liefde en geborgenheid

door Jochum de Graaf

De beginscène van de film is dezelfde als de beginzin van het boek: ‘Die avond wierp Hokwerda keer op keer zijn dochtertje over de rietkraag in de Ee.’ Het meisje kraait het eerst uit van plezier, maar is allengs de uitputting nabij en kijkt toch weer op naar die strenge vader. Het is een scène die haar leven zal tekenen.

In het boek, de gelijknamige bestseller van Oek de Jong uit 2002, is Lin Hokwerda een tafeltennisster die onder het straf regime van een autoritaire coach topsport bedrijft. Ze heeft meerdere gepassioneerde relaties met wat je foute mannen zou kunnen noemen, mannen waarbij ook een haakje los is. Eerst met de drugsverslaafde Markus, vervolgens met de brute macho Henri, die haar bedriegt. Haar relatie met de meer zachtaardige Jelmer wordt verbroken als ze weer contact krijgt met grootste liefde Henri. Er komt verkrachting, zwangerschap, abortus en moord aan te pas. Lin komt in de gevangenis.

Hokwerda’s kind

Onstuimige liefdesverwikkelingen
De onstuimige liefdesverwikkelingen spelen zich af tegen de achtergrond van het grote trauma uit Lins jeugd, de scheiding van haar ouders en het verbreken van het contact met haar vader, wiens oogappel ze is. Op haar tiende vertrekt ze met haar moeder en zusje naar Amsterdam, vader Hokwerda blijft achter op het platteland van Friesland. Er gaan jaren overheen voor ze weer contact met hem heeft.

Hokwerda’s kind is een meeslepend verhaal over (de hunkering naar) liefde en geborgenheid, over bedrog, zelfbedrog, jaloezie, het uiten van emoties en het met jezelf in het reine proberen te komen.

Regisseur Boudewijn Koole – hij kreeg de nodige lof voor Beyond Sleep (2016), naar W.F. Hermans onverfilmbaar geachte Nooit meer slapen – heeft het verhaal ingedikt, zoomt in op de verhouding met Henri en het gemis van de vader. Het verhaal wordt in ‘trage, lange slagen’ naar analogie van de telkens herhaalde trainingsopdracht van Lins coach opgediend. Weidse beelden van de training in het zwembad, de open zee, landschappen in de mist, avondlijke autoritten. Ook over de scènes in restaurants, bars en huiskamers hangt gedempt licht.

Eenzame ziel
Lin (Sanne Samina Hanssen) is een eenzame ziel, wordt dicht op de huid met veel close-ups in beeld gebracht. Een monomaan leven, ze trekt haar verplichte baantjes, moet op tijd naar bed en weer in het zwembad zijn, al eist haar coach dat ze meer discipline moet opbrengen. Met haar moeder heeft ze een weinig liefdevolle relatie. Thuis op de bank horen we die moeder voor een tv-reportage geïnterviewd worden over de fenomenale zwemprestaties van haar dochter. ’Waar komt haar drive toch vandaan?’ is de vraag. ‘Dat moet u aan haar zelf vragen’ is het antwoord, Lin blijft onbewogen strak voor zich uit kijken.

Er komt meer vaart in haar leven wanneer ze Henri ontmoet, onderwaterlasser van beroep. Gespierd lijf, zelfbewuste uitstraling, serieuze blik, direct in de omgang. Hij heeft zijn zinnen op Lin gezet. Ze draaien om elkaar heen, eten, drinken wat en vrij snel gaan ze met elkaar naar bed. Hun verhouding is impulsief en intuïtief, soms teder, liefdevol, maar bij tijd en wijle gewelddadig. Hun aantrekkingsgracht is eerst en vooral lichamelijk, er komen weinig woorden aan te pas. De seksscènes worden stijlvol in beeld gebracht, rauw en ongekunsteld, een continu machtsspel van aantrekking en afstoting. Henri neemt haar mee in zijn losbandig leven, drijft haar in de armen van een paar vrienden, en gaat zelf ook regelmatig vreemd.

Heftige emoties zoals op de terugweg uit Friesland na een bezoek aan haar vader. Lin is woedend op Henri dat hij haar zo onvoorbereid de confrontatie heeft opgedrongen. Ze begint op hem in te slaan, wat dan zoals vaker uitloopt op een wilde vrijpartij.

Hokwerda’s kind

Gissen
De voorafgaande scène is sterk. Henri besluit impulsief om samen naar Auto Hokwerda te gaan. Vanuit de auto op de dijk, vanwaar haar vader haar vroeger in het water gooide, kijkt Lin toe hoe Henri de garage binnengaat. Het is een soort schimmenspel waarbij de emoties lijken op te lopen. Lin voegt zich bij hen en er ontstaat een korte dialoog. ‘Je dacht: nu moet het maar eens wezen’, zegt Hokwerda. ‘Ja, nu moet het maar eens wezen’, zegt Lin. Veel verder komt het niet aan toenadering. ‘Kinderen vergeten snel’, zegt Hokwerda. ‘O ja?’, zegt Lin. ‘Niet dan?’ is de reactie, en dan is het stil. Diep ontgoocheld vlucht ze weg, uit haar frustratie tegen Henri.

Het acteerwerk is prima, al kruipt Lin niet echt onder je huid, de film is goed van sfeer, de soundtrack van Alex Simu is uitstekend. Minder sterk is dat er nogal wat aan verstilling in de film zit, weinigzeggende scènes, waarvan de betekenis wat al te opengelaten wordt. Zo moet je maar een beetje gissen naar de motieven van Lin om halverwege haar recordpoging op te geven. Waarom bijfiguur Alex zelfmoord pleegt, wordt niet goed duidelijk, hij komt karakterologisch niet goed uit de verf. En ook de slotbeelden bieden maar weinig context. Hoewel ook het boek een open einde kent, zit er toch te weinig drama in Hokwerda’s kind om het tot een meer dan goede verfilming te bestempelen.

 

23 oktober 2024

 

 

ALLE RECENSIES

The Apprentice

****
recensie The Apprentice
Hoe Donald Trump Donald Trump werd

door Jochum de Graaf

Bij de première in Cannes zei regisseur Ali Abbasi dat er geen grootscheepse publiciteitscampagne gepland stond. Het uitbrengen van The Apprentice zou in de aanloop van de Amerikaanse presidentsverkiezingen voldoende aandacht uit zichzelf genereren. En ja hoor, Donald Trump dreigde gelijk met juridische stappen: ‘pure fictie vol sensationele leugens die allang zijn ontkracht. Een zoveelste poging van de Hollywood-elites om de verkiezingen te beïnvloeden’.

De Deens-Iraanse regisseur Ali Abassi heeft er inderdaad geen glamoureus Hollywoodfilm van gemaakt. Hij was eerder verantwoordelijk voor uiteenlopende producties als het indrukwekkende true crime drama Holy Spider (2022), over een seriemoordenaar van ‘zondige vrouwen’ in Teheran en een aantal afleveringen van The Last of Us, de apocalyptische dramaserie van HBO.

The Apprentice

‘Aanvallen, ontkennen en niets toegeven’
The Apprentice was de reality-tv-show waarin een opvolger van Donald Trump werd gezocht. De afvallers werden steevast door Trump zelf afgeserveerd met de kreet ‘you’re fired!’. In de film is Trump zelf ‘the apprentice’ (de stagiair), die zijn opgang maakt in het New York van de turbulente jaren zeventig en tachtig. Nadat hij zijn grote ideaal, de bouw van de Trump Tower, verwezenlijkt heeft, kan hij doorstoten naar nationale bekendheid en zijn politieke ambities proberen waar te maken.

Tegelijkertijd is The Apprentice een portret van New York. Eerst de jaren zeventig van verloedering, heroïnegebruik, geweld en zware criminaliteit rond uitgaansgebied 42nd Street, gevolgd door de economische opleving in het decennium erna. Het is het wereldje van vastgoedmiljonairs, politici, maffiose types en beroemdheden waarin Trump groot kon worden.

We volgen de jonge Donald als hij in de beginjaren hand- en spandiensten verricht voor zijn dominante vader, de vastgoedmagnaat Fred Trump. Hij moet de huur ophalen bij wanbetalers in uitgewoonde flatgebouwen, meest arme zwarte migranten. Cruciaal voor zijn ontwikkeling is de ontmoeting met de excentrieke jurist Roy Cohn, die een beruchte reputatie opbouwde met zijn rol van aanklager bij de executie van de Rosenbergs (vanwege spionage voor de Sovjet-Unie) en het opknappen van duistere zaken voor de maffia.

Cohn onderwijst Trump in de drie regels voor succes: allereerst altijd aanvallen, aanvallen, aanvallen, vervolgens altijd ontkennen dat je iets verkeerd gedaan hebt en tenslotte altijd de overwinning claimen en nooit maar dan ook nooit een nederlaag toegeven. Het zijn de levenslessen in amoraliteit die Trump spijkerhard in praktijk zal blijven brengen.

Ontwikkeling van de absolute narcist
Zijn politieke gedachtegoed ontleent hij aan de Republikeinse presidenten Nixon en vooral Reagan, die al in 1980 campagne voerde met de slogan ‘Let’s make America great again’.

Donald Trump gelooft sterk het vulgair materialistische idee dat de VS een land is waar met geld alles te koop is. Typerend is de bizarre scène waarin hij op de trouwdag met zijn eerste vrouw Ivana hard onderhandelt over de waarde van hun wederzijdse bezittingen voor zij haar handtekening onder het huwelijkscontract zet.

The Apprentice

In eerste instantie heb je nog wel wat sympathie voor de wat onzekere Donald: sterke band met moeder, zwaar onder de plak van zijn vader, een broer die zwaar aan de drank en aan lager wal geraakt is. Voor Donald is hij een loser met wie hij weinig te maken wil hebben. Hij stopt hem af en toe wat geld toe, maar op zijn begrafenis heeft hij een afspraak bij de plastisch chirurg om het een en ander aan buikvet weg te laten halen.

Gaandeweg zie je, onder invloed van Cohn, de ontwikkeling van de absolute narcist met de over lijken gaande mentaliteit die zo kenmerkend is voor de huidige Donald Trump. Sebastian Stan groeit sterk in zijn rol als jonge Donald die cola drinkt, dieetpillen slikt, zijn kaler wordende kruin laat implanteren: ‘the boy with the golden hair’. Fijn ook hoe hij zich die kenmerkende maniertjes, gebaren, intonatie heeft eigengemaakt.

Minachting voor tegenstanders
Jeremy Strong als Roy Cohn geeft een geweldig gevolg aan zijn vileine karakterrol van Kendall Roy in HBO’s successerie Succession. De onbeschoftheid waarmee Cohn te werk gaat, de minachting voor tegenstanders die zo’n diepe indruk maken op Donald Trump. Het verborgen houden van zijn homoseksuele liefdesrelatie, het zich afzetten tegen de homo-gemeenschap, glashard volhouden dat hij leverkanker heeft terwijl hij uitbehandelde aids heeft. De ontluistering dat Donald Trump hem dan keihard laat vallen en niets meer met hem te maken wil hebben. Nou ja, hij geeft hem nog wel een gouden ring als aandenken, die bij nadere bestudering van het aanmerkelijk goedkopere metaal zirkonium blijkt te zijn.

Tegen zijn biograaf die hem helpt bij het schrijven van de bestseller The Art of the Deal zegt Trump dat de drie regels van succes: ‘aanvallen, ontkennen en niets toegeven’ door hemzelf ontwikkeld zijn.

The Apprentice is niet zozeer een straffe anti-Trump-film, maar een goed getroffen stijlvolle filmische analyse van het karakter van de man waarvan je hoopt dat hij op 5 november opnieuw een loser wordt.

 

22 oktober 2024

 

 

ALLE RECENSIES

Emilia Pérez

****
recensie Emilia Pérez
Ballade over hormoontherapie

door Bert Potvliege

Met zijn nieuwste film verrast Franse cineast Jacques Audiard vriend en vijand. Op papier is Emilia Pérez een geschift verhaal waar geen kat op zit te wachten. Misschien was net dat de reden voor Audiard om dit relaas van een Mexicaanse transgender op de wereld los te laten.  

De ondertussen tweeënzeventigjarige Jacques Audiard behoort tot de wereldtop van filmmakers uit de eenentwintigste eeuw. Net zoals Park Chan-wook (The Handmaiden) en David Fincher (The Killer) is hij een rasechte vakman. Hij won de Gouden Palm in 2015 met de film Dheepan, hij maakte de smakelijke western The Sisters Brothers in 2018, maar zijn imposant gevangenisdrama Un Prophète uit 2009 blijft het hoogtepunt. Zijn filmografie is een bonte verzameling genrefilms en arthouse-prenten, waarvan de kwaliteit altijd hoog was. Emilia Pérez sluit netjes aan in deze rij.

Emilia Pérez

Vluchten voor de doden
Zoë Saldana (Avatar) speelt de Mexicaanse advocate Rita. Rondkomen is een probleem, dus lang twijfelt ze niet wanneer kartelleider Manitas (Karla Sofia Gascón) haar tonnen geld biedt om hem te helpen. De spilfiguur van het syndicaat wil het criminele milieu vaarwel zeggen en heeft hulp nodig om er anoniem vanonder te kunnen muizen. Zijn plan is om de transitie te maken naar een vrouw, de titulaire Emilia, om zo een nieuwe identiteit aan te nemen.

Rita besluit Emilia te helpen, door een dokter te vinden in het buitenland die kan helpen, alsook door haar gezin (zangeres Selena Gomez speelt Jessi, de echtgenote van Manitas) nieuw onderdak te bieden aan de andere kant van de wereld. Hun opzet slaagt en Emilia kan haar leven anoniem verderzetten, weg van het geweld aan het thuisfront, maar wel gescheiden van vrouw en kinderen.

De tweede helft van de film voelt alsof er een nieuw verhaal op gang wordt getrokken. Emilia wil koste wat het kost herenigd worden met haar gezin, maar ze engageert zich ook om de vele anonieme drugsdoden in Mexico een naam te geven, alsof ze plots met gewetenswroeging zit. Zal Jessi, die meent dat Manitas dood is, het geheim van Emilia te weten komen?

Emilia Pérez

Valkuilen overal
De naam en faam van Audiard kan deuren openen, want moesten wij een studio benaderen met deze plot, men zou ons de deur wijzen. Een Mexicaanse kartelbaas wil een vrouw worden om zo haar crimineel bestaan achter zich te laten? Het voelt kort door de bocht en intentioneel controversieel. Dat Emilia Pérez een musical is, is als de overtreffende trap in het bizarre voorkomen van de film.

De valkuilen zijn legio, maar met een wervelende camera en een gevoel voor storytelling knutselt de Fransman een fenomenale film ineen. De vindingrijkheid in het verbeelden van de muzikale intermezzo’s is bewonderenswaardig. Het vinden van een balans tussen een musical, drama en misdaadfilm gaat van een leien dakje.

Het enige minpunt aan de film is die merkwaardige scenariostructuur, waarbij de plot halfweg de film als afgerond voelt. De spanningsboog is ten einde. Een nieuw verhaal begint, maar die atypische verhaalstructuur voelt wat onwennig aan. Dat er in die tweede helft sprake is van enkele kleine plotgaten, helpt niet. Hoe Jessi zolang blind kan blijven voor de waarheid, klopt eenvoudigweg niet. Het talent van Audiard is zo indrukwekkend, dat we zwijgen wanneer we hierover willen sakkeren.

Drie koninginnen
Het allermooiste aspect aan de film zijn de acteerprestaties van de drie hoofdrolspeelsters. Wij wisten niet dat Zoë Saldana en Selena Gomez dit in zich hadden. Van Karla Sofia Gascón hadden wij nog niet gehoord, maar vergeten zullen we haar niet. Audiard stuwt de drie dames naar een torenhoog niveau. De drie ontvingen samen de prijs voor beste actrice op het Filmfestival van Cannes.

Het huwelijk tussen de musical en Audiard is best wel vreemd en vooral onverwacht, maar het werkt wonderwel. Emilia Pérez is een film voor de eindejaarslijstjes en wordt nu al getipt als een kanshebber voor de Oscars.

 

9 oktober 2024

 

ALLE RECENSIES

Maria

***
recensie Maria
Het droevige lot van Maria Schneider

door Cor Oliemeulen

Veel filmliefhebbers vinden de rol van Marlon Brando in Last Tango in Paris (1972) zijn beste vanwege het intense acteren. Dit erotische drama van Bernardo Bertolucci veroorzaakte destijds een schandaal, vooral door de zogenaamde ‘boterscène’. Brando’s tegenspeelster, Maria Schneider, zou de rest van haar leven worden achtervolgd door deze scène.  

De Franse filmmaakster Jessica Palud zei na de première van Maria (internationaal uitgebracht onder de titel Being Maria) tijdens het filmfestival van Cannes dat ze besloot om deze film te maken vanwege haar eigen ervaringen op de filmset. Toen ze actief was als assistent voor verschillende films zag ze hoe acteurs en actrices op de set vernederd werden. Opvallend genoeg was haar eerste job voor een andere omstreden film van Bertolucci, The Dreamers (2003), waarin onder meer een incestueuze relatie tussen een tweelingbroer en –zus wordt gesuggereerd. Jessica Palud was toen 19, dezelfde leeftijd als toen Maria Schneider haar eerste hoofdrol speelde in Last Tango in Paris.

Maria

Familie
Even in het kort de inhoud van laatstgenoemde film. Een Amerikaanse man van eind veertig (Brando) en een Française van ongeveer twintig (Schneider) ontmoeten elkaar in een appartement in Parijs dat ze allebei willen huren. Er ontstaat een onstuimige liefdes/seksrelatie waarin ze elkaars namen niet delen. De man heet Paul, die zojuist zijn vrouw heeft verloren aan suïcide. De jonge vrouw die hij ontmoet, heet Jeanne. Zij voelt in deze relatie meer passie dan bij haar huidige minnaar. Hoe afstandelijk en woedend Paul soms ook is, Jeanne voelt voor het eerst dat iemand haar echt nodig heeft.

Het biografische filmdrama Maria is gebaseerd op het boek My Cousin Maria Schneider van Vanessa Schneider. Jessica Palud bewerkte het tot een scenario in twee delen: Maria Schneiders leven vóór en ná de beruchte boterscène. De jonge Maria (Anamaria Vartolomei) woont bij haar moeder, wiens achternaam zij draagt. Maria’s vader is een acteur, die ze voor het eerst ontmoet als hij een film aan het opnemen is. Maria’s moeder is boos en jaloers, en gooit haar dochter de woning uit. Van haar vader hoeft Maria ook niet veel te verwachten.

Boter
Na enkele bijrolletjes wordt Maria gevraagd voor de rol van Jeanne in Last Tango in Paris. Net als zovelen kijkt ze op tegen acteerlegende Marlon Brando (een aardige rol van Mat Dillon). Ze weet dat het gaat om ‘een intense fysieke relatie’. We zien hoe ze tussen de opnamen door goed overweg kan met Brando en bewondert zijn vakmanschap. “Ik was gisteren onder de indruk van het eind van de scène toen je moest huilen. Het leek zo echt”, zegt Schneider. “Het wás echt”, reageert Brando.

De sfeer verandert als de beruchte scène wordt opgenomen. Zoals vaker wijkt Bernardo Bertolucci op het laatste moment van het script af, maar dit keer vertelt hij dat tegen Marlon Brando en niet tegen Maria Schneider. De regisseur wil een authentieke reactie van zijn actrice. De scène begint als Jeanne het appartement binnenkomt. Paul zit op de grond te ontbijten. Ze praten. Dan trekt hij haar naar zich toe, draait haar op haar buik en trekt haar broek naar beneden. Hij pakt een klont boter, smeert die op haar billen en verkracht haar anaal. Jeanne stribbelt tegen en begint te huilen. Na afloop zien we dat ook een vrouwelijk crewlid moet huilen, sommige anderen ogen geschokt. Brando probeert Jeanne te troosten. “Het is maar een film”, zegt hij.

Maria

De verkrachting is inderdaad gesimuleerd, toch voelt het voor Maria alsof ze daadwerkelijk is verkracht, door twee mannen: Bertolucci en Brando. Nadat de film in première is gegaan, wordt Maria in een klap beroemd. Als ze samen met haar vader in een restaurant zit, snauwt een vrouw haar toe: “Je bent een schande voor Frankrijk!” De film wordt in Italië en enkele andere landen verboden. Maria’s vader vindt dat elke publiciteit goede publiciteit is, en complimenteert zijn dochter dat zij veel sneller bekend is dan hij dat werd.

Aanklacht
Vanaf hier volgt Maria de langzame ondergang van het titelpersonage. Ze raakt verslaafd aan heroïne en alcohol, wordt zwaar depressief en komt in een kliniek terecht. Ondanks haar erbarmelijke toestand verschijnt ze in films van makers, die haar niet slechts als lustobject willen neerzetten. Zodra er wordt afgeweken van het script, trekt Maria de grens. De film maakt pijnlijk duidelijk dat Maria Schneider tot aan haar dood zal worden geassocieerd met die ene scène, waar ze onvrijwillig bij betrokken raakte. Ze heeft het kennelijk nooit weten te verwerken.

Niet alleen het boek van haar nichtje Vanessa, maar ook documentaires en interviews belichten meerdere aspecten van Maria Schneiders leven. Jessica Palud beperkt zich voornamelijk tot een aanklacht tegen de filmindustrie die ruim een halve eeuw na Last Tango in Paris nog steeds wordt gedomineerd door mannen. De rol van Anamaria Vartolomei roept herinneringen op aan een intrigerende actrice die een mooier lot had verdiend.

 

1 oktober 2024

 

ALLE RECENSIES

Führer und Verführten

***
recensie Führer und Verführten
Propaganda als kunstvorm

door Jochum de Graaf

‘Ik schiep de mythe van de Führer’ was het credo van Joseph Goebbels, de tweede man van het Derde Rijk. Führer und Verführten zoomt in op de rijksminister van Volksvoorlichting en Propaganda tijdens het naziregime.

Gelijk in een van de eerste scènes zien we hoe de propagandamachine werkte. In een filmzaaltje kijkt Goebbels met enkele getrouwen naar opnamen voor het bioscoopjournaal van Adolf Hitler die een toespraak houdt en het publiek in gaat. De camera draait om hem heen, zoomt in op zijn rug, naar zijn handen trillen lichtjes vlak voor hij een jongetje van de Hitlerjugend een hand wil geven. De mannen in het zaaltje reageren enthousiast, prachtige opnamen van de Führer. Maar Goebbels reageert furieus en laat de film stopzetten: ‘De Führer beeft niet!!‘.

Goebbels regisseerde altijd en overal
Regisseur Joachim A. Lang verfilmt Goebbels ‘werdegang’ aan de hand van de belangrijkste chronologische data van het Derde Rijk. De Anschluss van Oostenrijk (maart 1938), ‘vredesconferentie’ van München (september 1938), Kristallnacht (9-10 november 1938), annexatie Sudeten-Duitsland (maart 1939), Molotov-Ribbentroppact en niet-aanvalsverdrag nazi-Duitsland en Sovjet-Unie (augustus 1939), inval in Polen en begin Tweede Wereldoorlog (september 1939), de overwinning op Frankrijk (juni 1940), operatie Barbarossa: inval in de Sovjet-Unie (juni 1941), de overgave bij de Slag om Stalingrad (februari 1943), de aanslag op Hitler van Duitse legerofficieren onder leiding van kolonel Von Stauffenberg (juli 1944). En vanzelfsprekend ook de gebeurtenissen van eind april/begin mei 1945 toen Hitler en zijn Eva Braun in de bunker in Berlijn zelfmoord pleegden, en een dag later Goebbels en zijn Magda die eerst hun zes kinderen een dodelijke gifpil lieten toedienen om vervolgens de hand aan zichzelf te slaan.

Führer und Verführten

Goebbels regisseerde bij al die belangrijke gebeurtenissen, de openbare optredens van Hitler, schreef mee aan de toespraken, bereidde minutieus de setting voor, bepaalde waar en wanneer hij zou spreken, wie er op de eerste rij moest zitten, wie de Führer mocht begroeten. Ook bij de bijeenkomsten en conferenties van de nazitop bepaalde hij de agenda en de tafelschikking, wie van de kopstukken Speer, Bormann, Himmler, Heidrich, Ribbentropp op welke plek mocht zitten en het woord mocht voeren. Zelf zorgde hij er voor dat hij altijd direct rechts van de Führer zat, de tweede man van het Derde Rijk. Zo krijgen we een aardig inkijkje in de hofhouding, ofwel slangenkuil, van het Hitlerregime. Herman Göring was voor hem een ‘dikke mopshond’ en Heinrich Himmler een ‘benepen burgermannetje’.

Goebbels handelde vanuit een volstrekte onderhorigheid aan Hitler, volgde hem tot het bittere einde. ‘Onkel’ Hitler kwam menigmaal op bezoek en beschouwde de familie Goebbels als een modelgezin; alle zes kinderen kregen een voornaam met de beginletter H. Maar Goebbels was een verwoed rokkenjager en hield er openlijk een verhouding met de Tsjechische actrice Lína Baarová op na. Toen zijn wettige echtgenote Magda er achter kwam, hield hij keihard vol dat hij het recht had op een minnares. Maar Hitler dwong hem de relatie op te geven. Die paste niet bij het beeld van een zuiver Arisch volk, en Baarová verdween in de anonimiteit.

Hoewel Goebbels het niet eens was met de inval in Polen – hij had Hitler tot dan afgeschilderd als een redelijke man die op vreedzame wijze het belang van Duitsland voorop stelde – draait hij onmiddellijk de propaganda volledig om. Er was voor Duitsland ‘geen andere mogelijkheid om te reageren op vele provocaties van Poolse zijde’, een volledig verzonnen bewering.

De waarheid dienen als het goed uitkomt
De grootste communicatieve tournure die hij moest uithalen, was in juni 1941 toen Hitler Operatie Barbarossa startte, de inval in de Sovjet-Unie. Twee jaar eerder had hij nog een juichende berichtgeving de wereld in gestuurd bij de totstandkoming van het Molotov-Ribbentrop pact, het niet-aanvalsverdrag tussen de twee totalitaire ideologieën in Europa. En nu moest de Sovjet-Unie met Stalin ineens afgeschilderd worden als de bron van alle kwaad die vernietigd moest worden.

‘Wij dienen de waarheid slechts als het ons uitkomt’, horen we hem zeggen. Het toppunt van de verdraaiing van feiten bereikt hij met zijn beruchte toespraak in het Berlijnse Sportpalast, 18 februari 1943, wanneer hij kort na de capitulatie bij de Slag om Stalingrad het streng geselecteerde publiek tot uitzinnige hoogte weet op te zwepen: ‘Wollt ihr den totalen Krieg?  Führer Befehl, wir folgen.’

Führer und Verführten

Goebbels bediende zich van toen moderne technieken, zorgde ervoor dat de belangrijkste kranten in handen van de nazi’s kwamen en liet – in de film onderbelicht – de zogenaamde Volksempfänger produceren, voor de gewone Duitser betaalbare radiotoestellen waar evenwel slechts een paar door de nazi’s goedgekeurde zenders op te beluisteren waren.

‘Propaganda is een kunstvorm, zoals schilderkunst’ en ‘wij scheppen de beelden die blijvend zijn’. Hij bediende zich liever van speelfilms dan van documentaires, omdat je dan beter het verhaal naar je hand kunt zetten. Onder de indruk van Leni Riefenstahls Olympia gaf hij de opdracht voor de propagandistische en fel antisemitische films Jud Süsz en Der ewige Jude.

Discussie in Duitsland
In Duitsland is er de nodige discussie over Führer und Verführten. Hitler en Goebbels zouden vermenselijkt worden en daarmee hun daden vergoelijkt. Regisseur Joachim Lang bracht daar tegenin dat hij met terugwerkende kracht het ware verhaal wilde laten zien en haalt het motto van Primo Levi aan: ‘Het gebeurde, en daarom kan het weer gebeuren.’

Lang kiest voor een wat afstandelijke regie en maakt veelvuldig gebruik van een speciale vorm van re-enactment, het gedeeltelijk naspelen van gebeurtenissen. We zien dan Hitler (Fritz Karl) zich voorbereiden op een toespraak. Goebbels (Robert Stadlober) geeft hem nog wat aanwijzingen, hij loopt naar het balkon, de deuren openen zich en we staan op het balkon van stadhuis Wenen, juni 1938 wanneer de stad is uitgelopen voor hun landgenoot die de Anschluss bewerkstelligd heeft en de oprichting van het Groot-Duitse Rijk aankondigt. Op zich werkt dat wel, maar de matige acteurs (Robert Stadlober en Franziska Weisz als het echtpaar Goebbels gaat nog redelijk maar Fritz Karl kan niet in de schaduw staan van Bruno Ganz’ meestervertolking van Adof Hitler) en de soms sjablonerige dialogen doen afbreuk aan de waarde van de geschiedenisles die de film zou kunnen hebben.

 

25 september 2024

 

ALLE RECENSIES