Pacifiction

**
recensie Pacifiction
Dreigend onheil in de Stille Zuidzee

door Paul Rübsaam

Op de helft van de aardbol die bijna helemaal blauw kleurt, liggen als stipjes de Frans-Polynesische eilanden. Maar de schijnbaar paradijselijke ruimte aldaar herbergt het afvalputje van het wereldpolitieke krachtenspel. Althans, dat is wat de Catalaanse regisseur Albert Serra ons met zijn ‘arthouse blockbuster’ Pacifiction (Tourment sur les îles) wil doen geloven. Of wil hij alleen maar spelen met de genreconventies van de politieke thriller?

Volgens een hardnekkige complottheorie vormen de machtigen der Aarde gezamenlijk een pedofielennetwerk. Albert Serra, die zich na historische drama’s als La Mort de Louis XVI (2016) en Liberté (2019) met het Franstalige Pacifiction (een samentrekking van Pacific en fiction) op hedendaagse materie gestort lijkt te hebben, wekt de schijn ons te trakteren op een variant van zo’n complottheorie. Onder andere een hoge Franse marineofficier met een duistere militaire agenda en een Portugese diplomaat die zijn paspoort kwijt is, komen in zijn film bijeen rond een Tahitiaanse nachtclub om daar al dan niet als sekstoeristen schemerige conversaties te voeren en zich liederlijk te bezatten.

Pacifiction

Nachtclub
Kind aan huis in de Paradise Night geheten nachtclub met in smetteloos witte niemendalletjes gehuld personeel van beide seksen is de Franse overheidsvertegenwoordiger op het eiland. Een voornaam schijnt deze De Roller (Benoît Magimel) niet te hebben, maar ogenschijnlijk houdt hij er veel vrienden op na. Gekleed in een wit linnen pak met daaronder een Hawaii-shirt en steevast een zonnebril met blauw getinte glazen voor zijn ogen, voert hij werkbesprekingen onder het genot van een copieuze maaltijd of minstens een aperitief.

Zo onderhoudt hij zowel goede contacten met vertegenwoordigers van de internationale politiek, als met de lokale Polynesische bevolking. Van alle markten thuis als hij lijkt te zijn, geeft hij ook nog eens adviezen aangaande de choreografie van een in Paradise Night op te voeren ietwat grimmige dans.

Spin in het web?
Maar is De Roller werkelijk een spin in het web? Of is hij een machteloze stroman die geen flauw idee heeft van wat er om hem heen gebeurt? In de loop van de film begint hij zich langzaam maar zeker te ontpoppen als de volmaakte anti-protagonist. Hij heeft geen greep op zijn omgeving, ontdekt weinig dat de kijker niet al wist en zijn karakter maakt nauwelijks een ontwikkeling door.

Als een klein insect zit hij gevangen in het web dat door de regisseur is gesponnen. Serra’s specifieke werkwijze doet zich hier gelden. De nog altijd honderdzestig minuten die de film beslaat zijn het resultaat van het terugsnijden van vele honderden uren opnames vervaardigd met steeds drie draaiende digitale camera’s en een minimum aan acteursregie. Bijna als zichzelf moesten Magimel en de andere acteurs (waaronder veel lokale niet-professionelen) een weg weten te vinden in het universum dat Serra voor hen heeft geschapen.

Die wereld waarin Serra’s personages zich begeven moeten, is ondertussen een stuk minder realistisch. Het brede palet van blauwtinten van oceaan en lagunes, het intense groen van tropische vegetatie, het rood van de lucht bij ondergaande zon en de donkere silhouetten van de vulkanen zijn opzettelijk opvallend met kleurfilters aangedikt. Dit ‘paradijs’ gaat over zijn eigen top, lijkt Serra’s cinematografie te suggereren. De door de computer gegenereerde onheilspellende geluiden van de soundtrack verlenen die suggestie een dreigend accent. Ze roepen associaties met walvissengezang uit de diepte en onderzeeërs.

Geruchten
Voor zover er sprake is van een plotontwikkeling in Pacifiction gaan er inderdaad geruchten dat er zich een onderzeeër van de Franse marine in de buurt van het eiland bevindt en dat de Franse regering in het geheim nieuwe kernproeven in het gebied voorbereidt. De Roller, die het gesprek probeert aan te gaan met plaatselijke actievoerders tegen deze plannen, vindt dat alles nog eens rustig uitgezocht moet worden. Hijzelf kan daarbij een sleutelrol vervullen, denkt hij.

Hij schakelt de hulp in van een assistent(e): de in Paradise Light werkzame transgender Shannah (Pahoa Mahagafanau), met wie hij een onduidelijke, maar in ieder geval intieme relatie mee krijgt. In opdracht van De Roller begint Shannah tevens een strategische amourette met de aanvankelijk laveloze Portugese diplomaat Ferreira. Wat het nut is van die liaison blijft mysterieus.

Pacifiction

Voorts besluit De Roller met een verrekijker de zee in de gaten te houden. Daar bespeurt hij iets dat veel weg heeft van een boven het water uitstekende golfbreker van een onderzeeër. Samen met een handlanger registreert hij voorts hoe Tahitiaanse meisjes, vermoedelijk prostituees, tegen het invallen van de avond naar een bestemming op zee worden gevaren. Vermoedelijk om daar de bemanning van de onderzeeër te vermaken.

Luxe behang
Maar wat levert het allemaal op? Het lijkt er toch op dat de anti-protagonist De Roller rond blijft lopen in de geopolitieke schemerzone van Polynesië als Lemmy Caution in Jean-Luc Godard’s Alphaville (1965), krampachtig suggererend dat hij als enige de weg weet in dat universum, terwijl hij er meer dan wie ook in verdwaalt.

En wat levert Serra’s af en toe kolderieke web van dwaalwegen, ongerijmdheden en suggesties de kijker op? Minstens moet de regisseur toch beoogd hebben ons te verontrusten of tot nadenken te prikkelen. Dat doet zijn bij momenten intrigerende, maar dikwijls irritatie en verveling opwekkende, over een raamwerk van genrekenmerken van een politieke thriller uitgespannen cinematografisch luxe behang echter weinig.

 

29 mei 2023

 

ALLE RECENSIES

Plan 75

***
recensie Plan 75
Ouderen zijn duur en nutteloos

door Cor Oliemeulen

Japan vergrijst in sneltreinvaart. Om de kosten beheersbaar te houden, lanceert de overheid Plan 75, een programma waarin senioren worden aangemoedigd euthanasie te plegen. We volgen een bejaarde vrouw en twee jonge zorgverleners die ieder op hun eigen manier een afweging moeten maken.

Op 26 juli 2016 doodde een 26-jarige man in een verzorgingstehuis in de Japanse stad Sagamihara negentien gehandicapten met een mes om hen naar eigen zeggen te verlossen van een ongelukkig bestaan. De Japanse filmmaakster Chie Hayakawa gebruikte die tragedie als trigger voor haar speelfilmdebuut Plan 75. Hoewel dit programma nog niet bestaat, lijkt het niet ondenkbaar dat het in de toekomst zal worden ingevoerd. “Er heerst een atmosfeer om ouderen onder druk te zetten waardoor ze zich nutteloos voelen”, zegt Hayakawa.

Plan 75

Relatie tussen jongeren en ouderen
Klassieke Japanse films gaan juist vaak over de nauwe band tussen jongeren en ouderen. Een bekend voorbeeld is Tokyo Story (1953) van Yasujirō Ozu. Ouders verlangen naar genegenheid, gezelschap en waardering van hun kinderen, terwijl die kinderen bezig zijn met de drukte van het moderne leven en hun eigen verlangens en verplichtingen. Ozu benadrukt de afstand tussen ouderen en jongeren door de fysieke ruimte tussen hen in beeld te brengen; vaak worden ouderen in een andere kamer geplaatst of in de achtergrond van het frame, terwijl de jongeren dichter bij de camera staan. Stiltes en non-verbale communicatie benadrukken de emotionele afstand. De uiteindelijke boodschap: ondanks de onvermijdelijke spanningen en veranderingen in de samenleving zou de band tussen ouderen en jongeren gebaseerd moeten zijn op liefde, respect, begrip en waardering.

Zeg dat maar eens tegen de twintiger Hiromu (Hayato Isomura) die Plan 75 aan de man moet zien te brengen. Met een vriendelijke glimlach en zonder druk uit te oefenen, overhandigt hij brochures aan belangstellenden, legt uit dat je tot het moment van afscheid desgewenst wordt begeleid door een buddy en nog wat geld krijgt, voor wat aangename laatste dagen of bijvoorbeeld voor je kleinkinderen. Hiromu denkt dat hij het goede doet, want veel 75-plussers hebben een mooi leven gehad en waarschijnlijk speelt ook bij hem de gedachte mee dat hij als jongere steeds meer moet gaan bijdragen aan het pensioen van ouderen.

Zijn kijk op de overheidscampagne begint langzaam te veranderen vanaf het moment dat Hiromu een oom voor zich krijgt tijdens een intakegesprek. Anders dan in het Japanse filmdrama The Ballad of Narayama (1958, en de al even indrukwekkende remake uit 1983) waarin een 70-jarige vrouw door haar oudste zoon naar de top van een berg wordt gedragen om daar te overlijden, wordt in Plan 75 een familielid van een potentiële euthanasiepleger vervangen door iemand anders. Desondanks raakt Hiromu emotioneel betrokken bij het lot dat zijn oom te wachten staat en denkt hij terug aan het overlijden van zijn vader.

Plan 75

Eenzaamheid
Een andere jongere die we volgen, is Maria (Stefanie Arianne). Zij werkt als verpleegster in een bejaardentehuis, maar gaat werken voor Plan 75 omdat ze daar een beter salaris krijgt, zodat ze de hartoperatie van haar dochtertje eerder kan betalen. Zij heeft onder meer als taak om de bezittingen van de euthanasieplegers te verzamelen, maar wat doet zij als zij daartussen waardevolle spullen aantreft?

De hoofdpersoon van Plan 75 is echter de 78-jarige weduwe Michi (Chieko Baishô), die met een al even oude dame werkt als kamermeisje in een hotel. Echter wanneer laatstgenoemde op de werkplek overlijdt, besluit het hotel Michi te ontslaan omdat dood personeel op de werkplek geen goede reclame is. Als ook later haar beste vriendin plotseling sterft, moet Michi belangrijke keuzes maken. Ze komt in aanmerking voor bijstand, maar dan moet ze wel verkassen naar een bejaardentehuis. Een gevoel van eenzaamheid en nutteloosheid leidt haar naar Plan 75.

Regisseur Chie Hayakawa brengt Michi’s gemoedstoestand geloofwaardig in beeld, bijvoorbeeld als zij tijdens het ondergaan van de zon haar handen op een reling plaatst of met een masker op een bed ligt, op het punt het aardse leven achter zich te laten. Al even aandoenlijk is de poging van Hiromu om zijn oom te redden.

Zeventig jaar na Ozu’s Tokyo Story is de boodschap van Hayakawa ongetwijfeld om de kijker, mits überhaupt nodig, te wijzen op het inhumane karakter van een overheidscampagne waarin euthanasie vanaf een bepaalde leeftijd wordt gefaciliteerd. De consequentie is dan wel een film die de hoop en voldoende compassie mist om je aan de teneur van neerslachtigheid te kunnen onttrekken.

 

22 mei 2023

 

ALLE RECENSIES

No Dogs or Italians Allowed

****
recensie No Dogs or Italians Allowed
De geestige wortels van regisseur Alain Ughetto

door Bob van der Sterre

Een van de revelaties bij het laatste IFFR (International Film Festival Rotterdam) was de stopmotionfilm No Dogs or Italians Allowed. “Weten waar ik vandaan kom, vind ik een geruststellende gedachte”, zegt regisseur Alain Ughetto. Een vriendelijke film die moeilijke thema’s op lichtvoetige manier aanpakt.

Ughetto bouwt de set en praat tegelijk in het geboortedorp van zijn familie, Ughetterra, met zijn oma, Cesira. Zij blikt terug op hun geschiedenissen, terwijl ze zijn enorme mensensok stopt.

Het is begin twintigste eeuw. Luigi en Cesira komen uit Italië en gaan hun geluk beproeven in Frankrijk. Luigi (de opa van de regisseur) is handig en gaat er werken. Dat is het begin van hun droomhuis.

De ontwikkelingen in de wereld doorkruisen hun plannen. Oorlogen (Abessinië, Eerste Wereldoorlog)… De Spaanse griep… Fascisten… Discriminatie… Er gebeurt ontzettend veel. En dan dient de volgende generatie zich alweer aan.

No Dogs or Italians Allowed

Een kind van migranten
Alain Ughetto, een Franse regisseur, besefte een tijd geleden dat zijn roots elders lagen. In een interview met de Filmkrant zei hij: ‘Mijn vader verliet Italië om opgeleid te worden in Frankrijk. Hij was zeventien toen hij de Franse nationaliteit kreeg. Pas toen ik me in dit verhaal verdiepte, realiseerde ik me dat ik zelf ook een kind van migranten ben.’

Ughetto ging na het overlijden van zijn vader op zoek naar ‘het dorp waar iedereen Ughetto heet’ in Italië. En het bleek te bestaan: Ughettera. ‘Iedereen heet daar Ughetto. In elk geval op de begraafplaats.’

De wortels van zijn leven waren ook de wortels van zijn film, die de IFFR-publieksprijs net niet won, maar wel de European Film Award voor beste animatie.

Ughetto verzon het meeste over de familie die hij laat zien. Dat kwam omdat hij weinig bronnen over zijn familie had. In hetzelfde interview met de Filmkrant: ‘De mensen van Italiaanse origine kennen hun eigen geschiedenis niet. Ze besloten dat ze Frans moesten worden, Franser dan de Fransen, dus Italië hebben ze uit hun geheugen gewist. Men wil het niet meer weten.’

Ughetto ziet de wrange parallel met de huidige generatie vluchtelingen die naar Italië gaan. ‘(…) terwijl de Italianen zelf jarenlang overal ter wereld hun arbeid aanboden, en overal heen vertrokken, is de situatie nu omgedraaid. Nu ontvangen ze migranten en weten ze niet wat ze met hen aan moeten.’

Mooie vondsten in een lichtvoetig verhaal
Het klinkt allemaal als een vrij pittig politiek verhaal – en dat komt ook een beetje door de misleidende titel – maar hier heb je de mooie uitdrukking ‘niets is minder waar’ voor: de film verrast met een geestige en lichtvoetige aanpak van het drama.

Neem het decor. Ughetto creëert de setting letterlijk in de film: we zien zijn handen het decor bouwen. ‘Het gaat over mijn familie en dan moeten mijn handen ook zichtbaar zijn, dat is natuurlijk.’ Het is ook een familietrekje want zijn vader was een handige man die ‘alles kon maken’, die het weer van zijn vader had. ‘Ik ben zoals hen, maar dan met films.’

Broccoli als bomen, kartonnen huisjes die voor je neus aan elkaar worden gelijmd, een speelgoedkoe die uit elkaar valt, suikerklontjes als muur.

No Dogs or Italians Allowed

Als Alains vader als kleuter huilt in de film, vraagt Cesira aan de regisseur: ‘Alain, kun jij met je vader praten?’ Dat zijn mooie vondsten en dat laat ook zien hoe goed die lichte stijl tegenwoordig past bij de animatie voor volwassenen. Zelfs ondanks de oorlog, het fascisme en de fatale ziektes weet Ughetto het allemaal vrij luchtig te houden. De kijker werkt het weg met een flinke teug droge, zwarte humor. In feite graaft zo’n film net zo diep als een roman – maar mist de pretentie die deze romans vaak onleesbaar maken.

100 jaar eenzaamheid?
Over romans gesproken, de film heeft wat weg van de beroemde roman van Gabriel García Márquez: Honderd jaar eenzaamheid. Hier ook het komen en gaan van generaties. En het is net zo meelevend als die roman. De kijker wordt erin getrokken en voor je het weet leef je met ze mee. En denk je als de Italiaanse fascisten het deel van Frankrijk binnenvallen waar zij nou net zijn gaan wonen: hoeveel pech kan een gezin hebben?

Een mooi moment in de film is als de broers voor militaire dienst worden opgeroepen, wat ze aanvankelijk als een grote grap zien, maar ze keren terug, gebroken, om vervolgens voor wéér een oorlog te worden opgeroepen… Zo vrolijk zijn ze niet meer; ze hadden nog geen idee hoe verschrikkelijk moderne oorlogen waren geworden. Die herhaling maakt het ontzettend wrange ook weer komisch, en dat is het kenmerk van verfijnde humor.

 

17 mei 2023

 

ALLE RECENSIES

Little Richard: I Am Everything

****
recensie Little Richard: I Am Everything
Worsteling met rock en religie

door Jochum de Graaf

Zijn hele leven streed hij voor erkenning. Met Little Richard: I Am Everything maakte Lisa Cortes een innemend en gevoelvol portret van ‘the originator’ van de rock-‘n-roll.

‘A-bop-bop-a-loom-op a-lop-bop-boom!’ Tutti Frutti, het nummer dat eind jaren vijftig voor een aardverschuiving in de muziekwereld zorgde, leek altijd een onschuldig liedje over Italiaans fruit en een aantal meisjes ‘who drive me crazy’. Rond zijn dood, mei 2020, kwam tot uiting dat Little Richard kort voor de definitieve opname de refreintekst had aangepast, een herhaald Tutti Frutti, aw rutti . Maar in de allereerste nooit officieel uitgebrachte versie was het: ‘Tutti Frutti, good booty / If it don’t fit, don’t force it / You can grease it, make it easy’, een onversneden ode aan de anale mannenseks. In het puriteinse Amerika van die jaren vijftig was het natuurlijk onbestaanbaar dat een dergelijke tekst ook nog gezongen door een zwarte artiest uitgebracht kon worden.

Little Richard: I Am Everything

Roemrucht imago
Richard Wayne Penniman (1932) wordt in een zwarte achterstandswijk in Macon, Georgia geboren in een gezin van 16 kinderen. Vader Charles was naast nachtclubeigenaar diaken in de kerk, een gespleten bestaan dat ook kenmerkend werd voor Little Richard. Hij groeit op in het sterk gesegregeerde zuiden van de VS van de jaren veertig en vijftig. En dan was hij ‘misvormd geboren’ zijn ene been was een paar centimeter korter dan het andere en bovendien blijkt hij queer, wat hem naast zijn huidskleur nog eens extra op achterstand zet. Niet dat hij zich daar iets van aantrekt, hij ontwikkelt zich tot begenadigd pianist, zet altijd en overal de boel op stelten, meet zich met die kenmerkende black pencil moustache vanaf het begin een roemrucht imago aan, shockeert de burgerlijke Amerikaanse middenklasse met nichterig gedrag, travestie, extravaganza.

Good Golly, Miss Molly; Lucille; Long Tall Sally; midden jaren vijftig rijgt Little Richard met zijn elektriserende zang en stevige rockritmes de hits aaneen. In 1957 besluit hij abrupt te stoppen omdat het tot het komt dat de rock-‘n-roll met zijn obscene teksten en sterk seksuele lading tegen de wil van God is. Vijf jaar later maakt hij zijn rentree met een uiterst enerverende en succesvolle tournee door Engeland, de nog piepjonge Rolling Stones treden op als voorprogramma. Hij introduceert de toen eveneens net opkomende Beatles bij de Star Club in Hamburg, en de rest is geschiedenis zou je kunnen zeggen.

Muziek van de duivel
Little Richard levert een permanente worsteling tussen rock en religie. Hij neemt fantastische gospelalbums op, publiceert een goed verkochte autobiografie, bezondigt zich zo’n beetje aan alle drugs die God verboden heeft, kickt af, start een kruistocht tegen homoseksualiteit, trouwt met zijn jeugdliefde Ernestine, krijgt kinderen en daarop weer een reeks affaires met jongens en mannen om vervolgens voor de zoveelste keer een comeback te maken met de ‘muziek van de duivel’.

Erg rijk wordt hij er al die tijd niet van; andere wat bravere artiesten als Elvis Presley, Pat Boone en Fats Domino maakten goede sier met zijn muziek. De gekuiste versie van Tutti Frutti werd vooral een doorslaand succes in de uitvoering van ‘all American boy’ Pat Boone die voor het blanke middenklassepubliek veel aanvaardbaarder was.

Natuurlijk hij wordt opgelicht, maar haalt ook zelf een domme zet uit door uit principiële overwegingen zijn platencontract eenzijdig op te zeggen en dan geheel onjuist te blijven steken in de veronderstelling dat hij daarmee al zijn rechten verspeelt.

Little Richard: I Am Everything

Strijd om erkenning
Centraal in Little Richard: I Am Everything  staat de levenslange strijd van Little Richard om erkenning. Onderweg naar de ceremonie in 1986 waarbij hij in een illuster gezelschap van artiesten als The Everly Brothers, Chuck Berry, Fats Domino en James Brown zal worden opgenomen in de Rock & Roll Hall of Fame, overkomt hem een zwaar auto-ongeluk.

Twee jaar later mag hij de uitreiking van de Grammy’s  verzorgen, ‘and the best new artist is….. ME’. Je zou dat als een mild grapje, een vorm van zelfspot kunnen zien, maar aan zijn verbeten gezicht is te zien dat hij het eigenlijk heel erg meent. Hij zit dan al zo’n jaar of veertig in het vak en hoewel hij door vakgenoten alom wordt gezien als de grondlegger, misschien wel de uitvinder van de rock-‘n-roll overheerst bij hem toch een enorm gevoel van miskenning.

Het belang van Little Richard mag niet onderschat worden, zijn invloed en betekenis benadrukt wordt door Charles Glenn, zijn bassist. Nile Rodgers, Tom Jones en zeker niet te vergeten Mick Jagger zijn allemaal schatplichtig aan hem.

De film is misschien wat te veel een ouderwets Amerikaanse lineair vertelde documentaire, waar met gemak een aantal talking heads vanwege irrelevantie achterwege hadden kunnen blijven. Anderzijds raak je met die korrelige archiefbeelden uit de turbulente ontwikkeling van zijn carrière en de vaart in de montage meer en meer gefascineerd door het fenomeen Little Richard. En je begrijpt heel goed waarom hij breekt en de handen voor de ogen slaat wanneer hij als ‘the originator of rock and roll’ in 1997 bij de American Music Awards de Merit Award voor zijn complete oeuvre krijgt uitgereikt. Regisseur Lisa Cortes laat zeer inlevend en zien wat de wereld van de rock-‘n-roll aan Little Richard te danken heeft.

 

11 mei 2023

 

ALLE RECENSIES

Historias para no contar

**
recensie Historias para no contar
Soms kun je dingen beter niet vertellen

door Cor Oliemeulen

‘Vijf verhalen over hilarische, pijnlijke en vaak uiterst onhandige tegenslagen in het leven die soms wellicht herkenbaarder zijn dan je lief is’. Zo luidt de promotionele oneliner van de Spaanse film Historias para no contar, wat betekent: ‘Verhalen die niet verteld mogen worden’. Het is aan de kijker hoe letterlijk hij die suggestie neemt.

Regisseur Cesc Gay vertelt graag verhalen die uit het leven zijn gegrepen. In Truman (2016) zoekt een vijftiger met terminale kanker een nieuw baasje voor zijn hond. Het gegeven is simpel en de uitwerking van een ontroerende ingehouden pracht, juist vanwege het sterke acteerwerk van Ricardo Darín. Diezelfde acteur was eerder medeverantwoordelijk voor het succes van Gays Una Pistola en Cada Mano (2012) waarin mannen in een midlifecrisis kampen met stemmingswisselingen, overspel, hoop en vertwijfeling. Zes korte verhalen over seks en het gemis van seks als rode draad.

Historias para no contar

Relaties
Een decennium later grijpt de filmmaker terug naar een soortgelijke formule, want ook de vijf korte verhalen van Historias para no contar gaan over (seksuele) relaties. In het eerste verhaal maken we kennis met een meisje dat na lange tijd een jongen ontmoet die ze altijd al leuk vond. Ze treffen elkaar in het park als zij haar hond uitlaat. De viervoeter krijgt een splinter in zijn poot, zodat de jongen meegaat naar haar flat. Maar dan komt haar vriend eerder terug van een zakenreis en duwt het meisje de jongen in een reflex in de badkamer. Alsof ze iets te verbergen heeft.

Een al even ongemakkelijke situatie ontstaat in het tweede verhaal als Luis door zijn hedonistische vriend Carlos en diens vrouw Ana in een café wordt gekoppeld aan Sandra. De vonken springen over, maar dan blijkt dat Sandra iemand met een verleden is, zodat Carlos en Ana er alles aan doen om de zojuist opgelaaide relatie te verbreken.

Historias para no contar

Vreemdgaan
Na dit sterkste deel van de film (vooral door het grappige spel van Antonio de la Torre als Carlos, die liefde en seks pleegt te duiden middels voetbalmetaforen) zakt Historias para no contar langzaam in. De drie vriendinnen, waarvan er telkens twee over de derde roddelen als die weg is, hebben niet echt wereldschokkende geheimpjes. Het verhaal over een oudere schrijver die een relatie heeft met een jong meisje blinkt niet uit in geloofwaardigheid, waarna het laatste hoofdstuk over een man en een vrouw, die allebei zijn vreemdgegaan en balen dat ze het elkaar hebben opgebiecht, als de spreekwoordelijke nachtkaars uitgaat.

Passie, emoties en schuldgevoelens passen uitstekend in een katholiek land als Spanje, maar de behandeling van zulke thema’s verdient een beter lot. Historias para no contar is typisch zo’n film waarbij de filmmakers en de acteurs waarschijnlijk regelmatig dubbel lagen van het lachen. Alle situaties mogen dan misschien wel hilarisch, pijnlijk of onhandig zijn, de beleving van de kijker beperkt zich tot een enkele glimlach en frons. De conclusie van deze mozaïekfilm is dat je vreemdgaan en overspel beter kunt verzwijgen, behalve als je partner blijft aandringen of als je anderszins geen keus hebt. Aan zo’n weinig verheffend gegeven had zelfs een sterkere cast niet veel toe kunnen voegen.

 

9 mei 2023

 

ALLE RECENSIES

Stranger than Fiction (2006)

REWIND: Stranger than Fiction (2006)
De schrijver als God

door Cor Oliemeulen

In de nabije toekomst ontstaat er een onderklasse van mensen zonder werk en economisch nut, betoogt Yuval Noah Harari. Deze Israëlische historicus, futuroloog en bestsellerschrijver waarschuwt dat wat er omgaat in je lichaam en geest straks is af te lezen, waardoor mensen zelfs kunnen worden gehackt. In de Amerikaanse fantasiefilm Stranger than Fiction (2006) is een kleurloze medewerker van de belastingdienst niet langer in staat om invloed op zijn eigen levenslot uit te oefenen. Niet vanwege een onheilspellende samensmelting van biotechnologie en informatietechnologie, maar door toedoen van een romanschrijver met een writer’s block.

De filmgeschiedenis kent zeer fraaie voorbeelden van schrijvers die na een eclatant succes geen inspiratie of ideeën meer kunnen vinden. Zo probeert regisseur Guido in (1963) van Federico Fellini tevergeefs zijn creatieve blokkade te doorbreken met dagdromen en fantasieën over zijn leven en liefdes. De broers Joel en Ethan Coen waren zo vastgelopen met hun script van Miller’s Crossing dat ze dan maar hun eigen frustraties gingen projecteren op de vastgelopen schrijver in Barton Fink (1991). En in Adaptation. (2002) van Spike Jonze wordt het helemaal ingewikkeld als de scenarist van deze film, Charlie Kaufman, zélf het lijdend voorwerp is, terwijl zijn minder talentvolle (fictieve) tweelingbroer, Donald Kaufman, uiteindelijk wel een vet contract krijgt aangeboden.

REWIND: Stranger than Fiction (2006)

Tussen fictie en werkelijkheid
Stranger than Fiction van Marc Forster ademt in bijna alles de donkere, absurdistische sfeer van een Kaufman-script. Niet vreemd als je bedenkt dat scenarist Zach Helm zich heeft laten inspireren door Charlie Kaufman en fungeerde als assistent van diens geschreven Eternal Sunshine of the Spotless Mind (2004). Ook nu vervagen de grenzen tussen fictie en werkelijkheid, is het verhaal complex en gelaagd, en worstelt de hoofdpersoon met existentiële thema’s zoals identiteit, menselijke relaties en de zin van het leven.

Die hoofdpersoon luistert naar de naam Harold Crick (de komiek Wil Ferrell, voor de afwisseling als ingetogen karakter). Niet alleen als medewerker van de belastingdienst is hij een man van protocol, ook privé is Harold fantasieloos en laat hij zich leiden door een ijzingwekkende regelmaat. ’s Morgens poetst hij altijd precies even lang zijn tanden, op weg naar de bushalte zet hij altijd exact dezelfde hoeveelheid stappen en op zijn kantoor in Chicago etaleert hij elke dag zijn gave om ingewikkelde rekensommen van zijn collega’s feilloos uit zijn hoofd op te lossen.



In REWIND opnieuw aandacht voor opvallende films uit dit millennium.

 


Doodgaan is essentieel voor meesterwerk
Wanneer Harold een werkbezoek aan de eigenaresse van een bakkerswinkel, Ana (Maggie Gyllenhaal), aflegt omdat zij te weinig belasting heeft betaald, realiseert hij zich dat hij een vrouw in zijn leven nodig heeft om de sleur te doorbreken. Ana blijkt bewust een bepaald percentage belastinggeld niet te hebben betaald omdat dat deel wordt gebruikt voor overheidsuitgaven waar zij faliekant tegen is. Hoe verschillend hun karakters ook zijn, Ana ontsluiert Harold het genot van chocoladekoekjes en de twee tegenpolen worden verliefd op elkaar. Maar ondertussen raakt Harold in een identiteitscrisis omdat hij steeds vaker een stem hoort die vertelt wat hij aan het doen is.

‘Ik word gevolgd door een vrouwenstem’, zegt hij tegen een psychiater, die denkt dat zijn cliënt  schizofreen is. Harold begint echter langzaam te vermoeden dat hij het hoofdpersonage van een boek is. Hij gaat op bezoek bij een literatuurprofessor (Dustin Hoffman) en ontdekt dat de schrijver van zijn levensverhaal de bekende Karen Eiffel (Emma Thompson) is. Harold leert dat de hoofdpersonages van haar boeken normaliter sterven en doet er alles aan om met haar in contact te komen om zijn naderende dood af te wenden.

REWIND: Stranger than Fiction (2006)

Gelukkig vlot het plot van Eiffels huidige boek niet omdat zij kampt met een writer’s block. Zij wordt bijgestaan door een assistente van de uitgeverij (Queen Latifah) die een onberispelijke staat van dienst heeft om schrijvers te helpen hun romans succesvol af te ronden. Zowel de assistente als de literatuurprofessor zijn van mening dat de dood van de hoofdpersoon (Harold Crick dus) essentieel is om Eiffels roman tot een literair meesterwerk te maken. En ook Harold kan zich nauwelijks voorstellen dat er een mooiere manier is om te sterven.

Echter schrijvers met een writer’s block zijn onvoorspelbaar, dus liggen alle scenario’s open. Karen Eiffel voltooit haar boek en laat Harold Crick sterven, zoals ze in haar hoofd had gepland? Misschien besluit zij het einde van het boek te veranderen waardoor Harold en Ana lang en gelukkig leven? Of gaat Karen Eiffel een autobiografie schrijven zodat ze de regie over haar eigen leven terugkrijgt?

 

STRANGER THAN FICTION KIJKEN: o.a. hier.

 

Meer REWIND

Aurora’s Sunrise

**
recensie Aurora’s Sunrise
Het gewicht van de Armeense genocide

door Tim Bouwhuis

De geanimeerde documentaire Aurora’s Sunrise tekent een onvoorstelbaar dunne lijn tussen de persoonlijke beleving van een historisch trauma en de representatie daarvan. Luttele jaren na het ontvluchten van de Armeense genocide (1915) werd een getroffen tienermeisje in New York gecast als vertolker van haar eigen leed. Deze gemankeerde film over haar leven zorgt voor gemengde gevoelens: de makers onderstrepen terecht hoe belangrijk het is deze volkenmoord te erkennen en te memoreren, maar stappen daarbij te makkelijk over de schrijnende rol van de door Hollywood misbruikte Aurora heen.

“Ik was geen actrice”, zegt Aurora Mardiganian aan het begin van deze aangrijpende vertelling over haar leven. Als minderjarig weesmeisje belandde ze door de hulp van Amerikaanse missionarissen in New York, waar haar pogingen om haar eerder geëmigreerde broer te vinden de aandacht trokken van journalisten. In 1918 kreeg ze de kans haar memoires te publiceren: eerst in de krant, later in boekvorm. Het duurde niet lang voor Hollywood op de stoep stond.

Aurora's Sunrise

Archief, animatie en representatie
Aurora’s verhaal is onwaarschijnlijk, maar waar. In 1919 zat ze op de voorste rij van het filmtheater bij de première van Auction of Souls, een stille film over haar eigen trauma. Op verzoek van het meisje maakte de kostuumafdeling zelfs de kleding na die ze tijdens haar vlucht had gedragen. Aurora’s Sunrise verweeft een geanimeerde verbeelding van de veelbewogen reis met beelden van Auction of Souls (in 1994 werden er achttien minuten teruggevonden en later gerestaureerd) en fragmenten uit een archiefinterview met de (dan bejaarde) hoofdpersoon.

Animatie kan een waardevolle techniek zijn om herinneringen op een gevoelige, detailrijke manier te doen herleven, maar in Aurora’s Sunrise voelt de verbeelding van de vlucht meer als een creatieve oplossing (er zijn geen historische opnames, en de beelden van Auction of Souls zijn beperkt en vertekend) dan als een volwaardige artistieke keuze. Dat heeft er deels mee te maken dat de montage (archief, representatie en animatie) gefragmenteerd is, waardoor de animaties niet voldoende op zichzelf staan: de beelden vertellen telkens alleen een opgebroken stukje van het verhaal, en komen op die manier (en door de aanvullende voice-over) maar beperkt tot leven.

Als de animaties kwalitatief hadden overtuigd, had de bewust gefragmenteerde opzet van de film minder zwaar gewogen. Helaas is de dynamiek tussen de verbeelding van mensen en het omringende landschap niet in evenwicht: de schilderachtige decors zien er prachtig uit, maar de mensen bewegen en spreken onnatuurlijk en houterig. Op specifieke momenten stoort ook de muziek: die is tijdens Aurora’s reis soms ongepast opzwepend, alsof we naar een actiefilm in wording kijken.

Het kwaad in beeld
Het is moeilijk om met animatie tot de kern van het kwaad door te dringen. De kunstvorm is vaak een dankbaar poëtisch middel, maar als de film het wangedrag van een stel soldaten richting vrouwen en kinderen verbeeldt doet hij even denken aan Ari Folmans Waar Is Anne Frank? (2021), waarin de nazi’s schetsmatig en door kinderogen worden bekeken en neergezet. Animatie kan uitermate genuanceerd zijn, tot je iets moet animeren dat moeilijk te nuanceren is. Het ware leed wordt in Aurora’s Sunrise dan ook pas tastbaar als de geanimeerde scènes overlopen in Auction of Souls en we een slachtoffer aan een symbolisch kruis zien hangen. In werkelijkheid, vertelt Aurora, wachtte een nog veel vreselijker lot.

Regisseuse Inna Sahakyan stelt alles in het werk om het gewicht van de Armeense genocide over te brengen en invoelbaar te maken, maar vergeet om scherper te reflecteren op de rol van het meisje dat centraal staat. Hollywood kwam Aurora’s verhaal op het spoor en zag een verdienmodel: dat het meisje letterlijk gebukt ging onder het gewicht van haar eigen herinneringen, die ze alleen kon ‘spelen’ door ze opnieuw te beleven, wordt in Aurora’s Sunrise wel duidelijk gemaakt maar niet ontleed.

Aurora's Sunrise

Dubbelgangers
Toen de inmiddels (naar schatting) achttienjarige Aurora (die ook niet zo heette, maar zo wel ’toegankelijker’ was voor het publiek) al lang in een tehuis was opgevangen, en geen premières meer bijwoonde, gebruikten de makers nog steeds dubbelgangers (andere meisjes) om Auction of Souls zo optimaal mogelijk in de markt te zetten. Als de stille film op de aftiteling van Aurora’s Sunrise wordt geroemd om zijn onmisbare bijdrage aan de Amerikaanse liefdadigheidscampagne, voelt dat kortzichtig en ongepast: Auction of Souls had nooit gemaakt moeten worden met Aurora zelf in de hoofdrol.

Sahakyan gaat bovendien te eenvoudig uit van een belangeloze Amerikaanse overheid en een goedhartig cordon van weldoeners (Aurora bevindt zich op een gegeven moment in het welgestelde gezelschap van magnaat John D. Rockefeller en andere rijkelui). Er werden overzees inderdaad talloze wezen opgevangen en de bevolking doneerde massaal, maar de staatsreactie op de genocide was ook een politiek spel, waarbij de regering van Woodrow Wilson in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog een nieuwe landindeling voorstelde en intensief betrokken was bij het voortwoekerende conflict met Turkije (in de complexe overgangsfase van het Ottomaanse rijk naar onafhankelijkheid).

De tol van trauma
Noem het cynisme, maar liefdadigheid heeft in politieke en welgestelde kringen vaak meer dan één doel of betekenis, en Hollywood gaf in 1919 meer om een potentieel kassucces dan om de mentale gezondheid en het reële trauma van Aurora. Deze observaties schijnen zijdelings óók door in Aurora’s Sunrise, maar worden niet onderstreept of hard gemaakt, waardoor de film ondanks zijn goede bedoelingen (internationale erkenning voor – en herinnering van – de Armeense genocide) niet tactvol overkomt. Hoeveel mag een trauma kosten, en wat mag het opleveren? Deze geanimeerde documentaire leert in ieder geval om nog eens kritisch naar de mogelijke tol van representatie te kijken.

 

25 april 2023

 

ALLE RECENSIES

Verloren Transport, Het

**
recensie Het Verloren Transport
Feminisme met terugwerkende kracht

door Jochum de Graaf

Het verhaal van Het Verloren Transport is dramatisch genoeg. Op 10 april 1945, wanneer duidelijk is dat Hitler-Duitsland de Tweede Wereldoorlog zal gaan verliezen, worden vanuit concentratiekamp Bergen-Belsen in drie treinen enige duizenden kampgevangenen, voor het merendeel Joden, op transport gesteld naar het ‘modelkamp’ Theresienstadt in Tsjechië.

Achterliggend idee was dat deze zogenaamde ‘Austauschjuden’ tegen Duitse krijgsgevangenen geruild of voor grof geld vrijgekocht konden worden. Een van de treinen strandt na tien dagen van ontberingen en omzwervingen, ten koste van ruim vijfhonderd doden, bij het Oost-Duitse dorp Tröbitz. Het is daar in Brandenburg nog een soort niemandsland tussen de vanuit het westen oprukkende geallieerden en het Sovjetleger dat op het punt staat door te breken naar Berlijn.

De eersten waarmee de voormalige gevangenen worden geconfronteerd, zijn de Sovjets. Ze worden naar het geplunderde dorp gestuurd om voedsel te bemachtigen, de zieken en gewonden worden provisorisch verzorgd in de kerk. Door gebrek aan medicijnen en verplegend personeel breken besmettelijke ziekten uit en moet het hele dorp in quarantaine.

Het Verloren Transport

Vriendinnen
Het Verloren Transport volgt in grote lijnen de waargebeurde geschiedenis van de Amsterdams Joodse verzetsstrijders Mirjam en Menachem Pinkhof die april ’45 aan de quarantaine wisten te ontsnappen en er in slaagden op de fiets de Amerikaanse sector te bereiken, waarna de Amerikanen de trein ontzetten en de overgebleven Joden naar hun zelfverkozen thuis – Palestina, de VS, Nederland – konden terugkeren.

Regisseur Saskia Diesing (Nena, De Zitting) van wie een ver familielid in de trein zat, verbindt een nadrukkelijk feministisch perspectief aan de film met de drie hoofdrolspeelsters: de Joods-Nederlandse Simone (Hanna van Vliet), de Duitse dorpelinge Winnie (Anna Bachmann) en de Russische scherpschutter Vera (Eugenie Anselin), die elk vanuit een sjabloonachtige positie handelen. Simone heeft een sterke overlevingsdrang, Winnie is naïef onwetend, Vera handelt uit wraak op de nazi’s. Door allerlei verwikkelingen (zo verhindert Vera de verkrachting van Winnie door Russische soldaten) komen de drie vrouwen nader tot elkaar en nemen aan het eind van de film als vriendinnen afscheid van elkaar.

Het Verloren Transport

Onwaarschijnlijk
Het Verloren Transport is mooi gefilmd, mooi decor daar in Duitsland, maar dat is tegelijk ook de makke van de film, het is eigenlijk te mooi om waar te zijn. Al in de beginscène loopt de film uit de rails. Wanneer de trein knarsend tot stilstand is gekomen, schuift de wagondeur open en zien we een jonge vrouw, die over het stille wat mistige landschap uitkijkt. Maar Simone, zoals ze blijkt te heten, ziet er totaal niet uit als iemand die tien dagen omzwervingen en ontberingen heeft overleefd, eerder lijkt ze een gewone, goed gezonde treinreizigster. Ook op de rol van Vera valt het nodige af te dingen. Weliswaar waren er in tegenstelling tot de geallieerden vrouwen actief in het Rode Leger, maar dat ze als enige vrouw ook nog een hooggeplaatste functie in de eenheid bij Tröbitz innam, is vrij onwaarschijnlijk, nog even afgezien van het matige Russisch van de Franse actrice Eugenie Anselin.

Met een oorlogsfilm vanuit vrouwenperspectief is op zich weinig mis, maar het feminisme met terugwerkende kracht werkt niet wanneer er een gekunsteld loopje met de waarheid wordt genomen.

 

19 april 2023

 

 

ALLE RECENSIES

Alma Viva

***
recensie Alma Viva
Benauwend magisch realisme in Portugees bergdorp

door Paul Rübsaam

In Alma Viva heeft Salomé een innige band met haar grootmoeder. Oma’s plotselinge dood zet de verhoudingen tussen de moeder, tantes en ooms van het meisje onder druk. Ook de gehele familie komt ter discussie te staan in het dorp. Niet in de laatste plaats omdat Salomé in de voetsporen treedt van haar van hekserij betichte grootmoeder.

In de eerste scènes van Alma Viva (Levende Ziel), het speelfilmdebuut en familieportret van de Frans-Portugese regisseuse Cristèle Alves Meira (1983), zien we hoe de ongeveer negenjarige Salomé (Lua Michel, dochter van de filmmaakster) stiekem getuige is van een seance waarin haar grootmoeder Avó (Ester Catalão) de dolende ziel van een pas overledene in goede banen tracht te leiden. Al gauw mag Salomé haar grootmoeder ter zijde staan bij het aanroepen van Sint-Joris. Deze heilige moet de levenden beschermen en de demonen in hun omgeving verjagen.

Alma Viva

Sterke band
Salomé woont met haar moeder in Frankrijk, zo blijkt. Maar ze logeert bij haar familie van moederskant in de bergachtige regio Tras-os-Montes in het noordoosten van Portugal. Ook haar vrijgezelle tante Fátima (Ana Padrão), haar blinde, maar visionaire en muzikale oom Dantas (Duarte Pina) en een neefje van Salomé wonen daar nog. Haar met een Franse vrouw getrouwde oom Joaquim heeft er bovendien een buitenhuis. Maar het sterkst is Salomé’s band toch met haar grootmoeder. Die helpt ze niet alleen met het begeleiden van dolende zielen, maar weet ze ook te verleiden tot samen ’twerken’ (dansen met schuddende heupen en billen). Als waren ze twee ondeugende vriendinnen.

De identificatie van Salomé met Avó gaat zo ver dat ze al bij voorbaat weinig moet weten van buurvrouw Gracinda, met wie haar oma een vete heeft in verband met een oude liefdesaffaire. Toch neemt het meisje een door Gracinda bereide vis voor Avó mee. Wordt die mogelijk vergiftigde vis oma fataal? Of is het de taart van oom Joaquim die de suikerzieke oude vrouw gegeten heeft?

Krachten en tegenkrachten
Als familie en bekenden in de hete Portugese zomer samenkomen in de kleine kamer waar Avó zonder koeling licht opgebaard, leidt dat tot hartverwarmende, maar soms ook pijnlijke en groteske taferelen. Het weerzien met Salomé’s snel uit Frankrijk over gekomen moeder Aida (Jacqueline Corado) is hartelijk. Er is echter ook het nodige oud zeer tussen de broers en zussen, die niet allemaal afkomstig zijn van dezelfde vader en het er niet over eens kunnen worden wie op moet draaien voor de kosten van de begrafenis. Ondertussen gaat Salomé’s dikke neefje Rúben met een vliegenmepper manmoedig de vliegen te lijf die al afkomen op het stoffelijk overschot van Avó. Niet iedereen vindt dat geklap onder de omstandigheden even gepast klinken.

Geplaagd door verdriet en schuldgevoel gaat Salomé het liefst onder de doodskist zitten, waar de anderen omheen staan. Met haar ‘ontvankelijke lichaam’, zoals haar grootmoeder dat bij leven uitdrukte, kan ze zich niet losmaken van haar dwalende geest. Nachtmerries en visioenen overtuigen het meisje ervan dat het haar taak is de oude rekeningen van Avó te vereffenen. Dit zet haar aan tot dubieuze daden op nachtelijke dwaaltochten, die haar en haar familie in diskrediet brengen.

Alma Viva

Het ten grave dragen van Avó, een gebeurtenis die onder invloed van verschillende natuurlijke omstandigheden echt niet langer uitgesteld kan worden, zal evenwel krachten en tegenkrachten oproepen. Want Salomé’s grootmoeder was ook een bindende figuur. Niet alleen voor haar familie, maar voor het hele dorp. Zo zijn sommige dorpsbewoners de ‘overspelige heks’ nog altijd dankbaar voor de zorgen waarmee ze hun dierbare overledenen omringde.

Ongemakkelijk
Mogelijk bovennatuurlijke gebeurtenissen worden in Alma Viva weerlegd noch bewezen. Ook wie werkelijk verantwoordelijk waren of zijn voor bepaalde misstanden blijft ietwat mysterieus. Maar dat is niet per se een bezwaar. Vetes en bijgeloof lijken immers een integrerend onderdeel te vormen van de streng katholieke cultuur van de regio Tras-os-Montes, waarin de kijker wordt ondergedompeld.

Verheven of dromerig is de film allerminst. Het is juist een bij uitstek lijfelijke film, op het plastische af. Daardoor kun je je wat ongemakkelijk gaan voelen. Soms echter worden ontroerende momenten wat al te lukraak afgewisseld met impressies die eerder een gevoel van verbijstering, of zelfs weerzin oproepen. Alsof Cristèle Alves Meira zelf nog niet helemaal heeft uitgeknobbeld wat haar eigen overheersende gevoel is met betrekking tot haar familie van moederskant en de streek waar deze vandaan komt.

 

17 april 2023

 

ALLE RECENSIES

Paved Paradise

****
recensie Paved Paradise
Alle landbouwministers verplicht op vakantie in Costa Rica

door Cor Oliemeulen

We worden om de oren geslagen met doemscenario’s over klimaatverandering en het verdwijnen van natuur. Door de toenemende wereldbevolking neemt de biodiversiteit door voedselproductie in rap tempo af. Maar er is hoop, aldus filmmaker Karsten de Vreugd en bioloog Hidde Boersma in Paved Paradise. “Dit is geen depressieve film om de mensen een kutgevoel te geven.”

De Europese Unie wil dat in 2030 een kwart van de totale landbouwgrond wordt gebruikt voor biologische landbouw. Een begrijpelijke gedachte, want niet-natuurlijke bestrijdingsmiddelen zijn slecht voor je gezondheid. De documentaire Paved Paradise maakt echter duidelijk dat voor biologische landbouw bijna een derde meer grond nodig is voor dezelfde opbrengst als bij de traditionele, intensieve landbouw. Terwijl Europese subsidies de huidige landbouw in stand houden, staan we voor de urgente uitdaging om meer voedsel te produceren op een kleiner oppervlakte, zodat we tegelijkertijd land aan de natuur kunnen teruggeven. En dat is weer goed voor de biodiversiteit en ook voor het klimaat.

Paved Paradise

Alleen maar biologische landbouw is niet het antwoord
Hidde Boersma vertelt dat hij vroeger op The Rainbow Warrior van Greenpeace walvisjagers wilde gaan torpederen. Zijn kijk op een betere wereld veranderde toen hij biologie ging studeren, want bepaalde zaken bleken toch net even anders in elkaar te steken. Zo ook de misvatting dat biologische landbouw de wereld zou moeten redden. De conclusie van Paved Paradise is dat de belangrijkste oorzaak van het uitsterven van dier- en plantensoorten niet de klimaatverandering is, maar ons voedselsysteem. Voor de begrijpelijke en logische onderbouwing komen onder meer een Britse schrijver, twee Cambridge-wetenschappers, een hoogleraar landschapsplanning, een lid van het Europees Parlement en een voormalige minister van Costa Rica aan het woord. Over laatstgenoemde straks meer.

Filmmaker Karsten de Vreugd en bioloog Hidde Boersma brengen hun boodschap op een verhelderende en amusante manier. Hun film onderscheidt zich van de standaard-documentaires over heikele kwesties door hun leuke interacties met elkaar en hun gasten, humoristische voice-overs, jolige muziekjes en verrassende montages. Zo springt een teler van een Westlandse kas tussendoor een keer of vijf tevergeefs tussen de planten vandaan voordat hij dan eindelijk zijn zegje mag doen. Zijn opmerking dat hij tien keer zo weinig grond nodig heeft voor dezelfde opbrengst zet je opnieuw aan het denken.

Paved Paradise

De romantisering van het traditionele plattelandsleven
De huidige oeverloze discussies over ons stikstofprobleem zijn onderdeel van de manier waarop er naar de landbouw wordt gekeken. De Britse schrijver George Monbiot zegt dat de meeste milieuactivisten blind zijn voor de olifant in de kamer: het gebruik van land. De culturele kracht om dingen te veranderen is groter dan de economische macht. Als eenling kun je niks, maar grote groepen burgers kunnen wel regeringen pushen. Hij noemt ‘poetry’ de grootste vijand voor verandering. Al zodra mensen beginnen met lezen, worden zij geconfronteerd met de romantisering van het traditionele plattelandsleven.

De Vreugd en Boersma bezoeken Portugal waar ruimte wordt gegeven aan de natuur zodat ecosystemen kunnen herstellen. Maar vooral hun trip naar Costa Rica laat zien dat er nog hoop is als ze zich laten rondleiden door ex-minister Alvaro Umaño. Hij was in de jaren 80 medeverantwoordelijk voor het opgeven van landbouwgrond aan de natuur, die inmiddels meer dan de helft van het Centraal-Amerikaanse land bestrijkt. Natuurlijk is niet ieder land hetzelfde en zijn overal de natuurlijke omstandigheden anders. Maar wat zou er ook in ons eigen land op tegen zijn dat boeren landbouwgrond opofferen aan het cultuurlandschap en hiervoor betaald krijgen?

In Costa Rica ligt de blauwdruk voor een goed plan voor de toekomst van voedselproductie in combinatie met het herstel van natuur en biodiversiteit. Boeren hebben hier niet meer dan vijf hectare land, maar dan wel op de meest vruchtbare plekken met de hoogste opbrengsten. “Alle landbouwministers moeten verplicht op vakantie in Costa Rica”, aldus de filmmakers. Alvaro Umaño is zichtbaar geroerd door hun enthousiasme.

 

5 april 2023

 

ALLE RECENSIES