Film Fest Gent 2025 – Openingsavond met Julian

Film Fest Gent 2025:
Openingsavond met Julian

door Bert Potvliege

Met de komst van herfstbladeren en gure wind ziet de Gentse binnenstad zichzelf jaarlijks omgetoverd tot een filmpaleis dat elke cinefiel in een warme deken wikkelt. Voor haar 52e editie pakt Film Fest Gent uit met een indrukwekkende competitieselectie, met nieuw werk van Hlynur Pálmason, Lucrecia Martel en Kelly Reichardt. Wie het internationale festivalcircuit volgt, herkent bij de Gentse line-up veel van wat de afgelopen maanden elders de toon zette. 

De programmeurs mogen jaarlijks met opgeheven hoofd over de rode loper flaneren, want kwaliteit is hier het handelsmerk. Niet het spektakel of het zich vergapen aan sterren staan centraal, maar de curatie van betekenisvolle cinema. De aandacht ligt op het bieden van een uitgekiende staalkaart van film anno 2025. Wat zouden we graag tien dagen lang onafgebroken aan de filmtoog hangen en alles meepikken, maar zoals elk festival herinnert ook Film Fest Gent ons eraan: kiezen is verliezen – een filmfestival zalft en straft tegelijk. 

Film Fest Gent 2025 – Openingsavond met Julian

Het risico op activisme
Film Fest Gent zet graag in op de activistische cinema, waarmee men (terecht) de politieke kracht van film wil belichten – al blijft de uitkomst wisselvallig. Tijdens de vorige editie werden we ontiegelijk vaak geconfronteerd met activisme op het grote scherm (Animale, hold on to her, Les femmes au balcon). Die films waren doorgaans onbezonnen, gebrekkig in zelfkritische reflectie en bij vlagen vreselijk gemeen. 

Misschien lag het aan het feit dat cineasten van dergelijke prenten vaak vanuit een jeugdigheid alles inzetten op urgentie, woede en verontwaardiging – een slechte basis om constructief in dialoog te gaan. Waren we te oud om ingepakt te kunnen worden door de ziedende vorm waarin deze films gebracht werden? Activistische cinema blijft een fascinerende tak in het filmlandschap, maar evenzeer precair: we zijn steevast benieuwd hoe een filmmaker ermee omgaat, zij het altijd met enige voorzichtigheid.

Die spanning maakte dat we uitkeken naar de openingsfilm van Film Fest Gent – Julian, het langspeeldebuut van de nog maar 26-jarige Cato Kusters. 

 Julian ***
Julian vertelt het waargebeurde verhaal (gebaseerd op het boek van Fleur Pierets) van Fleur en Julian, een smoorverliefd lesbisch koppel dat van plan is in alle landen te trouwen waar het homohuwelijk wettelijk erkend is – een statement van jewelste over de gebrekkige rechten van holebi’s (LGBT). De uitvoering hiervan is nog maar net begonnen wanneer Julian kanker blijkt te hebben en de dames hun plannen moeten opbergen.

Deze historie lijkt voorbestemd om als verhaal te presenteren: de komst van de ziekte is een thematische verderzetting en verbreding van de droefenis over het onrecht dat deze twee vrouwen aankaarten  – een narratief godsgeschenk voor de empathie van de kijker. Maar het vergt geen vooruitziend mens om in te zien waar de mogelijke valkuilen liggen, want deze plot is als koren op de molen voor moraliserende cinema die het publiek de les wil spellen over onrechtvaardigheid. Zoals altijd wensen we dat kunst vragen opwerpt en niet antwoorden brult. 

Tedere liefde
Het mooiste compliment voor de film is dat Kusters niet in die val trapt. De kijker wordt niet over het hoofd geslagen met kommer en kwel en een Grote Boodschap. De cineaste heeft er geen ellendige bedoening van gemaakt, wat we alleen maar kunnen toejuichen. Julian oogt op het eerste gezicht niet als een activistische prent – de tedere aard van de relatie primeert – maar het is er wel eentje, zoals Kusters ook toegaf op de rode loper. De aandacht ligt op het zacht portretteren van twee geliefden, die het leven en haar noodlot noodgedwongen ondergaan. De kijker deelt in de onmacht, want tonaal verplaatst de cineaste ons in de verliefde hoofden van Julian en Fleur – enkel de liefde lijkt ons recht te houden in tijden van waanzinnig onrecht.

De film overtuigt met de casting van de twee hoofdrolspeelsters – Nina Meurisse en Laurence Roothooft brengen Fleur en Julian tot leven met een ontwapenende echtheid. Beide belichamen hun personage met stevige overgave. Je voelt hoe de actrices close geworden zijn tijdens het maken van de film. Kusters slaat in haar acteursregie een innemende toon. Dit weerspiegelt in de zorgzame houding van Fleurs ouders en in het warme acteerspel van de vrienden van het koppel. 

Het eindresultaat toont een betrokkenheid, waarbij de voltallige cast en crew zich achter hetzelfde doel leek te scharen. We denken graag dat elk naar de set kwam met de overtuiging bezig te zijn met iets belangrijks. Misschien blijkt het een self-fulfilling prophecy. 

Julian

Het pikken van het melodrama
Dit waargebeurde relaas verstikt in de narratieve wending als Julian ziek blijkt. Je krijgt een verhaal over hoe onrechtvaardig iemand behandeld wordt, om vervolgens die persoon ook nog eens dodelijk ziek te zien worden. Dit is een verhaaltechnische bocht met een thematische evidentie die zo voor de hand ligt, dat het doet afhaken. 

Het scenario is de grootste boosdoener. Het siert Kusters en coscenarist Angelo Tijssens (Girl, Close) dat ze de zin hadden af te stappen van een klassieke, rechtlijnige vertelling, maar de slinger slaat ver door. De tijdsprongen gebeuren té vaak (om niet te zeggen: voortdurend), waardoor opbouw en structuur – met hoogtes en laagtes, opwinding en rust – uitblinken in afwezigheid. De film kwam binnen als een langgerekte vlakke curve die zich afkeert van klassieke verhalende structuur. Dat kan, maar er wordt niets wezenlijks nieuws voor in de plaats geboden. Het geheel voelt schetsmatig; therapeutisch en te weinig verhalend. Julian komt onvoldoende van de grond. 

Queer contradictie
Na de voorstelling volgde een Q&A met de makers. Scenarist Tijssens (zelf homoseksueel) kreeg de vraag of het belangrijk was dat het koppel in Julian queer was. Zijn antwoord was tweedelig en veelzeggend:
a) “Nee, het is gewoon een verhaal over liefde – niet over hetero- of holebi-liefde. Liefde is liefde.” (Een zucht van vertedering ging door de zaal.)
b) “Ja, het is belangrijk dat het een holebi-koppel is, want deze verhalen zijn nodig, en ik wilde dat ik ze had toen ik tien jaar oud was.”

Het eerste deel van dat antwoord is uiteraard een beleefde, politiek correcte leugen. De geaardheid van de personages is relevant, want anders had men deze film niet gemaakt. Er zou letterlijk geen te vertellen verhaal zijn indien het niet zo was. Declameren ‘liefde is liefde’, is een maker die een gemakzuchtige neutraliteit uitstraalt maar zodoende zijn of haar verantwoordelijkheid als verhalenverteller miskent. Iedere creatieveling draagt bij aan beeldvorming, al is het maar door zichtbaarheid te geven aan een personage. En als de film activistisch van aard is, dan is er met dit antwoord sprake van het zich verschuilen achter diplomatie. 

De conclusie is dat Kusters en haar team de maturiteit bezaten om met het materiaal aan de slag te gaan, zonder de platgetreden paden van dit soort cinema te bewandelen. Het zichzelf overschattende scenario verzandt in een te zacht, therapeutisch portret van een lieflijke bubbel, terwijl we juist snakten naar narratieve kracht en scherpte. Als openingsfilm van een festival dat betekenisvolle cinema wil tonen, is Julian een tedere maar half geslaagde keuze.

 

11 oktober 2025

 


MEER FILMFESTIVAL