Film Fest Gent 2024 – Deel 6:
Films over rouw
door Bert Potvliege
Elke cinefiel die gedurende het festival een karrenvracht films onder ogen krijgt, kan zelf ontdekken hoe films thematisch samenhangen. Het werd snel duidelijk dat afscheid en omgaan met verlies onderwerpen zijn die in deze editie van Film Fest Gent veel aan bod komen.
De dood en cinema lijken gemaakt voor elkaar. Het levenseinde komt onnoemelijk vaak aan bod in film. Een verklaring kan je vinden in dat film een speelveld is van al wat roert in een mens. De dood fascineert ons, omdat die intens en ingrijpend is. Er huist een grote narratieve kracht in het overlijden van een personage, niet in het minst wegens de impact die dat heengaan heeft op de personages die achterblijven.
Complexe bevragingen, zoals het geven van een plaats aan de dood in ons bestaan, moeten onderzocht worden in de kunsten. Onze relatie met de dood is doorheen de eeuwen scheefgegroeid, in die mate dat we collectief in angst leven voor het onafwendbare einde. Het is de weerloosheid bij het ondergaan ervan, die niet strookt met de manier waarom we onze levens vormgeven. Dat film daarin een helpende hand kan bieden, spreekt aan.
Bij sommige films neemt de maker de tijd om stil te staan bij dat wat de dood teweegbrengt. Dit is exact wat je kan vinden op dit 51ste Film Fest Gent – verhalen die de tijd nemen om te reflecteren over de diverse manieren waarop de dood een impact heeft. Hierna gaan we iets dieper in op een aantal films op het festival die dit onderwerp onderzoeken.
Super Happy Forever ****
De Japanse cineast Kohei Igarashi (Takara – La nuit où j’ai nagé) maakte met Super Happy Forever een knap drama over leed, waarbij de cineast een weduwnaar in beeld brengt die de confrontatie moet aangaan met het recente verlies van zijn vrouw.
De film is netjes opgedeeld in twee delen. De eerste helft toont Sano en zijn vriend Miyata, op reis aan de Japanse kust. Ze verblijven in het hotel waar Sano zijn vrouw Nagi voor het eerst ontmoette, toen de vrienden er een handvol jaren eerder al eens logeerden. Sano is in rouw, want Nagi is recent onverwacht overleden in haar slaap. Hij onderneemt deze reis om haar overlijden wat te kunnen plaatsen. Igarashi toont met dit verhaal hoe nostalgie een component is van rouw.
De tweede helft van de film voert de kijker terug naar vijf jaar geleden, naar die eerste ontmoeting tussen Nagi en Sano. De film schetst die eerste 24 uur, waarbij de twee toekomstige geliefden elkaar aftasten. Samen noedels eten op de parking van een winkel. Een telefoonnummer op een blaadje schrijven. Blikken uitwisselen.
Die eerste helft van de film – het heden – gaat om met rouw, verbeeld in het schetsen van Sano als een apathische man. De weduwnaar heeft er allemaal geen zin meer in en laat weinig kansen onbenut om dit te tonen. In het restaurant begint hij vrijwel direct over de dood van zijn vrouw, waardoor anderen er maar onwennig bijzitten. Iemand vraagt aan de telefoon naar Nagi, wat het teken is voor Sano om de telefoon in zee te keilen. Hij is ook gemeen tegen zijn vriend, die nochtans zijn best doet er te zijn voor hem. Als karakterschets is het geinig om te zien hoe rouw van iemand een dwarsligger kan maken – gesloten, gemeen, asociaal.
Het verdriet om rouw kent ook een ontroerende structurele verwerking in de film, doordat die tweede helft springt naar een tijd toen er geen wolkje aan de lucht was. De film doet hier de ontmoeting tussen de twee geliefden uit de doeken, waardoor Igarashi een dubbel effect creëert. Als verhaal is het aandoenlijk om te aanschouwen: die initiële onwennigheid, de zenuwen die door het lichaam gieren. Maar omdat het een flashback is en wij de afloop reeds kennen, is het tegelijkertijd een pijnlijke mijmering, een confronterende variant van die eerder vermelde nostalgie – alsof die tweede helft van de film zich afspeelt in het hoofd van Sano.
Super Happy Forever biedt veel in zijn schamele duurt van 90 minuten: een boeiende karakterschets, een opvallende structuur en een pakkende blik op dat onwennig aanvoelen tussen Sano en Nagi.
The Room Next Door ****
De Spaanse regisseur Pedro Almodóvar wordt al decennia beschouwd als een van de grootste Europese filmmakers. Zijn nieuwste worp, The Room Next Door, won onlangs het Filmfestival van Venetië, dus het was reikhalzend uitkijken naar de voorstelling van zijn nieuw melodrama.
The Room Next Door is Almodóvars eerste Engelstalige prent, wat hem de kans biedt samen te werken met de grootste Engelstalige actrices. Julianne Moore en Tilda Swinton lijken logische keuzes om zijn universum te bevolken en beide actrices blijken er wonderwel in te passen. Vooral Tilda Swinton maakt (alweer) indruk. De werelden die Almodóvar in het leven roept, brengen melodrama, theatraliteit, een kitscherige stijl met groteske kleurvlakken en een queer-subtekst. Zijn films zijn altijd een ode aan de vrouw.
Martha (Swinton) heeft niet lang meer te leven en besluit een zelfmoordpil te nemen om het lijden van het einde te vermijden. Ze trekt hiervoor naar een knap landhuis, samen met haar vervreemde vriendin Ingrid (Moore). De dames zullen hier de laatste weken van Martha samen spenderen. Martha wil Ingrid graag in the room next door hebben terwijl ze afscheid neemt van het leven.
Net zoals in Hable con ella, het meesterwerk van Almodóvar, fungeren beide protagonisten als twee zijden van dezelfde munt. Beide dames gaan elk op hun eigen manier met de dood om: Martha met aanvaarding, Ingrid in angst. Deze dichotomie laat de film toe om aan de hand van diepe gesprekken tussen de dames in te gaan op de rol van de dood in het leven. Want dat is de raison d’être van de film: een mijmering over afscheid, lijden, de dood, rouwen.
Op vormelijk vlak is The Room Next Door zowat de meest onberispelijke Almodóvar en de film ziet er dan ook prachtig uit. Rijke sets, uitstekend acteerwerk, een uiterst genietbare melancholische sfeer en een sterke beeldvoering. Alles samen genomen is de film ontzettend mooie cinema.
Het enige minpunt is dat Almodóvar geen nieuwe paden bewandelt. Hij voegt weinig of geen inzichten toe aan het maatschappelijk debat over omgaan met de dood. Het nut van de film is kleiner dan dat een Gouden Leeuw doet vermoeden, maar het bederft ‘de pret’ nauwelijks. The Room Next Door is uitstekende cinema van een filmmaker met een boeiende stem en stijl.
Poison **
Als een aantal films op Film Fest Gent over rouw gaan, dan neemt Poison de koppositie is. Die thematische lading van de film is evenwel zo nadrukkelijk aanwezig, dat er van andere inhoud geen sprake is. De wijsheden verscholen in de dialogen houden alles recht, maar de film is een magere vertaling van idee naar scherm.
De Luxemburgse Désirée Nosbusch debuteert met dit mistroostig drama, dat conceptueel niet eenvoudiger kon: twee rouwende ouders treffen elkaar voor het eerst in jaren terug op het kerkhof waar hun overleden zoontje begraven ligt, wiens dood het einde van hun relatie inluidde. Er moeten wat graven verlegd worden wegens nodige graafwerken en hun aanwezigheid is vereist. In afwachting van de arbeiders van de gemeente doden de ex-partners de tijd door de draad terug op te pikken, door zachtjes te lossen wat welig in hen tiert, maar ook door ruzie te maken en al hun opgekropte verwijten naar elkaars hoofd te slingeren.
In het willen onderzoeken van de rol die rouw speelt in het leven, getuigt Poison van een gebrekkige verbeelding in het construeren van een kwalitatief plot. De film biedt weinig maar dan twee personages die oeverloos palaveren over wat hen overkomen is. Dat de film zich integraal afspeelt op een kerkhof – en bij druilerig weer – getuigt niet echt van een creativiteit die naar de sterren reikt.
De reddende factor van Poison is dat er tussen de vele reflecties die aan bod komen over afscheid en verlies, er af en toe eentje zit die een mens doet stilstaan: lijden is verslavend, rouwende mensen haten vrolijke mensen, de dood van een kind is niet iets waaruit je iets kan leren. Het zijn inzichten die je gerust als spreuken aan de muur kan ophangen. Er een film mee maken is misschien wat overdreven, maar prikkelend zijn ze wel.
Tim Roth in de hoofdrol helpt de film het hoofd boven water houden. Hij is sterk als rouwende vader, die voorzichtig is in wat hij zegt (en hoe hij het zegt). Trine Dyrholm als rouwende moeder is iets minder toonvast, maar hou je maar eens staande naast een talent als Roth.
Poison is een kleinood, maar de film heeft net genoeg in de aanbieding voor de kijker die graag even stilstaat bij dit onderwerp. Het is mooi hoe cinema als een klankbord kan zijn, waarbij de reflecties in het verhaal in gesprek gaan met de overwegingen in je hoofd. Dat krijgt de film wel voor elkaar.
19 oktober 2024
Deel 1: Openingsfilm
Deel 2: Veerkrachtig, maar kwetsbaar
Deel 3: Competitiefilms (1)
Deel 4: Competitiefilms (2)
Deel 5: Henry Fonda for President